Organisatie | Bronckhorst |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Achterhoek |
Citeertitel | Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Achterhoek |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | |
Externe bijlage | Toelichting op de gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Achterhoek |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
07-11-2012 | Nieuwe regeling | 30-10-2012 Contact, 6 november 2012 | Z25636 BW12-06687 |
De colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Aalten, Berkelland, Bronckhorst. Doetinchem, Lochem, Montferland, Oost-Gelre, Oude IJsselstreek, Winterswijk en Zutphen en het college van Gedeputeerde Staten van Gelderland, ieder voor zover het hun bevoegdheden betreft;
De deelnemers oefenen bevoegdheden uit op grond van onder andere de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo), waaronder bevoegdheden tot het beslissen op aanvragen om omgevingsvergunningen, het houden van toezicht en het beslissen over bestuursrechtelijke handhaving van wettelijke voorschriften.
De minister van VROM heeft aangedrongen op de vorming van uitvoeringsdiensten op regionale schaal (omgevingsdiensten) en de provincie verzocht een proces te organiseren waarin dat gestalte krijgt.
Naar aanleiding daarvan hebben de colleges van alle Gelderse gemeenten en het college van gedeputeerde staten op 3 november 2009 een intentieverklaring ondertekend. In die intentieverklaring zijn als uitgangspunten opgenomen:
De deelnemers hebben in het licht van de Intentieverklaring gezamenlijk besloten tot oprichting van een omgevingsdienst die de juridische vorm heeft van een openbaar lichaam in de zin van de Wet gemeenschappelijke regelingen. Deze omgevingsdienst is onderdeel van een stelsel van omgevingsdiensten in de provincie Gelderland, waarbij bepaalde taken op bovenregionale schaal kunnen worden belegd.
De deelnemers zijn bestuurlijk overeen gekomen dat detachering van medewerkers van deelnemers op basis van eindigheid toegestaan is, in verband waarmee een nader te bepalen evaluatiemoment zal gelden dat niet verder ligt dan twee jaar na de start van de omgevingsdienst. De deelnemers zijn in dat kader als streven overeengekomen dat een eenduidige en gelijke situatie voor alle medewerkers zal gelden, alsmede dat bij de evaluatie wordt beoordeeld op welke wijze de dan nog gedetacheerde medewerkers aan de omgevingsdienst verbonden blijven, waarbij grondhouding is de indiensttreding van de medewerkers bij de omgevingsdienst. De deelnemers zijn van opvatting dat de afspraken in dat kader in deze regeling behoren te worden opgenomen.
De gemeenteraden van de gemeenten Aalten, Berkelland, Bronckhorst, Doetinchem, Lochem, Montferland, Oost-Gelre, Oude IJsselstreek, Winterswijk en Zutphen en Provinciale Staten van Gelderland hebben toestemming verleend als bedoeld in artikel 51 lid 2 Wet gemeenschappelijke regelingen;
het bepaalde in de Wet gemeenschappelijke regelingen, de Provinciewet en de Gemeentewet;
vast te stellen de navolgende regeling Omgevingsdienst Achterhoek;
Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen
Artikel 1. Begripsomschrijvingen
1. In deze regeling wordt verstaan onder:
2. Onder openbaar lichaam worden tevens de organen (algemeen bestuur, dagelijks bestuur en voorzitter) en de medewerkers van het openbaar lichaam verstaan.
3. Onder deelnemers worden tevens begrepen de rechtspersonen waarvan deelnemers bestuursorgaan zijn.
De regeling is ingesteld ter gemeenschappelijke behartiging van de belangen van de deelnemers ter zake van vergunningverlening, toezicht en handhaving in het kader van het omgevingsrecht. Onder de belangen van de deelnemers wordt tevens begrepen het belang van een goede samenwerking tussen de omgevingsdiensten in Gelderland.
Hoofdstuk 2. Taken, bevoegdheden en bijdragen
1. Op verzoek van een deelnemer voert het openbaar lichaam incidentele uitvoerende, coördinerende, adviserende en ondersteunende taken op het gebied van het omgevingsrecht uit.
