Organisatie | Olst-Wijhe |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening Wet kinderopvang gemeente Olst-Wijhe |
Citeertitel | Verordening Wet kinderopvang gemeente Olst-Wijhe |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
12-02-2005 | 23-05-2013 | Nieuwe regeling | 24-01-2005 Huis-aan-Huis, 09-02-2005 | Raadsstuk 2005/05 |
De raad van de gemeente Olst-Wijhe
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 11 januari 2005, nr. 2005/05;
gelet op artikel 23 van de Wet kinderopvang, alsmede gelet op artikel 149 van de gemeentewet;
gezien de brief van 18 augustus 2004 van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid aan de Tweede Kamer der Staten Generaal, waarin hij aankondigt artikel 6 eerste lid, onder k, artikel 6, eerste lid onder l, en artikel 23 van de Wet kinderopvang vooralsnog per 2005 niet in werking te laten treden;
overwegende dat het noodzakelijk is de verlening, de voorschotverlening en de vaststelling van de tegemoetkoming van de gemeente in de kosten van kinderopvang bij verordening te regelen;
In deze verordening wordt verstaan onder:
gastouderopvang: kinderopvang in een gezinssituatie door een ander dan degene die als ouder op grond van artikel 5 aanspraak kan maken op een tegemoetkoming of diens partner, bestaande in de gelijktijdige opvang van ten hoogste vier kinderen in de woning waar de ouder of de gastouder zijn hoofdverblijf heeft;
een persoon die een huishouding voert waartoe het kind behoort, op wie de kinderopvang betrekking heeft, welk kind in belangrijke mate door hem wordt onderhouden in de zin van artikel 2 van de Uitvoeringsregeling inkomstenbelasting 2001, en op hetzelfde adres als het kind staat ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens, dan wel
Artikel 4. Inhoud van de beschikking
Het besluit tot vaststelling van de noodzaak van kinderopvang op grond van een sociaal-medische indicatie bevat in ieder geval:
Het college weigert de tegemoetkoming indien de ouder niet behoort tot de personenkring als bedoeld in artikel 22 van de wet.
Artikel 11. Omvang van de kinderopvang
In afwijking van het eerste lid verleent het college bij een ouder als bedoeld in artikel 24, eerste lid, onderdeel a, of tweede lid, onderdeel a, van de wet de tegemoetkoming voor het aantal uren kinderopvang dat naar zijn oordeel redelijkerwijs noodzakelijk is voor de combinatie van arbeid en zorg.
2. VASTSTELLING NOODZAAK VAN KINDEROPVANG OP GROND VAN SOCIAAL-MEDISCHE INDICATIE
Artikel 2. Te verstrekken gegevens bij aanvraag
Artikel 4. Inhoud van de beschikking
3. AANVRAAG VAN DE TEGEMOETKOMING
Artikel 6. Te verstrekken gegevens bij de aanvraag
4. VERLENING VAN DE TEGEMOETKOMING
Artikel 7. Het besluit tot verlenen van de tegemoetkoming
Artikel 9. Ingangsdatum van de tegemoetkoming
Artikel 10. De periode waarvoor de tegemoetkoming wordt verleend
Artikel 11. Omvang van de kinderopvang
Artikel 12. Inhoud van de beschikking
Artikel 13. De bevoorschotting van de tegemoetkoming
5. VASTSTELLING VAN DE TEGEMOETKOMING
Artikel 14. Het besluit tot vaststelling van de tegemoetkoming
Artikel 15. Verrekening met de voorschotten
6. VERPLICHTINGEN VAN DE OUDER