Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Amersfoort

Subsidieregeling Sportvoorzieningen 2010

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieAmersfoort
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingSubsidieregeling Sportvoorzieningen 2010
CiteertitelSubsidieregeling Sportvoorzieningen 2010
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling is vervangen door de Subsidieregeling sport en bewegen, met Toelichting.

De subsidieregeling Sportvoorzieningen 2008 wordt ingetrokken per 16 februari 2010. Vanaf deze datum is de Subsidieregeling Sportvoorzieningen 2010 van kracht. De bepalingen van de beleidsregels in de subsidieregeling sportvoorzieningen 2008 blijven van toepassing op de subsidies die op basis van die beleidsregels zijn verstrekt. Aan de regeling zijn voorrangsbepalingen toegevoegd.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

AWB

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Algemene Subsidieverordening Amersfoort

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

25-02-201007-10-2016Artikelen gewijzigd

16-02-2010

Stadsberichten 24 februari 2010

3314953

Tekst van de regeling

Intitulé

Subsidieregeling Sportvoorzieningen 2010

 

 

Subsidieregeling

Burgemeester en wethouders van gemeente Amersfoort;

gelezen de nota d.d. 08.02.2010, sector WSO/MD (reg. nr.3333643);

overwegende dat het gewenst is aanvullende regels te geven voor de subsidieverstrekking ten behoeve van de aanleg, nieuwbouw, verbouwing, uitbreiding, aankoop en ‘upgrading’ van sportvoorzieningen in Amersfoort;

gelet op de Algemene wet bestuursrecht en de Algemene subsidieverordening Amersfoort 2010;

besluit vast te stellen de volgende subsidieregeling:

SUBSIDIEREGELING SPORTVOORZIENINGEN 2010

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    Investeringskosten:

    • -

      de kosten van aanleg, nieuwbouw, verbouwing, uitbreiding, ‘upgrading’ en aankoop van sportaccommodaties, inclusief gebouwen of lokaliteiten die worden gebruikt als bestuurs- en vergaderruimte, kantine, tribune, als kleed- wasaccommodatie en de kosten van aankoop, aanleg, ‘upgrading’ en uitbreiding van veldverlichtingsinstallaties en dug-outs;

    • -

      de kosten van (aanpassing van) voorzieningen die gericht zijn op het (mede) geschikt maken voor de gehandicaptensport van sportaccommodaties;

    • -

      de kosten van aan te schaffen duurzaam sportinventaris;

  • b.

    Organisatie: een volledige rechtspersoonlijkheid bezittende organisatie, zijnde een vereniging dan wel een stichting, die is aangesloten bij een door de NOC*NSF erkende sportbond, die als statutaire doelstelling heeft het zonder winstoogmerk organiseren, initiëren en/of stimuleren van activiteiten op het terrein van sportbeoefening en haar activiteiten daadwerkelijk binnen de gemeente Amersfoort en ten behoeve van de inwoners van Amersfoort verricht;

  • c.

    Brede sportvereniging: een, zoals onder b. genoemde organisatie, die niet alleen de eigen leden bedient, maar zich met haar activiteiten ook richt op het onderwijs en/ of groepen uit de wijk, die zich normaliter niet aanmelden bij een sportvereniging. Op de accommodaties van deze organisatie vinden minimaal twee van onderstaande activiteiten plaats:

    • -

      structureel naschools sportaanbod in samenwerking met een school of andere organisatie;

    • -

      structurele samenwerking met scholen voor sportaanbod gedurende schooltijd (of voorschools/ tussenschools aanbod);

    • -

      stageplekken voor leerlingen uit het voortgezet onderwijs;

    • -

      structureel (dag-)arrangement, met sportactiviteitenaanbod overdag en in de avond voor verschillende doelgroepen;

Alleen sportgerelateerde investeringen van brede sportverenigingen, zonder commercieel oogmerk, komen voor subsidie in aanmerking.

  • d.

    Duurzaam sportinventaris: duurzame goederen, noodzakelijk voor een verantwoorde en volwaardige sportbeoefening, met een technische afschrijvingstermijn van tenminste 10 jaar;

  • e.

