Organisatie | Voorst |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening maatschappelijke ondersteuning Voorst 2014 |
Citeertitel | Verordening Wmo Voorst 2014 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Deze verordening vastgesteld om voor gekanteld werken een juridische basis te hebben
Wet maatschappelijke ondersteuning, art. 5
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
19-03-2014 | 01-01-2014 | 01-01-2015 | Invoeren maatwerkvoorziening | 10-03-2014 Gemeenteblad 507 | Z-13-04025_2013-47953 |
17-03-2014 | 01-01-2013 | Invoeren maatwerkvoorziening | 14-03-2014 Gemeenteblad 17 maart 2014 507 | Z-13-04025_2013-47953 |
De raad van de gemeente Voorst;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 10 december 2013, gewijzigd 24 februari 2014, kenmerk Z-13-04025_2013-47854;
gelet op artikel 5 van de Wet maatschappelijke ondersteuning;
vast te stellen de volgende Verordening maatschappelijke ondersteuning Voorst 2014
Hoofdstuk 1. Begripsomschrijvingen
Artikel 1. Begripsomschrijvingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
De mededeling van een belanghebbende aan het college dat hij beperkingen ondervindt op grond waarvan hij verzoekt een afspraak te maken voor een Gesprek.
Het verzoek van een belanghebbende om in aanmerking te komen voor één of meerdere voorzieningen om een resultaat te bereiken in het kader van deze verordening.
3. Algemeen gebruikelijke voorziening
Een voorziening die niet speciaal bedoeld is voor mensen met een beperking, dus ook door anderen gebruikt wordt, algemeen verkrijgbaar is en niet – aanzienlijk – duurder is dan vergelijkbare producten.
Een voorliggende voorziening die weliswaar niet bestemd is voor, noch te gebruiken is door alle personen als bedoeld in artikel 4 lid 1 van de wet, maar die anderzijds door iedereen waarvoor de voorziening wel bedoeld is op eenvoudige wijze te verkrijgen of te gebruiken is, zonder een ingewikkelde aanvraagprocedure.
Een persoon met een beperking die compensatie nodig heeft ter bevordering van zijn deelname aan het maatschappelijk verkeer en het zelfstandig functioneren.
Datgene dat een belanghebbende als gevolg van zijn beperking niet meer kan doen.
De door een externe organisatie aangetrokken alfahulp die zorgt voor een schoon en leefbaar huis.
Een ziekte, handicap, chronisch psychisch en/of psychosociaal probleem waardoor een belanghebbende afhankelijk is van een voorziening om normaal deel te kunnen nemen aan het maatschappelijk verkeer, dan wel zelfstandig te functioneren in de maatschappij.
Het Besluit maatschappelijke ondersteuning van het college met nadere regelgeving bij deze verordening.
Het Besluit maatschappelijke ondersteuning van het Rijk.
11. Chronisch psychisch probleem
Een psychische aandoening zonder uitzicht op volledig herstel en met een ziekteduur van tenminste zes maanden en een langdurig beroep op zorg.
Een voorziening die individueel wordt verstrekt maar die door meerdere personen tegelijk wordt gebruikt, zoals het collectief vraagafhankelijke vervoer.
De gemeentelijke verplichting uit artikel 4 van de Wet om personen met een beperking en/of een chronisch psychisch en/of psychosociaal probleem voorzieningen te bieden ter compensatie van hun beperkingen op het gebied van zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie.
Een door het college op te leggen en door het Centraal Administratiekantoor (CAK) vast te stellen aandeel, dat bij verstrekking van een financiële tegemoetkoming betaald moet worden en waarop de regels van het Bmo van toepassing zijn.
Een door het college op te leggen en door het Centraal Administratiekantoor (CAK) vast te stellen bijdrage, die bij verstrekking van een voorziening in natura of persoonsgebonden budget betaald moet worden en waarop de regels van het Bmo van toepassing zijn.
De mogelijkheid zelf te bepalen hoe men zijn leven in wil richten.
Een geldbedrag, al dan niet vastgesteld of gemaximeerd, bedoeld om een voorziening mee aan te schaffen.
De zorg verricht in het kader van het leven van alledag waarvan verwacht wordt dat huisgenoten en/of familie en/of personen uit het eigen netwerk die voor het te voeren huishouden en voor elkaar kunnen doen.
Het eerste contact na een aanmelding waarin met belanghebbende zijn gehele situatie wordt geïnventariseerd op
De woonruimte waar de aanvrager zijn vaste woon- en verblijfplaats heeft en de gemeente waarin hij staat ingeschreven of ingeschreven zal worden in de gemeentelijke basisadministratie, dan wel het feitelijk woonadres indien de aanvrager een in de gemeentelijke basisadministratie geregistreerd briefadres heeft.
