Organisatie | Landsmeer |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Monumentenverordening Landsmeer 2005 |
Citeertitel | Monumentenverordening Landsmeer 2005 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | volkshuisvesting en woningbouw |
Eigen onderwerp |
Datum inwerkingtreding bij benadering.
Deze regeling vervangt de Monumentenverordening, vastgesteld bij raadsbesluit d.d. 6 september 2005.
Onbekend
1.Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2006 | 09-03-2011 | nieuwe regeling | 29-11-2005 Kompas Regiokrant, 25-10-2006 | 2005-106 |
HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN
in beschermd gezicht: Een object, niet vallend onder artikel 1 lid 3 of 4, dat een kenmerkend onderdeel vormt van het dorpsgezicht dat is beschermd krachtens artikel 10 van deze verordening of artikel 9 van de Provinciale Monumentenverordening of artikel 35 van de Monumentenwet 1988 en dat als zodanig is aangewezen door de gemeente.
buiten beschermd gezicht: een object, niet vallend onder artikel 1 lid 8 sub 1 van deze verordening, dat een kenmerkend onderdeel vormt van het (onbeschermde) dorpsgezicht. Een beeldbepalend pand buiten een beschermd dorpsgezicht wordt beschermd krachtens de artikel 3, 5, 6, 19 en 20 van deze verordening.
in beschermd gezicht: een object, niet vallend onder artikel 1, lid 3, 4 of 9, dat een ondersteunend onderdeel vormt van het dorpsgezicht dat is beschermd krachtens artikel 10 van deze verordening of artikel 9 van de Provinciale Monumentenverordening of artikel 35 van de Monumentenwet 1988 en dat als zodanig is aangewezen door de gemeente.
HOOFDSTUK 2 BESCHERMDE GEMEENTELIJKE MONUMENTEN
Paragraaf 1 De plaatsing op de gemeentelijke monumentenlijst
Burgemeester en wethouders kunnen, al dan niet op aanvraag van belanghebbenden, besluiten onroerende monumenten als beschermd gemeentelijk monument op de gemeentelijke monumentenlijst te plaatsen of af te voeren of om onroerende objecten als beeldbepalend pand op de lijst van beschermde beeldbepalende panden te plaatsen of af te voeren of om onroerende objecten als beeldondersteunend pand op de lijst van beeldondersteunende panden te plaatsen of af te voeren.
Waar in deze verordening wordt gesproken over beschermde gemeentelijke monumenten wordt de zinssnede "alsmede door B en Waangewezen beeldbepalende panden en beeldondersteunende panden" ingevoerd.
Burgemeester en wethouders nemen binnen acht weken nadat de monumentencommissie is gehoord, een beschikking als bedoeld in het tweede lid. De beschikking wordt bekend gemaakt aan degenen die als eigenaren en anderszins zakelijk gerechtigden in de kadastrale legger bekend staan, aan de ingeschreven hypothecaire schuldeisers en, indien om aanwijzing is verzocht, aan de verzoeker. Bij overschrijding van de termijn van acht weken worden burgemeester en wethouders geacht niet tot aanwijzing te hebben besloten.
Burgemeester en wethouders kunnen ambtshalve of op aanvraag van belanghebbenden in de gemeentelijke monumentenlijst wijzigingen aanbrengen. Indien de wijziging naar het oordeel van burgemeester en wethouders van ondergeschikte betekenis is of indien de wijziging betreft het doorhalen van de inschrijving van een monument dat is teniet gegaan, blijft overeenkomstige toepassing van artikel 3, leden 2 en 3, achterwege.
Monumenten die zijn ingeschreven in het register als bedoeld in artikel 6 van de Monumentenwet 1988 of die zijn geplaatst op een lijst van monumenten, op grond van een monumentenverordening van de provincie Noord-Holland, worden door burgemeester en wethouders niet op de gemeentelijke monumentenlijst geplaatst.
Monumenten, die na plaatsing op de gemeentelijke monumentenlijst worden ingeschreven in het monumentenregister als bedoeld in artikel 6 van de Monumentenwet 1988, of die worden geplaatst op een lijst van Monumenten, op grond van een monumentenverordening van de provincie Noord-Holland, worden geacht niet meer op de gemeentelijke monumentenlijst te zijn geplaatst.