    Upgrading: indien de investering leidt tot een kwalitatieve verbetering van de accommodatie. Ten opzichte van de ‘oude’ situatie wordt op de sportaccommodatie een meerwaarde gecreëerd die leidt tot een vergroting van de sportmogelijkheden, bijvoorbeeld een intensievere bespeling.

Van ‘upgrading’ is daarom sprake bij vervanging van bijvoorbeeld natuurgras door kunstgras of bij de vervanging van gravel door kunststof.

Het stukje meer boven de normale vervanging (het surplusdeel) is in dit geval subsidiabel. Ook een verbouwing kan leiden tot een ‘upgrading’ van de accommodatie: voorbeelden daarvan zijn het plaatsen van lichtmasten en het toevoegen van een jeugdhonk.

  • f.

    Adviescommissie sportvoorzieningen: een door burgemeester en wethouders ingestelde adviescommissie bestaande uit een onafhankelijke voorzitter, twee door de ASF voorgedragen leden en een onafhankelijk lid die affiniteit heeft met de Amersfoortse sport, zonder bestuurlijke functie bij een, onder b. genoemde , organisatie of daaraan gelijk te stellen instelling. De beheerder, SRO Amersfoort B.V. is beschikbaar voor advies ten behoeve van de adviescommissie. De adviescommissie wordt ambtelijk ondersteund door een medewerker van de gemeente (sector WSO);

  • g.

    Sportaccommodatie: een voorziening die hoofdzakelijk een sportfunctie heeft en de sportbeoefening ten goede komt;

  • h.

    Niet subsidiabele kosten. Kosten voor groot onderhoud (onderhoud dat gemiddeld tussen de 10 en 20 jaar moet plaatsvinden) komen niet voor subsidie in aanmerking. Kenmerk van kosten voor groot onderhoud is dat het gaat om kosten die ongelijkmatig verdeeld in de tijd worden uitgegeven. M.a.w. er is een duidelijk onderscheid met regulier onderhoud. Voorbeelden van groot onderhoud zijn: buitenschilderwerk, vervanging dak, vervanging kozijnen, maar ook de vervanging van oude door nieuwe gravelbanen. In feite gaat het om onderdelen die dan aan het einde van de levensduur zijn. Kosten voor vervanging en renovatie worden tevens beschouwd als groot onderhoud en zijn daarmee ook niet subsidiabel, tenzij bij deze kosten sprake is van ‘upgrading’.

Artikel 2 Doelgroepen/Activiteiten

Organisaties kunnen subsidie aanvragen voor maximaal 1/3 van de totale investeringskosten.

Artikel 3 Subsidieplafond

  • 1.

    De maximaal te verstrekken subsidie ten behoeve van de investeringskosten wordt jaarlijks in de gemeentebegroting vastgesteld.

  • 2.

    Indien de, in enig jaar gezamenlijk aan de organisaties te verstrekken, subsidies het in de op dat jaar betrekking hebbende gemeentebegroting opgenomen budget overschrijden, wordt subsidie verstrekt op basis van de voorrangsbepalingen uit artikel 5.

Artikel 4 Toetsingscriteria

Bij de subsidieverstrekking gelden de volgende toetsingscriteria:

  • a.

    Indien een andere gemeentelijke regeling reeds geheel of gedeeltelijk in de financiering van de investeringskosten voorziet wordt geen subsidie verstrekt op basis van deze subsidieregeling;

  • b.

    Subsidie wordt alleen verleend voor werkzaamheden en/of voorzieningen die nog niet zijn aangevangen, gerealiseerd of aangeschaft;

  • c.

    Het advies van de adviescommissie sportvoorzieningen met betrekking tot iedere subsidieaanvraag en/of de prioritering van de aanvragen op basis van urgentie indien de omvang van de subsidieaanvragen het beschikbare budget voor het betreffende begrotingsjaar overschrijdt wordt meegenomen bij de beslissing op de aanvraag;

  • d.