21. Huishoudelijke verzorging 1 (HV 1), c.q. Huishoudelijke hulp (HH1)
De hulp onder regie van de belanghebbende bij verzorgende activiteiten voor zijn huishouden als schoonmaak, wassen, boodschappen doen en (hulp bij) maaltijdbereiding.
22. Huishoudelijke verzorging 2 (HV 2), c.q. Huishoudelijke hulp 2 (HH2)
De overname van de regie in brede zin over het huishouden van de belanghebbende, inclusief advisering, instructies en voorlichting, de bereiding van warme maaltijden, de ondersteuning van gezinsleden in hun zelfredzaamheid en verzorgende activiteiten voor het huishouden als bij HV1.
Een voorziening gericht op de opheffing van een belemmering voor één belanghebbende.
Een persoon die mantelzorg in de zin van artikel 1, lid 1 onder b van de wet biedt.
Een geldbedrag om te gebruiken voor het te bereiken resultaat, als alternatief voor een voorziening in natura.
Een situatie van verlies van zelfstandigheid en, met name, een gebrek aan mogelijkheden tot deelname aan het maatschappelijk verkeer, veroorzaakt door belemmeringen die iemand ondervindt in zijn relatie met anderen, met zijn sociale omgeving.
Het netwerk van personen, diensten en voorzieningen dat men om zich heen heeft en waarop men een beroep kan doen.
Een voorziening die normaal in de maatschappij aanwezig en beschikbaar is en bedoeld voor iedereen die daar behoefte aan heeft.
Een voorziening, in te zetten om het resultaat te bereiken, in de vorm van goederen in (bruik)leen of in eigendom, of als persoonlijke dienstverlening.
De Wet maatschappelijke ondersteuning.
31. Wettelijk voorliggende voorziening
Een voorziening op grond van een wettelijke bepaling, anders dan ingevolge de wet, waarmee het resultaat geheel of gedeeltelijk bereikt kan worden.
Hoofdstuk 3. Hoe te komen tot de te bereiken resultaten
Artikel 4. Aanmelding voor een gesprek
1. Een aanmelding voor het Gesprek is mogelijk op schriftelijke, elektronische, mondelinge of telefonische wijze.
2. Een aanmelding kan worden gedaan door of namens een persoon met een beperking die behoefte heeft aan compensatie voor de bevordering van zijn deelname aan het maatschappelijk verkeer en zijn zelfstandig functioneren.
Hoofdstuk 5. Beoordeling van de te bereiken resultaten
Heeft geen Gesprek plaatsgevonden of heeft het Gesprek niet tot een oplossing geleid, dan beoordeelt het college de mogelijkheden van belanghebbende in het kader van diens zelfredzaamheid. Zijn die mogelijkheden er niet of niet in voldoende mate, dan gaat het college na of er voor belanghebbende andere beschik- en bruikbare voorzieningen zijn. Blijkt ook dan dat het beoogde resultaat te veel buiten bereik blijft, dan beoordeelt het college of een individuele voorziening mogelijk is.
Het college kan een door hem aangewezen adviesinstantie om advies vragen indien:
a. het handelt om een aanvraag van een persoon die niet eerder een voorziening heeft gehad c.q. met wie niet eerder een Gesprek is
b. het handelt om een aanvraag van een persoon die wel eerder een recht op een individuel voorziening heeft gehad of met wie een Gesprek is gevoerd, maar waarvan de mesche omstandigheden zodanig zijn veranderd dat die gewijzigde omstandigheden noodzaak van een recht op een voorziening of de soort van de voorziening kunnen beïnvloeden.
Paragraaf 2. De te bereiken resultaten
Artikel 10. Wonen in een geschikt huis
Het tweede te bereiken resultaat bij een huishouden voeren, is dat de belanghebbende normaal gebruik kan maken van de woning waar hij over beschikt. Daartoe dient hij te kunnen beschikken over een woonkamer, de slaapvertrekken, de keuken, de sanitaire ruimten en de berging. Voor de tuin en/of het balkon geldt dat die alleen bereikbaar dienen te zijn om er te ontspannen.
Indien tijdens het Gesprek en/of daarna blijkt dat
a. er sprake is van gebruikelijke zorg of
b. belanghebbende kan verhuizen naar een geschikte woning of gemakkelijker geschikt t maken woning en die verhuizing kan leiden tot wonen in een geschikt huis, dan wordgeen individuele voorziening gericht op kunnen wonen in een geschikt huiserstrekt. Een tegemoetkoming in de (her)inrichting- en verhuiskosten is hiervan uitgezonderd.
Artikel 11. Beschikken over goederen voor primaire levensbehoeften
Het derde te bereiken resultaat bij een huishouden voeren is dat de belanghebbende elke dag in ieder geval kan beschikken over de benodigde hoeveelheid eten en drinken. Ook de noodzakelijke bereiding van maaltijden valt hieronder. Daarnaast geldt als te bereiken resultaat dat toilet- en schoonmaakartikelen steeds beschikbaar zijn.
