Organisatie | Zaanstad |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Algemene Plaatselijke Verordening (Zaanstad, APV) |
Citeertitel | Algemene Plaatselijke Verordening |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp |
Geen
Gemeentewet artikel 149
Aanwijzing toezichthouder Team straattoezicht, in werking getreden op 28-11-2002;
Aanwijzing toezichthouder veegauto, in werking getreden op 28-11-2002;
Besluit inzameling GFT-afval en restfractie, in werking getreden op 27-06-1998;
Aanwijzingsbesluit o.g.v. artikel 2.4.8 Algemene Plaatselijke Verordening, in werking getreden op 24-06-2004;
Aanwijzing hondenverbod- en uitrenplaatsen in Krommenie, in werking getreden op 2-10-2000;
Aanwijzing hondenverbod- en uitrenplaatsen in Assendelft, in werking getreden op 10-04-2001;
Aanwijzing hondenverbod- en uitrenplaatsen in Zaandam-Zuid, in werking getreden op 01-10-2003;
Uitvoeringsbesluit aanwijzen hondenverbodsplaatsen en hondenuitrenplaatsen als bedoeld in artikel 2.4.17 van de Algemene Plaatselijke Verordening in de wijken Zaandam-Rosmolenbuurt, Zaandam Kogerveld, Koog aan de Zaan (oud Koog) Zaandam-Kalf en Wormerveer, in werking getreden op 01-10-2003;
Nadere regels ex. artikel 3.1.3. APV t.b.v. Prostitutiebedrijven, in werking getreden op 27-10-2000;
Beleidskader plaatsing gedenktekens langs wegen in Zaanstad, in werking getreden op 27-04-2000;
Aanwijzingsbesluit conform de artikelen 5.3.1.1 en volgende van de APV, in werking getreden op 27-04-2004;
Collecten gemeente Zaanstad 2005, Uitvoeringsbesluit artikel 5.2.1 APV, in werking getreden op 26-08-2005;
Aanwijzingsbesluit ex art 2.4.8 Westerkoog en Rooswijk;
Aanwijzingsbesluit ex art 2.4.8 Westerwatering en Westzanerdijk;
Aanwijzingsbesluit ex art 2.4.8 Marktplein Wormerveer;
Gemeentebeleid ontheffingverlening artikel 5.1.5, lid 1 onder A van de Algemene Plaatselijke Verordening, in werking getreden op 02-01-2007;
Aanwijzingsbesluit honden uitrenplaatsen en honden verbodplaatsen in de wijk Westerwatering en de omgeving van de Westzanerdijk te Zaandam, in werking getreden op 21-12-2007;
Aanwijzingsbesluit honden uitrenplaatsen en honden verbodplaatsen in Poelenburg te Zaandam, in werking getreden op 21-12-2007;
Aanwijzingsbesluit honden uitrenplaatsen en honden verbodplaatsen in Oud-Zaandijk, in werking getreden op 21-12-2007;
Aanwijzingsbesluit honden uitrenplaatsen en honden verbodplaatsen in West-Knollenam, in werking getreden op 21-12-2007;
Aanwijzingsbesluit honden uitrenplaatsen en honden verbodplaatsen in Oude Haven en omgeving van de Westzanerdijk te Zaandam, in werking getreden op 21-12-2007;
Aanwijzingsbesluit honden uitrenplaatsen en honden verbodplaatsen in Schilders- en Waddenbuurt te Zaandam, in werking getreden op 21-12-2007;
Aanwijzingsbesluit honden uitrenplaatsen en honden verbodplaatsen in Peldersveld en Hoornseveld (Pelderhoorn) te Zaandam, in werking getreden op 21-12-2007;
Aanwijzingsbesluit honden uitrenplaatsen en honden verbodplaatsen in Oud-West te Zaandam, in werking getreden op 21-12-2007;
