Organisatie | Oosterhout |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening gemeentelijke Basisregistratie Personen Oosterhout (Verordening BRP) |
Citeertitel | Verordening gemeentelijke Basisregistratie Personen Oosterhout (Verordening BRP) |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-11-2012 | nieuwe regeling | 23-10-2012 Weekblad Oosterhout; 31-10-2012 | 0120073 |
basisadministratie: de geautomatiseerde verwerking van persoonsgegevens over de bevolking van de gemeente Oosterhout als bedoeld in artikel 2 van de wet;
GBA-V: de verstrekkingvoorziening als bedoeld in artikel 66a van het Besluit;
autorisatiebesluit: een besluit als bedoeld in artikel 91, eerste lid, van de wet betreffende de systematische verstrekking van persoonsgegevens uit de GBA-V of uit de basisadministraties van andere gemeenten;
ingeschrevene: degene ten aanzien van wie een persoonslijst als bedoeld in artikel 1 van de wet, in de basisadministratie is opgenomen;
afnemer: bestuursorgaan als bedoeld in artikel 1:1, 1e lid van de Algemene wet bestuursrecht;
vrije derde: een derde als bedoeld in artikel 100 van de wet;
authentiek gegeven: een in de basisregistratie personen opgenomen gegeven dat op grond van artikel 3a van de wet als authentiek wordt aangemerkt.
Artikel 3 Doel van de basisregistratie personen
De basisregistratie personen heeft tot doel:
de krachtens een besluit van de verantwoordelijke aangewezen binnengemeentelijke afnemers te voorzien van gegevens ter vervulling van hun taken, zodanig dat deze afnemers kunnen voldoen aan de verplichtingen als bedoeld in artikel 3b en 62 van de wet;
Artikel 5 Verstrekkingen uit de basisregistratie personen en toegang tot de GBA-V
De verantwoordelijke regelt de verstrekking van de authentieke gegevens uit de basisadministratie aan binnengemeentelijke afnemers ingevolge het verplichte gebruik op grond van artikel 3b van de wet;
Artikel 6 Verstrekkingen aan vrije derden
Burgemeester en wethouders kunnen gegevens uit de basisadministratie verstrekken in de gevallen als bedoeld in artikel 100 van de wet.
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 23-10-2012.
De griffier, De voorzitter,
J.M. Frankevijle mr. drs. S.W.Th. Huisman
Deze verordening omvat het bestuurlijk-juridisch kader voor de persoonsinformatiehuishouding met ingang van 1 januari 2010. Vanaf genoemde datum moeten alle overheidsorganen die persoonsgegevens verwerken, deze gegevens betrekken uit de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens (GBA). Burgers hebben dan het recht van eenmalige gegevensverstrekking. Dat wil zeggen dat de burger in het contact met de overheid de van hem in de basisadministratie bekende authentieke gegevens niet meer opnieuw hoeft te verstrekken.
De gemeente vervult de rol van decentraal beheerder van persoonsgegevens over personen die zij tot haar eigen bevolking rekent en dient afnemers, zowel binnen als buiten de gemeente van die persoonsgegevens te voorzien. Daarnaast is de gemeente zelf ook afnemer van persoonsgegevens over personen die niet tot haar inwoners worden gerekend. De gegevens van deze personen dienen afkomstig te zijn uit de basisadministraties van de andere gemeenten of uit de centrale administratie (GBA-V) die in beheer is bij de Rijksoverheid.
De wetgever verplicht de gemeente om in ieder geval de systematische verstrekkingen aan binnengemeentelijke afnemers, de bestandkoppelingen en de rechtstreekse raadplegingen van de eigen GBA in een verordening te regelen. Ook de verstrekkingen aan zogenaamde vrije derden dient bij of krachtens een verordening te worden geregeld. Deze verordening voorziet daarin en daarmee voldoet de gemeente aan de vereisten zoals gesteld in de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens (GBA).
Naast deze verplichtingen uit de wet GBA voor de eigen basisadministratie, is het noodzakelijk ook de verantwoordelijkheid voor en het beheer van de persoonsgegevens die afkomstig zijn van andere gemeenten of uit de GBA-V te regelen. Deze gegevens worden binnen gemeente Oosterhout opgeslagen en onderhouden in een centraal bestand, de basisregistratie personen (BRP)(zie voor een definitie van dit begrip, artikel 1 onder d), en van daaruit gedistribueerd naar de afnemers. Op dit deel van de persoonsinformatiehuishouding is de Wet bescherming persoonsgegevens van toepassing.
Artikel 2 Verantwoordelijkheid en beheer
De Wet GBA wijst in artikel 2 het college van burgemeester en wethouders aan als verantwoordelijke van de basisadministratie. Opneming van die verantwoordelijkheid in de verordening is daarom op zichzelf niet nodig. Wel is het noodzakelijk de verantwoordelijkheid en het beheer van de basisregistratie personen, als overkoepelende voorziening waarvan de basisadministratie deel uitmaakt, te beleggen.
Burgemeester en wethouders wijzen de beheerder van de basisregistratie personen aan.
Artikel 3 Doel van de basisregistratie personen
In het doel van de basisregistratie personen komt tot uitdrukking ten behoeve van welke organen en instellingen de gegevens worden geadministreerd. Bovendien geeft dit artikel aan ten behoeve waarvan deze organen en instellingen gegevens verstrekt kunnen krijgen.
Artikel 4 Categorieën van personen in de basisregistratie personen
Het verplicht gebruik van de gegevens van personen betreft zowel personen die in de basisadministratie van gemeente Oosterhout zijn opgenomen c.q. in gemeente Oosterhout woonachtig zijn, als personen die in de basisadministratie van andere gemeenten zijn opgenomen. Zo dienen de gegevens van woningeigenaren die niet in gemeente Oosterhout woonachtig zijn, in verband met de belastingheffing te worden betrokken uit de basisadministratie van de andere gemeente. De begrippen ingeschrevene en geregistreerde zijn bepalend voor het onderscheid tussen inwoners en niet-inwoners.
Het is om redenen van efficiency aan te bevelen om de verstrekkingen uit de basisregistratie binnen de eigen organisatie alsmede de verdere uitwerking van de verstrekking aan vrije derden over te laten aan het college, binnen de door de wet en door de raad in de verordening gestelde kaders.