Organisatie | Waddinxveen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening maatschappelijke participatie |
Citeertitel | Verordening maatschappelijke participatie |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Met inwerkingtreding van deze verordening worden het Uitvoeringsbesluit Minimaregelingen
evenals de op moment van inwerkingtreding van deze verordening geldende bepalingen rondom
de categoriale bijstand chronisch zieken en gehandicapten en de categoriale bijstand voor
ouderen, ingetrokken.
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
07-10-2016 | 01-01-2016 | 01-01-2018 | Wijziging van artikel 1, 3, 4. Artikel 6 toevoegen. | 07-09-2016 Gemeenteblad 06-10-2016 | 16/00637 |
04-06-2015 | 01-01-2015 | 21-09-2016 | Artikel 5 en 6 ingetrokken ivm vaststellen Verordening Regeling bijdrage maatschappelijke activiteiten 2015 | 20-05-2015 Elektronisch gemeenteblad 03-06-2015 | 15/00392 |
01-01-2015 | 27-05-2015 | Artikel 2 ingetrokken ivm Verordening Individuele Inkomenstoeslag Waddinxveen 2015 | 17-12-2014 Elektronisch gemeenteblad 24-12-2014 | 14/00353 | |
01-11-2012 | 01-01-2015 | Nieuwe regeling | 03-10-2012 Hart van Holand, 17-10-2012 | 12/065 |
Artikel 8. Inlichtingenverplichting
De belanghebbende doet het college direct mededeling van alle feiten en omstandigheden waarvan hem redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat zij van invloed zijn op het recht op een uitkering of de hoogte ervan, onder overlegging van bewijsstukken.
Indien in de periode vanaf 1 januari 2012 tot moment van vaststelling van deze verordening een vergoeding is verstrekt in het kader van een van de verordeningen of regelingen als bedoeld in artikel 11 lid 2, wordt het toegekende bedrag in mindering gebracht op de – op basis van deze verordening te verstrekken vergoeding.
Aldus vastgesteld door de raad der gemeenteWaddinxveen in zijn openbare vergaderingvan 3 oktober 2012,
de griffier, de voorzitter,
(mr. F.W. van der Dussen) (drs. H.P.L. Cremers)
TOELICHTING VERORDENING MAATSCHAPPELIJKE PARTICIPATIE
Maatschappelijk participeren is van belang voor zowel de maatschappij als het individu. Om deze deelname te stimuleren als mensen (tijdelijk) minder inkomen hebben, kent de gemeente diverse minimaregelingen. Sommige regelingen zijn wettelijk voorgeschreven en andere maken onderdeel uit van de gemeentelijke beleidsvrijheid.
De aanscherping van de Wwb per 1-1-2012 leidde er toe dat de gemeente bij verordening, regels moet opstellen met betrekking tot de wijze waarop o.a. de maatschappelijke participatie van kinderen van ouders met een laag inkomen wordt gestimuleerd. Hierdoor wil het Rijk zeker stellen dat kinderen in hun kansen en mogelijkheden tot ontwikkeling niet worden belemmerd door de slechte financiële positie van hun ouders. De gemeente kent twee regelingen die hierop aansluiten, namelijk de bijdrage in de schoolkosten en de bijdrage in maatschappelijke, culturele en sportactiviteiten.
Door de verschillende minimaregelingen in één verordening op te nemen wordt enerzijds voldaan aan de wettelijke verplichting om het gemeentelijke minimabeleid in een verordening op te nemen en ontstaat anderzijds een duidelijk overzicht van de regelingen die de gemeente kent.
De bijzondere bijstand is niet in de verordening opgenomen omdat deze regeling niet gelinkt is aan een bepaalde groep mensen of een bepaalde kostensoort, maar afhankelijk is van de bijzonderheid en noodzakelijkheid van kosten op een individueel niveau.
Artikel 1. Begripsomschrijving
Er is voor gekozen om begrippen die al zijn omschreven in de Wwb niet afzonderlijk te definiëren in deze verordening. Dit voorkomt dat in geval van wijziging van definities in deze wet ook de Verordening moet worden gewijzigd.
Artikel 2 Langdurigheidstoeslag
De Langdurigheidstoeslag is gebaseerd op de bepalingen in artikel 36 van de wet. Ter nadere uitwerking van de wet zijn in dit artikel van de verordening de doelgroep (lid 1) en de hoogte van de bijdrage (lid 3) nader beschreven. De hoogte van de vergoeding is een vaststaand bedrag afhankelijk van de leefomstandigheden.
