Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Neder-Betuwe

Update nota jeugdbeleid van de gemeente Neder-Betuwe 2012-2013

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieNeder-Betuwe
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingUpdate nota jeugdbeleid van de gemeente Neder-Betuwe 2012-2013
CiteertitelUpdate nota jeugdbeleid van de gemeente Neder-Betuwe 2012-2013
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerpMaatschappelijke zorg en welzijn

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling is vervangen door de Update nota jeugdbeleid.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Wet maatschappelijke ondersteuning
  2. Wet Ontwikkelingskansen door Kwaliteit en Educatie
  3. Wet op de Jeugdzorg

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

20-03-201420-03-2014intrekking

17-02-2014

Rhenense Betuwse Courant, 12-03-2014

D/INT/14/008050
20-09-201220-03-2014nieuwe regeling

15-05-2012

Rhenense Betuwse Courant 12-09-2012

D/INT/12/000903

Tekst van de regeling

Intitulé

Update nota jeugdbeleid van de gemeente Neder-Betuwe 2012-2013

Het college van burgemeester en wethouders stelt de volgende regeling vast. 

Hoofdstuk 1 Inleiding

AanleidingIn de raadsvergadering van 15 oktober 2009  is de nota jeugdbeleid 2010-2013 vastgesteld. Deze nota was gebaseerd op een brede inventarisatie van hetgeen onze gemeente jeugd te bieden heeft en wil hebben. Op basis van de inventarisatie is in de nota in 2009 in de vorm van 24 actiepunten een aantal aanbevelingen opgenomen voor het te voeren en te ontwikkelen beleid in de komende jaren.

Wij hebben u toegezegd om u op de hoogte te houden van de resultaten en ontwikkelingen, waarbij in de updates de mogelijkheid bestaat doelstellingen en aandachtspunten aan te passen of toe te voegen.

De doelstellingen zoals zijn vastgesteld in 2009 zijn:

1.actieve participatie van jongeren;

2.bewustwording van een gezonde levensstijl;

3.zelfstandigheid en eigen verantwoordelijkheid bevorderen;

4.veilige leer, leef- en speelomgeving;

5.communicatie en begrip tussen verschillende groepen inwoners verbeteren;

6.gezamenlijk gebruik van voorzieningen stimuleren;

7.verbeteren imago jeugd.

InhoudDe laatste update van de nota jeugdbeleid dateert van september 2010. Deze update vormde de basis voor het jaarplan 2011. De rapportage die voor u ligt kijkt terug op de periode 1 november 2010 tot en met 1 maart 2012. Het tevens het uitvoeringsprogramma voor de periode 2012-2013.

In het navolgende zal blijken dat een deel van de gewenste ontwikkelingen al gerealiseerd of in gang gezet zijn en andere aanbevelingen in 2012 of in de loop van 2013 verder uitgewerkt zullen worden.

De basis voor het jaarplan 2012-2013 ligt in de reeds vastgestelde visie Lokaal Sociaal Beleid 2012-2020.

LeeswijzerEr is voor gekozen om per actiepunt de stand van zaken weer te geven. Allereerst wordt het aandachtspunt genoemd dat is vastgesteld in de nota in 2009. Vervolgens wordt teruggekeken op het jaarplan 2011. Als laatste wordt vooruit gekeken naar de acties in de periode 2012-2013. Dit vormt feitelijk het jaarplan voor de komende periode. Bij overlap in de verschillende actiepunten zit, of wanneer e.a. al in separate beleidsnota’s is vastgesteld wordt hierna verwezen.

Hoofdstuk 2 Actie- en aandachtspunten 2012-2013

Artikel 1 Lokale informatie:

Aandachtspunt:

Actieve inzet van jongerenwerk en wijkmanagement op het betrekken van inwoners, met name ook

jeugd en hun ouders, bij het gemeentelijk aanbod. Via de site Jongin-nederbetuwe aan de jeugd

gerichte informatie geven en signalen terugkrijgen van jeugd. Ook aan niet gesubsidieerde,

waaronder kerkelijke, organisaties vragen hun aanbod via Jongin inzichtelijk te maken.

Jongerenwerk blijft actief op hyves en andere digitale en concrete vindplaatsen van jongeren en doet verslag van trends en signalen. Bij de vormgeving en nadere invulling van wijkmanagement bevorderen dat de belangen van de jeugdige inwoners in en door de dorpstafels nadrukkelijk meegewogen worden. Jaarplan 2011:

Blijven inzetten op verbeteren en verbreden van de lokale informatievoorziening aan jeugd en jongeren van alle gezindten, ondermeer via jonginnederbetuwe.nl Wat hebben wij gedaan in 2011:

Een vijftal enthousiaste jongeren vormden in 2011 de redactie voor de lokale vulling van de Jongin site. Zij werden daarbij begeleid door het jongerenwerk van Mozaïek.  Begin 2011 waren er kritieken vanuit de SGP-fractie op het forum en de Jongin-site. De redactie heeft deze kritieken ter harte genomen en er zijn aanpassingen verricht op de site. Desondanks blijft het moeilijk om de site voor jongeren vanuit verschillende gezindten toegankelijk te houden. Daarnaast wordt slechts 20% van de site lokaal gevuld. Op het landelijke deel heeft de lokale redactie geen invloed. • Jongin is gekoppeld aan andere sociale media, zoals hyves, twitter en facebook. De Jongin site is gekoppeld aan de CJG site (zolosjehetop.nl) de vacaturebank MaS en de site van de dorpstafels.

• Om nog meer jongeren te bereiken staan de jongeren van de lokale redactie op verschillende markten in de gemeente, waaronder jaar-, kerst- en verenigingsmarkten. Er zijn posters, flyers en visitekaartjes ontwikkeld welke zijn verspreid door de lokale redactieleden.

• De jongeren van de lokale redactie hebben in oktober een presentatie verzorgd tijdens een thema-avond van de Raad.

• Er is een actieve samenwerking ontstaan met de taakgroep jeugd in Ochten voor het spel code 4051.

• Een lid uit de jongerenredactie heeft gezien zijn leeftijd een overstap gemaakt naar de dorpstafel en is nu daar actief lid.

• Het aantal hits schommelt tussen de 20 en 100 per dag. Het aantal bezoekers is afhankelijk van wat er te doen is in de omgeving. Bij evenementen als de bogentocht, Bevrijdingsdag en Koninginnedag loopt het aantal hits op tot boven de 350 per dag. Wat gaan wij in 2012 -2013 doen:

Blijven inzetten op verbeteren en verbreden van de lokale informatievoorziening aan jeugd en

jongeren van alle gezindten, ondermeer via www.jonginnederbetuwe.nl en de dorpstafels.

Uitwerking geven aan een regionale samenwerking met gemeente Buren en Geldermalsen met als doel een betere afstemming van regionale informatievoorziening en tevens meer jongeren bereiken via Jongin.

 

Artikel 2 Informatie van bovengemeentelijke organisaties

Aandachtspunt:

In de komende beleidsperiode inzetten op verbetering van de beschikbare beleidinformatie, zo

mogelijk op gemeentelijke schaal. Daartoe in overleg treden met de betreffende organisaties. Jaarplan 2011:

Punt handhaven en in 2011 nader advies uitbrengen over de echte meerwaarde van meer lokale informatie. Dit mede in relatie tot de wens om in het kader van het CJG te maken keuzen in het dienstenpakket én in de preventieve sfeer zo goed mogelijk af te stemmen op lokale behoeften. Wat hebben wij gedaan in 2011:

Over 2010 is van de St. Thuiszorg Midden Gelderland (STMG) en de GGD Rivierenland een gezamenlijk jaarverslag aangaande de uitvoering van de Jeugdgezondheidszorg – 9 maanden tot 19 jaar ontvangen.