Aanwijzingsbesluit honden uitrenplaatsen en honden verbodplaatsen in Saendelft Oost te Assendelft, in werking getreden op 21-12-2007;
Aanwijzingsbesluit honden uitrenplaatsen en honden verbodplaatsen in Willis te Krommenie, in werking getreden op 21-12-2007;
Aanwijzingsbesluit honden uitrenplaatsen en honden verbodplaatsen in Burgemeester in “t Veldpark te Zaandam, in werking getreden op 21-12-2007;
Aanwijzingsbesluit honden uitrenplaatsen en honden verbodplaatsen in Westzaan, in werking getreden op 21-12-2007;
Aanwijzingsbesluit honden uitrenplaatsen en honden verbodplaatsen in Saendelft West te Assendelft, in werking getreden op 21-12-2007;
Aanwijzingsbesluit Alcoholverbod A8ernA, in werking getreden op 30-01-2009;
Aanwijzingsbesluit ter bestrijding van overlast van fietsen in het stationsgebied Krommenie-Assendelft
Beleidsregels ondersteunende Horeca Zaanstad
Collectieve festiviteiten 2011, Gemeenteblad 2011 nr. 29
Aanwijzingsbesluit Woonschepen 2011, Gemeenteblad 2011 nr. 40
Aanwijsbesluit kades en steigers voor de Zaanhopper, Gemeenteblad 2011, nr 41
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-08-2012 | 27-07-2013 | artikelen 1:3, 2:10, 2:11, 2:12, 2:25, 2:27, 2:28a, 2:30, 4:11a, 5:1, 5:11a, 5:12, 5:18, 5:39, 6:2 | 05-07-2012 Gemeenteblad 2012, nr. 26 | 2012/110775 | |
01-07-2011 | 31-07-2012 | artikelen 2:30, 2:78, 4:10, 5:12, 5:12c, 5:17, 5:18, 5:43a | 16-06-2011 Gemeenteblad 2011, nr. 16 | 2011/148163 | |
28-01-2011 | 21-03-2011 | Beleidsregels ondersteunende horeca, o.g.v. art 2:28, eerste en achtste lid, APV | 12-01-2011 Gemeenteblad 2011 nr. 77 | 2011/8577 | |
01-10-2010 | 28-01-2011 | artikelen 1:2, 2:11, 2:12, 4:11, 4:12. | 08-07-2010 Gemeenteblad 2010 nr. 36 | Z/2010/82023 | |
01-05-2010 | 16-06-2011 | wijzigingartikel1:1subjenk,vervallendeartikelen5:44totenmet5:48 | 08-04-2010 Gemeenteblad 2010, nr. 19 | 2011/44888 | |
01-03-2010 | artikelen 5.41, 5.43, 5.49, 5.50, 5.51, 5.52, 5.53 | 18-02-2010 Gemeenteblad 2010 nr. 17 | Z/2010/35418 |
Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen
Waar in artikelen wordt afgeweken van de modelverordening van de VNG of daar een nadere invulling aan wordt gegeven, wordt dit aangegeven met (z).
Artikel 1:3 Indiening aanvraag
Artikel 1:4 Voorschriften en beperkingen
Artikel 1:5 Persoonlijk karakter van vergunning of ontheffing
De vergunning of ontheffing is persoonsgebonden, tenzij bij of krachtens deze verordening anders is bepaald of de aard van de vergunning zich daartegen verzet.
Artikel 1:6 Intrekking of wijziging van vergunning of ontheffing
De vergunning of ontheffing geldt voor onbepaalde tijd, tenzij bij de vergunning of ontheffing anders is bepaald of de aard van de vergunning of ontheffing zich daartegen verzet.
Afdeling 1. Bestrijding van ongeregeldheden
Artikel 2:1 Samenscholing en ongeregeldheden
Artikel 2:3 Kennisgeving betogingen op openbare plaatsen
Afdeling 3. Verspreiden van gedrukte stukken
Artikel 2:6 Aanbieden e.d. van geschreven of gedrukte stukken of afbeeldingen (z)
Afdeling 4. Vertoningen e.d. op de weg
Artikel 2:9 Straatartiest e.d.
