Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Utrecht

Luchthavenregeling luchthaven Lopikerweg West nabij nummer 77 in Cabauw, gemeente Lopik. Besluit van Provinciale Staten van Utrecht van 10 september 2012 (nr. 80B1AD78) houdende vaststelling van de luchthavenregeling luchthaven Lopikerweg West nabij nummer 77 in Cabauw, gemeente Lopik

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieUtrecht
OrganisatietypeProvincie
Officiële naam regelingLuchthavenregeling luchthaven Lopikerweg West nabij nummer 77 in Cabauw, gemeente Lopik. Besluit van Provinciale Staten van Utrecht van 10 september 2012 (nr. 80B1AD78) houdende vaststelling van de luchthavenregeling luchthaven Lopikerweg West nabij nummer 77 in Cabauw, gemeente Lopik
CiteertitelLuchthavenregeling luchthaven Lopikerweg West nabij nummer 77 in Cabauw, gemeente Lopik.
Vastgesteld doorprovinciale staten
Onderwerpmilieu
Eigen onderwerpmilieu, vergunningen/ontheffingen, openbare orde en veiligheid, verkeer en vervoer

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Wet luchtvaart, art. 8.64
  2. Provinciewet, art. 145

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

11-09-201211-09-2015Nieuwe regeling

10-09-2012

Provinciaal blad, 2012, 35

80B1AD78

Tekst van de regeling

Intitulé

Luchthavenregeling luchthaven Lopikerweg West nabij nummer 77 in Cabauw, gemeente Lopik. Besluit van Provinciale Staten van Utrecht van 10 september 2012 (nr. 80B1AD78) houdende vaststelling van de luchthavenregeling luchthaven Lopikerweg West nabij nummer 77 in Cabauw, gemeente Lopik

Luchthavenregeling luchthaven Lopikerweg West nabij nummer 77 in Cabauw, gemeente Lopik. Besluit van Provinciale Staten van Utrecht van 10 september 2012 (nr. 80B1AD78) houdende vaststelling van de luchthavenregeling luchthaven Lopikerweg West nabij nummer 77 in Cabauw, gemeente Lopik Provinciale Staten van Utrecht; Gelezen het voorstel van Gedeputeerde Staten van 10 juli 2012, nr. 80B1ACCE inzake de luchthavenregeling voor een luchthaven voor gyroplanes aan de Lopikerweg West nabij nummer 77 te Cabauw; Gelet op artikel 8.64 van de Wet luchtvaart en artikel 145 van de Provinciewet; Gezien de aanvraag, ontvangen op 25 oktober 2011 en aangevuld op 6 november 2011, van de heer A.A.M. Zuidgeest om een luchthavenregeling voor gyroplanes (ook wel gyrocopters genoemd) welke voldoen aan de geluidsnorm van minder dan 68 dB(A) overflight conform het geluidcertificaat voor de betreffende gyroplanes in de zin van het Besluit luchtvaartuigen 2008, aan de Lopikerweg West nabij nummer 77 te Cabauw; Overwegende:  dat wordt voldaan aan de Luchtvaartnota provincie Utrecht, het Besluit Burgerluchthavens en de Regeling Burgerluchthavens; dat deze luchthavenregeling als paragraaf 3.2.4 onderdeel uitmaakt van hoofdstuk 3 van de Luchtvaartverordening provincie Utrecht; Besluiten vast te stellen de volgende luchthavenregeling:

Paragraaf 3.2.4.1 - algemeen

Artikel 3.2.4.1.1

Deze regeling is van toepassing op de luchthaven aan de Lopikerweg West nabij nummer 77 te Cabauw 3411 AR, kadastraal bekend gemeente Lopik, sectie L, nummer 115, met ETRS 89 lengte en breedte coördinaten 51°58’15.70’’N en 4°53’17.22’’O, zoals aangegeven op de bij deze regeling behorende tekening.

Artikel 3.2.4.1.2

De exploitant van de luchthaven zoals genoemd in artikel 3.2.4.1.1 is de heer A.A.M. Zuidgeest.  

Artikel 3.2.4.1.3

Van de luchthaven mag uitsluitend gebruik worden gemaakt voor het landen en opstijgen met gyroplanes (ook wel gyrocopters genoemd) welke voldoen aan de geluidsnorm van minder dan 68 dB(A) overflight conform het geluidcertificaat voor de betreffende gyroplanes in de zin van het Besluit luchtvaartuigen 2008.