In 2011 is een integrale -9 maanden tot 19 jaar werkgroep gestart met ambtelijke participatie om te bespreken welke inzichten wenselijk en noodzakelijk zijn als het gaat om enerzijds verantwoording naar gemeenten en anderzijds signalering van trends. Met andere woorden van het turven van kwantitatieve dienstverlening (aantal dienstverlening) naar kwalitatieve trendsignalering en beleidsinformatie. Belangrijk is om hier een grondige kosten-batenanalyse in mee te nemen. Alle rapportages worden immers gegenereerd op basis van de hoeveelheid informatie die professionals registreren.

Ook in 2011 is er uit kostenmotieven geen gebruik gemaakt van het aanbod een gemeentelijk rapport op te laten maken van gehouden onderzoeken, met uitzondering van E-MOVO. In september 2011 is wederom een E-MOVO onderzoek gehouden onder de jeugd. Wat gaan wij in 2012-2013 doen:

In het voorjaar 2012 zullen de resultaten aan de scholen en wordt een drieluik met regiocijfers gepresenteerd. In het najaar 2012 worden het regiorapport en de gemeenterapporten geschreven, waaronder die dus voor Neder-Betuwe.

Artikel 3 Sociale cohesie/verzuiling/intolerantie

Aandachtspunt:

Sociale cohesie bevorderen, ook buiten de eigen groep, en de negatieve effecten van verzuiling,

waaronder intolerantie, verminderen. Daartoe contacten leggen en bevorderen van het ontstaan van

projecten die zich richten op het tot stand brengen van ontmoeting en interactie van verschillende

groepen inwoners. Om tolerantie jegens jeugd te verbeteren zou gericht moeten worden op de

overdragers van normen en waarden, en hernieuwd begrip gekweekt moeten worden bij volwassenen

en ouderen dat jeugd ook recht heeft op een plaats in de gemeenschap. Inzet van

jongerenopbouwwerk zal onderdeel van elke aanpak uit maken. Jaarplan 2011:

Uitvoeren van projectvoorstellen in samenwerking met kerkelijke organisaties/ onderwijs. Wat hebben wij gedaan in 2011:

Via de dorpstafels zijn projecten en activiteiten opgezet gericht op ontmoeting. Het jongerenwerk heeft hierbij de rol van jongerenopbouwwerker vervult. • In Ochten is een groep gelovige en niet gelovige jongeren die participeren in het verenigingsleven bij elkaar gebracht. Met deze groep is een digitaal spel ontwikkeld gericht op participatie en sociale cohesie. De jongeren van het spel werken actief samen met de jongeren van de Jongin redactie. De dorpstafel, jongerenwerk en gemeente hebben het project omarmd.

• In Dodewaard is een taakgroep Jeugd en Bewegen actief. In 2011 is in samenwerking met De Meeting een evenement georganiseerd. Hier waren circa 80 jongeren bij aanwezig. Daarnaast is er vanuit de dorpstafel aandacht voor drugsproblematiek.

• In Kesteren heeft de taakgroep jeugd een survivalrun georganiseerd met ondersteuning van de dorpstafel en het sportbuurtwerk.

• In mei heeft een debat plaatsgevonden over vrijheid van meningsuiting in samenwerking met bibliotheek en het 4 en 5 mei Comité. Wat gaan wij in 2012-2013 doen:

Het initiatief om aan dit thema te werken zal de komende periode vooral moeten komen vanuit de dorpen zelf. De jongeren(opbouw)werker is er om initiatieven aan te jagen, te ondersteunen en verbindingen te leggen tussen de jeugdigen en de dorpstafels. De gemeente faciliteert waar nodig, bijvoorbeeld door subsidieverlening.

In 2012 zal het digitale spel 4051 in Ochten worden uitgevoerd. Daarnaast worden in 2012-2013 de dorpstafels gestimuleerd om met jeugd aan de slag te gaan. Hierbij zal nadrukkelijk de verbinding worden gezocht met de bestaande jeugdverenigingen om ook te komen tot een breder activiteitenaanbod. Streven is de komende periode om ook in Opheusden een taakgroep jeugd van de grond te krijgen.  

Artikel 4 Woon en leefomgeving

Aandachtspunt:

Bieden van meer uitdaging en vertier in de eigen gemeente voor jongeren tot de leeftijd van zeker 18

jaar met als aandachtspunten: • Avontuurlijke speelruimte, d.w.z. waar mogelijk aandacht voor het creëren van vrije ruimte, waar creatief spel kan ontstaan, trapvelden en meer aandacht voor de oudere jeugd.

• Stimuleren dat plaatselijke ondernemers meer aan de wel bestaande behoefte voldoen.

• Dorpshuizen aantrekkelijker maken voor jongeren.

• Gebrek aan vrijwilligers is voor sozen evenals andere organisaties die met en voor jeugd werken vaak de grootste belemmering als het gaat om het organiseren van activiteiten voor de oudere groep. Die groep zou ook zelf wat actiever kunnen zijn. Meer aandacht voor werven vrijwilligers in kader vrijwilligersbeleid wordt elders voorgesteld. Ook activiteiten buiten de sozen zouden gestimuleerd kunnen worden. Dat vergt meer inzet van jongerenopbouwwerk.

• Een deel van de jeugd wil ook gewoon ontmoeten in de openbare ruimte. Dat “hangen” heeft voor velen een negatief imago. Daar kan aan gewerkt worden door doelgroep en meer dan op

dit moment beschikbare formatie jongerenopbouwwerk. Jaarplan 2011:

Ontwikkeling  van een stimulerende woon- en leefomgeving en betrokkenheid van jongeren daarbij blijven stimuleren. Ook in het kader van accommodatiebeleid aandacht schenken aan het scheppen van mogelijkheden voor activiteiten voor én door jongeren. Wat hebben wij gedaan in 2011:

• In Echteld is een 12+ speelplek ingericht als sportieve ontmoetingsplek. Het jongerenwerk heeft de jeugd tussen de 12 en 18 jaar en de dorpstafel actief in het proces betrokken. Ook de woningbouwcorporatie heeft een bijdrage geleverd.

• In de wijk Herenland in Opheusden is een tijdelijk trapveld ingericht op verzoek van de oudere jeugd en het interventiewerk.

• De dorpstafel in Dodewaard heeft een outdoor tafeltennistafel geplaatst bij de sporthal om tegemoet te komen aan de wensen van de jeugd.

• Vrijwilligers: zie actiepunt 9.

• De soosactiviteiten bij De Meeting zijn van 1x per maand in 2010 uitgebreid naar 2 wekelijks in 2011 en 1x per week in 2012.

• Activiteiten buiten de soos worden gestimuleerd door actieve samenwerking met dorpstafels. Zie actiepunt 3.

• Zie voor ‘hangen’ actiepunt 6. Wat gaan wij in 2012-2013 doen:

Ontwikkeling van een stimulerende woon- en leefomgeving en betrokkenheid van kinderen en jongeren daarbij blijven stimuleren. Hierbij nadrukkelijk de verbinding zoeken met het wijkmanagement. Gestimuleerd wordt dat de dorpstafels niet alleen over, maar ook nadrukkelijk met jongeren spreken. Zie ook actiepunt 3.

Bij de uitwerking van het accommodatiebeleid aandacht schenken aan het scheppen van mogelijkheden voor activiteiten voor én door jongeren en het multifunctioneel gebruik van ruimtes.

