| Algemeen | |
| Dit hoofdstuk heeft betrekking op leges die de gemeente
kan heffen voor aanvragen in het kader van de: -Woningwet; -Wet ruimtelijke ordening; -Gemeentelijke bouwverordening; -Monumentenwet en de gemeentelijke
monumentenverordening -Besluit brandveilig gebruik bouwwerken
(Gebruiksbesluit). | |
| | |
| Bouwkosten | |
5.1 | Onder bouwkosten wordt in dit hoofdstuk verstaan de
aannemingssom als bedoeld in paragraaf 1, eerste lid,
van de Uniforme administratie voorwaarden voor
uitvoering van werken 1989 (UAV 1989), voor het uit
voeren werk, exclusief omzetbelasting, of voor zover
deze ontbreekt een raming van de bouwkosten, exclusief
omzetbelasting, bedoeld in het normblad NEN 2631,
uitgave 1979, of zoals dit normblad laatstelijk is
vervangen of gewijzigd. Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door
zelfwerkzaamheid geschiedt, wordt in dit hoofdstuk onder
bouwkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het
economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het
tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag
betrekking heeft. Deze bouwkosten moeten door de aanvrager van de
bouwvergunning op het aanvraagformulier worden ingevuld,
kunnen de kosten van het bouwwerk worden vastgesteld
conform de op de datum van binnenkomst van de aanvraag
geldende richtprijzen uit “Missets
taxatieboekje (Her)bouwkosten”. | |
| | |
| Bouwvergunningen | |
5.2 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen
van: | |
5.2.1 | Een verzoek om advies omtrent een vergunningaanvraag
voor ieder daaraan besteed kwartier, met uitzondering
van het eerste kwartier: | € 18,00 |
| Indien een aanvraag tot het verkrijgen van een
bouwvergunning voor een op basis van het advies
uitgewerkt bouwplan in behandeling wordt genomen, worden
de daarvoor geheven leges met deze leges verrekend.
| |
5.2.2 | Een verzoek tot beoordeling van een schetsplan in het
kader van vooroverleg: | 25 % |
| Van het tarief als genoemd in onderdeel 5.2.3. Indien een aanvraag tot het verkrijgen van een
bouwvergunning voor een op basis van het schetsplan
uitgewerkt bouwplan in behandeling wordt genomen, worden
de daarvoor geheven leges met deze leges verrekend; | |
5.2.3 | Een aanvraag tot het verkrijgen van een reguliere en
lichte bouwvergunning als bedoeld in artikel 1, eerste
lid, onderdelen o en p, van de Woningwet, indien de
bouwkosten: | |
5.2.3.a | Minder dan € 5.000,00 bedragen dan | 2,70% |
| van die bouwkosten, doch met een minimum van | € 105,00 |
5.2.3.b | € 5.000,00 of meer doch minder dan € 10.000,00 dan | € 141,00 |
| en vermeerderd met 2,20 % van het bedrag waarmee die
bouwkosten € 5.0000,00 te boven gaan. | |
5.2.3.c | € 10.000,00 of meer, doch minder dan € 50.000,00
dan | € 256,00 |
| en vermeerderd met 1,80 % van het bedrag waarmee die
bouwkosten € 10.000,00 te boven gaan. | |
5.2.3.d | € 50.000,00 of meer, doch minder dan € 250.000,00
dan | € 1.007,00 |
| en vermeerderd met 1,60 % van het bedrag waarmeer die
bouwkosten € 50.000,00 te boven gaan. | |
5.2.3.e | € 250.000,00 of meer, doch minder dan € 500.000,00
dan | € 4.345,00 |
| en vermeerderd met 1,50 % van het bedrag waarmee die
bouwkosten € 250.000,00 te boven gaan. | |
5.2.3.f | € 500.000,00 of meer, doch minder dan € 2.000.000,00
dan | € 8.256,00 |
| en vermeerderd met 1,40 % van het bedrag waarmee die