Indien tijdens het Gesprek en/of daarna blijkt dat er sprake is van gebruikelijke zorg en/of als belanghebbende gebruik kan maken van een aanwezige en bruikbare boodschappenservice en/of maaltijdvoorziening en die mogelijkheden kunnen leiden tot beschikken over goederen voor primaire levensbehoeften, dan wordt geen individuele voorziening verstrekt gericht op kunnen beschikken over goederen voor primaire levensbehoeften.
Artikel 15. Zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel
Kan de belanghebbende gebruik maken van een rolstoelpool die impliceert dat hij zich in en om de woning kan verplaatsen, dan wordt geen individuele voorziening verstrekt gericht op zich kunnen verplaatsen in en om de woning. Het college stelt nadere regels in het Besluit indien het zelf overgaat tot de instelling van een rolstoelpool.
Artikel 16. De mogelijkheid om contacten te hebben met medemensen door deel te nemen aan recreatieve, maatschappelijke of levensbeschouwelijke activiteiten
Kan de belanghebbende gebruik maken van gebruikelijke zorg of van een of meer aanwezige en bruikbare (vrijwilligers)organisaties, dan wordt geen individuele voorziening verstrekt gericht op de mogelijkheid contacten te kunnen hebben met medemensen en deel te kunnen deelnemen aan recreatieve, maatschappelijke of religieuze activiteiten.
Hoofdstuk 6. Verstrekking in natura, als persoonsgebonden budget en als financiële tegemoetkoming. Eigen bijdragen en eigen aandeel
Paragraaf 2. Verstrekking in natura
Artikel 18. Inhoud beschikking
Bij een voorziening in natura wordt in de beschikking vastgelegd:
a. welke de te treffen voorziening is,
b. hoe de voorziening in natura verstrekt wordt,
c. of er sprake is van een overeenkomst waarin deze verstrekking is geregeld en
d. dat een eigen bijdrage in rekening wordt gebracht, tenzij dat op grond van hogere wetgeving niet mogelijk is.
Paragraaf 3. Verstrekking als persoonsgebonden budget
Het college kan in het kader van toezicht de overeenkomst opeisen die de belanghebbende heeft afgesloten met degene die de huishoudelijke hulp voor hem uitvoert op basis van het hem toegekende persoonsgebonden budget.
Artikel 20 Inhoud beschikking persoonsgebonden budget
Bij een persoonsgebonden budget wordt in de beschikking vastgelegd: a. voor welk te bereiken resultaat het persoonsgebonden budget gebruikt moet worden, eventueel aangevuld met een programma van eisen waaraan bij de besteding voldaan moet worden,
b. wat de omvang van het persoonsgebonden budget is en hoe deze omvang tot stand is gekomen,
c. wat de duur is van de verstrekking waarvoor het persoonsgebonden budget bedoeld is,
d. welke regels gelden ten aanzien van verantwoording van het persoonsgebonden budget en
e. dat er een eigen bijdrage wordt opgelegd, tenzij dat op grond van hogere wetgeving niet mogelijk is.
Het college stelt in het Besluit nadere regels
a. voor controle op de besteding van het persoonsgebonden budget en de eventuele terugvordering van bedragen,
b. voor de situatie waarin een voorziening voor afloop van de afschrijvingstermijn niet mee gebruikt wordt en opgehaald moet worden; in die nadere regels wordt ook de daarmee gepaard gaande verrekening van eventuele eigen middelen onder vooraf oveengekomen voorwaarden betrokken.
Paragraaf 5. Eigen bijdrage en eigen aandeel
Artikel 22. Eigen bijdragen en eigen aandeel
Bij een te treffen voorziening is een eigen bijdrage of een eigen aandeel verschuldigd bij de volgende resultaten:
a. een schoon en leefbaar huis;
b. wonen in een geschikt huis;
c. beschikken over goederen voor primaire levensbehoeften;
d. beschikken over schone, draagbare en doelmatige kleding;
e. thuis kunnen zorgen voor kinderen die tot het gezin behoren;
f. zich kunnen verplaatsen in en om de woning;
g. zich lokaal kunnen verplaatsen per vervoermiddel;
h. de mogelijkheid om contacten te hebben met medemensen en deel
te nemen aan recreatieve, maatschappelijke of religieuze activiteiten.
