Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Leeuwarden

Nadere regels inrichtingen

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Leeuwarden
Officiële naam regelingNadere regels inrichtingen
CiteertitelNadere regels inrichtingen
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpalgemeen
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Arbeidsomstandighedenbesluit
  2. Bouwbesluit
  3. Bouwverordening Leeuwarden

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

1.Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

30-07-200918-12-2015nieuwe regeling

02-06-2009

Huis aan Huis; 29 juli 2009

-

Tekst van de regeling

Nadere regels Seksinrichtingen

Burgemeester en wethouders van de gemeente Leeuwarden;

gelet op artikel 3:3 van de Algemene plaatselijke verordening Leeuwarden;

gelet op het Arbeidsomstandighedenbesluit, het Bouwbesluit en de Bouwverordening Leeuwarden;

BESLUITEN:

vast te stellen de volgende nadere regels:

Artikel 1 Afmeting en inrichting werkruimte en kleedruimte

  • 1. In de werkruimte moet een in goede staat verkerend bed of rustbank aanwezig zijn.

  • 2. In een prostitutiebedrijf moet, een voor iedere prostituée afsluitbare hang-/legkast in de werkruimte, aanwezig zijn.

Artikel 2 Afmeting en gevelbeslag vitrine

De vitrine moet een nuttige oppervlakte van ten minste 2 m² en een gevelbeslag van ten minste 1,50 meter per prostituée hebben.

Artikel 3 Dagverblijf en keuken

  • 1. In een prostitutiebedrijf waar vijf of meer werkruimten zijn, moet een dagverblijf voor de prostitué(es) aanwezig zijn. Het dagverblijf moet een oppervlakte hebben van ten minste 16 m² en een breedte van ten minste 3,35 meter.

  • 2. In een prostitutiebedrijf waar vijf of meer werkruimten zijn, moet een keuken ten behoeve van het bereiden van maaltijden aanwezig zijn. De keuken moet een oppervlakte hebben van ten minste 5 m² en een breedte van ten minste 1,80 meter.

  • 3. Hetdagverblijf en de keuken mogen niet voor prostitutiearbeid worden gebruikt.

Artikel 4 Wasbakken badruimte

  • 1. In de werkruimte dient een wasbak met warm en koud stromend water aanwezig te zijn. De wasbakken moeten zindelijk worden gehouden, functioneel zijn geplaatst en van het benodigde zijn voorzien.

  • 2. In een prostitutiebedrijf dient per vijf werkruimten tenminste één badruimte, waaronder mede wordt verstaan een doucheruimte en één toilet of een combinatie van badruimte met toilet, aanwezig te zijn.

  • 3. Indien in het prostitutiebedrijf meer dan vijf werkruimten aanwezig zijn, moet het aantal badruimten per vijf werkruimten worden vermeerderd met één. Voor de berekening van het aantal badruimten dient het aantal werkruimten naar boven te worden afgerond op een veelvoud van vijf.

  • 4. De badruimten moeten zindelijk worden gehouden, doelmatig zijn ingericht, beschikken over warm en koud stromend water en van het benodigde zijn voorzien.

Artikel 5 Toiletten

  • 1. In een prostitutiebedrijf moet ten minste één toilet zijn.

  • 2. In een prostitutiebedrijf met vijf of meer werkruimten moeten ten minste twee toiletten naar sekse gescheiden aanwezig zijn en van een duidelijk opschrift, aanduidende de sekse, waarvoor zij bestemd zijn, voorzien zijn.

  • 3. Indien in het prostitutiebedrijf meer dan vijf werkruimten aanwezig zijn, moet het aantal toiletten per vijf werkruimten worden vermeerderd met één. Voor de berekening van het aantal toiletten dient het aantal werkruimten naar boven te worden afgerond op een veelvoud van vijf.

  • 4. De toiletten moeten zindelijk worden gehouden, doelmatig zijn ingericht, voldoende zijn geventileerd en van het benodigde zijn voorzien. Een toilet moet overdekt zijn en zodanig zijn afgesloten dat het bij gebruik behoorlijke afzondering waarborgt. Een toilet moet zijn voorzien van een goed werkende doorspoelinrichting met een stankafsluiting.