 

Artikel 5 Invloed van jongeren op beleid is niet vanzelfsprekend voor jongeren

Aandachtspunt:

• Participatie te stimuleren en jongeren te prikkelen zelf met ideeën te komen, onderling te bepalen wat men zou willen organiseren en dat waar nodig te faciliteren met budget en/of ondersteunend jongerenwerk.

• In kader evaluatie welzijnsbeleid bezien of verruiming van de leeftijdsgrens en eventueel ophoging van het activiteitenbudget van het jongerenwerk mogelijk is. Jongeren actief betrekken bij planning speelruimte/JOP’s.

• Jongeren actief betrekken bij site Jongin in een redactieraad.

• Jongeren en activiteiten/voorzieningen voor jeugd betrekken bij dorpstafels. Jaarplan 2011:

Blijvend inzetten op participatie van jongeren in de brede zin. In evaluatie van welzijns- en subsidiebeleid inspelen op het verbeteren van de mogelijkheden voor participatie. Wat hebben wij gedaan in 2011:

• Zie actiepunt 1, 3, 4, 6.

• In 2011 is bezuinigd op het totale budget jeugd- en jongerenwerk. Hiermee is het subsidieplafond voor de jeugdsozen teruggebracht. Daarnaast is er binnen Tegelijkertijd is een binnen het totale budget ruimte gecreëerd om initiatieven van de jeugd, die los staan van de jeugdsozen, te ondersteunen. Wat gaan wij in 2012-2013 doen:

• Blijvend inzetten op participatie van jongeren in de brede zin, o.a. via de dorpstafels.

• In nieuw te ontwikkelen welzijns- en subsidiebeleid inspelen op het verbeteren van de mogelijkheden voor jeugdparticipatie.

• Een pilot uitvoeren in samenwerking met de gemeenten Buren en Geldermalsen om het participatieniveau van jongeren te verhogen.

Artikel 6 Leefomgeving/ jongeren als gebruikers van de openbare ruimte

Aandachtspunt:

Goed / gewenst gebruik van een JOP begint met goed contact met de gebruikers. Plaatsbepaling is

wezenlijk om een JOP tot een succes te kunnen maken, veilig te doen zijn en toezicht mogelijk te

maken. Regels stellen voor en aan het gebruik van een JOP; mogelijkheden lichamelijk actief te zijn

koppelen aan een JOP.

Benadering vanuit gemeentelijk perspectief niet primair bestrijding op hangplekken, maar het

stimuleren van acceptabel gedrag op ontmoetingsplekken. Jaarplan 2011:

Bestaande JOP’s vergen blijvende aandacht van ambulant jongerenwerk; voor de doorontwikkeling van bestaande JOP’s met sportieve elementen wordt nadrukkelijk met de gebruikers overlegd, evenals over nieuw te maken JOP’s. Voor sportieve activiteiten rond JOP’s waar mogelijk en gewenst ook sportbuurtwerk een rol geven. Wat hebben wij gedaan in 2011:

In 2011 is gebleken dat de bestaande JOP’s in Ochten en Opheusden een negatieve uitwerking hadden op de omgeving. De ‘oorspronkelijke groep’  waarvoor de JOP’s waren neergezet maakten er niet langer gebruik van. In Ochten werd de JOP een toilet voor vrachtwagenchauffeurs en in Opheusden bleek het een plek waar vooral veel drugs- en alcohol genuttigd werd.

In het najaar van 2011 zijn beide hangplekken weggehaald.  In Ochten had dit te maken met de aanleg van de carpoolstrook. In Opheusden in het kader van een integrale aanpak jeugdoverlast.

Op dat moment was er zowel vanuit de jeugd, als vanuit de professionals geen signaal dat er behoefte zou zijn aan een alternatieve locatie. In 2011 is in Echteld de 12+ opgeknapt tot een pannakooi met actieve inbreng van de jeugd zelf. In Dodewaard en Kesteren zijn nog geen locaties voor JOP’s.

Wat gaan wij in 2012-2013 doen:

Blijvende aandacht voor jongeren in de openbare ruimte.  Bestaande JOP’s vergen blijvende aandacht van ambulant jongerenwerk, politie en het interventiewerk. Bij nieuwe JOP’s wordt als voorwaarde gehanteerd dat er een sportieve mogelijkheid aan het ontmoeten is verbonden.

De doorontwikkeling van nieuw te maken JOP’s heeft echter geen prioriteit zolang hier vanuit jeugd en/of dorpstafels en de professionals geen duidelijk signaal van uitkomt. Indien jongeren behoefte hebben aan een eigen plek in de openbare ruimte zullen zij zelf ook een actieve bijdrage moeten leveren.

Het jongeren(opbouw)werk is er om ondersteuning te bieden.

Artikel 7 Slecht imago van jongeren

Aandachtspunt:

• Verbeteren van het imago van jongeren en m.n. ook de dialoog tussen jong en oud beter op gang brengen.

• Ontmoeting tussen generaties bevorderen; in activiteitenvorm: “intergenerationele” activiteiten.

• Gezamenlijke activiteiten tussen generaties stimuleren, bv ism tussen jongeren- en ouderenwerk, maar ook gericht op jeugd/volwassenen (bv sportief treffen in kader buurtsportwerk).

• Gezamenlijk gebruik van voorzieningen stimuleren. In accommodatiebeleid te bezien of in worden weggenomen.

• Verbeteren mogelijkheden van bv jongerenwerk/buurtsportwerk bij “losse” activiteiten.

• In subsidievoorwaardensfeer het betrekken van jeugd en openstellen voor jeugdactiviteiten nadrukkelijker betrekken.

• Ook interactie en verbeteren van contactmogelijkheden van omwonenden met de “overlastgevende jeugd” (interventiewerk) verdient nadrukkelijk aandacht.

• En last but not least: de echte “rotte appels” verdienen een repressieve aanpak.

Jaarplan 2011:

Intergenerationeel activiteitenaanbod uitbouwen; aanhoudende aandacht voor het opzetten van positieve activiteiten voor en met een te verbreden kring van jongeren. Adequaat inzetten op gesignaleerde hinderlijke en overlastgevende groepen en daarbij steeds de dialoog tussen deze groepen en de omwonenden/volwassenen op gang trachten te brengen. Wat hebben wij gedaan in 2011:

Zie actiepunt 1, 3, 4, 6, 8, 21. Wat gaan wij in 2012-2013 doen:

Dit actiepunt komt te vervallen, omdat dit een algemene doelstelling betreft welke is verwerkt in andere actiepunten en aanbevelingen.

Artikel 8 Sport

 

Aandachtspunt:

Nader onderzoeken en benutten van mogelijkheden om sportbuurtwerk te realiseren; daarbij

accenten leggen op sportieve ontmoeting voor jeugd, nadrukkelijk ook meisjes, en op

intergenerationele activiteiten. SportZbeats-formule uitrollen over meerdere kernen. Jaarplan 2011:

Verder uitbouwen van het activiteitenaanbod via sportbuurtwerk en daarbij ook de doelgroep verbreden; uitrol SportZbeatsformule over meerdere kernen. Wat hebben wij gedaan in 2011:

Sportbuurtwerk is inmiddels twee jaar aan de slag in Neder-Betuwe. Het opzetten van activiteiten in samenwerking met jongeren is tot nu toe niet gelukt. Hier is met jongerenwerk wel druk naar gekeken. Wel zijn er activiteiten voor jongeren geweest of in opzet. De survivalrun in Kesteren is hier een voorbeeld van.  Daar waar mogelijk werkt het sportbuurtwerk met het jongerenwerk samen, zoals bij de grote

activiteit SportZbeach. Er wordt daarnaast gekeken naar mogelijkheden om een sporttoernooi voor de drie voortgezet onderwijsscholen op te zetten. Dit zou de integratie tussen de verschillende groepen onder de jongeren bevorderen. Ook worden de mogelijkheden onderzocht om een sportschool in Neder-Betuwe te realiseren of een klimvereniging.  Dit is sport- en beweegaanbod dat hopelijk ook jongeren aan zal spreken. Het is nog niet gelukt om SportZbeats uit te breiden naar de andere kernen. In Dodewaard is een doorstart nodig geweest omdat DZV '82 met de organisatie is gestopt. Inmiddels heeft jeugdvereniging De Meeting de organisatie op zich genomen.