Artikel 3 Bijdrage schoolkosten
De gemeente verstrekt een bijdrage in de schoolkosten van € 200,- per kind per schooljaar in het voortgezet onderwijs. Op het moment dat het kind naar de “brugklas” gaat, verstrekt de gemeente € 400,- per kind omdat de aanschafkosten met name in het eerste jaar hoger zijn. Om voor een vergoeding in aanmerking te komen dient de ouder een op naam gestelde nota van de school voor het voortgezet onderwijs te verstrekken waarop de gespecificeerde kosten voor de ouderbijdrage zijn vermeld.
Artikel 4 Collectieve ziektekostenverzekering
Mensen kunnen vrijwillig deelnemen aan een collectieve ziektekostenverzekering die de gemeente heeft afgesloten met een ziektekostenverzekeringsmaatschappij. Op basis van deze regeling vergoedt de gemeente een bijdrage per rechthebbende aan de verzekeringsmaatschappij waardoor er – bovenop de kosten voor de aanvullende ziektekostenverzekering – nog additionele kosten vergoed worden.
Artikel 5 Maatschappelijke participatie
De regeling heeft als doel om mensen met een laag inkomen te stimuleren deel te nemen aan het maatschappelijk verkeer. Met de regeling wordt voorkomen dat deze mensen in een sociaal isolement raken. De regeling wil deelname aan maatschappelijke, sportieve, educatieve en culturele activiteiten voor deze doelgroep stimuleren en de bereikbaarheid van voorzieningen open houden. Er kan een tegemoetkoming worden verkregen in de kosten op het gebied van sport, cultuur, recreatie of andere relevante maatschappelijke activiteiten.
De gemeente verstrekt een bijdrage van € 116,- per gezinslid voor deelname aan sociaal-culturele, educatieve en sportieve activiteiten. Voor kinderen tot 18 jaar kan de gemeente op basis van artikel 35 lid 5 Wwb een vergoeding verstrekken zonder dat bewijsstukken hoeven te worden overgelegd. Volwassenen dienen de kosten aan te tonen door een bewijsstuk over te leggen.
Indien rechthebbende 65 jaar of ouder is, kan in aanvulling op de bijdrage van € 116,-- per persoon per jaar een extra vergoeding worden verstrekt van € 52,-- per persoon per jaar i.g.v. gehuwden danwel samenwonenden en € 78,- per persoon i.g.v. alleenstaande.
Artikel 6 chronisch zieken en gehandicapten
Artikel 35 lid 4 Wwb biedt de gemeente de mogelijkheid om aan mensen (en ouders met kinderen) met een chronische ziekte of handicap een vergoeding te verstrekken voor indirecte kosten en oplopende “kruimelkosten” verbonden aan deze chronische ziekte en/of handicap.
In lid 2 wordt aangegeven wat verstaan wordt onder een chronische ziekte of handicap. Dit is geen limitatieve opsomming omdat die niet te geven is en niet past binnen de “geest” van het artikel. Voorop staat dat het hebben van een chronische ziekte of handicap blijvend van aard moet zijn, objectief vastgesteld moet zijn en moet leiden tot extra kosten. De hoogte van deze kosten is niet van belang omdat gekozen is voor een vast bedrag per persoon per jaar.
Dit artikel geeft een beschrijving van de wijze waarop een beroep gedaan kan worden op een van de artikelen in deze verordening en spreekt verder voor zich.
Artikel 8 Inlichtingenverplichting
Dit artikel verwijst naar de bepalingen vanuit de Wwb inzake het tijdig en juist verstrekken van informatie.
Dit artikel spreekt voor zich.
Dit artikel spreekt voor zich.
Dit artikel spreekt voor zich.
Dit artikel voorkomt dat aanvragen in het kader van de het oude Minimabeleid niet nog een keer kunnen worden ingediend. Bedragen die in de periode van 1-1-2012 tot het moment van inwerkingtreding van deze verordening zijn toegekend kunnen worden verrekend met toegekende aanvragen op basis van deze verordening. Daarbij geldt wel het uitgangspunt dat het ook moet gaan om eenzelfde soort regeling en niet om een totaal andere regeling.