Artikel 6 Bed- en handlinnen

  • 1. Het bedlinnen in de werkruimten moet dagelijks worden verschoond.

  • 2. Het handlinnen moet na gebruik door schoon handlinnen worden vervangen.

Artikel 7 Zindelijkheid ruimten

De ruimten in een prostitutiebedrijf die door deprostitué(e) worden gebruikt moeten zindelijk en zoveel mogelijk vrij van stof worden gehouden .

Artikel 8 Ontvluchtings- en alarmeringsgelegenheid

  • 1. De toegangsdeur(en) van een werkruimte dienen van binnenuit ten alle tijde te openen te zijn.

  • 2. Het bepaalde in het tweede lid is niet van toepassing indien een toegangsdeur van een werkruimte is gelegen aan de weg.

  • 3. Een werkruimte waarvan de toegangsdeur is gelegen aan de weg moet in open verbinding staan met andere ruimten.

  • 4. Indien het bepaalde in het derde lid niet mogelijk is of niet kan worden gevergd, dienen maatregelen te worden getroffen waardoor de veiligheid van de prostitué(es) anderszins wordt gewaarborgd.

Artikel 9 Hulp bij ongevallen

  • 1. Voor het verlenen van eerstehulp bij ongevallen moeten voldoende en doelmatige middelen beschikbaar en direct voor gebruik bereikbaar zijn.

  • 2. Op de trommels, kisten of kasten waarin de middelen verpakt zijn, moet duidelijk door een opschrift of door een gebruikelijk kenteken aangegeven zijn dat zij middelen voor eerste hulp bij ongevallen bevatten.

Artikel 10 Gezondheid

  • 1. De exploitant van een prostitutiebedrijf verleent medewerking aan voorlichtingsactiviteiten van de gemeentelijke gezondheidsdienst en andere hulpverleningsinstellingen gericht op verbetering van de gezondheidssituatie van de bij hem werkzame prostitué(es).

  • 2. De exploitant draagt zorg voor de verspreiding onder de bij hem werkzame prostitué(es) van voor hen toegankelijk voorlichtings- en informatiemateriaal, over de gezondheidsrisico's van hun werk en over de aanwezigheid en bereikbaarheid van de gezondheidszorg- en hulpverleningsinstellingen.

  • 3. De exploitant van een prostitutiebedrijf draagt er zorg voor dat in de werkruimten te allen tijde wettelijk goedgekeurde condooms voor gebruik beschikbaar zijn.

  • 4. Het is de exploitant van een prostitutiebedrijf verboden door middel van handelsreclame kenbaar te maken dat de in het prostitutiebedrijf werkzame prostitué(es) niet geïnfecteerd zijn met een seksueel overdraagbare aandoening.

  • 5. In geval van besmetting van het bedrijf met ongedierte moet de exploitant van het prostitutiebedrijf terstond alle noodzakelijke maatregelen treffen ter beëindiging van die besmetting.

Artikel 11 Geneeskundig onderzoek

  • 1. De exploitant van een prostitutiebedrijf stelt de bij hem werkzame prostitué(e) in de gelegenheid zich geregeld geneeskundig op seksueel overdraagbare aandoeningen en overige aan het beroep gerelateerde klachten door een arts te laten ontdekken.

  • 2. De exploitant van een prostitutiebedrijf betaalt de kosten van het door een arts verrichte geneeskundig onderzoek op seksueel overdraagbare aandoeningen van de bij hem werkzame prostitué(e).

  • 3. Indien een arts vast verbonden is aan een prostitutiebedrijf, meldt de exploitant de gemeentelijke gezondheidsdienst schriftelijk naam en adres van die arts.

  • 4. De prostitué(e) is vrij in haar keuze welke arts zij bezoekt.

  • 5. Burgemeester en wethouders kunnen nadere regels stellen voor de wijze waarop de arts bedoeld in het derde lid het geneeskundig onderzoek op seksueel overdraagbare aandoeningen bij een prostitué(e) moet verrichten.