In 2011 is een sport- en beweegwijzer ontwikkeld waarin de sportactiviteiten uitgesplitst zijn naar leeftijdsgroepen. Tevens is in 2011 een inventarisatie rondom de combinatiefunctionarissen afgerond en is er een combinatiefunctionaris aangesteld om het sport- en beweegaanbod op- en na schooltijd te verbreden en te versterken. Wat gaan wij in 2012-2013 doen:

Het stimuleren van sport- en bewegen onder jeugd blijft een aandachtspunt. In 2012 wordt er wederom een onderzoek uitgevoerd naar de mate van bewegen van de inwoners van Neder-Betuwe en de wensen die zij hebben. Wellicht komen hier ook nog specifieke wensen van jongeren uit waar door het sportbuurtwerk op ingezet kan worden. Verder uitbouwen van het activiteitenaanbod via sportbuurtwerk en daarbij ook de doelgroep verbreden en uitrol SportZbeatsformule over meerdere kernen. Het jaar 2012 vormt een pilot voor de combinatiefuncties, er zal moeten bezien of deze structureel kunnen worden gemaakt. Tevens wordt onderzocht in hoeverre de gemeente invulling kan geven aan de nieuwe rijksregeling ‘sport en bewegen in de buurt’. Het jeugdsportfonds beter onder de aandacht brengen bij intermediairs blijft ook een aandachtspunt.

Artikel 9 Vrijwilligerswerk

Aandachtspunt:

Binnen het vrijwilligersbeleid en vanuit het Adviespunt Neder-Betuwe nadrukkelijk aandacht besteden aan vrijwilligerswerk voor én door jongeren. Niet alleen het faciliteren, maar ook de werving van vrijwilligers nadrukkelijk bezien. Maatschappelijke stages vanaf 2010 organiseren via het steunpunt vrijwilligerswerk. Jaarplan 2011:

Het Adviespunt zal zich na een aanloopperiode moeten bewijzen vanaf 2011; op dit moment is er geen aanleiding om de doelstellingen tegen het licht te houden. Wij hopen dat velen, vragers en aanbieders, de weg naar het adviespunt weten te vinden. Wat hebben wij gedaan in 2011:

Het Adviespunt voor Mantelzorg, Vrijwilligerswerk en Maatschappelijke stages is sinds het najaar 2010 actief. Het adviespunt houdt zich nadrukkelijk bezig met het faciliteren van vrijwilligers en dus ook onze jonge (potentiële vrijwilligers). Dit door middel van het aanbieden van een digitale vacaturebank, beschikbaar te zijn voor vragen en indien nodig het organiseren van cursussen. Rond de maatschappelijke stages speelt de aanschaf van een regionale vacaturebank.

Dit wordt provinciaal ondersteund vanuit Spectrum. In 2011 is de gemeente, het Pantarijn en het Helicon in principe akkoord gegaan om hieraan deel te nemen. Vrijwilligers in de jeugdsozen zijn in 2011 actief ondersteund door het jongerenwerk. Dit heeft geleid tot uitbreiding van activiteiten o.a. in De Snellenburg en bij De Meeting. In De Meeting heeft een bestuurswissel plaatsgevonden. In Columbus in Ochten zijn een aantal nieuwe vrijwilligers gevonden, maar is nog geen actief bestuur. Wat gaan wij in 2012-2013 doen:

Veel jongeren gaan buiten de eigen gemeente naar school. We vinden het belangrijk dat zij betrokken worden bij hun eigen woon- en leefomgeving. Een lokale maatschappelijke stage kan hierin een belangrijke bijdrage leveren. In 2012-2013 zal de ontwikkeling van een regionale vacaturebank maatschappelijke stages afgerond worden.

Met het terugbrengen van de formatie jongerenwerk zijn er minder uren beschikbaar om de vrijwilligers van de jeugdsozen te ondersteunen. Zij zullen voor reguliere vrijwilligerstaken meer een beroep moeten doen op het Adviespunt. De positionering van het Adviespunt in zijn algemeenheid is een speerpunt binnen ons lokaal sociaal beleid.

 

Artikel 10 Activiteitenaanbod jeugd en jongeren

Aandachtspunt:

• Vergroten van inzicht in door jongeren gewenste activiteiten en bezien van de haalbaarheid daarvan door gebruik te maken van Jongin, diverse digitale contacten en lijfelijke contacten en polls onder jongeren.

• Vanuit jongerenwerk actief contact blijven leggen met kerkelijk georganiseerd jongerenwerk en inzetten op samenwerking en gezamenlijke activiteiten, ook om begrip en communicatie tussen verschillende groepen jeugd te bevorderen. Op Jongin ook aandacht voor kerkelijk jongerenwerk.

• Bij evaluatie welzijnsbeleid/subsidiebeleid nadrukkelijk bezien of aanpassing van subsidiemaatstaven en van subsidiabele activiteiten/leeftijden (ook 16+) aanpassing behoeft. Jaarplan 2011:

Inzet op behoeftepeiling en ontwikkelen/stimuleren van een passend aanbod daarop is een doorlopend aandachtspunt. De organisatie en een aanbod van activiteiten in samenwerking tussen algemeen en kerkelijk jongerenwerk wordt nadrukkelijk nagestreefd; de mini-conferentie in het late najaar van 2010 moet daarvoor een basis leggen. In evaluatie van welzijns- en subsidiebeleid inspelen op het verbeteren van de mogelijkheden voor participatie. Wat hebben wij gedaan in 2011:

Het jongerenwerk signaleert de behoefte van jongeren en vertaald deze in samenspraak met de jeugdsoosbesturen en de dorpstafels tot een activiteitenaanbod. Ook “losse” groepjes jongeren die graag een zelf een bepaalde activiteit zouden willen opzetten worden ondersteund en begeleid, waarbij activiteiten al dan niet ingebracht kunnen worden in het activiteitenaanbod van bestaande organisaties.

Een evaluatie van het subsidiebeleid heeft plaatsgevonden. Wat gaan wij in 2012 -2013 doen:

• Inzet op behoeftepeiling en ontwikkelen/stimuleren van een passend aanbod daarop is een doorlopend aandachtspunt.

• De organisatie en een aanbod van activiteiten in samenwerking tussen algemeen en kerkelijk

jongerenwerk is een aandachtspunt, de dorpstafels worden gestimuleerd een actieve rol hierin te vervullen.

• In nieuw welzijns- en subsidiebeleid inspelen op het verbeteren van de mogelijkheden voor participatie.