Afdeling 5. Bruikbaarheid en aanzien van de weg
Artikel 2:10 Voorwerpen of stoffen op, aan of boven de weg (z)
Artikel 2:11 Omgevingsvergunning voor het aanleggen, beschadigen en veranderen van een weg
Artikel 2:12 Omgevingsvergunning voor het maken, veranderen van een uitweg
Afdeling 6. Veiligheid op de weg
Artikel 2:15 Hinderlijke beplanting of gevaarlijk voorwerp (z)
Het is verboden beplanting of een voorwerp aan te brengen of te hebben op zodanige wijze dat aan het wegverkeer het vrije uitzicht wordt belemmerd of daarvoor op andere wijze hinder of gevaar oplevert.
Artikel 2:16 Openen straatkolken e.d.
Het is aan degene die daartoe niet bevoegd is verboden een straatkolk, rioolput, brandkraan of een andere afsluiting die behoort tot een openbare nutsvoorziening, te openen, onzichtbaar te maken of af te dekken.
Artikel 2:18 Rookverbod in bossen en natuurterreinen
Artikel 2:19a Gevaarlijk of hinderlijk voorwerp (z)
Artikel 2:19b Gevaarlijke voorwerpen (z)
Artikel 2:21 Voorzieningen voor verkeer en verlichting
Artikel 2:22 Objecten onder hoogspanningslijn
Artikel 2:26b Bij evenementen (z)
Afdeling 8. Toezicht op horecabedrijven
Artikel 2:27 Begripsbepalingen (z)
Artikel 2:28 Exploitatievergunning horecabedrijf
Artikel 2:28a Intrekken of wijzigen van een vergunning (z)
Artikel 2:30 Afwijking sluitingstijd; tijdelijke sluiting; sluiting voor onbepaalde tijd; afwijkende voorschriften en beperkingen (z)
Artikel 2:31 Aanwezigheid in gesloten horecabedrijf
Het is bezoekers verboden zich in een horecabedrijf te bevinden gedurende de tijd dat het bedrijf krachtens artikel 2:29 of ingevolge een op grond van artikel 2:30 genomen besluit gesloten dient te zijn.
Artikel 2:32 Handel in horecabedrijven
Artikel 2:33 Ordeverstoring (z)
Afdeling 9. Toezicht op inrichtingen tot het verschaffen van nachtverblijf
In deze afdeling wordt verstaan onder inrichting: elke al dan niet besloten ruimte waarin, in de uitoefening van beroep of bedrijf, aan personen de mogelijkheid van nachtverblijf of gelegenheid tot kamperen wordt verschaft
Artikel 2:36 Kennisgeving exploitatie
Degene die een inrichting opricht, overneemt, verplaatst of de exploitatie of feitelijke leiding van een inrichting staakt, is verplicht binnen drie dagen daarna daarvan schriftelijk kennis te geven aan de burgemeester.
Artikel 2:38 Verschaffing gegevens nachtregister
Degene die in een inrichting nachtverblijf houdt of de kampeerder is verplicht de exploitant of feitelijk leidinggevende van die inrichting volledig en naar waarheid naam, adres, woonplaats, geboortedatum, geboorteplaats, betrekking, dag van aankomst en de dag van vertrek te verstrekken.
Afdeling 11. Maatregelen tegen overlast en baldadigheid
Artikel 2:41 Betreden gesloten woning of lokaal (z)
Artikel 2:42 Plakken en kladden
Artikel 2:43 Vervoer plakgereedschap e.d.
Artikel 2:45 Betreden van plantsoenen e.d.