2. Over de uitvoering van de incidentele taken worden afzonderlijke overeenkomsten gesloten tussen de deelnemer en het openbaar lichaam.
Artikel 9. Beperking privaatrechtelijke bevoegdheden
Het openbaar lichaam is behoudens instemming van de deelnemers niet bevoegd tot:
Hoofdstuk 4. Dagelijks bestuur
Het dagelijks bestuur kan in afwijking van artikel 14, tweede lid, in spoedeisende gevallen tot schorsing van de directeur overgaan. Het dagelijks bestuur doet daarvan terstond mededeling aan het algemeen bestuur. De schorsing vervalt, wanneer het algemeen bestuur haar niet in zijn volgende vergadering bekrachtigt.
Hoofdstuk 6. Informatie en verantwoording
Artikel 23. Algemeen en dagelijks bestuur ten opzichte van de gemeenteraden en Provinciale Staten
Een lid van het algemeen bestuur geeft alle inlichtingen waarom is verzocht door een of meer leden van de gemeenteraad van de deelnemer die hem heeft aangewezen, respectievelijk een of meer leden van Provinciale Staten in het geval het lid is aangewezen door Gedeputeerde Staten. Hij is bovendien aan de gemeenteraad of Provinciale Staten verantwoording verschuldigd voor het door hem gevoerde bestuur.
Gedurende een periode van maximaal twee jaren na het moment waarop deze regeling inwerking treedt, kunnen de deelnemers personeel dat in vaste dienst is bij de deelnemers door middel van detachering inzetten voor de uitvoering van de taken die met toepassing van de artikelen 4 en 5 aan het openbaar lichaam zijn ondergebracht.
Hoofdstuk 9. Financiële bepalingen
Artikel 28. Begrotingsprocedure
Provinciale Staten en de gemeenteraden vergaderen niet eerder dan twee weken na de openbare kennisgeving over de ontwerpbegroting. Zij kunnen bij het dagelijks bestuur hun zienswijze over de ontwerpbegroting naar voren brengen. Het dagelijks bestuur voegt deze zienswijzen, voorzien van zijn reactie, toe aan de ontwerpbegroting zoals deze aan het algemeen bestuur wordt aangeboden.
Hoofdstuk 11. Toetreding, uittreding, wijziging en opheffing
Uittreding is slechts mogelijk onder de voorwaarde dat tussen het op en aar lichaam en de uittredende deelnemer voor de resterende financiële verplichtingen van de uittredende deelnemer voor de resterende financiële verplichtingen van de uittredende deelnemer een vaststellingsovereenkomst wordt gesloten.
Artikel 34. Wijziging en opheffing
1. De regeling kan tussentijds worden gewijzigd of opgeheven als ten minste tweederde van de deelnemers daartoe besluit.
2. Deelnemers en het algemeen bestuur zijn bevoegd een wijziging in de regeling aan de deelnemers in overweging te geven via een daartoe strekkend voorstel. Het dagelijks bestuur zendt het voorstel van het algemeen bestuur toe aan de deelnemers.
3. Ingeval van opheffing van de regeling stelt het algemeen bestuur vooraf, na overleg met de deelnemers, een liquidatieplan vast waarin ieder geval wordt aangegeven wat de gevolgen zijn die de beëindiging heeft voor het personeel en de wijze waarop het positieve en negatieve saldo van het openbaar lichaam over de deelnemers wordt verdeeld.
4. Het dagelijks bestuur is belast met de vereffening van de financiële verplichtingen.
Hoofdstuk 12. Slot- en overgangsbepalingen
Het Basistakenpakket regionale uitvoeringsorganisaties omgevingsrecht, versie 2.3, zoals vastgesteld door de minister van Infrastructuur en Milieu op 25 mei 2011 is als bijlage bij deze regeling gevoegd en maakt daarvan onderdeel uit.
Artikel 37. Informatievoorziening
Het openbaar lichaam zorgt er voor dat de deelnemers met ingang van 1 januari 2013, of zoveel later als het aanvangt zijn taken uit te voeren, op ieder moment kunnen beschikken over informatie met betrekking tot de in hoofdstuk 2 van deze regeling genoemde taken waarvoor zij het bevoegde bestuursorgaan zijn.