bouwkosten € 500.000,00 te boven gaan. | |
5.2.3.g | €2.000.000,00 of meer dan | € 30.159,00 |
| en vermeerderd met 1,30 % van het bedrag waarmee die
bouwkosten € 2.000.000,00 te boven gaan, doch met een
maximum van: | € 62.580,00 |
5.2.3.h | Betrekking hebben en dus de aanvraag betrekking heeft op
woningbouw van één en hetzelfde type, welke in één
complex worden uitgevoerd: 1,60 % en berekend op de
volgende wijze: -complex van 1 t/m 5 gelijke woningen, tarief over
volledige bouwsom; -complex van 6 t/m 10 gelijke woningen, tarief over
bouwsom 6 woningen; -complex van 11 t/m 20 gelijke woningen, tarief over
bouwsom 10 woningen; -complex van 21 t/m 30 gelijke woningen, tarief over
bouwsom 18 woningen; -complex van 31 t/m 40 gelijke woningen, tarief over
bouwsom 26 woningen; -complex van 41 t/m 50 gelijke woningen, tarief over
bouwsom 34 woningen; -complex van 51 t/m 60 gelijke woningen, tarief over
bouwsom 42 woningen; en zo vervolgens. Hiervoor geldt geen maximum bedrag aan leges. Etage- en galerijwoningen e.d. worden als één bouwblok
beschouwd, zodat het tarief wordt berekend naar de
totale bouwsom van het bouwblok volgens onderdeel 5.2.3,
onder a t/m g. Hiervoor geldt geen maximum bedrag aan
leges. Alle bedragen worden boven afgerond op hele euro’s. | |
5.2.4 | Een aanvraag tot het verkrijgen van een bouwvergunning
eerste fase als bedoeld in artikel 56a, tweede lid, van
de Woningwet | 50 % |
| van het bedrag berekend naar het tarief en op de wijze
als in onderdeel 5.2.3 bepaald. | |
5.2.5 | Een aanvraag tot het verkrijgen van een gewijzigde
bouwvergunning eerste fase, als bedoeld in artikel 56a,
achtste lid, van de Woningwet: Een bedrag naar het tarief en berekend op de wijze als
bedoeld in onderdeel 5.2.4 bepaald en verminderd met de
voor de primaire bouwvergunning eerste fase berekende
leges, met dien verstande dat in elk geval | € 355,00 |
| is verschuldigd en dat
geen
restitutie van de voor de primaire bouwvergunning eerste
fase betaalde leges plaatsvindt: | |
5.2.6 | Een aanvraag tot het verkrijgen van een bouwvergunning
tweede fase, als bedoeld in artikel 56a, derde lid, van
de Woningwet | 50 % |
| van het bedrag berekend naar het tarief en op de wijze
als in 5.2.3 bepaald en vermeerderd met een bedrag
van | € 710,00 |
5.2.7 | De onder onderdeel 5.2.3, onderscheidenlijk onderdeel
5.2.4, 5.2.5 en 5.2.6 vermelde tarieven worden in
verband met het publiceren van de aanvraag en vergunning
verhoogd met | € 21,00 |
5.2.8 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van
een aanvraag tot verlenging van de geldigheidsduur van
een bouwvergunning met instandhoudingbeperking (artikel
45 Woningwet) | € 80,00 |
5.2.9 | Indien de aanvraag als bedoeld in onderdeel 5.2.2,
5.2.3, onderscheidenlijk 5.2.4 of 5.2.5 in verband met
toetsing aan welstandscriteria door een
welstandscommissie wordt beoordeeld, wordt het tarief
als bedoeld onder genoemde onderdelen verhoogd met leges
die als volgt worden berekend: | |
5.2.9.a | 1,9 promille met een minimum van € 44,00 -in geval de bouwkosten van € 1,00 tot en met €
500.000,00 bedragen; -plus over het gedeelte van de bouwsom van € 500.001,00
t/m € 2.500.000,00 0,6 promille; -plus over het gedeelte van de bouwsom van €
2.500.001,00 t/m € 5.000.000,00 0,25 promille; -plus over het gedeelte van de bouwsom van €
