Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Utrechtse Heuvelrug

Reglement commissie bezwaarschriften gemeente Utrechtse Heuvelrug 2012

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieUtrechtse Heuvelrug
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingReglement commissie bezwaarschriften gemeente Utrechtse Heuvelrug 2012
CiteertitelReglement commissie bezwaarschriften gemeente Utrechtse Heuvelrug 2012
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Dit reglement is vastgesteld door zowel de raad, het college, de burgemeester en de leerplichtambtenaar

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Algemene wet bestuursrecht

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

27-07-201230-12-2017nieuwe regeling

02-07-2012

Gemeentenieuws, 26-07-2012

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Reglement commissie bezwaarschriften gemeente Utrechtse Heuvelrug 2012

De raad, het college, de burgemeester en de leerplichtambtenaar van de gemeente Utrechtse Heuvelrug;

  • ·

    ieder voor zover het hun bevoegdheden betreft;

  • ·

    gezien het voorstel van het college;

  • ·

    gelet op de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), de Gemeentwet en de Leerplichtwet 1969;

BESLUITEN

vast te stellen het

Reglement commissie bezwaarschriften gemeente Utrechtse Heuvelrug 2012

 

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a)

    verwerend orgaan: bestuursorgaan dat het bestreden besluit heeft genomen;

  • b)

    commissie: vaste onafhankelijke commissie van advies voor de bezwaarschriften.

Artikel 2 Inleidende bepaling commissie

  • 1.

    Er is een commissie die adviseert over de beslissing op bezwaren tegen besluiten van de raad, het college, de burgemeester en de leerplichtambtenaar.

  • 2.

    Voor de advisering over beslissingen op bezwaar inzake personele aangelegenheden zijn afzonderlijk een voorzitter en leden benoemd.

  • 3.

    De commissie is niet bevoegd ten aanzien van bezwaarschriften die zijn ingediend tegen besluiten op grond van een wettelijk voorschrift inzake belastingen of de Wet waardering onroerende zaken.

Artikel 3 Samenstelling van de externe commissie

  • 1.

    De commissie bestaat uit een voorzitter en ten minste twee leden.

  • 2.

    De voorzitter en de leden worden door het college benoemd, geschorst en ontslagen, met uitzondering van de voorzitter en de leden belast met de advisering over bezwaarschriften inzake personele aangelegenheden.

  • 3.

    De voorzitter en de leden belast met de advisering over bezwaarschriften inzake personele aangelegenheden worden benoemd, geschorst en ontslagen door het college met instemming van het Georganiseerd Overleg en worden op de volgende wijze geselecteerd:

    • a)

      één lid aan te wijzen door het college

    • b)

      één lid aan te wijzen door de werknemers delegatie in het Georganiseerd Overleg, niet zijnde een vakbondsadviseur van de lokale commissie voor georganiseerd overleg

    • c)

      één lid aan te wijzen door de onder sub a. en b. genoemde leden, tevens voorzitter

    • d)

      het college benoemt tevens een plaatsvervanger voor ieder lid, op gelijke wijze.

  • 4.

    De leden mogen geen dienstverband met de gemeente Utrechtse Heuvelrug hebben;

  • 5.

    De voorzitter dient niet woonachtig te zijn in de gemeente Utrechtse Heuvelrug;

  • 6.

    De commissie regelt de vervanging van de voorzitter.

Artikel 4 Secretariaat

De commissie beschikt over een ambtelijk secretariaat dat bestaat uit door het college aangewezen secretarissen.

Artikel 5 Zittingsduur

  • 1.

    De voorzitter en de leden van de commissie treden af op de dag van het aftreden van de raad.

  • 2.

    De voorzitter en de leden van de commissie kunnen op elk moment ontslag nemen.

  • 3.

    De aftredende voorzitter en de aftredende leden van de commissie blijven hun functie vervullen totdat in de opvolging is voorzien.

Artikel 6 Ingediend bezwaarschrift

  • 1.

    Op het ingediende bezwaarschrift wordt de datum van ontvangst aangetekend.

  • 2.

    Het bezwaarschrift met de daarbij overgelegde stukken wordt zo spoedig mogelijk in handen van de commissie gesteld.