Het is aan degene die daartoe niet bevoegd is verboden zonder ontheffing van het college zich te bevinden in of op bij de gemeente in onderhoud zijnde parken, wandelplaatsen, plantsoenen, groenstroken of grasperken, buiten de daarin gelegen wegen of paden.
Artikel 2:46 Rijden over bermen e.d.
Artikel 2:47 Hinderlijk gedrag op openbare plaatsen
Artikel 2:48 Verboden drankgebruik
Artikel 2:49 Verboden gedrag bij of in gebouwen
Artikel 2:50 Hinderlijk gedrag in voor het publiek toegankelijke ruimten
Het is verboden zich zonder redelijk doel op een voor anderen hinderlijke wijze op te houden in of op een voor het publiek toegankelijk portaal, telefooncel, wachtlokaal voor een openbaar vervoermiddel, parkeergarage, rijwielstalling of een andere soortgelijke, voor het publiek toegankelijke ruimte dan wel deze te verontreinigen of te bezigen voor een ander doel dan waarvoor de desbetreffende ruimte is bestemd.
Artikel 2:51 Neerzetten van fietsen e.d.
Artikel 2:52 Overlast van fiets of bromfiets op markt en kermisterrein e.d.
Het is verboden op de door het college of de burgemeester aangewezen uren en plaatsen
zich met een fiets of bromfiets te bevinden op een door het college of de burgemeester
aangewezen terrein waar een markt, kermis, uitvoering, bijeenkomst of plechtigheid
gehouden wordt die publiek trekt, mits dit verbod kenbaar is aan de bezoekers van het
Artikel 2:57 Loslopende honden
Artikel 2:58 Verontreiniging door honden (z)
Artikel 2:59 Gevaarlijke honden
Artikel 2:60 Houden van hinderlijke of schadelijke dieren
Afdeling 12. Bepalingen ter bestrijding van heling van goederen
In deze afdeling wordt verstaan onder handelaar: de handelaar als bedoeld in artikel 1 van de algemene maatregel van bestuur op grond van artikel 437, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht.
Artikel 2:67 Verplichtingen met betrekking tot het verkoopregister
Artikel 2:68 Voorschriften als bedoeld in artikel 437ter van het Wetboek van Strafrecht
Artikel 2:71 Begripsbepalingen
In deze afdeling wordt verstaan onder consumentenvuurwerk: Consumentenvuurwerk waarop het Besluit van 22 januari 2002, houdende nieuwe regels met betrekking tot consumenten- en professioneel vuurwerk (Vuurwerkbesluit) van toepassing is.
Artikel 2:72 Ter beschikking stellen van consumentenvuurwerk tijdens de verkoopdagen
Het is verboden in de uitoefening van een bedrijf of nevenbedrijf consumentenvuurwerk ter beschikking te stellen dan wel voor het ter beschikking stellen aanwezig te houden, zonder een vergunning van het college van de gemeente waar het bedrijf is of zal worden gevestigd.
Artikel 2:73 Bezigen van consumentenvuurwerk tijdens de jaarwisseling
Artikel 2:74 Drugshandel op straat
Onverminderd het bepaalde in de Opiumwet is het verboden op of aan de weg post te vatten of zich daar heen en weer te bewegen en zich op of aan wegen in of op een voertuig te bevinden of daarmee heen en weer of rond te rijden, met het kennelijke doel om middelen als bedoeld in artikel 2 en 3 van de Opiumwet, of daarop gelijkende waar, al dan niet tegen betaling af te leveren, aan te bieden of te verwerven, daarbij behulpzaam te zijn of daarin te bemiddelen.
Afdeling 15. Bestuurlijke ophouding, veiligheidsrisicogebieden en cameratoezicht op openbare plaatsen
Artikel 2:75 Bestuurlijke ophouding
De burgemeester kan overeenkomstig artikel 154a van de Gemeentewet besluiten tot het tijdelijk doen ophouden van door hem aangewezen groepen van personen op een door hem aangewezen plaats indien deze personen het bepaalde in artikel 2:1, 2:10, 2:11, 2:16, 2:19, 2:47, 2:48, 2:49, 2:50, 2:73 of artikel 5:35 van de Algemene plaatselijke verordening of de voorschriften en beperkingen groepsgewijs niet naleven die, met toepassing van artikel 1:4, verbonden zijn aan een vergunning of ontheffing, verleend ingevolge een van de vorengenoemde artikelen.
