Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Heerhugowaard

Verordening langdurigheidstoeslag 2012

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHeerhugowaard
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening langdurigheidstoeslag 2012
CiteertitelVerordening langdurigheidstoeslag 2012
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerpverordeningen

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

In verband met de wijzigingen in de Wet werk en bijstand per 1-1-2012 dient de verordening langdurigheidstoeslag te worden aangepast

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Wet werk en bijstand, art. 8
  2. Wet werk en bijstand, artikel 36, eerste lid.
  3. Gemeentewet, art. 147, lid 1

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

07-11-201201-01-201201-01-2013Aanpassing

16-10-2012

Publicatie in het Stadsnieuws d.d. 30-10-2012

RB2012107

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening langdurigheidstoeslag 2012

De raad van de gemeente Heerhugowaard;

 

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d 14 februari 2012;

 

gelet op artikel 8 en artikel 36 van de Wet werk en bijstand;

 

gezien het advies van de Cliëntenadviesraad;

 

B E S L U I T

 

vast te stellen de hierna volgende:

verordening Langdurigheidstoeslag wet werk en bijstand 2012

VERORDENING LANGDURIGHEIDSTOESLAG WET WERK EN BIJSTAND 2012

PARAGRAAF 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    college: het college van burgemeester en wethouders

  • b.

    wet: de Wet werk en bijstand

  • c.

    WTOS: Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten

  • d.

    WSF 2000: Wet Studiefinanciering

  • e.

    bijstandsnorm: de norm bedoeld in artikel 5 onderdeel c van de wet

  • f.

    belanghebbende: degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken conform artikel 1:2 Algemene wet bestuursrecht

  • g.

    peildatum: de datum waarop in enig jaar het recht op de langdurigheidstoeslag ontstaat.

     

    Artikel 2 Voorwaarden

    • 1.

      Onverlet het bepaalde in artikel 36 van de wet komt in aanmerking voor de langdurigheidstoeslag de belanghebbende die gedurende een onafgebroken periode van 36 maanden aangewezen is geweest op een inkomen dat niet hoger is dan 110 % van de voor hem geldende bijstandsnorm, geen in aanmerking te nemen vermogen heeft als bedoeld in artikel 34 van de wet, en geen uitzicht heeft op inkomensverbetering.

    • 2.

      Niet voor de langdurigheidstoeslag komt in aanmerking de belanghebbende die een opleiding volgt als bedoeld in de WTOS, dan wel een studie volgt als genoemd in de WSF 2000.

     

    Artikel 3 Hoogte van de langdurigheidstoeslag

    • 1.

      De langdurigheidstoeslag bedraagt per jaar:

    • a.

      voor gehuwden € 516

    • b.

      voor een alleenstaande ouder € 464

    • c.

      voor een alleenstaande € 364

    • 2.

      Voor de toepassing van het eerste lid is de situatie op de peildatum bepalend.

    • 3.

      Indien één van de gehuwden op de peildatum is uitgesloten van het recht op langdurigheidstoeslag ingevolge artikel 11 of artikel 13 eerste lid van de wet komt de rechthebbende echtgenoot in aanmerking voor een langdurigheidstoeslag naar de hoogte die voor hem als alleenstaande of alleenstaande ouder zou gelden.

    • 4.

      De in het eerste lid genoemde bedragen worden elk jaar per 1 januari aangepast met een percentage dat overeenkomt met het procentuele verschil tussen de gehuwdennorm, bedoeld in artikel 21, eerste lid onder c van de wet, per 1 januari van dat jaar en de gehuwdennorm van het daar aan voorafgaande jaar met een afronding op € 1 naar boven.

     

    Artikel 4 Nadere regels

    Het college kan met betrekking tot de uitvoering van deze verordening nadere regels stellen.

     

    Artikel 5 Onvoorziene gevallen

    In gevallen die de uitvoering van deze verordening betreffen en waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.

     

    Artikel 6 Citeertitel

    Deze verordening wordt aangehaald als “Verordening langdurigheidstoeslag 2012, na 1e wijziging”.

     

    Artikel 7 De inwerkingtreding

    Deze verordening treedt in werking op de achtste dag na bekendmaking en werkt terug tot en met 1 januari 2012.