Artikel 11 Pilot buurtbemiddeling

Aandachtspunt:

Volgen van landelijke pilots waarin jongeren betrokken worden bij het bespreekbaar maken van

overlastsituaties en bezien of deze aanpak in Neder-Betuwe een werkbare optie kan vormen Jaarplan 2011:

Afhankelijk van het te ontvangen advies en de financiële implicaties daarvan besluiten of een gemeentelijke pilot buurtbemiddeling gestart moet worden. Wat hebben wij gedaan in 2011:

• Buurtbemiddeling was tot april 2011 operationeel. Dit is niet specifiek gericht op jeugd, maar gemeente breed.

• In 2011 is 1 burenruzie voor bemiddeling aangemeld. Helaas was de verhouding tussen de partijen dusdanig verstoord dat de bemiddeling vroegtijdig is beëindigd.

• In juni 2011 is het project buurtbemiddeling gestopt.

• De gemeenten Neder-Betuwe en Tiel hebben onderzocht of een doorstart buurtbemiddeling mogelijk was. Diverse gemeenten in de regio Rivierenland, waaronder de gemeente Neder-Betuwe hebben inmiddels budget geregeld om met Elkwelzijn buurtbemiddeling opnieuw op te starten. Wat gaan wij in 2012 -2013 doen:

Hiervoor wordt verwezen naar het veiligheidsbeleid, omdat buurtbemiddeling niet specifiek alleen voor jeugd is. Het actiepunt komt te vervallen binnen de nota jeugdbeleid.

Artikel 12 Formatie jongerenwerk

Aandachtspunt:

Uitbreiding formatie jongerenwerk van 1 naar 1,66 fte. Jaarplan 2011:

Van het jongerenwerk wordt op veel van de in het kader van deze update genoemde doelstellingen actie en initiatief verwacht; middels kwartaaloverleggen met het management van Mozaïek worden de vorderingen en resultaten bespreekbaar gemaakt. Wat hebben wij gedaan in 2011:

Er waren in 2011 drie jongerenwerkers in Neder-Betuwe actief. De een gespecialiseerd in straathoekwerk, een ander in organiseren van activiteiten en vrijwilligersondersteuning bij de sozen. De derde gericht op onderzoek, beleidsmatige - en projectvoorstellen ondersteuning van Jongin. De formatie (van 166 fte) was daarmee nog niet geheel bezet. In 2011 is besloten om met ingang van 2012 te bezuinigen op het totale budget jeugd- en jongeren waardoor bezuinigen op de inzet van het jongerenwerk onvermijdbaar was. Er is besloten om de formatie terug te brengen naar 1 fte. Hierdoor is door Mozaïek welzijnsdiensten de formatie niet meer verder aangevuld. In 2011 zijn de inzet en prestaties van het jongerenwerk tegen het licht gehouden. Jongerenwerkers gaan mee in welzijn nieuwe stijl. Zij organiseren en initiëren niet langer zelf activiteiten maar ondersteunen, verbinden en faciliteren hierbij. De ambulante rol wordt belangrijk. Ook in preventieve zin, door relatie met CJG en jeugdzorg. Ook maakt het jongerenwerk met ingang van 2012 geen gebruik meer van de vaste kantoorlocatie in De Snellenburg. Wat gaan wij in 2012 -2013 doen:

De inzet van het jongerenwerk blijft een continu aandachtspunt binnen het jeugdbeleid.

Jaarlijks worden de (prestatie) afspraken vastgelegd in de subsidieverlening. Middels kwartaaloverleggen met het management van Mozaïek worden de vorderingen en resultaten bespreekbaar gemaakt. We streven naar behoud van 1 fte, echter de bestaande budgetten in de begroting zijn hierin leidend en op dit moment niet kostendekkend. In 2012 zijn de uren jongerenwerk aangevuld vanuit het wijkmanagement om de verbinding met de dorpstafels te leggen en omdat de inzet van het jongerenwerk bijdraagt bij de leefbaarheid van de dorpen. De rol van het jongerenwerk binnen het CJG is tevens een aandachtspunt voor 2012-2013.

 

Artikel 13 Jongerenparticipatie

Aandachtspunt:

Actief inzetten op het betrekken van jeugd bij het activiteitenaanbod. Door inzet jongerenwerk

jongeren meer bewust maken en de activiteitenaanbieders ondersteunen bij de opzet. De site Jongin

Nederbetuwe actief benutten om de discussie over het activiteitenaanbod op gang te brengen.

Als experiment: opzet van een grotere bijeenkomst met een thematische mix van activiteiten en

ontmoetings- en overlegmogelijkheden tussen jeugd, intermediairs, politiek en ambtelijke

ondersteuning, mede gebaseerd op de opbrengst van de hiervoor genoemde discussie op Jongin. Jaarplan 2011:

Participatie is en blijft een speerpunt van beleid; het veronderstelt activering zowel als een open en uitnodigende opstelling van het jongerenwerk. Ook flexibiliteit en doortastendheid zijn vereisten om in te kunnen spelen op wisselende belangstelling. Gebruikmaking van innovatieve subsidiemogelijkheden kan daarbij behulpzaam zijn. Wat hebben wij gedaan in 2011:

• Zie actiepunt 1 en 5.

• Raadsleden hebben in het najaar  een jongerendebat georganiseerd in samenwerking met de scholen voortgezet onderwijs.

Wat gaan wij in 2012 -2013 doen:

• Participatie is en blijft een speerpunt van beleid; het jongerenwerk is hierbij activerend.

• Het experiment vervalt als aandachtspunt. Binnen de dorpstafels het belang voor de jeugd op de agenda zetten en via deze weg andere organisaties hieraan verbinden.

• Vervolg geven aan de Kindergemeenteraad en jongerendebat. Het initiatief en budget hiervoor ligt (conform programmabegroting 2012) bij de Raad. Aandachtspunt vanuit het jeugdbeleid is om hierbij ook jeugd te bereiken die buiten de gemeente naar school gaat.

Artikel 14 Centrum voor Jeugd en Gezin

Aandachtspunt:

Voldoen aan de wettelijke verplichting om in 2011 een CJG operationeel te hebben in de gemeente;

daartoe in regionaal verband optrekken en lokale partners betrekken voor de lokale invulling. Jaarplan 2011:

In het eerste halfjaar van 2011 formeel van start gaan van het CJG Neder-Betuwe. Zoals al aangegeven in de aan de CJG-vorming ten grondslag liggende visie zal het CJG zich in de komende jaren blijven ontwikkelen en zullen de samenwerking en dienstverlening werkende wijs beter afgestemd raken op de lokale behoefte. Wat hebben wij gedaan in 2011:

In maart 2011 is een fysiek inlooppunt geopend in Ochten. In de loop van 2011 werd duidelijk dat dit inlooppunt niet voldoet aan de vraag van de inwoners. Duidelijk is dat jongeren en ouders hun informatie vinden op internet en via de telefoon of op plekken waar ze toch al komen, zoals een school of een jongerensoos. Het inlooppunt loopt wel goed voor de ouders die er toch al kwamen, namelijk ouders van 0-4 jarigen. Het inlooppunt blijft dan ook gewoon bestaan en de jeugdverpleegkundige zal optreden als een generalist, mochten er ook vragen komen van ouders of jongeren boven de 4 jaar. Naast het fysieke inlooppunt is er een CJG website en een telefonisch loket. Waar ouders en professionals terecht kunnen voor informatie en vragen. Ook voor de jongeren is er een CJG site, namelijk: ‘ Zo los je het op’. Naast de website kunnen ouders, jongeren en professionals ook terecht bij het telefonisch loket. Naast deze ‘statische’ voorzieningen is het CJG ook een netwerkorganisatie, waarin de diverse partners samen de volgende taken voor hun rekening nemen: Taak: Door:

Informatie en advies over opvoeden en opgroeien Consultatiebureau, jeugdverpleegkundigen, schoolmaatschappelijk werk, jongerenwerk en gezinsnetwerken

Signalering van problemen bij kinderen/ jongeren en opvoeders Consultatiebureau, scholen, kerken verenigingen, jeugdverpleegkundigen, schoolmaatschappelijk werk, jongerenwerk

Toeleiding naar hulpaanbod Consultatiebureau, scholen, kerken verenigingen, jeugdverpleegkundigen, schoolmaatschappelijk werk, jongerenwerk

Licht pedagogische hulp Schoolmaatschappelijk werk, algemeen maatschappelijk werk

Coördinatie van zorg voor gezinnen met meervoudige problematiek Jeugdpreventie netwerk en Zat’s op de VO-scholen zijn het schakelpunt, waarna een casemanager wordt toegewezen aan het gezin. Deze taken worden op de volgende manieren ondersteund door regionale projecten, welke uiteraard lokaal worden/ zijn ingebed:

- Regionale referentiebegroting CJG. Deze referentiebegroting heeft als doel dat gemeenten en kernpartners CJG weten wat de regionale en lokale behoeften zijn, welke gezamenlijke activiteiten vanuit het CJG daar in voorzien en wat de kosten daar van zijn. Daarbij ook werkend naar een goede aansluiting van de jeugdzorgtaken die gemeenten erbij krijgen.

- Verwijsindex Risicojongeren: Dit is een digitaal hulpmiddel om de ketensamenwerking rondom kinderen en jongeren te versterken.

- Regionale Aanpak Kindermishandeling (RAAK) & Meldcode. Met deze aanpak komt er een regionale verbetering van signalering en aanpak kindermishandeling. Werken met de Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling is verplicht voor medewerkers in meerdere domeinen (onderwijs, zorg, maatschappelijk werk etc). Wat gaan wij in 2012 -2013 doen:

In 2012 wordt het CJG verder uitgerold aan de hand van de volgende uitgangspunten:

- Versterken civil society.

- Aansluiten bij vindplaatsen.

- Bottum-up benadering. De gestarte projecten en activiteiten in 2011 worden voortgezet, maar daarnaast wordt in onze dorpen gewerkt aan de volgende punten:

- Meer naamsbekendheid door PR, aanwezigheid op jaarmarkten, informatie in krant en Neder-Betuwe magazine, verpreiding A4tje onders scholen met foto’s van CJG medewerkers.

- Spreekuren en thematafels op de basisscholen.

- Week van de opvoeding.

- ‘Opvoedcarrousel’ op VO scholen.

- Versterken samenwerking partners.

- Afstemmingsoverleggen op scholen met Jeugdverpleegkundige, IB-er en schoolmaatschappelijk werker (Kleincasusoverleg).

- Scholing CJG medewerkers. Regionaal wordt in 2012 gewerkt aan de volgende projecten:

- Vergroten bekendheid CJG: met dit project wordt onderzocht hoe bekend het CJG is onder de doelgroep van ouders, jongeren en professionals in de gemeenten Tiel en Buren (als steekproef voor de regio). En wordt onderzocht welke vormen van het genereren van bekendheid voor het CJG elders in het land beter werken.

- Gebiedsgerichte teams: Als partners samen met jeugdigen, hun ouders en hun omgeving vorm en inhoud geven aan opvoeden/opgroeien en ontwikkelen.

- Regionale opvoedmethodiek: Onderzocht wordt welke opvoedmethodiek in Rivierenland kan worden gehanteerd, zodat alle partners dezelfde methodiek kunnen hanteren en het aanbod zo beter op elkaar kan worden afgestemd.

Artikel 15 E-movo gezondheidsonderzoek onder jeugd

Aandachtspunt:

Uit het Emovo onderzoek komen knelpunten naar voren met betrekking tot jeugd die terugkomen binnen het lokaal volksgezondheidsbeleid. Aandachtspunt is om l naast regionale projecten ook lokaal preventief beleid op de bepaalde speerpunten uit het (jeugd)volksgezondheidbeleid. Jaarplan 2011:  

Voortzetting van GPP alcoholmatiging en in 2011 opstellen en uitvoering starten van GPP overgewicht en GPP sociaal economische gezondheidsverschillen. Afzien van een GPP psychosociale problematiek. Wat hebben wij gedaan in 2011:

Het beleid op volksgezondheid is vastgelegd in een regionale nota. In 2011 heeft Neder-Betuwe zich gericht op het alcoholgebruik. De regionale ontwikkelingen op het terrein van overgewicht en sociaal-economische (en niet medische) gezondheidsverschillen zijn vertraagd, waardoor Neder-Betuwe daarop nog niet is ingestoken. Wat gaan wij in 2012 -2013 doen:

Nu de RSP-projecten per 1 januari 2012 zijn afgelopen zal in het kader van het nieuwe regiocontract 2012-2015 de hiervoor genoemde onderwerpen wederom op de regionale agenda worden gezet. Afhankelijk van de uitkomst van de onderhandelingen en de mogelijkheden binnen de afdeling Samenleving zal een keuze worden gemaakt over de op te pakken onderwerpen.

Voor de lokale acties op het terrein van volksgezondheid in relatie tot het jeugdbeleid wordt verwezen naar het jaarplan uitvoering gezondheidsbeleid 2012.

Artikel 16 Home-Start

Aandachtspunt:

Mogelijkheden om lokaal danwel regionaal een Home-Start organisatie tot stand te brengen nader

onderzoeken in het kader van preventieve opvoedondersteuning. Jaarplan 2011:

Nadere standpuntbepaling en besluitvorming over het programma Stevig Ouderschap en/of de tijd van je leven. Wat hebben wij gedaan in 2011:

Na nader onderzoek is afgezien van invoering van Home-start in onze gemeente. De reden hiervoor is dat de methodiek erg kostbaar is en zich beperkt tot een kleine doelgroep. Daarnaast werken wij al met ‘Samen starten’ waarin ouders van kinderen van 0-4 jaar worden ondersteund in hun opvoeding. Wij overwegen het programma ‘Stevig ouderschap per 2011 te gaan invoeren om als ouders problemen ondervinden in de opvoeding, ze hierbij ondersteuning kunnen krijgen. Ook zij wij in 2011 gestart met de gezinsnetwerken. Met dit project wordt de eigen kracht van gezinnen versterkt door informele steun van andere gezinnen. Het project wordt ondersteund door de Family factory. Wat gaan wij in 2012 -2013 doen:

Standpuntbepaling en besluitvorming over het programma Stevig ouderschap en verder inzetten op de ‘Gezinsnetwerken’.

Artikel 17 Terugdringen genotsmiddelengebruik onder jongeren

Aandachtspunt:

Wij willen het gebruik van genotsmiddelen onder jongeren/scholieren terugdringen. Jaarplan 2011:

Herhaalde inzet op een goede alcoholvoorlichting voor alle basisscholieren een bewustmaking van ouders/opvoeders.

• Preventieproject middelengebruik op Voortgezet onderwijs voortzetten (3 scholen).

• Preventieproject alcohol in groep 8 op alle basisscholen realiseren (13 scholen).