Artikel 2:76 Veiligheidsrisicogebieden
De burgemeester kan overeenkomstig artikel 151b van de Gemeentewet bij verstoring van de openbare orde door de aanwezigheid van wapens, dan wel bij ernstige vrees voor het ontstaan daarvan, een gebied, met inbegrip van de daarin gelegen voor het publiek openstaande gebouwen en daarbij behorende erven, aanwijzen als veiligheidsrisicogebied.
Artikel 2:77 Cameratoezicht op openbare plaatsen
Afdeling 16 Toezicht op smart-, head,- en growshops
Artikel 2:78 Begripsomschrijvingen
Artikel 2:81 Weigeringsgronden
Artikel 2:82 Intrekking vergunning
Onverminderd het bepaalde in artikel 2:83 en in artikel 13b van de Opiumwet sluit de burgemeester een inrichting al dan niet voor een bepaalde termijn indien de exploitant niet beschikt over een geldige exploitatievergunning.
Artikel 2:85 Aanwezigheid in gesloten inrichting
Hoofdstuk 3. Seksinrichtingen, sekswinkels, straatprostitutie e.d.
Afdeling 2. Seksinrichtingen, straatprostitutie, sekswinkels en dergelijke
Artikel 3:4 Seksinrichtingen (z)
Artikel 3:5 Gedragseisen exploitant en beheerder
Artikel 3:7 Tijdelijke afwijking sluitingstijden; (tijdelijke) sluiting
Artikel 3:8 Aanwezigheid van en toezicht door exploitant en beheerder
Het is de rechthebbende op een onroerende zaak verboden daarin een sekswinkel te exploiteren in door het college in het belang van de openbare orde of de woon- en leefomgeving aangewezen gebieden of delen van de gemeente.
Artikel 3:11 Tentoonstellen, aanbieden en aanbrengen van erotisch-pornografische goederen, afbeeldingen en dergelijke
Afdeling 3. Beslissingstermijn; weigeringsgronden
Artikel 3:13 Weigeringsgronden
Afdeling 4. Beëindiging exploitatie; wijziging beheer
Artikel 3:14 Beëindiging exploitatie
Artikel 3:16 Overgangsbepaling
Hoofdstuk 4. Bescherming van het milieu en het natuurschoon en zorg voor het uiterlijk aanzien van de gemeente
Afdeling 1. Geluidhinder en verlichting
Artikel 4:1a Begripsbepalingen
Artikel 4:1b Horeca-,sport en recreatie-inrichtingen (z)
Artikel 4:2 Aanwijzing collectieve festiviteiten (z)
Artikel 4:3 Kennisgeving incidentele festiviteiten (z)
Artikel 4:5 Onversterkte muziek (z)
Artikel 4:6 Overige geluidhinder
Afdeling 2. Bodem-, weg- en milieuverontreiniging
Artikel 4:7 Ongeadresseerde reclame (z)
Het is verboden ongeadresseerde reclame te bezorgen of te doen bezorgen bij een bewoner of een gebruiker van een gebouw, een woonschip of een woonwagen, indien deze overeenkomstig door het college vast te stellen regels schriftelijk kenbaar maakt die reclame niet te willen.
Artikel 4:8 Natuurlijke behoefte doen
Het is verboden binnen de bebouwde kom op een openbare plaats zijn natuurlijke behoefte te doen buiten daarvoor bestemde plaatsen.