    Bij het in sub c bedoelde advies betrekt de adviescommissie sportvoorzieningen de volgende criteria:

  • -

    De onder artikel 1.a. beschreven investeringskosten en de onder 1.h. beschreven niet subsidiabele kosten;

  • -

    Financiële haalbaarheid;

  • -

    Ruimtelijke ordeningsaspecten;

  • -

    De in artikel 5 omschreven voorrangsbepalingen voor ingediende aanvragen.

  • -

    Andere criteria waarvan zij meent dat die voor een goede afweging bij de besluitvorming noodzakelijk zijn.

Artikel 5 Voorrangsbepalingen

De prioriteitsvolgorde van de ingediende aanvragen vindt plaats op basis van de volgende voorrangsbepalingen. Een hoger genoteerde bepaling gaat voor een daaropvolgende bepaling. De voorrangsbepalingen zijn alleen van toepassing als het subsidiebudget wordt overschreden. Als deze bepalingen geen uitsluitsel geven zal het subsidiabele bedrag per aanvraag naar verhouding omlaag worden bijgesteld.

  • 1.

    Een sportvereniging die in de afgelopen vijf jaar eerder subsidie heeft ontvangen in het kader van deze subsidieregeling heeft een lagere prioriteit dan een sportvereniging die voor het eerst subsidie aanvraagt. Hierop zijn twee uitzonderingen mogelijk:

  • a.

    een gefaseerde investering, mits dit bij de aanvraag in het eerste jaar vermeld wordt;

  • b.

    een aanvraag betreffende een totale investering van minder dan € 25.000,-

  • 2.

    De investering bevordert de fysieke ontwikkeling tot een brede sportvereniging en/ of richt zich op het faciliteren van sporters met een beperking;

  • 3.

    Een investering van een organisatie met een aantoonbare wachtlijst heeft voorrang, indien de investering de sportmogelijkheden vergroot. Bij het beoordelen van de wachtlijst wordt het toekomstbeeld van de betreffende sport meegewogen op basis van een reële prognose.

HOOFDSTUK 2 SUBSIDIEVERSTREKKING

Artikel 6 Vorm subsidieverstrekking

  • 1.

    Het college zal de subsidie ten behoeve van de organisatie van de investeringskosten eerst verlenen en vervolgens vaststellen.

  • 2.

    In bijzondere gevallen kan het college besluiten om de in lid 1 bedoelde subsidie direct vast te stellen.

Artikel 7 Indieningstermijn aanvraag

  • 1.

    De aanvraag voor een subsidie ten behoeve van de investeringskosten moet voor 1 mei worden ingediend en heeft betrekking op datzelfde jaar, tenzij (ro-)procedures vertraging opleveren.

  • 2.

    Het college kan in bijzondere gevallen uitstel verlenen van de verplichting om voor een bepaalde datum een subsidieaanvraag in te dienen.

Artikel 8 Eisen aan de aanvraag

  • 1.

    Bij een subsidieaanvraag ten behoeve van investeringskosten dienen, door de organisatie, tenminste de volgende stukken te worden overgelegd:

  • -

    een investerings- en financieringsplan met een kostenspecificatie van de voorgenomen investering;

  • -

    een omschrijving van de activiteiten die de aanvrager beoogt te laten plaatsvinden in het te subsidiëren object;

  • -

    een afschrift van de statuten (alleen bij een eerste aanvraag) en een opgave van de actuele bestuurssamenstelling en een uitreksel uit het register van de Kamer van Koophandel;

  • -

    een meerjarenbegroting waarin de gevolgen voor de exploitatie die uit de investering voortvloeien wordt opgenomen (niet van toepassing op aanvragen voor een subsidiabel bedrag dat lager is dan € 5.000,-);

  • -

    jaarrekeningen van de voorafgaande drie jaren;

  • -

    recente ledenlijst (niet van toepassing op aanvragen voor een subsidiabel bedrag dat lager is dan € 5.000,- ), indien van toepassing: inclusief wachtlijst;

  • -

    aanvragen dienen te zijn voorzien van een vast correspondentieadres.

  • 2.