• Training van docenten door Iriszorg t.b.v. het ontwikkelen van een lesprogramma alcoholmatiging op basisscholen en het organiseren van ouderavonden met het thema alcoholmatiging. Wat hebben wij gedaan in 2011:

In 2011 hebben twee basisscholen in de kern Dodewaard meegedaan aan het project:  ”Alcohol, een ander verhaal”. Vastgesteld mag worden dat in de kern Dodewaard binnen diverse geledingen van de bevolking aandacht aan dit onderwerp is besteed. Zoals v.v. Dodewaard, basisscholen, huisartsenpraktijk, De Meeting en niet te vergeten de dorpstafel Dodewaard, e.e.a. met ondersteuning van Iriszorg. Wat gaan wij in 2012 -2013 doen:

Voor de lokale acties op het terrein van volksgezondheid in relatie tot het jeugdbeleid wordt verwezen naar het jaarplan uitvoering gezondheidsbeleid 2012.

Artikel 18 Drankketen

Aandachtspunt:

Ontstaan van drankketen tegengaan zodra die worden gesignaleerd. Daarbij gebruik maken van handhavinginstrumenten en ervaringen elders. Jaarplan 2011:

Alert blijven op ontstaan drankketen en adequaat reageren. Wat hebben wij gedaan in 2011:

Het ambulant jongerenwerk is er evenals politie alert op of drankketen ontstaan, en brengt dit tijdig in

bij het overleg openbare orde en veiligheid. Tot op heden was er een melding over 1 drankkeet. Na onderzoek door de politie, IrisZorg en Interventiewerk bleek het te gaan om een schuur die achter een huis staat en die met toestemming van de ouders  wordt gebruikt door de zoon des huizes die daar regelmatig met vrienden verblijft. Er wordt wel alcohol gedronken maar niet verkocht. Er wordt in de directe omgeving geen overlast veroorzaakt. Deze locatie wordt door de hierboven aangegeven personen niet aangemerkt als een drankketen. Indien er meldingen binnenkomen dat er ergens in onze gemeente een drankkeet plaatsvindt dan volgt gelijk een onderzoek die door de hierboven aangegeven personen wordt gedaan. Wat gaan wij in 2012 -2013 doen:

Alert blijven op ontstaan drankketen en adequaat reageren.

Artikel 19 Loverboys

Aandachtspunt:

Bij signalen over loverboys onmiddellijk en krachtdadig optreden met alle ter beschikking staande

middelen en organisaties. Voorlichtingsactiviteiten aanbieden in de vorm van bijvoorbeeld een voorstelling. Jaarplan 2011:

Alert blijven op activiteiten van loverboys. Wat hebben wij gedaan in 2011:

Er komen in onze gemeente geen signalen binnen dat er sprake is van loverboys praktijken. Indien er een melding bij de gemeente, de interventiemedewerker, straathoekwerker IrisZorg of bij de politie binnenkomt dat dit wel plaatsvindt dan gaat het direct naar het Veiligheidshuis waar een projectgroep zich bezighoudt met de aanpak tegen loverboys praktijken. Wat gaan wij in 2012 -2013 doen:

Alert blijven op activiteiten van loverboys en adequaat reageren.

Het thema seksueel gedrag onder jongeren is een aandachtspunt in de regio. Vanuit de regionale samenwerking op het terrein van volksgezondheid zal in samenwerking met de GGD gekeken worden hoe in 2012-2013 uitwerking kan worden gegeven aan dit thema.

Artikel 20 Verkeersveiligheid vanuit perspectief jeugd

Aandachtspunt:

Bij de opstelling van een volgend verkeersveiligheidsplan nadrukkelijker accent leggen op verkeerseducatie, zowel gericht op jeugd als op ouders en overige weggebruikers in relatie tot veiligheid voor de jeugd.

• Stel een aantal “harde” randvoorwaarden en uitgangspunten op die als leidraad vooraf bij planontwikkeling meegegeven kunnen worden.

• Maak in het verkeersveiligheidsbeleid ruimte voor thematische benadering van aspecten verkeersveiligheid. Jaarplan 2011:

Opstelling en vaststelling van een nieuw verkeersveiligheidsplan. Wat hebben wij gedaan in 2011:

In december 2011 heeft de raad het nieuwe Neder-Betuws verkeer- en vervoerplan (NBVVP) vastgesteld. Wat gaan wij in 2012 -2013 doen:

Dit actiepunt komt te vervallen.

Artikel 21 Interventie / overlast bestrijding

Aandachtspunt:

Omdat onderkend werd dat de beschikbare formatie interventiewerk duidelijk onvoldoende was voor

een effectieve aanpak van overlast is besloten in afwachting van definitieve besluitvorming over

gewenste omvang van de formatie incidenteel ten laste van het budget jeugd en jongeren te komen tot

uitbreiding van de formatie naar 0,33 fte. Jaarplan 2011:

Afhankelijk van besluitvorming in kerntakendiscussie bepalen welke formatie interventiewerk bekostigd kan worden. Wat hebben wij gedaan in 2011:

In 2011 heeft de uitbreiding van uren van de interventiemedewerker plaatsgevonden. Door de uitbreiding van uren is het in 2011 voor de interventiemedewerker mogelijk geweest om op meerdere overlast locaties actief op te treden. In de praktijk is gebleken dat door tussenkomst van de interventiemedewerker de situatie rustiger/beheersbaar is geworden. De inwoner, vaak melder van jeugdoverlast, voelt zich serieus genomen als deze in een persoonlijk gesprek zijn/haar klacht kan toelichten. Door het persoonlijke contact van de interventiemedewerker met de melder en de jongeren (en hun ouders) wordt veel van de ergernis en overlast al weggenomen. Daarnaast zorgt de interventiewerker dat het juiste zorgnetwerk of de juiste netwerkpartner worden gewaarschuwd indien uit contact blijkt dat er zorgvragen bestaan, of wanneer er sprake is van zaken als voortijdige schooluitval, drank- of drugsproblemen of wanneer de thuissituatie qua opvoedingsklimaat aandacht behoeft. Uit de zaken die in 2011 hebben gespeeld blijkt dat op alle terreinen doorverwijzing heeft plaatsgevonden. Wat gaan wij in 2012 -2013 doen:

Voor de acties op het terrein van overlastbestrijding wordt verwezen naar het jaarplan veiligheid 2012.

Vanuit het jeugdbeleid is afstemming over de inzet van het interventiewerk in relatie tot het (ambulante) jongerenwerk een blijvend aandachtspunt.

Artikel 22 Voor- en vroegschoolse educatie (VVE)

Aandachtspunt:

• Opstellen kwaliteitskader Voor- en Vroegschoolse Educatie

• Opstellen Neder-Betuwse Uniforme Overdrachtsprocedure.

• Opstellen beleidsnota “Voor- en Vroegschoolse Educatie in een geharmoniseerd stelsel 2013-2014” Jaarplan 2011:

Uitvoering wordt gegeven aan het beleidsadvies VVE voor de periode 2010-2014. In het licht van deze nota geen speciale verdere aandachtspunten Wat hebben wij gedaan in 2011:

De afgelopen maanden heeft de Onderwijsinspectie in Neder-Betuwe een onderzoek uitgevoerd naar

de kwaliteit van VVE. Dit onderzoek wordt ook in alle andere gemeenten uitgevoerd. Het beeld dat uit het rapport naar voren komt is in overeenstemming met het landelijke beeld.

Volgens de inspectie heeft de gemeente Neder-Betuwe de voorwaarden voor een goede uitvoering

van VVE op orde en hebben we het in de voorwaardensfeer goed mogelijk gemaakt dat scholen

en de voorschoolse voorzieningen het VVE-beleid verder kunnen invullen en uitvoeren.