Artikel 4:9 Toestand van sloten en andere wateren en niet openbare riolen en putten buiten gebouwen
Sloten en andere wateren en niet openbare riolen en putten buiten gebouwen mogen zich niet bevinden in een toestand die gevaar oplevert voor de veiligheid, nadeel voor de gezondheid of hinder voor de gebruikers van de gebouwen of voor anderen.
Afdeling 3. Het bewaren van houtopstanden
Artikel 4:10 Begripsbepalingen
Artikel 4:11 Omgevingsvergunning voor het vellen van houtopstanden
Artikel 4:11a Bestrijding iepziekte
Afdeling 4. Maatregelen tegen ontsiering en stankoverlast
Artikel 4:13 Opslag voertuigen, vaartuigen, mest, afvalstoffen enz.
Artikel 4:15 Verbod ontsierende, hinderlijke of gevaarlijke reclame
Afdeling 5. Kamperen buiten kampeerterreinen
In deze afdeling wordt onder kampeermiddel verstaan: Een onderkomen of voertuig waarvoor geen bouwvergunning in de zin van artikel 40 van de Woningwet is vereist, dat bestemd of opgericht is dan wel gebruikt wordt of kan worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf.
Artikel 4:18 Recreatief nachtverblijf buiten kampeerterreinen
Hoofdstuk 5. Andere onderwerpen betreffende de huishouding der gemeente
Artikel 5:2 Parkeren van voertuigen van autobedrijf e.d.
Artikel 5:4 Defecte voertuigen
Het is verboden een voertuig waarmee als gevolg van andere dan eenvoudig te verhelpen gebreken niet kan of mag worden gereden, langer dan op drie achtereenvolgende dagen op de weg te parkeren.
Artikel 5:6 Kampeermiddelen e.a.
Artikel 5:8 Parkeren van grote voertuigen
Artikel 5:9 Parkeren van uitzichtbelemmerende voertuigen
Artikel 5:11 Aantasting groenvoorzieningen door voertuigen
Artikel 5:11a Aantasting van groenvoorziening door vaartuigen
Het is verboden een vaartuig te doen liggen of te laten liggen in een park, plantsoen of een van gemeentewege aangelegde beplanting of groenstrook in de periode van 1 april tot 1 oktober.
Artikel 5:12 Overlast van fiets of bromfiets
Artikel 5:12 a Aanwijzing plaatsen voor vergunninghouders (z)
Artikel 5:12 b Vergunningverlening (z)
Artikel 5.12 c Bijzondere bepalingen (z)
Artikel 5.12 d Intrekken of wijzigen (z)
Artikel 5.12 f Parkeerverbod voertuigen (z)
Artikel 5:13 Inzameling van geld of goederen
Artikel 5:16 Vrijheid van meningsuiting (aanvulling op art.7 Grondwet)
Artikel 5:18 Standplaatsvergunning en weigeringsgronden
Artikel 5:19 Toestemming rechthebbende
Het is de rechthebbende op een perceel verboden toe te staan dat daarop zonder
vergunning van het college standplaats wordt of is ingenomen.
Paragraaf 1 Algemene bepalingen
Artikel 5:24 Voorwerpen op, in of boven openbaar water
Artikel 5.25 Het innemen van een ligplaats (z)
Artikel 5:25 a Pleisterplaatsen (z)
Artikel 5.26 Aanwijzingen ligplaats
Artikel 5:27 Verbod innemen ligplaats
Het is verboden een ligplaats in te nemen, te hebben of beschikbaar te stellen in strijd
met het krachtens de artikelen 5.25, 5.25a en 5.26 bepaalde.
Artikel 5:28 Beschadigen van waterstaatswerken
Het is verboden een voor het redden van drenkelingen bestemd en daartoe bij het water aangebracht voorwerp te gebruiken voor een ander doel dan wel voor dadelijk gebruik ongeschikt te maken.
