Organisatie | Rotterdam |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening stimulering volkshuisvestingsprojecten 1996 |
Citeertitel | Verordening stimulering volkshuisvestingsprojecten 1996 (Geheel herzien) |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | volkshuisvesting en woningbouw |
Eigen onderwerp |
Hoofdstuk 3 is per 31 december 2006 komen te vervallen in verband met een horizonbepaling
Gemeentewet, artt. 147 en 149
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
05-06-2004 | Onbekend | 04-03-2004 Gemeenteblad 2004-88 | Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 3 februari 2004, Beleid BWV 82499; raadsstuk 2004-166 |
Geheel herziene Verordening Stimulering Volkshuisvestingsprojecten 1996
De Raad van de gemeente Rotterdam,
Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 3 februari 2004, Beleid BWV 82499; raadsstuk 2004-166;
gelet op de artikelen 147 en 149 van de Gemeentewet;
vast te stellen dat het voor 2003 ten laste van de Kostenplaats Bijzondere Geldstromen (KPBG) beschikbaar gestelde bedrag voor ‘Optoppen & Ombouwen’ ad € 2 miljoen wordt benut voor de vorming van een bestemmingsreserve ten behoeve van de uitvoering van de bijdrageregeling voor de totstandkoming van penthouseprojecten op bestaande gebouwen;
HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN
In deze verordening wordt verstaan onder:
excessieve kosten: de kosten voor aanpassing van de constructie van het gastpand, rechtstreeks verband houdend met het toevoegen van woningen, en de kosten die gemaakt worden ten behoeve van de ontsluiting van het penthouse / de penthouses, welke de kosten die gemaakt worden bij integrale nieuwbouw te bovengaan;
verlenen van subsidie: het besluit van burgemeester en wethouders dat een opschortende voorwaardelijke aanspraak op subsidie verschaft.
Indien naar het oordeel van burgemeester en wethouders het vooruitzicht bestaat dat een in artikel 1.2 genoemd deelbudget niet of niet geheel zal worden besteed, zijn burgemeester en wethouders bevoegd het niet door aanvragen om subsidie bestreken deel van dit deelbudget, geheel of gedeeltelijk, aan een ander deelbudget toe te voegen.
Een aanvraag om subsidie wordt ingediend bij burgemeester en wethouders, op een door burgemeester en wethouders vastgesteld formulier.
Burgemeester en wethouders bevestigen binnen twee weken de ontvangst van een aanvraag om subsidie.
Burgemeester en wethouders beslissen binnen 13 weken na ontvangst van een aanvraag als bedoeld in artikel 1.4.
1 . Burgemeester en wethouders kunnen aan het verlenen van subsidie voorwaarden verbinden.
2.Burgemeester en wethouders kunnen nadere regels stellen met betrekking tot aanvragen om subsidie.
3 . Burgemeester en wethouders vermelden bij de verlening van subsidie de wijze van uitbetaling hiervan.
1 . Terstond na de uitvoering van de initiatieven zoals verwoord in de aanvraag als bedoeld in artikel 1.4, doch uiterlijk drie jaar na het verlenen van de subsidie, doet de begunstigde schriftelijk verslag van de uitvoering van de gesubsidieerde activiteiten met inachtneming van de hieromtrent bij de verlening van subsidie gestelde voorwaarden.
2.Het onder lid 1 van dit artikel bedoelde verslag is tevens een verzoek omvaststelling en uitbetaling van subsidie.
Burgemeester en wethouders bevestigen binnen twee weken de ontvangst van het verslag als bedoeld in artikel 1.8.
Binnen 13 weken na ontvangst van het verslag als bedoeld in artikel 1.8 lid 1, nemen burgemeester en wethouders een besluit op het verzoek tot vaststelling en uitbetaling van de subsidie.
Burgemeester en wethouders kunnen een besluit tot verlening of vaststelling van een subsidie intrekken indien:
De algemene bepalingen van dit hoofdstuk zijn van toepassing, tenzij in de overige hoofdstukken van deze verordening hiervan nadrukkelijk wordt afgeweken.
HOOFDSTUK 2. LEERLINGBOUWPLAATSEN
Burgemeester en wethouders kunnen subsidie verlenen ten behoeve van nieuwbouw van en ingrijpende voorzieningen aan woningen en gebouwen met een andere bestemming en ten behoeve van het uitvoeren van schilderwerkzaamheden met respectievelijk de inzet van leerlingbouwplaatsen en leerlingschilderplaatsen.
De subsidie wordt slechts verleend ten behoeve van:
HOOFDSTUK 3. BIJDRAGE VOOR DE TOTSTANDKOMING VAN PENTHOUSE-PROJECTEN OP BESTAANDE GEBOUWEN
De werkingsduur van dit hoofdstuk loopt tot en met 31 december 2006.
Burgemeester en wethouders kunnen subsidie verlenen ten behoeve van:
Een subsidieaanvraag, zoals genoemd bij artikel 3.2, lid a, gaat in elk geval vergezeld van de volgende gegevens:
Een aanvraag als genoemd in artikel 3.2, lid b, wordt slechts in behandeling genomen, indien:
Een subsidieaanvraag, zoals genoemd bij artikel 3.2, lid b, gaat in elk geval vergezeld van de volgende gegevens:
raming van de aanneemsom en bijkomende kosten van het penthouse / de penthouses, waarbij is aangegeven welke kosten verband houdende met de aanpassing van de draagconstructie van het gastpand en met het aandeel in de ontsluitingskosten dat ten laste komt van het te realiseren penthouse / de penthouses, als excessief beschouwd dienen te worden;
Een subsidie op een aanvraag zoals genoemd bij artikel 3.2, lid b, wordt toegekend onder de voorwaarden, dat een aanvraag voor een bouwvergunning binnen een jaar na de subsidieverlening wordt aangevraagd en dat uiterlijk binnen twee jaar na deze toekenning de werkzaamheden in uitvoering genomen zijn.
De hoogte van de subsidie is voor een initiatief, zoals genoemd onder:
HOOFDSTUK 4. SLOT- EN OVERGANGSBEPALINGEN
Indien vanwege bijzondere omstandigheden een strikte toepassing van het bepaalde in deze verordening naar het oordeel van burgemeester en wethouders zou leiden tot een onredelijke beslissing, kunnen burgemeester en wethouders afwijken van het bepaalde in deze verordening.
Deze verordening kan worden aangehaald als “De geheel herziene Verordening Stimulering Volkshuisvestingsprojecten 1996” en treedt in werking de dag na publicatie in het Gemeenteblad, tenzij - binnen een termijn van zes weken nadat publicatie heeft plaatsgevonden - voldoende verzoeken tot het houden van een referendum zijn ingediend.
Aldus vastgesteld in openbare vergadering van 4 maart 2004.
Dit gemeenteblad is uitgegeven op 4 juni 2004 en ligt op werkdagen van 8.30 tot 16.30 uur ter inzage bij het Bestuurlijk informatie- en documentatiecentrum van de Bestuursdienst van de gemeente Rotterdam, ingang Rodezand 18, begane grond.