5.000.001,00 en meer 0,11 promille. | |
5.2.9.b | voor woningbouw van één en hetzelfde type, welke in één
complex worden uitgevoerd: -complexen van 1 t/m 5 gelijke woningen tarief volgens
a; -complexen van 6 t/m 10 gelijke woningen tarief over
bouwsom 5 woningen; -complexen van 11 t/m 20 gelijke woningen tarief over
bouwsom 6 woningen; -complexen van 21 t/m 30 gelijke woningen tarief over
bouwsom 8 woningen; -complexen van 31 t/m 40 gelijke woningen tarief over
bouwsom 10 woningen; -complexen van 41 t/m 50 gelijke woningen tarief over
bouwsom 12 woningen; -complexen van 51 t/m 60 gelijke woningen tarief over
bouwsom 14 woningen -en zo vervolgens. Etage- en galerijwoningen e.d. worden als één bouwblok
beschouwd, zodat het tarief wordt berekend naar de
totale bouwsom van het bouwblok | |
5.2.9.c | Voor illegale bouwwerken: 1,5 keer het tarief als
genoemd onder onderdeel 5.2.9.a. | |
5.2.9.d | Voor integrale advisering: -Welstand + 1 extra discipline: 1,8 keer het tarief
zoals genoemd in onder onderdeel 5.2.9.a; -Welstand + meerdere extra disciplines: 2,2 keer het
tarief als genoemd onder onderdeel 5.2.9.a. | |
5.2.9.1 | Het verschuldigde bedrag op grond van de onderdelen
5.2.2 of 5.2.3 wordt indien de aanvraag betrekking heeft
op een licht bouwvergunningplichtig bouwwerk in verband
met de toetsing van de loketcriteria genoemd in de
welstandsnota, waarbij het bouwplan niet is voorgelegd
aan de welstandscommissie, verhoogd met | € 44,00 |
| | |
| Verhogingen/aanvullende
leges | |
5.3 | Het verschuldigde bedrag op grond van onderdeel 5.2 en
de van toepassing zijnde subonderdelen wordt,
indien: | |
5.3.1 | De aanvraag betrekking heeft op een bouwwerk ten aanzien
waarvan artikel 50, derde lid, onderdeel a, van de
Woningwet, verhoogd met | € 152,00 |
5.3.2 | De aanvraag betrekking heeft op een bouwwerk ten aanzien
waarvan artikel 3.6, eerste lid, onderdeel c of artikel
3.38, vierde lid, van de Wet ruimtelijke ordening wordt
toegepast, verhoogd met | € 152,00 |
5.3.3 | De aanvraag betrekking heeft op een bouwwerk ten aanzien
waarvan artikel 3.22 of artikel 3.23 van de Wet
ruimtelijke ordening wordt toegepast, verhoogd met | € 389,00 |
5.3.4 | De aanvraag betrekking heeft op een bouwwerk ten aanzien
waarvan artikel 3.10 of artikel 3.40 van de Wet
ruimtelijke ordening wordt toegepast, verhoogd met het
tarief van onderdeel 5.8.5 van deze tarieventabel. | |
5.3.5 | De aanvraag betrekking heeft op een bouwwerk ten aanzien
waarvan een ontheffing als bedoeld in artikel 6.12,
zesde lid, van de Wet ruimtelijke ordening wordt
verleend | € 500,00 |
5.3.6 | De aanvraag van een bouwvergunning wordt ingediend na
aanvang of gereedkomen van de bouw dan wel tijdens de
behandeling van de aanvraag met de bouw wordt
aangevangen, verhoogd met | 50% |
5.3.7 | De aanvraag van een bouwvergunning krachtens wettelijk
voorschrift slechts kan worden afgehandeld wanneer een
milieukundig bodemrapport als bedoeld in artikel 2.1.5
van de Bouwverordening wordt beoordeel en indien dit
rapport betreft: | |
5.3.7.1 | Een vooronderzoek, voorafgaand aan een verkennend en
nader onderzoek, verhoog met | € 184,00 |
5.3.7.2 | Een verkennend onderzoek volgens NEN 5740, uitgave 1999,
betreft naar de bodemgesteldheid, verhoogd met | € 184,00 |