Artikel 3.2.4.1.4

De luchthaven mag uitsluitend door de exploitant worden gebruikt voor het landen en opstijgen met gyroplanes. Gedurende maximaal 10 dagen per kalenderjaar mag één door de exploitant aangewezen gastvlieger de luchthaven voor het landen en opstijgen met een gyroplane gebruiken. Er mogen voorafgaande aan het opstijgen of na het landen maximaal 2 toestellen tegelijk aanwezig zijn. Er mag slechts met 1 toestel tegelijk worden opgestegen en geland.  

Artikel 3.2.4.1.5

De aanvraag en de bijgevoegde bescheiden maken onderdeel uit van deze luchthavenregeling, tenzij de voorwaarden van deze luchthavenregeling anders bepalen.

Artikel 3.2.4.1.6

Naast deze regeling zijn de regels en voorschriften uit de Wet luchtvaart en Regeling veilig gebruik luchthavens en andere terreinen van toepassing en moet er zorg voor worden gedragen dat de luchthaven in overeenstemming met deze regels en voorschriften ingericht en gebruikt wordt.  

Artikel 3.2.4.1.7

De exploitant zorgt voor afdoende voorzorgsmaatregelen om het publiek op een veilige afstand van het terrein te houden.

Artikel 3.2.4.1.8

De exploitant dient er zorg voor te dragen dat er voor de voertuigen waarmee de passagiers naar en van de start- en landingslocatie worden gebracht voldoende parkeergelegenheid is.

Paragraaf 3.2.4.2 - regels voor het luchthavenluchtverkeer

Artikel 3.2.4.2.1

Op de luchthaven mogen in het gebruiksjaar 2012 maximaal 100 vliegbewegingen (elke landing of opstijging is een afzonderlijke vliegbeweging) worden gemaakt en in de daaropvolgende gebruiksjaren maximaal 150 vliegbewegingen. Het aantal vliegbewegingen op de luchthaven bedraagt ten hoogste 30 per kalendermaand en ten hoogste 4 per dag. Indien op de luchthaven op 2 aaneengesloten dagen wordt opgestegen en/of geland, zal daarna op minimaal 1 dag niet op de luchthaven worden opgestegen en/of geland.  

Artikel 3.2.4.2.2

De luchthaven mag uitsluitend voor privédoeleinden worden gebruikt. De luchthaven wordt niet commercieel gebruikt.

Artikel 3.2.4.2.3

Van de luchthaven mag uitsluitend gebruik worden gemaakt tijdens de uniforme daglichtperiode, zoals beschreven in het besluit van 18 december 1992, houdende regelen ter bevordering van de veiligheid en de regelmaat van het luchtverkeer (Luchtverkeersreglement).

Paragraaf 3.2.4.3 - rapportageverplichtingen

Artikel 3.2.4.3.1

Het gebruiksjaar betreft het kalenderjaar.

Artikel 3.2.4.3.2

Door de exploitant wordt binnen 12 uur na elke vliegbeweging in een logboek onder andere het tijdstip van landen of opstijgen, het merk, soort en identificatienummer van het luchtvaartuig, de naam van de piloot en eventuele bijzonderheden en calamiteiten vastgelegd.

Artikel 3.2.4.3.3

Binnen 4 weken na het einde van een gebruiksjaar dient de exploitant een rapportage over te leggen aan Gedeputeerde Staten van de provincie Utrecht over het gebruik van de luchthaven gedurende het gebruiksjaar.

Artikel 3.2.4.3.4

De in artikel 3.2.4.3.3 genoemde rapportages moeten worden goedgekeurd door Gedeputeerde Staten van de provincie Utrecht. Het doel van deze rapportages is het inzicht verkrijgen in het gebruik van de luchthaven.

Paragraaf 3.2.4.4 – inwerkingtreding en geldigheid

Artikel 3.2.4.4.1

Deze luchthavenregeling treedt in werking op de dag na de dag van publicatie in het Provinciaal Blad en treedt conform artikel 8.49 Wet luchtvaart niet in werking dan nadat de Minister van Infrastructuur en Milieu heeft verklaard dat het veilig gebruik van het luchtruim door het luchthavenluchtverkeer is gewaarborgd.

Artikel 3.2.4.4.2

Deze luchthavenregeling geldt voor een periode van drie jaar na inwerkingtreding ervan.

