Organisatie | Nijkerk |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Reglement commissie cliëntenparticipatie Wet werk en bijstand en Wet investeren in jongeren |
Citeertitel | Reglement commissie cliëntenparticipatie WWB en WIJ |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen.
1.Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
17-12-2009 | 23-01-2021 | nieuwe regeling | 06-10-2009 De Stad Nijkerk, 09-12-2009 | Cbsl. 2009-10-06 nr. 4 |
Het college van de gemeente Nijkerk;
gelet op artikel 1 van de Verordening cliëntenparticipatie WWB;
gelet op artikel 42 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers en artikel 42 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen;
gelet op artikel 84 van de Gemeentewet;
besluit vast te stellen het Reglement commissie cliëntenparticipatie Wet werk en bijstand en Wet investeren in jongeren
Afdeling 1 Instelling en taken
Artikel 1 Instelling commissie
Er is een vaste commissie voor cliëntenparticipatie inzake bijstand, arbeidsinschakeling en sociale activering, hierna te noemen: de commissie.
Voor het houden van een zitting is vereist dat de meerderheid van het aantal leden aanwezig is, waaronder in ieder geval de voorzitter dan wel zijn plaatsvervanger.
De leden, de portefeuillehouder en de voorzitter hebben het recht, een voorstel tot wijziging van het verslag aan de commissie te doen, indien het verslag onjuistheden bevat of niet duidelijk weergeeft hetgeen gezegd is. Een voorstel tot verandering moet voor de in lid 2 genoemde termijn bij de voorzitter zijn ingediend.
De commissie kan inlichtingen en advies inwinnen bij derden. Indien hieraan kosten zijn verbonden is vooraf toestemming nodig van het college.
6 oktober 2009
Het college van de gemeente Nijkerk,
de secretaris, de burgemeester,
mevrouw mr. M.D. Haalstra de heer mr. drs. G.D. Renkema
De Wet werk en bijstand (WWB) en de Wet investeren in jongeren (WIJ) schrijven voor dat de raad in een verordening regels stelt met betrekking tot de cliëntenparticipatie. De vorm waarin de cliëntenparticipatie wordt gegoten is niet wettelijk voorgeschreven. Het wordt aan de gemeenteraden overgelaten of daarvoor een commissie wordt ingesteld of dat de participatie vorm krijgt op een andere manier.
Daarnaast bevatten de wetten IOAW en IOAZ de verplichting voor het college om de cliëntenparticipatie vorm te geven bij de uitvoering van deze wetten.
De juridische vormgeving van de cliëntenparticipatie is in Nijkerk als volgt geregeld.
De raad besluit in de Verordening Cliëntenparticipatie dat er een commissie cliëntenparticipatie moet komen, in te stellen door het college, waarbij de raad aan het college de verplichting oplegt om aan de wettelijke minimumeisen inzake cliëntenparticipatie te voldoen.
Het college regelt vervolgens de instelling, samenstelling en werkwijze van de commissie. Dit reglement is zoveel mogelijk geharmoniseerd met de reglementen van de andere adviescommissies die het college op grond van de Gemeentewet heeft ingesteld. Het college brengt het reglement ter kennis van de raad.
De commissie adviseert aan het college en wordt daarom door het college ingesteld. De raad blijft de bevoegde instantie om de hoofdlijnen van de cliëntenparticipatie vast te stellen. Dit vindt plaats door middel van vaststelling van de Verordening cliëntenparticipatie WWB en WIJ.
De taakomschrijving van de commissie sluit aan bij de wettelijke regeling.
In de samenstelling van de commissie komt tot uiting dat zowel personen uit de doelgroep als vertegenwoordigers van de doelgroep kunnen worden benoemd.
Deze artikelen volgen de systematiek die ook bij andere adviescommissie is toegepast.
Deze artikelen geven invulling aan de wettelijke verplichting om faciliteiten beschikbaar te stellen ten behoeve van de cliëntenparticipatie.
Deze artikelen komen grotendeels overeen met de regeling van de andere adviescommissies. Op de onderwerpen openbaarheid van vergaderingen en spreekrecht voor burgers wordt hier nader ingegaan.
Op grond van artikel 84 lid 3 van de Gemeentewet heeft het college de bevoegdheid om de openbaarheid te regelen met betrekking tot de vergaderingen van de commissie.
In artikel 7 van dit reglement wordt niet gesproken over geheimhouding van stukken. De Gemeentewet heeft hier in artikel 86 al in voorzien. Deze tekst luidt als volgt.
Een commissie kan in een besloten vergadering, op grond van een belang, genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur, omtrent het in die vergadering met gesloten deuren behandelde en omtrent de inhoud van de stukken die aan de commissie worden overgelegd, geheimhouding opleggen. Geheimhouding omtrent het in een besloten vergadering behandelde wordt tijdens die vergadering opgelegd. De geheimhouding wordt door hen die bij de behandeling aanwezig waren en allen die van het behandelde of de stukken kennis dragen, in acht genomen totdat de commissie haar opheft.
Op grond van een belang, genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur, kan de geheimhouding eveneens worden opgelegd door de voorzitter van een commissie, het college en de burgemeester, ieder ten aanzien van stukken die hij aan een commissie overlegt. Daarvan wordt op de stukken melding gemaakt. De geheimhouding wordt in acht genomen totdat het orgaan dat de verplichting heeft opgelegd, dan wel de raad haar opheft.
Artikel 17 van de Verordening op de raadscommissies is van toepassing verklaard. De tekst van dit artikel luidt als volgt.