Artikel 7 Bemiddeling

De commissie onderzoekt of de zaak in de minne kan worden geschikt alvorens een zaak in behandeling wordt genomen. Het secretariaat verricht daartoe de nodige handelingen.

Artikel 8 Uitoefening bevoegdheden

De bevoegdheden ingevolge de hierna genoemde artikelen van de Algemene wet bestuursrecht

(Awb) worden voor de toepassing van deze verordening uitgeoefend door de voorzitter, of diens plaatsvervanger:

  • a)

    artikel 2:1, tweede lid;

  • b)

    artikel 6:6, wat betreft het de indiener stellen van een termijn;

  • c)

    artikel 6:17, voorzover het de verzending van stukken betreft tijdens de behandeling door de commissie;

  • d)

    artikel 7:4, tweede lid;

  • e)

    artikel 7:6, vierde lid.

Artikel 9 Vooronderzoek

  • 1.

    De voorzitter is bevoegd rechtstreeks alle gewenste inlichtingen in te winnen of te laten inwinnen.

  • 2.

    De voorzitter kan uit eigen beweging of op verlangen van de commissie bij deskundigen advies of inlichtingen inwinnen en hen zo nodig uitnodigen daartoe op de hoorzitting te verschijnen. Indien daaraan kosten zijn verbonden, is vooraf machtiging van de raad vereist.

Artikel 10 Hoorzitting

  • 1.

    De voorzitter bepaalt plaats en tijdstip van de zitting waarin de belanghebbenden en het verwerend orgaan in de gelegenheid worden gesteld zich door de commissie te laten horen.

  • 2.

    De voorzitter beslist over de toepassing van artikel 7:3 van de Awb.

  • 3.

    Indien de voorzitter op grond van het tweede lid besluit af te zien van het horen, doet hij daarvan mededeling aan de belanghebbenden en het verwerend orgaan.

  • 4.

    Belanghebbenden en het verwerend orgaan worden door tenminste de voorzitter, of diens plaatsvervanger, en één lid gehoord. Horen inzake personele aangelegenheden gebeurt door een voltallige commissie.

Artikel 11 Uitnodiging zitting

  • 1.

    De voorzitter nodigt de belanghebbenden en het verwerend orgaan ten minste twee weken voor de zitting schriftelijk uit.

  • 2.

    Binnen drie dagen na de uitnodiging kunnen de belanghebbenden of het verwerend orgaan onder opgaaf van redenen de voorzitter verzoeken het tijdstip van de zitting te wijzigen.

  • 3.

    De beslissing van de voorzitter op dit verzoek wordt uiterlijk één week voor het tijdstip van de zitting aan de belanghebbenden en het verwerend orgaan meegedeeld.

  • 4.

    De voorzitter is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken of afwijking toe te staan van de termijnen die genoemd zijn in het eerste tot en met het derde lid.

Artikel 12 Niet-deelneming aan de behandeling

De voorzitter en de leden van de commissie nemen niet deel aan de behandeling van een

bezwaarschrift indien daarbij hun onpartijdigheid in het geding kan zijn. Zij laten zich zo nodig vervangen.

Artikel 13 Openbaarheid zitting

  • 1.

    De zitting van de commissie is in principe openbaar.

  • 2.

    De deuren kunnen worden gesloten indien de voorzitter van de commissie of een van de aanwezige leden het nodig oordeelt of indien een belanghebbende daartoe een verzoek doet.

  • 3.

    Indien de commissie vervolgens beslist dat gewichtige redenen aanwezig zijn die zich tegen openbaarheid van de zitting verzetten, vindt de zitting plaats met gesloten deuren.

  • 4.

    De hoorzitting van de commissie vindt in ieder geval achter gesloten deuren plaats voor wat betreft bezwaarschriften met betrekking tot personele aangelegenheden en voor wat betreft bezwaarschriften die zijn ingediend tegen besluiten op grond van of krachtens de Wet maatschappelijke ondersteuning en de Leerplichtwet 1969.

Artikel 14 Schriftelijke verslaglegging

  • 1.

    Het verslag als bedoeld in artikel 7:7 van de Awb vermeldt de namen van de aanwezigen en hun hoedanigheid.

  • 2.

    Het verslag houdt een zakelijke vermelding in van wat over en weer is gezegd en wat verder ter zitting is voorgevallen.