Provinciale Staten van Utrecht

R.C. ROBBERTSEN, voorzitter. L.C.A.W. GRAAFHUIS, griffier. Uitgegeven 10 september 2012 Gedeputeerde Staten van Utrecht, namens hen H. GOEDHART, secretaris  

Bijlage 1 Overwegingen

Algemeen: Luchthavenregeling Op 1 november 2009 is de wet ‘Regelgeving Burgerluchthavens en Militaire Luchthavens’ (hierna: RBML) in werking getreden, waardoor de Wet luchtvaart ingrijpend is gewijzigd. Door deze wijzigingen zijn de provincies bevoegd om beslissingen te nemen over het zogenaamde ‘landzijdige’ gebruik van het luchthaventerrein. Hieronder vallen de milieugebruiksruimte (geluid, externe veiligheid, aantal vliegbewegingen) en de ruimtelijke inpassing. Ook de handhaving van de besluiten met betrekking tot ‘landzijdige’ aspecten is een provinciale verantwoordelijkheid. De invulling van deze nieuwe bevoegdheid door de provincie omvat het opstellen van en handhaven op luchthavenbesluiten, luchthavenregelingen en ontheffingen voor luchtvaartactiviteiten van tijdelijke en uitzonderlijke aard. De ‘luchtzijdige’ aspecten, oftewel het luchtruimgebruik, blijven onder de bevoegdheid van de rijksoverheid, zijnde het Ministerie van Infrastructuur en Milieu en de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT). Het Ministerie is de regelgever en de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) en het KLPD zijn de handhavende en toezichthoudende instanties op naleving van de luchtvaart wet- en regelgeving. De onderhavige luchthavenregeling betreft een nieuw initiatief voor het landen en opstijgen met gyroplanes (ook wel gyrocopters genoemd) vanaf een luchthaven (grasbaan) aan deLopikerweg West nabij nummer 77 te Cabauw, bestaande uit een gedeelte van een perceel dat kadastraal bekend is onder: gemeente Lopik, sectie L, nummer 115. Er wordt geen landingsterrein aangelegd in de vorm van verharding en dergelijke; er wordt slechts gebruik gemaakt van een al bestaand grasland. Ingevolge artikel 8.49 van de Wet luchtvaart treedt een luchthavenregeling niet in werking dan nadat onze Minister van Infrastructuur en Milieu heeft verklaard dat het veilig gebruik van het luchtruim door het luchthavenluchtverkeer is gewaarborgd. Wij hebben de Minister gevraagd om een advies betreffende de haalbaarheid (pré-toets) verklaring veilig gebruik luchtruim voor de af te geven luchthavenregeling. Hierop hebben wij op 21 december 2011 het positieve advies ontvangen. Vervolgens kunnen wij na vaststelling van deze luchthavenregeling de Minister verzoeken om een om een verklaring veilig gebruik luchtruim af te geven. Daarna kan van deze luchthavenregeling gebruik worden gemaakt. In Artikel 3.2.4.4.1 van deze luchthavenregeling is namelijk bepaald dat deze luchthavenregeling in werking treedt op de dag na de dag van publicatie in het Provinciaal Blad en conform artikel 8.49 Wet luchtvaart niet in werking treedt dan nadat de Minister van Infrastructuur en Milieu heeft verklaard dat het veilig gebruik van het luchtruim door het luchthavenluchtverkeer is gewaarborgd. Overwegingen Luchthavenregeling luchthaven Lopikerweg West nabij nummer 77 in Cabauw Luchthavenbesluit of luchthavenregeling Een luchthavenregeling is aan de orde, indien de geluidcontour van 56 dB(A) LDEN zich niet buiten het luchthavengebied bevindt. Gebaseerd op het type luchtvaartuig (gyroplane) en het maximum aantal vliegbewegingen dat is vastgesteld voor deze luchthaven, zal de 56 dB(A) LDEN geluidscontour zich niet buiten het luchthavengebied vormen. De 56 dB(A) LDEN contour is bepaald met het LDEN Tool, gemaakt door Adecs Airinfra te Delft, in opdracht van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu. Daarnaast dient voor het vaststellen van een luchthavenregeling de 10-6 PR externe veiligheidscontour binnen het luchthavengebied te blijven. Het Plaatsgebonden Risico (PR) is de kans dat gedurende een periode van één jaar een persoon overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongeval, waarbij die persoon zich permanent en onbeschermd op een bepaalde plaats bevindt. Het PR wordt grotendeels bepaald door: - Ongevalkans (kans per vliegtuigbeweging op een ongeval van een bepaald type