Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Sint-Michielsgestel

Algmene Subsidieverordening gemeente Sint-Michielsgestel 2012

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Sint-Michielsgestel
Officiële naam regelingAlgmene Subsidieverordening gemeente Sint-Michielsgestel 2012
CiteertitelAlgemene Subsidieverordening gemeente Sint-Michielsgestel 2013
Vastgesteld door
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerpsubsidieverodening

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze verordening komt in de plaats van de Algemene Aanvullende Subsidieverordening 2008.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 149

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

1.geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201311-10-2013nieuwe regeling

27-09-2012

De Brug, 25 oktober 2012

Raadsbsl 27-09-2012, 16c, index 12.002

Tekst van de regeling

Intitulé

Algemene Subsidieverordening gemeente Sint-Michielsgestel 2013

De raad van de gemeente Sint-Michielsgestel;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 14 augustus 2012;

B E S L U I T :

  • 1.

    De nota ‘Stimulans tot meedoen’ (subsidiebeleid 2013 t/m 2016) vast te stellen;

  • 2.

    De Algemene subsidieverordening 2013 vast te stellen.

Artikel 1: Begripsomschrijvingen.

Deze verordening verstaat onder:

gemeente: de gemeente Sint-Michielsgestel;

college: het college van burgemeester en wethouders van Sint-Michielsgestel;

Awb: de Algemene wet bestuursrecht;

instelling: elke organisatie of groepering van personen, niet zijnde een publiekrechtelijke instantie, die zich zonder winstoogmerk ten doel stelt het uitvoeren van een of meer activiteiten, waarvan het gemeentebestuur de ideële en/of materiële waarde voor de plaatselijke bevolking erkent;

subsidie: de aanspraak op financiële middelen zoals bedoeld in artikel 4:21, eerste lid van de Awb;

basissubsidie: een subsidie die jaarlijks aan een vereniging of stichting wordt verstrekt en die bedoeld is om de organisatie te ondersteunen in de uitvoering van haar kernactiviteiten;

stimuleringssubsidie: een subsidie waarmee wordt beoogd om maatschappelijke activiteiten te stimuleren. Dat wil zeggen activiteiten die extra inspanning vragen van een vereniging en die passen binnen de doelstellingen van het brede welzijnsbeleid. Deze subsidievorm is enkel mogelijk voor vrijwilligersorganisaties;

prestatiesubsidie: een subsidie die wordt verstrekt aan een professionele instelling. Met deze instellingen worden vooraf afspraken gemaakt welke prestaties en producten zij in een bepaald jaar gaan leveren voor de aan hen te verstrekken subsidie;

activiteitensubsidie: een subsidie voor eenmalige en vaak kortdurende activiteiten, zoals een evenement, die niet onder de andere subsidievormen vallen. Ook (nieuwe) verenigingen die geen basissubsidie ontvangen voor hun kernactiviteiten, terwijl vergelijkbare verenigingen daarvoor wel subsidie ontvangen, kunnen een beroep doen op een activiteitensubsidie;

activiteiten: bezigheden van een instelling ter verwezenlijking van haar doelstelling;

subsidieprogramma: het door de gemeenteraad vastgestelde subsidiebeleidsplan “Stimulans tot meedoen”, waarin de subsidiegrondslagen en aanvraagwijze is geregeld;

subsidieplafond: een bedrag zoals bedoeld in artikel 4:22 van de Awb.

Artikel 2: Subsidieverstrekking.

Subsidie wordt verstrekt op grond van het subsidieprogramma dat betrekking heeft op de terreinen van welzijn, zorg, kunst en cultuur, jeugd, vormings- en ontwikkelingswerk en sport. Er ligt een directe relatie met het brede welzijnsbeleid. Vandaar dat vanaf 2013 de gesubsidieerde organisaties zijn ondergebracht in een van de volgende vier programma’s.

  • 1.

    Samenleven in de kernen

  • 2.

    Opvoeden en opgroeien

  • 3.

    Meedoen makkelijker maken

  • 4.

    Preventie en opvang.

Artikel 3: Subsidieplafond.

  • 1. De gemeenteraad stelt jaarlijks het subsidieplafond vast.

  • 2. De verdeling van het beschikbare subsidiebudget wordt opgenomen in het subsidieprogramma.

Artikel 4: Subsidieaanvraag.

  • 1. De aanvraag om basis-, stimulerings- of prestatiesubsidie, moet worden ingediend vóór 1 oktober van het jaar voorafgaand aan het jaar waarvoor subsidie wordt aangevraagd bij het college.

  • 2. Het college kan ontheffing verlenen van de in het eerste lid gestelde eis, indien de naleving daarvan redelijkerwijs niet kan worden verlangd of geen aanwijsbaar belang daarmee is gediend.

  • 3. De in het eerste lid gestelde datum is niet van toepassing voor aanvragen die betrekking hebben op het activiteitensubsidies.

  • 4. De wijze waarop de aanvraag plaatsvindt, wordt geregeld in het subsidieprogramma.

Artikel 5: Weigeringsgronden.

