Organisatie | Zaanstad |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Reglement van orde voor de vergadering en andere werkzaamheden van het college van burgemeester en wethouders |
Citeertitel | Reglement van orde van het college van burgemeester en wethouders |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | college en raad, bestuurlijke organisatie |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
29-11-2011 | 20-08-2013 | Onbekend | 29-11-2011 Gemeenteblad 2011, nr. 67 | 2011/314895 |
Voor elke vergadering wordt, als regel tweemaal 24 uur van tevoren, door de secretaris aan de leden van het college van burgemeester en wethouders een agenda toegezonden.
In de gevallen waarin dit reglement niet voorziet of bij twijfel omtrent de toepassing van het reglement, beslist het college van burgemeester en wethouders op voorstel van de voorzitter.
Dit reglement kan worden aangehaald als Reglement van orde van het college van burgemeester en wethouders.
Aldus besloten door het college van burgemeester en wethouders van Zaanstad in zijn vergadering van 29 november 2011,
drs C. Vermeer, gemeentesecretaris
Dit reglement van orde van het college van burgemeester en wethouders is overeenkomstig het bepaalde in artikel 52 Gemeentewet op 1 december 2011 aan de raad meegedeeld.
Ingevolge artikel 52 Gemeentewet stelt het college een Reglement van Orde (RvO) voor zijn vergaderingen en andere werkzaamheden vast. Uit de memorie van toelichting (Kamerstukken II 19 403, nr. 3, 94/5) volgt dat 'andere werkzaamheden' dan vergaderingen onder andere betrekking hebben op de bekendmakingen van collegebesluiten en de schriftelijke afdoening van zaken langs de weg van parafering en circulatie. Na vaststelling van het reglement wordt een exemplaar aan de raad toegezonden
Artikel 1 Verdeling werkzaamheden en onderlinge vervanging
In het eerste lid van dit artikel wordt een onderwerp geregeld zoals dat aan de orde zal zijn in het zogenaamde constituerend beraad, de eerste vergadering van het college direct na de raadsvergadering waarin de wethouders zijn benoemd. Wellicht ten overvloede wordt erop gewezen dat het college als geheel de verantwoordelijkheid draagt voor de uitgeoefende taken, dit ondanks de portefeuilleverdeling.
Naast de verdeling van de werkzaamheden kan de onderlinge vervanging worden geregeld. Door de Wet dualisering gemeentebestuur is het niet meer mogelijk een raadslid aan te wijzen als vervanger van een wethouder. De vervanging zal onderling geregeld moeten worden.
Met het derde lid wordt voldaan aan het gestelde in artikel 77 Gemeentewet en met het vierde lid wordt voldaan aan artikel 60 Gemeentewet.
Met het eerste lid wordt voldaan aan het gestelde in artikel 53, eerste lid Gemeentewet. Ten aanzien van het derde lid is in artikel 56 Gemeentewet is het quorumvereiste voor de besluitvorming en beraadslaging opgenomen. In de toelichting bij artikel 6 wordt hier nader op ingegaan.
De rol van de gemeentesecretaris bij collegevergaderingen wordt in de artikelen 103 tot en met 105 Gemeentewet aangegeven. In dit artikel wordt aangegeven dat de secretaris verantwoordelijk is voor het doen toekomen van de agenda aan de collegeleden.
Dit artikel regelt de verslagleggende taak van de secretaris en de wijze waarop het verslag wordt vastgesteld. Als op grond van artikel 55 van de Gemeentewet door het college een geheimhoudingsplicht is opgelegd, zal ten aanzien van de beraadslaging en eventuele besluiten over dit onderwerp een afzonderlijk verslag moeten worden gemaakt. Dit zal door de secretaris afzonderlijk moeten worden bewaard totdat de geheimhouding is opgeheven.
De Wet dualisering gemeentebestuur introduceert het begrip ' besluitenlijst'. Op grond van artikel 60 Gemeentewet kan de raad regelen van welke beslissingen van het college de raad op de hoogte gesteld wil worden. In het zesde lid is aangegeven dat de besluiten in de vorm van een besluitenlijst aan 9 raad ter kennis wordt gebracht.
In de eerste plaats moet hier worden gewezen op artikel 56 Gemeentewet, dat een regeling bevat met betrekking tot zowel het vergader- als het besluitquorum ten aanzien van de vergaderingen van het college.
Opvallend is dat in artikel 59 Gemeentewet artikel 31 niet van overeenkomstige toepassing is verklaard. Dat artikel bepaalt dat de stemming over het doen van benoemingen, voordrachten of aanbevelingen bij gesloten en ongetekende stembriefjes geschiedt. Verder is bepaald dat indien de stemmen over personen tot wie de keuze door een voordracht of herstemming is beperkt, staken, er in dezelfde vergadering een herstemming wordt gehouden. Staken de stemmen opnieuw, dan beslist het lot.
In het tweede lid is opgenomen dat in principe slechts wordt gestemd indien één van de leden dat wenst. In dat geval wordt mondeling gestemd (ook over personen), tenzij ten aanzien van personen om een schriftelijke stemming wordt verzocht. Over zaken wordt dus of niet of mondeling gestemd.
Artikel 6 Procedure circulatiebesluit
Dit artikel vormt een nadere uitwerking van artikel 2 lid 3. Ingevolge artikel 56 derde lid Gemeentewet is voor een vergadering als bedoeld in het tweede lid niet vereist dat ten minste de helft van het aantal zittingen hebbende leden tegenwoordig is. Over andere aangelegenheden dan die waarvoor de eerdere vergadering was belegd alleen beraadslagen of besluiten, indien ten minste de helft van het aantal zitting hebbende leden tegenwoordig is.
Uit de uitspraak van de Raad van State van 16 juli 2003 van belang (IIN AH9850, zaaknr. 200200757/1) volgt dat de Afdeling besluitvorming buiten de collegevergadering niet ongeoorloofd acht, mits op grond van het reglement van orde of een bekend gemaakte vaste praktijk besluitvorming niet plaatsvindt zonder dat in een collegevergadering de mogelijkheid bestaat tot beraadslaging en besluitvorming over het te nemen besluit en tevens duidelijk is wanneer het besluit wordt genomen. Alsdan kan vastgesteld worden dat en wanneer het desbetreffende besluit geacht kan worden te zijn genomen.
Aangezien de besluitvorming als bedoeld in artikel 6 buiten de collegevergadering plaatsvindt, dient dit bekend gemaakt te zijn hetzij op grond van het reglement van orde hetzij op grond van een bekend gemaakte vaste praktijk. Daarbij moet bepaald zijn dat in een collegevergadering de mogelijkheid bestaat tot beraadslaging en besluitvorming over het te nemen besluit en moet tevens duidelijk zijn wanneer het besluit wordt genomen. In het vijfde lid is geregeld dat alleen kan worden besloten indien door geen van de collegeleden wordt aangegeven dat bespreking in een vergadering van het college gewenst is en ten minste de helft van de collegeleden heeft ingestemd. Uit het zesde lid volgt dat besluit wordt geacht te zijn genomen op de datum van dagtekening van de secretaris. Het zevende lid bepaalt dat het besluit aan de raad wordt toegezonden en voor de openbaarmaking het besluit wordt bekendmaking.
Artikel 52 Gemeentewet bepaalt dat het college het reglement vok ijn vergaderingen en andere werkzaamheden vaststelt. Het college beslist op voorstel van de voorzitter overgevallen waarin het reglement niet voorziet of bij twijfel omtrent toepassing van het reglement.