luchtvaartuig); - Aantal vliegbewegingen; - Letaliteit (kans op overlijden als rechtstreeks gevolg van een ongeval voor iemand die zich in het ongevalgevolggebied bevindt; voor licht vliegverkeer is dit kleiner dan 13%); - Maximum Take-Off Weight (MTOW maximaal startgewicht van een luchtvaartuig) licht vliegverkeer kleiner dan 5700 kg). Wij hebben de aangevraagde activiteiten vergeleken met die van een andere luchthaven waarvoor wij een soortgelijke regeling opstellen. Uit deze vergelijking blijkt dat er bij de andere luchthaven inzet plaatsvindt van een veel zwaarder luchtvaartuig en dat er veel meer vliegbewegingen plaatsvinden. Bij beoordeling van de veiligheidsaspecten bleek dat op de andere locatie de 10-6 PR externe veiligheidscontour ruim binnen het luchthavengebied blijft. Op grond van deze bevinding hebben wij vastgesteld dat de 10-6 PR externe  veiligheidscontour van de aangevraagde activiteiten verwaarloosbaar klein zal zijn en dat deze zich zeker niet buiten het luchthavengebied zal uitstrekken. Wij achten het dan ook niet noodzakelijk een nader onderzoek naar de ligging van de 10-6 PR externe veiligheidscontour van de aangevraagde activiteiten uit te voeren. Wij concluderen hieruit dat voor de luchthaven Lopikerweg West nabij nummer 77 in Cabauw geen luchthavenbesluit maar een luchthavenregeling moet worden afgegeven. Toetsing aan het provinciale Luchtvaartnota De Provinciale Staten van Utrecht moet luchthavenregelingen bij verordening vaststellen voor de bestaande luchthavens voor de kleine en recreatieve luchtvaart. Aanvragen voor nieuwe luchthavens en het omzetten van bestaande ontheffingen op grond van artikel 14 van de Luchtvaartwet worden getoetst aan de Luchtvaartnota provincie Utrecht, welke op 26 oktober 2009 door Provinciale Staten is vastgesteld. Lokale omstandigheden De luchthaven betreft een weiland met gras, waar vanaf wordt opgestegen en geland met een gyroplane. Dit is een nieuwe activiteit op deze locatie. Voorafgaande aan deze Luchthavenregeling hebben wij voor dezelfde locatie een z.g. TUG-ontheffing (een ontheffing voor tijdelijk en uitzonderlijk gebruik) afgegeven aan dezelfde aanvrager zijnde de exploitant van de luchthaven. Door middel van de TUG-ontheffing heeft de exploitant van de luchthaven alvast de mogelijkheid om gedurende maximaal 12 dagen in de jaren 2011 en 12 dagen in het jaar 2012 het terrein te kunnen gebruiken. Ons zijn geen klachten bereikt over deze activiteiten. Volgens de Natuurkaart, behorende bij de Luchtvaartnota provincie Utrecht, is de betreffende locatie niet gelegen in een in de Luchtvaartnota aangewezen natuur- of stiltegebied. Gevolgen voor milieu (geluid, externe veiligheid) Op grond van de Luchtvaartnota mogen binnen 500 meter van woningen of andere geluidgevoelige bestemmingen geen gemotoriseerd landen of starten van luchtvaartuigen plaatsvinden, tenzij aangetoond wordt dat de beoogde luchtvaartactiviteiten geen negatief effect hebben op de leefomgeving van woningen of andere geluidgevoelige bestemmingen. De dichtstbijzijnde woning is op 670 meter afstand gelegen. Hierdoor kan voldaan worden aan de regels voor wat betreft geluid, zoals in de Luchtvaartnota zijn vastgelegd. Met berekeningen van de aangevraagde gyroplane is vastgesteld dat dat de geluidscontour van 56 dB(A) LDEN niet buiten het luchthavengebied valt. Daarnaast mag er op grond van onderhavige luchthavenregeling slechts een beperkte hoeveelheid vliegbewegingen per jaar plaatsvinden. In goed overleg met ons heeft deaanvrager het aantal en de momenten van de vliegbewegingen zodanig aangevraagd dat mogelijke overlast voor de omgeving zeer beperkt is. De aanvrager wenst ook absoluut geen overlast te veroorzaken. Wij achten het dan ook niet noodzakelijk om een grenswaarde voor wat betreft geluid op te nemen in de luchthavenregeling. De 10-6 PR externe veiligheidscontour zal verwaarloosbaar klein zijn en zal zich niet buiten het luchthavengebied zal uitstrekken. Ruimtelijke impact Het vaststellen van een luchthavenregeling heeft volgens de Wet luchtvaart geen directe doorwerking in een bestemmingsplan. Er is sprake van gebruik van het weiland voor het beoefenen