  • 3.

    Indien de zitting geheel of gedeeltelijk met gesloten deuren plaatsvond, of indien belanghebbenden, respectievelijk hun gemachtigden niet in elkaars tegenwoordigheid zijn gehoord, maakt het verslag hiervan melding.

  • 4.

    Het verslag verwijst naar de op de zitting overgelegde bescheiden, die aan het verslag kunnen worden gehecht.

  • 5.

    Het verslag wordt ondertekend door de voorzitter, of dienst plaatsvervanger, en de secretaris van de commissie.

Artikel 15 Nader onderzoek

  • 1.

    Indien na afloop van de zitting maar voordat het advies wordt opgesteld, nader onderzoek wenselijk blijkt te zijn, kan de voorzitter uit eigen beweging of op verlangen van de andere commissieleden dit onderzoek houden.

  • 2.

    De uit het nader onderzoek verkregen informatie wordt in afschrift aan de leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbenden toegezonden.

  • 3.

    De leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbenden kunnen binnen een week na verzending van de nadere informatie aan de voorzitter van de commissie een verzoek richten tot het beleggen van een nieuwe hoorzitting. De voorzitter beslist op zo'n verzoek.

  • 4.

    Op een nieuwe hoorzitting zijn de bepalingen in dit reglement, die betrekking hebben op de hoorzitting, zo veel mogelijk van overeenkomstige toepassing.

Artikel 16 Raadkamer en advies

  • 1.

    De commissie beraadslaagt en beslist achter gesloten deuren over het door haar uit te brengen advies. Beraadslaging vindt plaats door de voorzitter en twee leden.

  • 2.

    a) De commissie beslist bij meerderheid van stemmen over het uit te brengen advies.

    b) Indien bij een stemming de stemmen staken, beslist de stem van de voorzitter.

    c) Van een minderheidsstandpunt wordt bij het advies melding gemaakt indien die minderheid dat verlangt.

  • 3.

    Het advies is gemotiveerd en omvat een voorstel voor de te nemen beslissing op het bezwaarschrift.

  • 4.

    Het advies wordt door de voorzitter, of diens plaatsvervanger, en de secretaris ondertekend.

Artikel 17 Uitbrengen advies en verdaging

  • 1.

    Het advies wordt, onder medezending van het verslag als bedoeld in artikel 15 en eventueel door de commissie ontvangen nadere informatie en nader verslag, tijdig uitgebracht aan het bestuursorgaan dat op het bezwaarschrift dient te beslissen.

  • 2.

    Indien naar het oordeel van de voorzitter de termijn van 12 weken, welke gaat lopen op de dag na het verstrijken van de bezwaartermijn, als bedoeld in artikel 7:10, eerste lid, van de Awb, ontoereikend is voor achtereenvolgens het uitbrengen van een advies en het nemen van een beslissing op bezwaar, verzoekt hij het verwerend orgaan tijdig de beslissing te verdagen.

  • 3.

    Van een besluit tot verdaging ontvangen de commissie en de belanghebbenden een afschrift.

Artikel 18 Jaarverslag

De commissie brengt jaarlijks voor 1 juli een schriftelijk verslag uit over haar werkzaamheden in het afgelopen kalenderjaar. Werzkaamheden in zaken met betrekking tot personele aangelegenheden worden in een apart jaarverslag beschreven.

Artikel 19 Intrekking oude regeling

Het Reglement commissie bezwaarschriften gemeente Utrechtse Heuvelrug 2009, vastgesteld door de raad op 26 november 2009 en de regeling bezwarencommissie Personele Aangelegenheden 2006, vastgesteld door het college op 11 april 2006, worden ingetrokken.

Artikel 20 Inwerkingtreding

Dit reglement treedt in werking op de dag na die van bekendmaking.

Artikel 21 Citeertitel

Dit reglement wordt aangehaald als: Reglement commissie bezwaarschriften gemeente Utrechtse Heuvelrug 2012.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 2 juli 2012.

de raad

de griffier, de voorzitter,

W.Hooghiemstra G.F. Naafs

het college

secretaris, burgemeester,

drs. T.P. van der Steen G.F. Naafs

de burgemeester

burgemeester,

G.F. Naafs

de leerplichtambtenaar,

M.Verburg Y. den Hartog