Organisatie | Landsmeer |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen van de gemeente Landsmeer 2008. |
Citeertitel | Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen gemeente Landsmeer 2008 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de beheersverordening begraafplaatsen 2004.
Uitvoeringsbesluit graven, asbezorging en gedenkplaatsen
Uitvoeringsbesluit voor de grafbedekkingen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
27-03-2008 | 28-12-2010 | nieuwe regeling | 26-03-2008 Kompas Regiokrant, 01-04-2008 | 2008- 12 |
De raad van de gemeente Landsmeer,
gelezen het voorstel van het college van 29 januari 2008, nr. 12 inzake vaststellen nieuwe beheersverordening begraafplaatsen:
gelet op artikel 35 van de Wet op de lijkbezorging en artikel 149 van de Gemeentewet;
gelezen het advies van de commissie grondgebied van 11 maart 2008
besluit vast te stellen de volgende verordening:
Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen van degemeente Landsmeer 2008.
Hoofdstuk III Voorschriften voor lijkbezorging
Artikel 8 Kennisgeving begraven en asbezorging, openen en sluiten van het graf
Degene, die wil doen begraven, as wil doen bijzetten of as wil doen verstrooien, geeftdaarvan uiterlijk om 12.00 uur van de werkdag voorafgaande aan die waarop debegraving, bijzetting of verstrooiing zal plaatsvinden, schriftelijk kennis aan debeheerder. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag.
Indien de burgemeester toestemming heeft gegeven om het lijk binnen 36 uur na het overlijden te begraven moet de kennisgeving aan de beheerder zo tijdig mogelijk worden gedaan.
Het openen van een graf ter begraving of voor het bezorgen van as, en het daarna sluiten van een graf, alsmede het bedienen van de hulpmiddelen mag uitsluitend geschieden door het personeel van de begraafplaats op aanwijzingen en onder toezicht van de beheerder. De nabestaanden kunnen deze werkzaamheden onder toezicht van de beheerder geheel of gedeeltelijk zelf verrichten indien zij hun wens daartoe uiterlijk om 12.00 uur van de voorafgaande werkdag mondeling of schriftelijk aan de beheerder hebben kenbaar gemaakt. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Zij dienen bij deze werkzaamheden de aanwijzingen van de beheerder op te volgen.
Artikel 10 Over te leggen stukken
Begraving of bijzetting in een eigen graf waarvan de uitgiftetermijn binnen de wettelijke minimum grafrusttermijn afloopt, kan alleen plaatsvinden onder gelijktijdige verlenging van de uitgiftetermijn met een zodanige periode dat de alsdan resterende uitgiftetermijn ten minste gelijk is aan de wettelijke minimum grafrusttermijn. De verlenging dient te worden aangevraagd door de rechthebbende of, indien deze is overleden, door een van de andere personen, genoemd in artikel 17, tweede lid.
Artikel 10 A Lijkomhulsel en bijsluiten voorwerpen
Bij het ter begraving aanbieden van een kist of ander lijkomhulsel dient ten minste 24 uur voorafgaand aan het tijdstip van begraving een schriftelijke verklaring te worden overgelegd - volgens een door het college van burgemeester en wethouders vast te stellen model - omtrent de aanwezigheid van de in voorgaande leden bedoelde materialen en voorwerpen.
Indien van een lijkhoes gebruik wordt gemaakt, zal de aanbieder tevens moeten overleggen
a) een afschrift van een rapport waaruit blijkt dat de gebruikte hoes voldoet aan de normen van het Lijkomhulselbesluit 1998 en b) een bewijs dat de betreffende hoes is aangekocht.
Hoofdstuk IV Indeling en uitgifte der graven
Artikel 12 Indeling graven en asbezorging
Het college bepaalt bij nader vast te stellen regels hoeveel lijken en hoeveel asbussenmet of zonder urnen er kunnen worden bijgezet in de eigen graven en hoeveelverstrooiingen van as er op of in de eigen graven kunnen plaatshebben. Zij bepaalttevens de afmetingen en de uitgifteduur van de eigen graven. De uitgifteduur kan niet korter zijn dan de minimumtermijn vastgesteld in de Wet op de lijkbezorging.
De begraafplaatsen zijn bestemd voor het begraven van lijken van personen die in degemeente Landsmeer zijn overleden, dan wel bij hun overlijden in de gemeente Landsmeer woonachtig waren. Burgemeester en wethouders kunnen het begraven van lijken van andere personen dan die bedoeld in de vorige zinsnede toestaan.