Met ingang van de datum waarop de eigenaar van een monument de kennisgeving van het voornemen tot aanwijzing als beschermd gemeentelijk monument ontvangt tot het moment dat de registratie als bedoeld In het zesde lid plaatsvindt dan wel vaststaat dat het monument niet wordt geregistreerd, zijn de artikelen 4 tot en met10 van overeenkomstige toepassing.
Paragraaf 2 Vergunningen tot wijziging of afbraak van beschermde gemeentelijke monumenten
Indien niet wordt voldaan aan het gesteld in het eerste lid, alsmede aan de eisen die gelden ingevolge de artikelen 4: 1 en 4:2 van de Algemene wet bestuursrecht, stellen burgemeester en wethouders de aanvragen in de gelegenheid om binnen twee weken de door hen aan te geven ontbrekende gegevens over te leggen.
Een vergunning ingevolge deze verordening blijft buiten werking gedurende zes weken na de datum waarop zij is verleend dan wel van rechtswege is verleend. Indien gedurende deze termijn bezwaar wordt gemaakt ingevolge de Algemene wet bestuursrecht, blijft de vergunning buiten werking totdat op dat bezwaar en een eventueel ingesteld beroep en hoger beroep is beslist. Belanghebbenden , onder wie de vergunninghouder, kunnen de president van de rechtbank, onderscheidenlijk de voorzitter van de Afdeling bestuursrecht spraak van de Raad van State verzoeken de opschorting op te heffen. Titel 8.3 van de Algemene wet bestuursrecht is van overeenkomstige toepassing.
Burgemeester en wethouders geven met betrekking tot een kerkelijk monument geen beschikking ingevolge de bepalingen van artikel 6 dan in overeenstemming met de eigenaar, indien en voor zover het een beschikking betreft, waarbij wezenlijke belangen van de godsdienstuitoefening in dat monument in het geding zijn.
HOOFDSTUK 3 GEMEENTELIJK BESCHERMD DORPSGEZICHT
B & W kunnen in plaats van een aanwijzing als bedoeld in het eerste lid het Rijk verzoeken het betreffende gebied aan te wijzen als een beschermd stads- of dorpsgezicht ex artikel 35 van de Monumentenwet 1988 of de provincie verzoeken het betreffende gebied aan te wijzen als een beschermde structuur ex artikel 9 van de Monumentenverordening 1996 van de provincie Noord-Holland.
De leden 7 en 8 van artikel 3 zijn van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat aan lid 8 nog wordt toegevoegd artikel 35 van de Monumentenwet 1988 en artikel 3 van de monumentenverordening van de provincie Noord-Holland.
HOOFDSTUK 4 BESCHERMDE PROVINCIALE MONUMENTEN EN BESCHERMDE STRUCTUREN
Burgemeester en wethouders zenden onverwijld een afschrift van de aanvraag om gemeentelijk advies ten behoeve van: -de mogelijke aanwijzing als beschermd provinciaal monument als bedoeld in artikel 3 van de Provinciale Monumentenverordening 1996; -een vergunning als bedoeld in artikel 7 van de Provinciale Monumentenverordening 1996; -de mogelijke aanwijzing als beschermde structuur als bedoeld in artikel 9 van de Provinciale Monumentenverordening 1996; aan de monumentencommissie na ontvangst van het verzoek van GS.
HOOFDSTUK 7 STRAF-EN OPSPORINGSBEPALINGEN
De opsporing van de in artikel 19 strafbaar gestelde feiten is naast de in artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering genoemde opsporingsambtenaren, opgedragen aan hen die door burgemeester en wethouders met de zorg voor de naleving van deze verordening zijn belast, ieder voor zover het de feiten betreft die in de aanwijzing zijn vermeld.
Zo dikwijls de zorg voor de naleving van deze verordening dit vereist, wordt hierbij de last verstrekt al dan niet besloten ruimten en plaatsen, met uitzondering van woningen, desnoods tegen de wil van de rechthebbende, bewoner of gebruiker te betreden, aan hen die en voor zover zij door het bevoegd gezag belast zijn met het toezicht op de naleving van deze verordening.
HOOFDSTUK 8 SLOT-EN OVERGANGSBEPALINGEN
Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen ten gunste van de eigenaar van het monument afwijken van de bepalingen van deze verordening, indien de onverkorte toepassing van de verordening in die gevallen tot onbillijkheden van overwegende aard zou leiden, dan wel nadrukkelijk strijdig zou zijn met het gestelde in de Monumentenwet 1998 of de Gemeentewet;