5.3.7.3 | Een nader onderzoek betreft in het kader van de
saneringsparagraaf van de Wet Bodembescherming | € 184,00 |
5.3.8 | De aanvraag krachtens wettelijk voorschrift slechts kan
worden afgehandeld wanneer een archeologisch
bodemrapport wordt beoordeeld, verhoogd met | € 184,00 |
| | |
5.4 | Teruggaaf | |
5.4.1 | Indien van een verleende vergunning geen gebruik wordt
gemaakt en die vergunning is ingetrokken, wordt op
aanvraag teruggaaf van 25% van de geheven leges, zoals
vermeld in onderdeel 5.2.3, onderscheidenlijk onderdeel
5.2.4, 5.2.5 of 5.2.6 verleend, met dien verstande dat
zij niet minder dan € 47,00 zullen bedragen. | |
5.4.2 | Indien na het in behandeling nemen van een aanvraag tot
het verkrijgen van een vergunning doch voor het verlenen
van de vergunning, deze aanvraag wordt ingetrokken,
wordt op aanvraag teruggaaf van 50% van de geheven
leges, zoals vermeld in onderdeel 5.2.3,
onderscheidenlijk onderdeel 5.2.4, 5.2.5 of 5.2.6
verleend, met dien verstande dat zij niet minder dan €
47,00 zullen bedragen. | |
5.4.3 | Indien de gevraagde vergunning niet wordt verleend,
wordt op aanvraag teruggaaf van 50% van de geheven
leges, zoals vermeld in onderdeel 5.2.3,
onderscheidenlijk onderdeel 5.2.4, 5.2.5 of 5.2.6
verleend, met dien verstande dat zij niet minder dan €
47,00 zullen bedragen. | |
| | |
5.5 | Aanvraag wijziging vergunning als gevolg
van wijziging bouwplan | |
| Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van
een aanvraag tot wijziging van een vergunning als gevolg
van een naar de omstandigheden beoordeeld, geringe
wijziging in het bouwplan | € 161,00 |
| | |
5.6 | Overschrijving
bouwvergunning | |
5.6.1 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van
een aanvraag tot het wijzigen van de tenaamstelling van
een verleende bouwvergunning | € 86,00 |
5.6.2 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van
een aanvraag voor het overdragen van een ontheffing als
bedoeld in artikel 3.23 van de Wet ruimtelijke
ordening. | € 86,00 |
5.7 | Aanlegvergunningen | |
5.7.1 | Begripsbepalingen
aanlegkosten | |
| Onder aanlegkosten wordt in dit hoofdstuk verstaan: de
aanneemsom exclusief omzetbelasting als bedoeld in
paragraaf 1, lid 1 van de Uniforme Administratieve
Voorwaarden voor de uitvoering van werken 1989 (UAV),
voor het uit te voeren werk, of voor zover deze
ontbreekt, een raming van de aanlegkosten, de
omzetbelasting niet inbegrepen. Indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk
door zelfredzaamheid gescheiden wordt in dit hoofdstuk
onder aanlegkosten verstaan: de prijs die aan een derde
in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor
de werken of werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking
heeft. | |
| Aanvraag aanlegvergunning | |
5.7.2 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van
een aanvraag van een vergunning als bedoeld in artikel
3.3 aanhef en onderdeel a of artikel 3.38, derde lid
aanhef en onderdeel a van de Wet ruimtelijke ordening
(aanlegvergunning): | 0,75% |
| aan de aanlegkosten met een minimumtarief van | € 505,00 |
5.7.3 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van
een aanvraag tot wijziging van een aanlegvergunning als
gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeel,
geringe wijziging in het aanlegplan | € 131,00 |
| | |
| Verhogingen | |