Het college kan bij nader vast te stellen regels de algemene en eigen graven onderverdelen in categorieën. Zij bepaalt voor de verschillende categorieën de situering en oppervlakte.
Het college kan aan de rechthebbende op een eigen graf vergunning verlenen tot het daarin voor eigen rekening doen aanbrengen van een grafkelder overeenkomstig de door hen te stellen voorwaarden.
De afmetingen van grafkelders bedragen maximaal:
Enkele grafkelders 2.50 m¹. 1.40 m¹.
Dubbele grafkelders 2.50 m¹.2.10 m¹.
Tot uitgifte van grafkelders wordt slechts overgegaan voorzover de daarvoor bestemderuimte op de begraafplaats dit toelaat.
Artikel 19 Overschrijving van verleende rechten
Het recht op een eigen graf kan op aanvraag van de rechthebbende wordenovergeschreven ten name van de echtgenoot of levenspartner dan wel een bloedverwant of aanverwant tot en met de derde graad. Overschrijving op verzoek van de rechthebbende ten name van een ander dan de vorengenoemde personen is slechtsmogelijk, indien daarvoor gewichtige redenen bestaan.
Na het overlijden van de rechthebbende kan het eigen graf worden overgeschreven op naam van de echtgenoot of levenspartner dan wel een bloed- of aanverwant tot en met de derde graad, mits de aanvraag hiertoe wordt gedaan binnen één jaar na hetoverlijden van de rechthebbende. Overschrijving ten name van een ander dan de in devorige zin bedoelde personen is slechts mogelijk, indien daarvoor gewichtige redenenbestaan.
Indien de eigenaar van een graf schriftelijk tegenover burgemeester en wethoudersverklaart of bij testamentaire beschikking bepaald, dat het graf na zijn eigen begraving ofbijzetten niet meer mag worden geopend, verliest de rechthebbende, op wiens naam hetgraf wordt overgeschreven, het recht daarna nog andere lijken in dat graf te doenbegraven of bij te zetten.
Artikel 19 A Einde van de grafrechten
Onverminderd het bepaalde in voorgaande leden is de rechthebbende of gebruiker, of degene die opdracht heeft gegeven een grafrecht te vestigen of andere diensten te verrichten, een uitvaartverzorger inbegrepen, bij niet (tijdige) betaling van kosten die verband houden met werkzaamheden of diensten in verband met lijkbezorging of plechtigheden als bedoeld in artikel 6, zonder dat nadere ingebrekestelling is vereist, in gebreke. Het bestuur is alsdan gerechtigd om vanaf de factuurdatum aan de rechthebbende of gebruiker in rekening te brengen:
- rente ad 1,5% per maand - een gedeelte van een maand als een maand gerekend - over het opeisbare bedrag;
- administratiekosten, gesteld op 10% van het factuurbedrag, met een minimum van Euro 25,- per factuur;
- alle gerechtelijke en buitengerechtelijke incassokosten; deze laatste wordenwat omvang betreft bepaald door de door het bestuur met de inning belasteadvocaat en/of incassobureau.
Artikel 20 Afstand doen van graven
Zonder aanspraak te kunnen maken op enige vergoeding kan de rechthebbende schriftelijk afstand doen ten behoeve van de gemeente van het recht op het eigen graf. Van de ontvangst van zodanige verklaring doen burgemeester en wethouders schriftelijkmededeling aan de rechthebbende.
Artikel 22 Niet-blijvende grafbeplanting
Niet-blijvende beplanting op een graf die in een verwaarloosde staat verkeert kan door de beheerder worden verwijderd zonder dat aanspraak kan worden gemaakt opschadevergoeding. Losse bloemen, planten, kransen en dergelijke kunnen, wanneer zijverwelkt zijn, door de beheerder worden verwijderd. Linten, siervazen en dergelijkevoorwerpen worden gedurende twaalf weken ter beschikking gehouden van derechthebbende indien deze daartoe tevoren een aanvraag heeft ingediend bij de beheerder.
Artikel 23 Verwijdering grafbedekking
Het voornemen tot verwijdering van de grafbedekking wordt gedurende ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop de grafbedekking zal worden verwijderd door middel van een op het te ruimen graf te plaatsen bordje door het collegebekendgemaakt, tenzij het adres van de rechthebbende bij het college bekend is. In datgeval maakt zij aan hem uiterlijk een jaar voor het genoemde tijdstip per brief hun voornemen bekend.