De subsidieverstrekking kan naast de in artikelen 4:25 en 4:35 van de Awb genoemde gevallen geweigerd worden indien gegronde redenen bestaan aan te nemen dat:

  • a.

    de activiteiten van de aanvrager niet gericht zullen zijn op de gemeente of niet aanwijsbaar ten goede komen aan ingezetenen van de gemeente;

  • b.

    de gelden niet of in onvoldoende mate besteed zullen worden voor het doel waarvoor de subsidie beschikbaar wordt gesteld;

  • c.

    de aanvrager doelstellingen beoogt of activiteiten zal ontplooien die in strijd zijn met de wet, het algemeen belang of de openbare orde;

  • d.

    de aanvrager ook zonder subsidieverstrekking over voldoende gelden, hetzij uit eigen middelen, hetzij uit middelen van derden kan beschikken om de kosten van de activiteiten te dekken;

  • e.

    de subsidieverstrekking niet past binnen het beleid van de gemeente.

Artikel 6: Subsidieverlening.

  • 1. Voor aanvang van het betreffende subsidiejaar dan wel de activiteit(en) wordt een beschikking omtrent de subsidieverlening afgegeven.

  • 2. De subsidie wordt toegekend onder de voorwaarde dat de nodige gelden op de door de gemeenteraad vastgestelde gemeentebegroting beschikbaar zijn gesteld.

Artikel 7: Vergoeding vermogensbeheer.

  • 1. Het college kan in de gevallen bedoeld in artikel 4:41 tweede lid van de Awb, een vergoeding van vermogensvorming vorderen.

  • 2. De hoogte van de vergoeding wordt bepaald naar redelijkheid. Bij de bepaling van de hoogte van de vergoeding wordt uitgegaan van de waarde van de goederen en andere vermogensbestanddelen op het tijdstip waarop de vergoeding verschuldigd wordt, met dien verstande dat in geval van ontvangst van schadevergoeding voor verlies of beschadiging van zaken wordt uitgegaan van het bedrag dat als schadevergoeding door de subsidieontvanger wordt ontvangen.

  • 3. Indien het onroerende zaken betreft, geschiedt de waardebepaling door een onafhankelijke deskundige.

Artikel 8: Verkrijgen toestemming.

Voor die zaken die genoemd zijn in artikel 4:71 Awb, lid 1, onder a t/m f, is toestemming vereist van het college. Het gaat om zaken met mogelijk verstrekkende financiële gevolgen, zoals het afsluiten van een kredietovereenkomst of geldlening, het verwerven, vervreemden of bezwaren van registergoederen of borgstelling.

Artikel 9: Subsidievaststelling.

  • 1. Vóór 1 mei volgend op het jaar waarop de subsidie betrekking heeft, legt de instelling een verantwoording af van de subsidiemiddelen:

    • a.

      voor een activiteiten- en stimuleringssubsidie vindt verantwoording plaats via een inhoudelijk verslag waaruit blijkt, dat de activiteit waarvoor subsidie is verleend, is uitgevoerd;

    • b.

      voor een basissubsidie vindt verantwoording plaats via een financieel en inhoudelijk jaarverslag (exploitatierekening);

    • c.

      voor een prestatiesubsidie vindt verantwoording plaats via en financieel jaarverslag en balans.

  • 2. Indien zulks naar het oordeel van het college nodig is, kan een verklaring van een registeraccountant dan wel van een accountant-administratieconsulent met certificerende bevoegdheid worden gevraagd.

  • 3. Na ontvangst van de in het eerste lid genoemde gegevens wordt de subsidie door het college binnen 2 maanden vastgesteld.

  • 4. Het college kan uitstel verlenen van de verplichting uit artikel 1.

  • 5. De in het eerste lid onder b gestelde verplichting van het indienen van de financiële en inhoudelijke stukken is niet van toepassing voor subsidieontvangers die in het subsidiejaar waarvoor subsidievaststelling geldt, een subsidie lager dan € 5.000,00 hebben ontvangen.

  • 6. Jaarlijks wordt steekproefsgewijs bij 3 van de onder lid 5 genoemde instellingen ter controle de financiële en inhoudelijke stukken opgevraagd.

Artikel 10: Betaling en terugvordering.

  • 1. In de beschikking tot subsidieverlening wordt de wijze van het bepalen van voorschotten vermeld.

  • 2. Het subsidiebedrag wordt, onder verrekening van de betaalde voorschotten, binnen een maand na de subsidievaststelling betaald / teruggevorderd.

  • 3. Indien niet wordt voldaan aan de voorwaarden zoals gesteld in het subsidieprogramma wordt de subsidie naar evenredigheid teruggevorderd.

Artikel 11: Aanpassing subsidiebedragen.

De gemeenteraad stelt vierjaarlijks vast welke onderdelen van het subsidieprogramma worden geïndexeerd en de wijze waarop wordt geïndexeerd. De gemeenteraad stelt daarbij tevens vast het indexpercentage voor elk van de te indexeren onderdelen. Indexering is geregeld in het subsidieprogramma.

Artikel 12: Delegatie.

Het college is bevoegd tot het nemen van besluiten op subsidieaanvragen, voor zover daarmee het subsidieplafond (artikel 3) niet wordt overschreden.

Artikel 13: Citeertitel.

  • 1. Deze verordening kan worden aangehaald als "Algemene Subsidieverordening gemeente Sint-Michielsgestel 2013".

  • 2. Zij treedt in werking met ingang van 1 januari 2013.

  • 3. Bij het in werking treden van deze verordening komt te vervallen de "Algemene Aanvullende Subsidieverordening gemeente Sint-Michielsgestel 2010".

Ondertekening

Aldus vastgesteld door de gemeenteraad der gemeente Sint-Michielsgestel in zijn openbare vergadering van 27 september 2012.

De griffier, N.A. Hoogerbrug –van de Ven

De voorzitter, mr. J.M.C. Pommer