Artikel 5:30 Veiligheid op het water
Paragraaf 2 Bijzondere bepalingen met betrekking tot scheepvaart en havens (z)
Artikel 5.32 Werkingssfeer (z)
Het in deze paragraaf bepaalde is, met uitzondering van artikel 5.33 niet van toepassing op het Noordzeekanaal, alsmede in die gevallen waarin het Binnenvaartpolitiereglement, de Wet beheer rijkswaterstaatswerken of de Provinciale vaarwegenverordening van toepassing is.
Artikel 5.33 Het nakomen van bevelen bij (dreigende) ordeverstoring (z)
Onverminderd het bepaalde in de Verenwet ten aanzien van overzetveren is het zonder vergunning van het college verboden een al dan niet openbaar middel tot vervoer van personen te water, bestemd om de geregelde verbinding tussen bepaalde punten binnen de gemeente te onderhouden in werking te brengen of te houden.
Artikel 5.36 Het besturen van vaartuigen onder invloed van alcoholhoudende dranken en/of andere stoffen
Het is de gezagvoerder van een vaartuig verboden dit te besturen of te doen besturen,terwijl hij verkeert onder zodanige invloed van een stof, waarvan hij weet of redelijkerwijze moet weten dat het gebruik daarvan - al dan niet in combinatie met het gebruik van een andere stof - de vaardigheid in het besturen kan verminderen, dat hij niet tot behoorlijk besturen in staat moet worden geacht.
Artikel 5.37 Het gebruiken van vaartuigen als opslagplaats of bedrijfsruimte (z)
Het is verboden zonder ontheffing van het college een in openbaar water liggend vaartuig als opslagplaats, bedrijfsruimte of voor handelsdoeleinden te gebruiken.
Het is, behalve aan de daarvoor door het college aangewezen personen, verboden zonder vergunning van het college in openbaar water te baggeren of naar levenloze voorwerpen te vissen of te zoeken.
Artikel 5.41 Het bouwen, herstellen, droogzetten en slopen van vaartuigen (z)
Artikel 5.42 Toegang tot openbare trappen en steigers (z)
Het is zonder ontheffing van het college verboden de toegang tot de in of aan de kademuren of andere oevers gebouwde openbare trappen of steigers te belemmeren of daarvan gebruik te maken, anders dan voor het in- of ontschepen van personen en voor langere tijd dan hiervoor nodig is.
Artikel 5:43a Verhalen anders dan op eigen aanvraag (z)
Afdeling 7. Crossterreinen en gemotoriseerd en ruiterverkeer in natuurgebieden
Artikel 5:55 Beperking verkeer in natuurgebieden
Afdeling 8. Verbod vuur te stoken
Artikel 5:56 Verbod afvalstoffen te verbranden buiten inrichtingen of anderszins vuur te stoken
Afdeling 9. Verstrooiing van as
In deze afdeling wordt verstaan onder incidentele asverstrooiing: het verstrooien van as als bedoeld in de Wet op de lijkbezorging op een door de overledene of nabestaande(n) gewenste plek buiten een permanent daartoe bestemd terrein.
Artikel 5:58 Verboden plaatsen
Hoofdstuk 6. Straf-, overgangs- en slotbepalingen
Behoudens het bepaalde in de Wet economische delicten wordt overtreding van de artikelen van deze verordening en de op grond van artikel 1.4 daarbij gegeven
voorschriften en beperkingen gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of geldboete van de tweede categorie en kan bovendien worden gestraft met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.
Artikel 6.2 Toezichthouders (z)
Artikel 6:3 Binnentreden woningen
Zij die belast zijn met het toezicht op de naleving of de opsporing van een overtreding van de bij of krachtens deze verordening gegeven voorschriften welke strekken tot handhaving van de openbare orde of veiligheid of bescherming van het leven of de gezondheid van personen, zijn bevoegd tot het binnentreden in een woning zonder toestemming van de bewoner.
Artikel 6:4 Inwerkingtreding nieuwe en intrekking oude verordening (z)