Artikel 12 Vrijheid van de prostitué(e)

  • 1. De exploitant van een prostitutiebedrijf is verplicht een bedrijfsbeleid te voeren waarin de toepassing van veilige sekstechnieken en het zelfbeschikkingsrecht van de prostitué(e) centraal staan.

  • 2. Het bedrijfsbeleid wordt in ieder geval geacht niet aan deze uitgangspunten te voldoen indien de prostitué(e) geen klanten en (seksuele) handelingen mag weigeren, verplicht is met klanten mee te drinken en verplicht is om, indien daarom wordt verzocht, zonder condoom te werken.

Artikel 13 Verplichting tot medewerking

De exploitant van een prostitutiebedrijf is verplicht medewerking te verlenen aan toezichthouders van GGD Fryslân voor het uitvoeren van jaarlijkse inspecties voor de hygiëne van prostitutiebedrijven volgens een door het college aangewezen richtlijn.

Artikel 14 Slotbepaling

De nadere regels treden in werking op een door burgemeester en wethouders nader te bepalen datum.

Toelichting bij de nadere regels op grond van artikel 3:3 met het oog op de in artikel 3:2 genoemde belangen.

Dat wat al in het Arbeidsomstandighedenbesluit is opgenomen is in de gewijzigde Nadere regels niet nogmaals opgenomen. Een groot deel van de overgebleven regels worden in het kader van de hygiënische toets door de GGD gecontroleerd. De overige regels zijn gerelateerd aan het Bouwbesluit en de Bouwverordening.

Artikel 1 Afmeting en inrichting werkruimte en kleedruimte

De afmetingen van de werkruimte wordt al geregeld in het Arbeidsomstandighedenbesluit. Regeling in deze Nadere regels is niet meer noodzakelijk.

De inrichting van de werkruimte moet bestaan uit een in goede staatverkerend bed of rustbank en een hang/legkast. De kast kan ook een plaats krijgen in een afzonderlijk in te richten kleedruimte.

Artikel 2 Afmeting en gevelbeslag vitrine

De vitrine kan aldan niet deel uitmaken van een werkruimte. Om enige leefruimte in de vitrine te hebben is een gevelbeslag van ten minste 1,50 m nodig. De voorgeschreven afmeting bewerkstelligt daarnaast dat er voldoende mogelijkheden voor toetreding van daglicht en uitzicht naar buiten zijn. Vitrines die in een deuropening zijn gemaakt en vaak niet meer ruimte bieden dan voor het plaatsen van een barkruk zijn met deze bepaling tegen te gaan. Dit artikel is gerelateerd aan het Bouwbesluit en de Bouwverordening net als het volgende artikel.

Artikel 3 Dagverblijf en keuken

De aanwezigheid van een dagverblijf en een keuken betreffen de omstandigheden, waaronder de werkzaamheden kunnen worden uitgevoerd. Het is een voorschrift dat is terug te voeren op de voorschriften in het Arbeidsomstandighedenbesluit. De bestaande situaties voldoen hier aan.

Artikelen 4, 5, 6 en 7 Wasbakken en badruimte. Toiletten en bed- en handlinnen.

De voorschriften voor de toiletten en de bijbehorende wasbakken zijn gebaseerd op het Arbeidsomstandighedenbesluit net als de voorschriften voor badruimten.

Bij de verhouding tussen het aantal werkruimte en bouwlagen en het aantal badruimten en toiletten is het voorstelbaar dat andere verhoudingsgetallen worden gekozen. De opgenomen getallen waarborgen een redelijkerwijs te verlangen voorzieningenniveau. Het voorschrift van het benodigde voorzien, duidt op de aanwezigheid van handdoeken en zeep.

De bepaling over het bed- en handlinnen is van dezelfde orde. Alleen door toezicht en controle kan deze regel enige betekenis krijgen. Hierop wordt jaarlijks gecontroleerd.