Hoofdstuk 7. Procedurele bepalingen rond onderzoek, advies en besluitvorming, intrekking en terugvordering
Artikel 23. Verplichtingen belanghebbende na toekenning individuele voorziening
De belanghebbende en, voor zover aan de orde, diens huisgenoten zijn verplicht mee te werken bij de uitvoering van wet- en regelgeving in het kader van maatschappelijke ondersteuning. Deze verplichting houdt in ieder geval in dat zo spoedig mogelijk veranderingen bij het college worden gemeld die van invloed zijn op het recht op en/of de aard, hoogte of duur van de toegekende individuele voorziening
Tot de verplichting bedoeld in lid één behoren onder andere
a. voldoen aan een oproep van of namens het college om op een aangegeven tijdstip en plaats te verschijnen om bevraagd te worden;
b. meewerken aan een (her)onderzoek naar de beperkingen door een of meer daartoe aangewezen deskundigen, daaronder zonodig begrepen een lichamelijk onderzoek.
Een voorziening kan, gelet op de omstandigheden van de belanghebbende in relatie tot de duur van diens situatie, slechts worden toegekend voor zover de noodzaak voor het te bereiken resultaat:
a. geen uitstel meer mogelijk maakt,
b. langdurig is, tenzij kortdurende hulp bij het huishouden leidt tot het te bereiken resultaat en/of
c. de te treffen voorziening aangemerkt kan worden als de, naar objectieve maatstaven gemeten, goedkoopst compenserende voorziening.
Geen recht op een voorziening wordt toegekend
a. indien de voorziening algemeen gebruikelijk is,
b. indien de belanghebbende zijn hoofdverblijf niet in de gemeente Voorst heeft,
c. indien de voorziening zal worden ingezet voor therapeutische doeleinden,
d. voor zover de aanvraag betrekking heeft op kosten die de belanghebbende voorafgaand aan het moment van aanvragen of het moment van beschikken heeft gemaakt en niet meer is na te gaan of deze voorziening noodzakelijk was en als goedkoopst compenserend aan te merken valt,
e. op het moment dat op basis van leeftijd, gezins- en/of woonsituatie van de belanghebbende ruim van te voren te voorzien was dat deze voorziening noodzakelijk zou zijn en er geen sprake is van een onverwacht optredende noodzaak,
f. als die al eerder in het kader van enige wettelijke bepaling of regeling is verstrekt en de normale afschrijvingstermijn van de voorziening nog niet verstreken is, tenzij
1. de eerder vergoede of verstrekte voorziening verloren is gegaan
als gevolg van omstand digheden die niet aan belanghebbende zijn toe te rekenen, of
2. belanghebbende geheel of gedeeltelijk tegemoetkomt in de veroorzaakte kosten.
Artikel 25. Wijziging of intrekking van een besluit tot verlening van een individuele voorisering
Het college trekt een beschikking genomen op grond van deze verordening geheel of gedeeltelijk in en/of wijzigt die deels en/of gedeeltelijk indien:
a. niet of niet meer wordt voldaan aan de voorwaarden gesteld bij of krachtens deze verordening;
b. beschikt is op grond van gegevens waarvan achteraf is gebleken dat die gegevens (verwijtbaar) zodanig onjuist en/of onvolledig waren dat het college bij de juiste wetenschap een ander besluit zou hebben genomen;
c. de verstrekking van het recht op een individuele voorziening onjuist was of het recht op die voorziening ten onrechte is verleend en de belanghebbende dit wist of behoorde te weten;
d. de belanghebbende zijn verplichtingen ingevolge de artikelen 28 en 29 en dit artikel niet zodanig nakomt dat het recht op, dan wel de noodzaak van de gevraagde voorziening of de noodzaak tot het behoud daarvan, niet kan worden vastgesteld.
Het college kan een beschikking genomen op grond van deze verordening geheel of gedeeltelijk intrekken of wijzigen indien uit onderzoek blijkt dat de belanghebbende geen of onvoldoende gebruik maakt van een hem toegekende voorziening en dat naar alle waarschijnlijkheid het komende half jaar ook niet zal doen.
Het college trekt een beschikking tot verlening van een verstrekking in natura, een persoonsgebonden budget of een financiële tegemoetkoming, naast de op de in het eerste lid genoemde gronden, geheel of gedeeltelijk in of wijzigt een beschikking ten nadele van betrokkene indien blijkt dat binnen twaalf maanden na de uitbetaling het budget of de tegemoetkoming niet of niet volledig is aangewend voor het doel waarvoor deze was verleend. Het bepaalde in de leden 2 en 3 is onverminderd van toepassing.
Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de belanghebbende afwijken van de bepalingen van deze verordening indien toepassing van de verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.
Het college kan jaarlijks per 1 januari de in het kader van deze verordening en het op deze verordening berustende Besluit geldende bedragen verhogen of verlagen aan de hand van de prijsindex voor de gezinsconsumptie, zoals bepaald in artikel 4.5 lid 1 van het Besluit maatschappelijke ondersteuning (Stb. 2006, 450).