Organisatie | Landsmeer |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening regelende de instelling, de taak en de samenstelling van de audit commissie gemeente Landsmeer |
Citeertitel | Verordening audit commissie gemeente Landsmeer 2007 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen.
1.Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
02-05-2007 | nieuwe regeling | 24-04-2007 Kompas Regiokrant, 01-05-2007 | 2007-27 |
De raad van de gemeente Landsmeer;
Gelezen het voorstel van het presidium van 28 maart 2007;
Gelet op het bepaalde in artikel 84 Gemeentewet juncto artikel 4, lid 3 van de Controleverordening gemeente Landsmeer 2006;
Vast te stellen de volgende verordening regelende de instelling, de taak en de samenstelling van de audit commissie gemeente Landsmeer.
Artikel 2 Taken en bevoegdheden
adviseert de raad jaarlijks over het Controleprotocol voor de accountantscontrole waarin wordt opgenomen: de goedkeuringstoleranties;afzonderlijk te controleren deelwaarnemingen; een inrichtingsplan voor verslag van bevindingen; eventuele tussentijdse controles, de frequentie en inrichting daarvan; posten van de jaarrekening of deelcontroles en afwijkende rapporteringtoleranties;
In de gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist de commissie op voorstel van de voorzitter.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Landsmeer op 24 april 2007.
Op grond van de Controleverordening die voortvloeit uit artikel 213 Gemeentewet, vastgesteld bij besluit van 28 juni 2006, dient er periodiek afstemmingsoverleg plaats te vinden tussen de accountant, een vertegenwoordiging uit de raad van drie leden, een vertegenwoordiger van de rekenkamercommissie, de portefeuillehouder financiën, de gemeentesecretaris, de concerncontroller. Op grond van artikel 7 lid 4 dient de accountant voorafgaand aan de raadsbehandeling van de jaarstukken, het verslag van bevindingen met (een voor dit doel ingestelde vertegenwoordiging) van de raad te bespreken.
Dit artikel regelt de verhouding tussen raad en commissie. Sinds de invoering van de Wet dualisering gemeentebestuur wordt de accountant door de raad aangewezen en niet meer door het college. De reguliere aansturing tijdens de interim en jaarrekeningcontrole kan dan ook niet langer door de portefeuillehouder plaatsvinden. Primaire taak van de commissie ligt dan ook op dit vlak, het vormen van een aanspreekpunt voor de accountant tijdens zijn controlewerkzaamheden en het daarbij aansturen van de accountant. Dit maakt een efficiënte aansturing mogelijk zonder dat steeds behandeling in de raadscommissie c.q. raad noodzakelijk is.
De commissie treedt op als deskundig en ondersteunend orgaan, niet als een politiek bestuurlijk orgaan.
De commissie bereidt de adviezen van de raad voor ten aanzien van het aanwijzen van de accountant en het vaststellen van de jaarrekening.
Samen met het college bereidt de commissie de selectieprocedure van de accountant voor.
Het 2e lid maakt de verhouding tussen raad en commissie volstrekt helder, de raad kan de commissie aanwijzingen en opdrachten geven ter uitoefening van haar taken en bevoegdheden.
De gekozen samenstelling wijkt niet af van de eerder vastgestelde Controleverordening en de Verordening op de Rekenkamercommissie. In dit voorstel ligt de nadruk op het ondersteunend zijn aan de raad en bij de jaarrekening als onderzoekscommissie op te treden. Vandaar de keuze voor het op verzoek aanwezig zijn van de genoemde functionarissen.
Het lidmaatschap is gekoppeld aan het raadslidmaatschap, op het moment dat men geen deel meer uitmaakt van de raad vervalt het lidmaatschap van deze commissie.
Gelet op de taakstelling van de commissie moet zij haar werk in alle rust kunnen doen.
Een logische consequentie voor het borgen van de terugkoppeling naar de raad.
De commissie is ondersteunend aan de raad. Wil de raad zijn controlerende rol goed kunnen vervullen dan is het van belang dat men tijdig en adequaat geïnformeerd wordt.
Het 1e lid onderstreept dat belang.
Met het oog op de transparantie worden in het 2e lid verschillende zaken genoemd waarover de raad minimaal geïnformeerd dient te worden, maar het 1e lid onderstreept de bredere verantwoordelijkheid van de commissie dat zij de raad daar waar relevant tijding en pro-actief informeert.