Artikel 8 Ontvluchtings- en alarmeringsgelegenheid

De basis voor het artikel is het Arbeidsomstandighedenbesluit. Hierin is opgenomen dat toegangsdeuren van een werkruimte van binnenuit afsluitbaar zijn. De werkruimten dienen echter ten alle tijde van binnenuit te openen te zijn. Voor aan de weg gelegen toegangsdeuren is uiteraard een uitzondering nodig. De werkruimte moet dan wel in open verbinding staan met een andere ruimte of over voorzieningen beschikken die de veiligheid waarborgen, zoals bijvoorbeeld een alarmeringsinstallatie.

Artikel 9 Hulp bij ongevallen

Dit artikel spreekt voor zich.

Artikel 12 en 13 Gezondheid en geneeskundig onderzoek

Deze bepalingen kennen geen vergelijkbaar voorschrift in het Arbeidsomstandighedenbesluit. Gelet op de doelstelling van de verordeningsbepalingen in dit hoofdstuk kan een bepaling die gezondheidsaspecten regelt niet ontbreken. Uit onderzoek is gebleken dat een derde van de prostituées niet erg te spreken is over de contacten met de vaste arts. De bezwaren betreffen de kosten en slechte toerusting van de artsen voor geslachtsziektecontrole. Gemeentelijke gezondheidsdiensten worden in het onderzoek als een alternatief gezien voor de clubartsen. De zorg hoeft zich niet te beperken tot de controle op SOA's (inclusief Aids), maar kan zich eveneens uitstrekken tot de signalering van andere klachten die kunnen samenhangen met het beroep (als klachten van het houdings- en bewegingsapparaat, alcohol- en druggebruik, geweld). Ten aanzien van lichamelijke en ook psychische klachten, die volgens het rapport eigenlijk niet op het terrein van de gezondheidsdiensten liggen, wordt aanbevolen samenwerkingscontacten op te bouwen met (gemeentelijke) vrouwengezondheidscentra. Bij het SOA-onderzoek neemt het onderzoek naar aids een aparte plaats in.

De keuze van de vaste arts is aan de exploitant. Deze is in de bepaling verantwoordelijk gesteld voor het bieden van de gelegenheid tot geneeskundig onderzoek. De betrokken arts moet bekend zijn bij de gemeentelijke gezondheidsdienst. In de praktijk is het zo dat de exploitant verwijst naar het spreekuur van de GGD op de Weaze. Deskundigen adviseren dat een prostituée altijd het recht moet hebben om een onafhankelijke arts te bezoeken. De kosten van het door de vaste arts en van de onafhankelijke arts uit te voeren onderzoek komen voor rekening van de exploitant. De exploitant is ook verantwoordelijk voor het beschikbaar stellen van goedgekeurde condooms en voor de beëindiging van de besmetting door ongedierte van de prostitutie-inrichting. De wettelijke eisen waaraan een condoom moet voldoen zijn opgenomen in het Besluit rubbercondooms (Stb. 1979, 498). Voorts is hij verantwoordelijk voor het verspreiden van voor de bij hem werkzame prostitué(e)s toegankelijk voorlichtings- en informatiemateriaal. De eis van toegankelijkheid kan in sommige gevallen leiden tot het beschikbaar stellen van anderstalig materiaal.

Artikel 12 Vrijheid van de prostitué(e)

De exploitant heeft de verplichting de vrijheid van de prostitué(e) te waarborgen. De bepaling somt daartoe een aantal voorwaarden op die het de prostitué(e) mogelijk maakt over enige essentiële humane waarden en gezondheidsregels zelfstandig beslissingen te nemen.

Artikel 13 Verplichting tot medewerking

Deze bepaling is opgenomen om medewerking te krijgen voor het houden van jaarlijkse inspecties door GGD Fryslân betreffende de hygiëne in prostitutiebedrijven. Naast de jaarlijkse inspectie zal de GGD de inspectie in de vorm van een audit uitvoeren bij de periodieke 3-jaarlijkse verlenging van de geschiktheidsverklaring voor het bedrijf.