Organisatie | Rijswijk |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen 2013 en daarbij behorende tarieventabel |
Citeertitel | Verordening parkeerbelastingen 2013 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2013. Deze regeling vervangt de regeling uit 2012
Gemeentewet, art. 225
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
30-11-2012 | 10-12-2013 | nieuwe regeling | 13-11-2012 Groot Rijswijk 22-11-2012 | 12-040 |
VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN PARKEERBELASTINGEN 2013
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een voertuig anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van goederen op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;
houder: degene die naar de omstandigheden als houder van een voertuig moet worden beschouwd, met dien verstande dat voor een motorrijtuig dat is ingeschreven in het krachtens de Wegenverkeerswet 1994 aangehouden register van opgegeven kentekens als houder wordt aangemerkt degene op wiens naam het voor het motorrijtuig opgegeven kenteken ten tijde van het parkeren in het register was ingeschreven;
Als degene die het voertuig heeft geparkeerd, wordt mede aangemerkt:
zolang geen voldoening van de belasting, genoemd in artikel 2, onderdeel a, heeft plaatsgevonden: de houder van het voertuig, met dien verstande dat:
1 indien een voor ten hoogste drie maanden aangegane huurovereenkomst wordt overgelegd waaruit blijkt wie ten tijde van het parkeren ingevolge deze overeenkomst de huurder van het voertuig was, niet de houder maar de huurder wordt aangemerkt als degene die het voertuig heeft geparkeerd;
2 indien blijkt dat een ander in het kentekenregister had moeten staan ingeschreven, die ander wordt aangemerkt als degene die het voertuig heeft geparkeerd;
de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt niet geheven van degene die op de voet van het tweede lid, onderdeel b, als degene die het voertuig heeft geparkeerd wordt aangemerkt, indien deze aannemelijk maakt dat ten tijde van het parkeren een ander tegen zijn wil van het voertuig heeft gebruikgemaakt en dat hij dit gebruik redelijkerwijs niet heeft kunnen voorkomen;
Artikel 4 Maatstaf van heffing, belastingtarief en belastingtijdvak
De maatstaf van heffing, het belastingtarief en het belastingtijdvak zijn vermeld in de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende tarieventabel.
De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt geheven bij wege van voldoening op aangifte. Als voldoening op aangifte wordt aangemerkt het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur op de daartoe bestemde wijze en met inachtneming van de door het college van burgemeester en wethouders gestelde voorschriften.
Bij inlevering van een vergunning voor zakelijk-belanghebbenden in de loop van het belastingjaar wordt restitutie verleend voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven, tenzij het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan € 10,-.
Artikel 10 Bevoegdheid tot aanwijzing parkeerplaatsen
De aanwijzing van de plaats waar, het tijdstip en de wijze waarop tegen betaling van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, mag worden geparkeerd geschiedt in alle gevallen door het college van burgemeester en wethouders bij openbaar te maken besluit.
Artikel 12 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de parkeerbelastingen.
Aldus besloten door de raad van de gemeente Rijswijk in zijn openbare vergadering van 13 november 2012.
De gemeenteraad,
de waarnemend griffier, de voorzitter, J.A. Massaar, bpa H.W.M. Klitsie
Bijlage 1 Tarieventabel behorende bij de Verordening op de heffing en invordering van Parkeerbelastingen 2013
Het tarief als bedoeld in artikel 2, onderdeel b, bedraagt:
voor een vergunning (belanghebbenden-bewoners) waarin een bepaald gedeelte van de gemeente is aangewezen € 43,- per kalenderjaar;
- voor een vergunning (zakelijk-belanghebbenden) waarin bepaalde gedeelten van de gemeente zijn aangewezen € 595,90 per kalenderjaar;
- voor in Rijswijk gevestigde en praktijkhoudende huisartsen en verloskundigen voor een vergunning (zakelijk-belanghebbenden) 30% van het kalenderjaartarief;
- voor een tijdelijke vergunning (zakelijk-belanghebbenden) naar rato van het kalenderjaartarief;
- voor een autodate-vergunning waarin een bepaald gedeelte van de gemeente is aangewezen € 328,- per kalenderjaar;
- voor een bezoeker van belanghebbenden-bewoners in het belanghebbenden gebied € 0,86 per dagdeel.