Organisatie | Zutphen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Algemene subsidieverordening gemeente Zutphen 2012 |
Citeertitel | Algemene subsidieverordening gemeente Zutphen 2012 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
In de bekendmaking is aangegeven dat deze verordening op 19 november 2012 in werking treedt.
In de verordening is sprake van een kennelijke verschrijving. Daar waar in artikel 10 verwezen wordt naar artikel 15 moet dit artikel 14 zijn.
Subsidieregeling voor innovatieve maatregelen energiebesparing
Subsidieregeling sportstimulering
Subsidieregeling incidentele subsidie voor kunst en cultuur
Subsidieregeling Stedenbanden
Subsidieregeling prventieve geestelijke gezondheidszorg
Subsidieregeling maatschappelijke dienstverlening
Subsidieregeling specifieke jeugdverenigingen (vanaf 01-01-2015)
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
19-11-2012 | 01-01-2020 | Nieuwe regeling | 22-10-2012 Zutphense Koerier, 07-11-2012 | BV/IA95335 |
HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 3. Bevoegdheid college
Het college is bevoegd tot het nemen van alle besluiten die voortvloeien uit titel 4.2 van de Awb en de in de verordening opgenomen bepalingen tenzij bij wettelijk voorschrift anders is bepaald, met in achtneming van de in de gemeentebegroting opgenomen financiële middelen en –indien de begroting nog niet is vastgesteld, dan wel goedgekeurd – het zonodig toepassen van de voorwaarde zoals opgenomen in artikel 4:34 Awb, dat voldoende gelden ter beschikking worden gesteld.
HOOFDSTUK 2. AANVRAAG VAN DE SUBSIDIE
Artikel 4. Bij aanvraag in te dienen gegevens
Bij een aanvraag om subsidie overlegt de aanvrager de volgende gegevens:
een begroting en dekkingsplan van de kosten van de activiteiten, waar de subsidie voor wordt aangevraagd. Het dekkingsplan bevat een opgave van bij andere bestuursorganen of private organisaties of personen aangevraagde subsidies of vergoedingen ten behoeve van dezelfde activiteiten, onder vermelding van de stand van zaken daarvan;
HOOFDSTUK 3. WEIGERING VAN DE SUBSIDIE
Het college kan voor subsidies binnen door de raad vast te stellen beleidsterreinen of onderdelen daarvan bepalen dat de gevraagde subsidie kan worden geweigerd of de verleende subsidie kan worden ingetrokken in het geval en onder de voorwaarden, bedoeld in artikel 3 van de Wet bevordering integriteitbeoordelingen door het openbaar bestuur .
HOOFDSTUK 5. VERPLICHTINGEN VAN DE SUBSIDIEONTVANGER
Artikel 11. Tussentijdse rapportage
Bij subsidies hoger dan € 50.000,-, welke verleend worden voor activiteiten die meer dan een jaar in beslag nemen, kan het college de verplichting opleggen tot het tussentijds afleggen van rekening en verantwoording omtrent de verrichte activiteiten en de daaraan verbonden uitgaven en inkomsten. Een dergelijke tussentijdse verantwoording wordt niet vaker dan één keer per jaar gevraagd.
De subsidieontvanger doet onverwijld melding aan het college, zodra aannemelijk is dat de activiteiten, waarvoor de subsidie is verstrekt, niet of niet geheel zullen worden verricht of dat niet of niet geheel aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen zal worden voldaan.
Artikel 13. Overige verplichtingen van de subsidieontvanger
De subsidieontvanger is verplicht tot vergoeding van met subsidie behaald vermogensvoordeel, overeenkomstig artikel 4:41 Awb, waarvan de hoogte wordt bepaald door een door subsidieontvanger en college gezamenlijk of, bij gebreke van overeenstemming daarover, een door het college aan te wijzen accountant of administratieconsulent (AA).
HOOFDSTUK 6. VERANTWOORDING EN VASTSTELLING VAN DE SUBSIDIE
Artikel 14. Verantwoording subsidies tot € 5.000,--
Bij een ambtshalve vaststelling als bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, kan het college de aanvrager verplichten om op de door hem aangegeven wijze aan te tonen dat de activiteiten, waarvoor de subsidie wordt verstrekt, zijn verricht en dat is voldaan aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen.
Artikel 17. Vaststelling subsidie
Indien uit de aard van de subsidie, dan wel de verantwoording daarvan, volgt dat voor de beslissing op de vaststelling van de subsidie een langere termijn nodig is dan de in het eerste lid genoemde termijn, dan bericht het college de subsidieontvanger daarvan zo spoedig mogelijk na ontvangst van de aanvraag tot subsidievaststelling.
HOOFDSTUK 7. OVERIGE BEPALINGEN
Het college kan, in bijzondere gevallen, een artikel of artikelen van deze verordening buiten toepassing laten of daarvan afwijken, met uitzondering van de artikelen 1, 2, 3 en 7, voor zover toepassing gelet op het belang van de aanvrager of subsidieontvanger leidt tot onbillijkheid van overwegende aard of daarmee geen redelijk doel wordt gediend.
Bij de inwerkingtreding van deze verordening wordt de Algemene subsidieverordening 2007 ingetrokken.
Artikel 20. Overgangsbepalingen
Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om een subsidie is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening nog niet op die aanvraag is beslist, is daarop de onderhavige verordening van toepassing, tenzij het college van oordeel is dat de aanvrager daardoor in zijn belangen wordt geschaad. In dat laatste geval handelt het college overeenkomstig de ingetrokken verordening.