    Indien sprake is van zelfwerkzaamheid door de organisatie, dan mag maximaal 25% van de kosten voor het benodigde materiaal van de investering worden opgevoerd als zelfwerkzaamheidskosten. De aanvrager dient vooraf aan te geven welke onderdelen uit de aanvraag door zelfwerkzaamheid worden uitgevoerd.

Artikel 9 Beschikking op de aanvraag

De beschikking op een aanvraag voor een subsidie ten behoeve van investeringskosten wordt bekendgemaakt binnen drie maanden nadat de adviescommissie sportvoorzieningen haar advies aan het college heeft uitgebracht.

Artikel 10 Weigeringsgronden

Subsidieverstrekking kan naast de weigeringsgronden in de Algemene subsidieverordening Amersfoort 2008 tevens worden geweigerd op grond van de criteria in deze subsidieregeling.

Artikel 11 Verantwoording

  • 1.

    De aanvrager van een subsidie voor investeringskosten dient maximaal binnen 6 maanden na verlening van de subsidie, of na afronding van eventuele ruimtelijke ordeningsprocedures, of binnen 6 maanden na de laatste gerechtelijke uitspraak aan te tonen dat een begin is gemaakt met de werkzaamheden ten behoeve waarvan de subsidie is aangevraagd, of dient de aanschaf van de sportinventaris te zijn gedaan.

  • 2.

    De aanvrager van een subsidie dient binnen drie maanden na realisering van de voorziening en/of aanschaf van duurzame sportinventaris waarvoor subsidie is verstrekt, een gespecificeerde afrekening en een inhoudelijk verslag in bij het college van burgemeester en wethouders.

Artikel 12 Afhandeling van de verantwoording

Als een subsidie is toegekend door middel van een beschikking tot het verlenen van een subsidie stelt het college binnen drie maanden na indiening van de verantwoording de subsidie vast.

HOOFDSTUK 3 OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN

Artikel 13 Hardheidsclausule

Het college kan

  • 1.

    van de bepalingen in deze subsidieregeling afwijken indien toepassing van de bepaling zou leiden tot onbillijkheden van overwegende aard.

  • 2.

    in alle gevallen waarin deze subsidieregeling niet voorziet of onduidelijk is beslissen.

Artikel 14 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze subsidieregeling treedt in werking met ingang van de dag na die van bekendmaking.

  • 2.

    De Subsidieregeling Sportvoorzieningen 2008, zoals vastgesteld op 20 mei 2008, wordt ingetrokken.

Artikel 15 Overgangsbepaling

  • 1.

    De bepalingen van de beleidsregels bedoeld in artikel 14 lid 2 blijven van toepassing op de subsidies die op basis van die beleidsregels zijn verstrekt.

  • 2.

    Indien voor het tijdstip van de inwerkingtreding van deze subsidieregeling een aanvraag om een subsidie op grond van de beleidsregels bedoeld in artikel 14 lid 2 is ingediend en voor het tijdstip van de inwerkingtreding van deze subsidieregeling nog niet op de aanvraag is beslist, worden daarop de overeenkomstige toepasselijke bepalingen van de onderhavige subsidieregelingtoegepast.

  • 3.

    Op een aanhangig beroep- of bezwaarschrift, betreffende een subsidie, bedoeld in het eerste lid, dat voor of na het tijdstip bedoeld in artikel 14 lid 1 is ingekomen binnen de voordien geldende beroepstermijn, wordt beslist met toepassing van de beleidsregels bedoeld in artikel 14 lid 2.

  • 4.

    De intrekking van de beleidsregels bedoeld in artikel 14 lid 2 heeft geen gevolgen voor de geldigheid van op basis van die beleidsregels genomen nadere regels, beleidsregels en aanwijzingsbesluiten, indien en voor zover de rechtsgrond waarop de aanwijzingsbesluiten zijn gebaseerd ook vervat is in deze beleidsregels en voor zover niet eerder zijn vervallen of ingetrokken.

Artikel 16 Citeertitel

Deze subsidieregeling heet: Subsidieregeling Sportvoorzieningen 2010.

Vastgesteld in de vergadering van 16 februari 2010

 

De secretaris, De burgemeester,

 

PUBLICATIEDATUM: 24 februari 2010