5.7.4 | Het verschuldigde bedrag op grond van onderdeel 5.7.2
wordt, indien de aanvraag van een aanlegvergunning: | |
5.7.4.1 | krachtens wettelijk voorschrift slechts kan worden
afgehandeld wanneer een archeologisch bodemrapport,
verhoogd met | € 184,00 |
5.7.4.2 | betrekking heeft op een werk of werkzaamheid ten aanzien
waarvan artikel 3.6, eerste lid, onderdeel a, 3.22, 3.23
of 3.38, vierde lid van de Wet ruimtelijke ordening
wordt toegepast, verhoogd met | € 389,00 |
| | |
5.8 | Bestemmingsplannen, projectbesluiten
en ontheffingen | |
| Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen
van: | |
5.8.1 | een aanvraag voor toepassing van artikel 3.1 van de Wet
ruimtelijke ordening bij een oppervlakte van de bij de
herziening van het bestemmingsplan betrokken
gronden: | |
| -tot 300 m² -van 300 m² tot 1.500 m² -vanaf 1.500 m² | € 4.332,00 € 6.497,00 € 10.672,00 |
5.8.2 | een aanvraag voor het met toepassing van artikel 3.6,
eerste lid, onderdeel a of b van de Wet ruimtelijke
ordening, wijzigen of uitwerken van een
bestemmingsplan | € 2.093,00 |
5.8.3 | een aanvraag van een ontheffing van het geldende
bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid,
onderdeel c of artikel 3.38, vierde lid, van de Wet
ruimtelijke ordening | € 152,00 |
5.8.4 | een aanvraag van een ontheffing van het geldende
bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.22 of artikel
3.23 van de Wet ruimtelijke ordening | € 389,00 |
5.8.5 | een aanvraag tot het verkrijgen van een projectbesluit
als bedoeld in artikel 3.10 van de Wet ruimtelijke
ordening, bij een oppervlakte van de bij het besluit
betrokken gronden: -tot 500 m² -van 500 m² tot 10.000 m² -vanaf 10.000 m² | € 7.193,00 € 11.282,00 € 17.513,00 |
5.8.6 | een besluit tot het buiten toepassing laten van een
beheersverordening als bedoeld in artikel 3.40 van de
Wet ruimtelijke ordening, bij een oppervlakte van de bij
het besluit betrokken gronden: -tot 500 m² -van 500 m² tot 10.000 m² -vanaf 10.000 m² | € 2.804,00 € 4.701,00 € 6.702,00 |
5.8.7 | een aanvraag van een ontheffing van het verbod om
bepaalde werken of werkzaamheden uit te voeren als
bedoeld in artikel 6.12, zesde lid van de Wet
ruimtelijke ordening | € 500,00 |
5.8.8 | een verzoek om advies omtrent een
bestemmingsplanwijziging/-herziening voor ieder daaraan
besteed kwartier, met uitzondering van het eerste
kwartier, € 18,00; indien ene procedure tot een
bestemmingsplanwijziging/-herziening daadwerkelijk wordt
doorlopen, wordt de geheven leges met deze leges
verrekend. | |
5.8.9 | De onder onderdelen 5.8.1 t/m 5.8.7 genoemde bedragen
worden verhoogd met het bedrag van de voorafgaand aan
het in behandeling nemen van de aanvraag aan de
aanvrager medegedeelde externe advieskosten, blijkend
uit een begroting die door de gemeenteambtenaar, bedoeld
in artikel 231, tweede lid, onderdeel b van de
Gemeentewet is opgesteld. Voor de toepassing van
onderdeel 5.8.7 wordt een aanvraag in behandeling
genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de
begroting van de externe advieskosten aan de aanvrager
ter kennis is gebracht. Indien de werkelijke externe
advieskosten minder bedragen dan het aan de hand van de
begroting geraamde bedrag, wordt voor het verschil
teruggaaf verleend. | |
5.9 | Gebruiksvergunning in verband met
brandveiligheid | |
| Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen
van: | |
5.9.1 | een aanvraag voor een gebruiksvergunning voor een
inrichting als bedoeld in artikel 2.1.1 van de
Brandbeveiligingsverordening | € 106,00 |
5.9.2 | een aanvraag voor een gebruiksvergunning als bedoeld in
artikel 2.11.1 van het Besluit brandveilig gebruik
bouwwerken: | |
5.9.2.1 | woningen en woongebouwen met een vloeroppervlakte: -tot 500 m² -vanaf 500 m² | € 1.059,00 € 1.412,00 |
5.9.2.2 | kantoorgebouwen met een vloeroppervlakte: -tot 1.000 m² -vanaf 1.000 m² | € 706,00 € 1.765,00 |
5.9.2.3 | logiesverblijven en logiesgebouwen met een
vloeroppervlakte: -tot 500 m² -vanaf 500 m² | € 1.129,00 € 1.412,00 |
5.9.2.4 | onderwijsgebouwen met een vloeroppervlakte: -tot 1.000 m² -vanaf 1.000 m² tot 2.000 m² -vanaf 2.000 m² | € 706,00 € 1.412,00 € 2.470,00 |
5.9.2.5 | gezondheidszorggebouwen met een vloeroppervlakte: -tot 1.000 m² -vanaf 1.000 m² | € 2.823,00 € 3.529,00 |
5.9.2.6 | stationsgebouwen met een vloeroppervlakte: -tot 1.000 m² -vanaf 1.000 m² | € 1.059,00 € 2.117,00 |
5.9.2.7 | sportgebouwen met een vloeroppervlakte: -tot 2.500 m² -vanaf 2.500 m² | € 1.412,00 € 2.117,00 |
5.9.2.8 | bijeenkomstgebouwen met een vloeroppervlakte: -tot 1.000 m² -vanaf 1.000 m² | € 706,00 € 1.765,00 |
5.9.2.9 | gebouwen ten dienste van de horeca met een
vloeroppervlakte: -tot 500 m² -vanaf 500 m² tot 1.000 m² -vanaf 1.000 m² | € 1.059,00 € 1.412,00 € 2.117,00 |
5.9.2.10 | winkels met een vloeroppervlakte: -tot 500 m² -vanaf 500 m² tot 1.000 m² -vanaf 1.000 m² | € 706,00 € 1.412,00 € 2.117,00 |
5.9.2.11 | industrie- en bedrijfsgebouwen met een
vloeroppervlakte: -tot 1.000 m² -vanaf 1.000 m² tot 5.000 m² -vanaf 5.000 m² | € 706,00 € 1.412,00 € 2.117,00 |
5.9.3 | een beschikking op een aanvraag tot het wijzigen of
intrekken van voorwaarden, verbonden aan de onder
onderdelen 5.9.1 en 5.9.2 bedoelde vergunningen | € 424,00 |
| Teruggaaf | |
5.9.4 | Indien een aanvraag om een gebruiksvergunning wordt
ingetrokken, voordat hierop een beslissing is genomen of
een vergunning wordt geweigerd, wordt op aanvraag
teruggaaf van 50% van de onder onderdelen 5.9.1 en 5.9.2
geheven leges verleend. | |
| | |
5.10 | Sloopvergunning en
sloopmelding | |
| Sloopvergunning | |
5.10.1 | Het tarief voor het in behandeling nemen van een
aanvraag van een sloopvergunning als bedoeld in artikel
8.1.1 van de Bouwverordening, artikel 3.3 aanhef en
onderdeel b, artikel 3.38, derde lid, aanhef en
onderdeel b, van de Wet ruimtelijke ordening of artikel
37, eerste lid van de Monumentenwet 1988 bedraagt: | |
5.10.1.1 | bij een hoeveelheid sloopafval: -vanaf 50 m³ tot 250 m³ -vanaf 250 m³ tot 1.000 m³ -vanaf 1.000 m³ | € 282,00 € 418,00 € 564,00 |
5.10.1.2 | voor de beoordeling van het inventarisatierapport inzake
de aanwezigheid van asbest, als bedoeld in artikel 8.1.2
van de Bouwverordening | € 85,00 |
| | |
| Verhogingen | |
5.10.2 | Het verschuldigde bedrag op grond van onderdeel 5.10.1
wordt, indien de aanvraag van een sloopvergunning: | |
5.10.2.1 | Betrekking heeft op een bouwwerk waarin asbest of een
asbesthoudend product aanwezig is; -tot 100 m² verhoogd met -vanaf 100 m² tot 500 m² verhoogd met -vanaf 500 m² tot 1.500 m² verhoogd met -vanaf 1.500 m² | € 53,00 € 105,00 € 136,00 € 178,00 |
5.10.2.2 | krachtens wettelijk voorschrift slechts kan worden