Op grond van een daartoe door de rechthebbende bij het college ingediende aanvraag, blijft de grafbedekking na verwijdering nog gedurende twaalf weken ter beschikking van degene aan wie een vergunning als bedoeld in artikel 20 was verleend. De aanvraag kan worden ingediend gedurende de in het tweede lid genoemde termijn.
Artikel 24 Onderhoud door de rechthebbende
Indien hij nalaat de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen, kan hetcollege de hiervoor in aanmerking komende voorwerpen of zo nodig de gehelegrafbedekking doen verwijderen. Het verwijderde blijft gedurende twaalf weken terbeschikking van de rechthebbende en vervalt daarna aan de gemeente, zonder dat deze tot enige vergoeding verplicht is.
De verwijdering vindt niet plaats dan nadat de rechthebbende behoorlijk per brief isopgeroepen om te worden ingelicht over de toestand van de grafbedekking. Deoproeping geschiedt door mededeling op het mededelingenbord op de begraafplaats alshet adres van de rechthebbende niet bekend is. Bij het graf wordt een verwijzing naar de mededeling aangebracht.
Het college kan de rechthebbende per aanschrijving verplichten een beschadiging aan de grafbedekking te herstellen indien de beschadiging zodanig is dat deze naar hetoordeel van het college het uiterlijk aanzien van de begraafplaats schaadt of indien debeschadiging van de grafbedekking gevaar oplevert voor derden.
Hoofdstuk VI Ruiming van graven, urnengraven en urnennissen
Artikel 26 Ruiming, bezorging van overblijfselen en as
Het voornemen van het college om een graf te ruimen wordt gedurende ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop het graf geruimd zal worden door middel van een bij het te ruimen graf te plaatsen bordje ter kennis van de belanghebbendengebracht, tenzij het adres van de rechthebbende op het graf aan hen bekend is. In datgeval deelt zij mee wanneer de termijn van uitgifte gaat verstrijken. Als derechthebbende geen verzoek indient om de termijn te verlengen maakt zij uiterlijk éénjaar voor het genoemde tijdstip per brief het voornemen tot ruiming bekend.
Nabestaanden van een overledene die begraven is in een algemeen graf kunnen gedurende de in het eerste lid bedoelde termijn bij de beheerder een aanvraag indienen om bij ruiming de overblijfselen, indien mogelijk, bijeen te doen brengen voor herbegraving elders.
Nabestaanden van een overledene waarvan een asbus al of niet met een urn is bijgezet in een algemeen graf kunnen bij de beheerder een aanvraag indienen om deze ter beschikking te houden voor herbegraving of verstrooiing elders.
Hoofdstuk VIIGedeelte voor kerkgenootschap
Artikel 27 Afwijkende regels en kennisgeving onderhoudsbehoefte van graven
Het college kan na overleg met het bestuur van het kerkgenootschap ten aanzien van de openstelling van het gedeelte, de indeling van graven, de onderverdeling van graven in categorieën en de eisen voor de grafbedekking op het ter beschikking van hetkerkgenootschap gestelde deel van de begraafplaats nadere regels stellen die afwijkenvan de regels krachtens de artikelen 4, eerste lid, 12, tweede lid, 16 en 21, tweede lid, van deze verordening.
Het bestuur van het kerkgenootschap kan het college schriftelijk verzoeken hem erschriftelijk van in kennis te stellen dat er onderhoud of herstel door de rechthebbendenodig is van de grafbedekking op een of meer graven op het deel van de begraafplaatsdat aan het kerkgenootschap ter beschikking is gesteld.
Op grond van het in het tweede lid genoemde verzoek stelt het college het bestuur van het kerkgenootschap schriftelijk in kennis dat de grafbedekking van een of meer graven onderhoud en herstel behoeft. De kennisgeving laat de bevoegdheid van het college onverlet om de rechthebbende op de graven ervan in kennis te stellen dat degrafbedekking moet worden onderhouden of hersteld.
Artikel 30 Intrekking oude regeling
De verordening op het beheer en gebruik van de algemene begraafplaatsen in de gemeente Landsmeer vastgesteld op 23 maart 2004, wordt ingetrokken.