     

    Artikel 8 Overgangsrecht

    In afwijking van artikel 7 is deze verordening vanaf 1 januari 2013 van toepassing op de belanghebbenden op wie op grond van artikel 78w van de wet de huishoudinkomenstoets nog tot 1 januari 2013 wordt toegepast. Tot 1 januari 2013 gelden de bepalingen uit de verordening Langdurigheidstoeslag 2012.

     

    Vastgesteld in de openbare vergadering van de gemeenteraad, d.d. 16 oktober 2012

     

    De voorzitter, de griffier,

Toelichting bij de Verordening langdurigheidstoeslag Wet werk en bijstand

Als gevolg van het terugdraaien van de huishoudtoets is aanpassing van de verordening noodzakelijk.

 

Op grond van artikel 8, lid 1, onder d, en lid 2, onder b, van de Wet werk en bijstand dient de gemeenteraad bij verordening regels vast te leggen met betrekking tot het verlenen van een langdurigheidstoeslag. Deze regels dienen in ieder geval betrekking te hebben op de hoogte van de langdurigheidstoeslag en de wijze waarop invulling wordt gegeven aan de begrippen “langdurig” en “laag inkomen”, zoals die in artikel 36, lid 1 worden gebruikt. Hiermee is beoogd te bewerkstelligen, dat de langdurigheidstoeslag zoveel mogelijk een gemeentelijke verantwoordelijkheid wordt.

 

Artikelsgewijze toelichting

 

Artikel 2 Voorwaarden

In dit artikel worden de omschrijvingen van de begrippen langdurig en laag inkomen uitgewerkt. Het laag inkomen wordt uitgedrukt als percentage van het voor de betrokkene toepasselijke bijstandsnorm. Voor werkenden zal gekeken moeten worden naar het inkomen, afgezet tegen de persoonlijke situatie (alleenstaand, alleenstaande ouder, gehuwden).

 

Artikel 3 Hoogte van de langdurigheidstoeslag

De hoogte van de langdurigheidstoeslag is gebaseerd op de huidige hoogte. Om niet jaarlijks de verordening aan te hoeven passen is gekozen om de hoogte jaarlijks automatisch mee te laten bewegen met de bijstandsnormen. Omdat de bijstandsnormen in beginsel 2 maal per jaar worden geïndexeerd en de langdurigheidstoeslag maar eenmaal, wordt steeds vergelijking gemaakt met de bijstandsnormen van 1 januari van het voorafgaande jaar.

 

In lid 3 wordt een regeling getroffen overeenkomstig artikel 24 van de Wet werk en bijstand voor situaties waarbij bij een echtpaar één van de echtgenoten op de peildatum is uitgesloten van het recht op langdurigheidstoeslag op grond van artikel 11 of artikel 13, lid 1, van de Wet werk en bijstand. De wet voorziet immers niet in een afwijzingsgrond voor de enig overblijvende rechthebbende partner, terwijl daarentegen het toekennen van het bedrag voor een echtpaar in dergelijke situaties ook niet opportuun is. Met nadruk wordt erop gewezen, dat het hier betreft een uitsluitingsgrond als bedoeld in artikel 11 of artikel 13, lid 1, van de Wet werk en bijstand.

Artikel 4 Nadere regels

Het College kan nadere regels stellen met betrekking tot de uitvoering van deze regeling. Te denken valt aan uitvoeringsaspecten als richtlijnen, verificatie van bewijsstukken, vaststellen formulieren, folders etc.

 

Artikel 5/6/7

Spreekt voor zich.

 

Artikel 8 Overgangsrecht

Er is geen specifiek overgangsrecht opgenomen in de wijzigingenswet ten aanzien van de langdurigheidstoeslag. Dat betekent dat de huidige Verordening Langdurigheidstoeslag onverbindend is op een aantal onderdelen per datum dat deze wet in werking is getreden. Voor een beperkte groep blijft de huishoudinkomenstoets echter van toepassing tot 1 januari 2013.

 

Het gaat dan om:

  • -

    de alleenstaande (ouder) met een meerderjarig kind dat Wajong ontvangt;

  • -

    de alleenstaande (ouder) met een studerend kind dat een inkomen heeft boven het bedrag van € 1059,49.

 

Voor deze groep moet de verordening inclusief huishoudinkomenstoets van toepassing blijven tot 1 januari 2013.