afgehandeld wanneer een archeologisch bodemrapport wordt
beoordeeld, verhoogd met | € 184,00 |
5.10.2.3 | betrekking heeft op een werk of werkzaamheid ten aanzien
waarvan een ontheffing als bedoeld in artikel 6.12,
zesde lid van de Wet ruimtelijke ordening wordt
verleend, verhoogd met | € 500,00 |
5.10.2.4 | wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de sloop
dan wel tijdens de behandeling van de aanvraag met sloop
wordt aangevangen, verhoogd met | 50% |
5.10.3 | de onder onderdeel 5.10.2 vermelde tarieven worden
verhoogd met vanwege het publiceren van de aanvraag en
vergunning. | € 21,00 |
| | |
| Sloopmelding | |
5.10.4 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van
een sloopmelding als bedoeld in artikel 8.2.1 van de
Bouwverordening | € 83,00 |
| | |
| Teruggaaf | |
5.10.5 | Wanneer een aanvrager zijn aanvraag intrekt terwijl deze
al in behandeling is genomen door de gemeente Nijkerk,
wordt 50% van de voor het in behandeling nemen van de
aanvraag verschuldigde leges bedoeld in de onderdelen
5.10.1 t/m 5.10.3 teruggegeven, met dien verstande dat
minimaal verschuldigd blijft | € 47,00 |
5.10.6 | Wanneer de gemeente Nijkerk een sloopvergunning weigert,
wordt 50% van de verschuldigde leges bedoeld in de
onderdelen 5.10.1 t/m 5.10.3 teruggegeven, met dien
verstande dat minimaal verschuldigd blijft | € 47,00 |
| | |
5.11 | Monumentenvergunning | |
5.11.1 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van
een aanvraag van een monumentenvergunning als bedoeld in
artikel 11 van de Monumentenwet 1988 of artikel 10 van
de Monumentenverordening Nijkerk 2005, indien de kosten
met betrekking tot wijziging, herstel, enz.: -tot € 5.000,00 -vanaf € 5.000,00 tot € 25.000,00 -vanaf € 25.000,00 tot € 50.000,00 -vanaf € 50.000,00 tot € 100.000,00 -vanaf € 100.000,00 0,75% van de kosten met een maximum
van | € 110,00 € 215,00 € 433,00 € 647,00 € 845,00 |
5.11.2 | De onder onderdeel 5.11.1 vermelde tarieven worden
verhoogd met in verband met het publiceren van de
aanvraag en de vergunning | € 21,00 |
| | |
| Verhoging | |
5.11.3 | Het verschuldigde bedrag op grond van onderdeel 5.11.1
wordt, indien de aanvraag van een monumentenvergunning
wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de
werkzaamheden dan wel tijdens de behandeling van de
aanvraag met de werkzaamheden wordt aangevangen,
verhoogd met | 50% |
| | |
| Teruggaaf | |
5.11.4 | Indien een aanvraag van een monumentenvergunning wordt
ingetrokken voordat hierop een beslissing is genomen of
een vergunning wordt geweigerd, wordt op aanvraag
teruggaaf van 50% van de onder onderdelen 5.11.1 en
5.11.2 geheven leges verleend. | |
| | |
5.12 | Overig | |
5.12.1 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van
een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, een
ontheffing, een vrijstelling of een andere beschikking
voor zover daarvoor niet elders in dit hoofdstuk een
tarief is opgenomen | € 83,00 |
5.12.2 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van
een aanvraag tot het vestrekken van bouwdossiers, ter
vervaardiging door de aanvrager zelf van A3 en A4
fotokopieën van tekeningen uit deze dossiers, bij
jaarabonnement | € 59,00 |
5.12.3 | Alle tarieven genoemd in dit hoofdstuk 5 worden naar
boven afgerond op hele euro’s. | |