van deze vorm van recreatieve luchtvaart. Wij gaan ervan uit dat het medegebruik van agrarische grond als terrein waarvan met gyroplanes wordt opgestegen en geland indien nodig op gemeentelijk niveau ruimtelijk wordt ingepast. Wij hebben overigens niet de bevoegdheid vanwege de ruimtelijke impact de luchthavenregeling niet vast te stellen. Overige geldende wet- en regelgeving Degene die de activiteiten uitvoert, dient zich ervan te vergewissen dat ook andere wet- en regelgeving van toepassing kan zijn op deze activiteiten. Gedacht dient te worden aan onder meer toestemmingen op grond van de Flora- en Faunawet en de Natuurbeschermingswet. Wij hebben de aanvrager van de luchthavenregeling op de algemene zorgplicht en artikel 10 betreffende het opzettelijk verstoren van beschermde soorten in het kader van de Flora- en Faunawet geattendeerd. De aanvrager heeft hiertoe in april 2011 onderzoek laten uitvoeren. Er is getoetst aan de Natuurbeschermingswet 1998 en de Flora- en Faunawet. Wij hebben inzake de Flora- en Faunawet contact gelegd met het bevoegd gezag, de Algemene Inspectiedienst van het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, en wij hebben de aanvraag en de ontwerp luchthavenregeling ter toetsing voorgelegd. Deze toetsing geschiedt separaat van de behandeling van deze aanvraag om de luchthavenregeling en weerhoudt de afgifte van de luchthavenregeling niet. Tevens hebben wij een interne toets laten uitvoeren naar de bescherming van de voorkomende weidevogels. Hieruit blijkt dat het luchthaventerrein niet ligt in een gebied, dat volgens het Streekplan Utrecht 2005-2015 is begrensd als “Natuur buiten de EHS”. Artikel 5.3 van de Provinciale Ruimtelijke Verordening met betrekking tot bestemmingen en regels in een bestemmingsplan ter bescherming en versterking van de in het plangebied voorkomendegeconcentreerde actuele natuurwaarden voor “Waardevolle natuur buiten EHS” is daarom niet van toepassing. Het luchthaventerrein ligt wel binnen het Natuurbeheerplan provincie Utrecht 2011 “begrensd belangrijk weidevogelgebied”. Op grond hiervan kunnen agrariërs beheerpakketten voor weidevogelbeheer afsluiten binnen het collectief weidevogelbeheerplan Lopikerwaard; hetgeen voor het betreffende terrein niet is gedaan. Echter als buiten de in het Streekplan begrensde Natuur buiten de EHS hebben deze gebieden geen ruimtelijke bescherming en kunnen er geen consequenties aan deze aanvraag worden verbonden. Gelet op het bovenstaande zijn er geen redenen om de luchthavenregeling niet vast te stellen. Termijn van de luchthavenregeling In aansluiting op eerder vastgestelde luchthavenregelingen is de termijn voor deze luchthavenregeling gesteld op drie jaar na inwerkingtreding ervan. Een luchthavenregeling voor onbeperkte duur wordt niet wenselijk geacht omdat met de afweging van een luchthavenregeling voor de volgende periode het feitelijk gebruik van het terrein, de ontwikkelingen daaromtrent en mogelijke klachten over het gebruik van het terrein betrokken kunnen worden. Rechtsbescherming Tegen dit besluit kan binnen zes weken na de dag van bekendmaking in het huis-aan-huisblad beroep worden ingesteld bij de Rechtbank Utrecht, Sector bestuursrecht, Postbus 13023, 3507 LA Utrecht. Het beroep kan overeenkomstig het bepaalde in artikel 8:1 juncto art 7:1 van de Awb worden ingesteld door belanghebbenden, die tijdig hun zienswijze over het ontwerpbesluit naar voren hebben gebracht, of door belanghebbenden die geen zienswijze naar voren hebben gebracht maar die dat redelijkerwijs niet kan worden verweten, of door belanghebbenden die zich niet kunnen vinden in de wijzigingen ten opzichte van het ontwerpbesluit. Griffierechten zijn hiervoor verschuldigd. Indien beroep is ingesteld tegen dit besluit, kan ook om een voorlopige voorziening worden gevraagd indien onverwijlde spoed dat vereist. Het verzoek moet worden gedaan bij de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak. Griffierechten zijn hiervoor verschuldigd. 

Bijlage 2: Kaart met luchthavengebied (gearceerd)

Deze bijlage kunt u op verzoek inzien in het Documentatie Centrum van de Provincie Utrecht. Tel.nr 030-2583476.