Een belangrijk aandachtspunt hierbij vindt de inspectie dat er géén ‘harde’ resultaatafspraken zijn

gemaakt en kwaliteitseisen niet schriftelijk zijn vastgelegd. Het Kwaliteitskader Voor- en Vroegschoolse educatie Neder-Betuwe 2013-2016

Het kwaliteitskader omvat de eisen voor de voorschool en de vroegschool uit de wet OKE aangepast aan de Neder-Betuwse situatie. Daarin staan afspraken over de doelgroep en het aanbod, de doorlopende leerlijn van voorschool naar vroegschool, de resultaten van vroegschoolse educatie en de overdracht en registratie van kindgegevens. De gemeenste Neder-Betuwe stelt op onderdelen strengere eisen dan de wet OKE en het aanvullende besluit, zoals bij: • de norm voor de taalbeheersing van de beroepskrachten basisschool

• de taaldoelen 4- en 6-jarigen

• de verplichte uniforme overdracht kindgegevens (bijlage)

• de norm voor de groepsgrootte

• de intensieve samenwerking tussen voorscholen en vroegscholen De Neder-Betuwse Uniforme Overdrachtsprocedure

omvat documenten om de doorgaande lijn te kunnen borgen en de resultaatmeting aan het einde van groep 2 mogelijk te maken. Beleidsnota “Voor- en Vroegschoolse Educatie in een geharmoniseerd stelsel 2013-2014

Op 20 december heeft het college van burgemeester en wethouders van Neder-Betuwe besloten tot volledige integratie van kinderopvang en peuterspeelzalen. Er is besloten om kinderopvang Bunderbos als aanbieder aan te wijzen. Door deze ontwikkeling zal er een nieuw integraal beleid moeten komen, op het gebied van peuterspeelzalen, kinderopvangcentra en onderwijsachterstanden. Wat gaan wij in 2012 -2013 doen:

Het streven is om op 1 augustus 2012 kinderopvang en peuterspeelzalen te harmoniseren. Belangrijkste oogmerken zijn het tegengaan van segregatie in de kinderopvang/peuterspeelzalen, het verhogen van de kwaliteit en het verbeteren van de aansluiting op het eerste jaar van de basisschool.

Op deze manier ontstaat een sluitend systeem van voorzieningen waarbinnen taalachterstanden bij kinderen voortijdig kunnen worden onderkend en aangepakt" . Na vaststelling van de kwaliteitsafspraken door het vaststellen van het Kwaliteitskader Voor- en Vroegschoolse educatie en de Uniforme Overdrachtsprocedure, starten wij met de uitvoering van de afspraken in samenwerking met onze partners: schoolbesturen, Stichting Peuterdriehoek en kinderopvangaanbieders.

Artikel 23 Volwasseneneducatie /Middelbaar Beroeps Onderwijs (MBO)

Aandachtspunt:

Op grond van de verwachting dat gemeenten vanaf 2011 niet langer verplicht zouden zijn middelen

voor volwassenenonderwijs en MBO via de ROC’s te laten lopen was de inzet om eventuele kansen

het aanbod van het MBO beter te laten aansluiten op de behoefte van onze inwoners te benutten en

daartoe een mini-onderzoek te verrichten naar de mate waarin het gekozen MBO-onderwijs in de

regio voldoende kwaliteit en diversiteit heeft om aan de wensen van het publiek te voldoen. Jaarplan 2011: 

Op dit moment afzien van het in de nota voorgestelde behoeftenonderzoek, ontwikkelingen nadrukkelijk volgen en waar mogelijk in het proces bevorderen dat het aanbod zo goed mogelijk aan blijft/gaat sluiten bij de behoeften van onze inwoners.

Wat hebben wij gedaan in 2011:

In 2011 zijn de ontwikkelingen gevolgd.  De Wet Educatie en Beroepsonderwijs (WEB) wordt per 1 januari 2013 aangepast om op het terrein van de volwasseneneducatie een aantal wijzigingen door te voeren, waaronder het aanscherpen van de doelstelling van educatie.

De gemeentelijke educatiemiddelen die overblijven kunnen alleen nog worden ingezet voor Nederlandse taal en rekenen en Nederlandse Taal als 2e taal (NT2). Bovendien zal dat inhouden dat er nog steeds een verplichte inkoop blijft bij het ROC, waardoor er geen vrije besteding van de middelen ontstaat. Wat gaan wij in 2012 -2013 doen:

Actiepunt komt te vervallen.

 

Artikel 24 (Bureau) Jeugdzorg en beleidsinformatie

Aandachtspunt:

Naar aanleiding van een eerste proeve van een door Bureau Jeugdzorg opgestelde factsheet wordt vermoed dat problematieken in Neder-Betuwe deels afwijken van het landelijke en regionale beeld en wordt behoefte gevoeld aan meer lokaal-specifieke informatie. • In overleg met BJZ bewerkstelligen dat meer en specifiekere Informatie beschikbaar komt

om lokale keuzen voor preventieve voorzieningen op te kunnen baseren.

• In overleg met BJZ een verklaring zoeken voor het relatief hoge aantal jongeren in zorg, en

daarop voorstellen vervaardigen voor een preventief programma.

• Scholen, ZAT’s en Consultatiebureau vragen nadrukkelijker aandacht te hebben voor

vroegsignalering van risicokinderen en –gezinnen in gevallen die mogelijk tot

jeugdbeschermingsmaatregelen kunnen leiden.

• Het in 2008 gepresenteerde protocol kindermishandeling en de mogelijkheid tot training van

schoolteams door de GGD nogmaals nadrukkelijk onder de aandacht brengen.

• Na de start van het jeugdpreventienetwerk bezien of de intensieve begeleiding van jongeren zoals geboden kan worden door Patch gemist wordt in het opstellen van concrete hulpverleningsplannen. Jaarplan 2011:

Doelstelling blijft onverkort staan en wordt betrokken in regionale overleggen. Wat hebben wij gedaan in 2011:

Met de toekomstige transititie van de jeugdzorg komen de volgende taken naar de gemeente:

• indicatiestelling, jeugdhulpverlening, jeugdbescherming, jeugdreclassering, spoed-eisende zorg, Kindertelefoon, het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (de huidige provinciale taken jeugdzorg die vallen onder Bureau Jeugdzorg);

• geïndiceerde jeugdzorg zoals dagbehandeling, pleegzorg en residentiële zorg;

• jeugd-GGZ;

• jeugd-LVG;

• PGB's in dit kader. Met de komst van deze taken naar gemeenten is het nog belangrijker om inzicht te hebben in de problematieken die er in Neder-Betuwe spelen en welke hulp door onze jongeren wordt ontvangen. Op dit moment voert Spectrum voor de regio een onderzoek uit, waar voor elke gemeente wordt onderzocht welke jeugdzorg er wordt geboden. Met het CJG en alle daaronder vallende voorzieningen heeft onze gemeente een plek waar informatie en advies wordt verleend, waar problemen worden gesignaleerd en licht-pedagogische hulp wordt verleend en waar indien nodig wordt toegeleid naar hulp of de zorg voor gezinnen wordt gecoördineerd. Vanuit het CJG zullen kinderen, ouders, jongeren en gezinnen, indien nodig worden toegeleid naar verdere hulp. Er wordt gestreefd om problemen zo vroeg mogelijk te signaleren en op te lossen, zodat zwaardere zorg zorg min mogelijk nodig is. Wat gaan wij in 2012 -2013 doen:

Er wordt verder gewerkt aan de voorbereiding op de transitie van de jeugdzorg. Hierin is het erg belangrijk dat de laagdrempelige voorzieningen van het CJG goed aansluiten op de voorzieningen van de Jeugdzorg. Hierin wordt ook gekeken welke rol Patch kan vervullen. Naast de algemene voorbereiding wordt in 2012 samen met regiogemeenten en partners gestart met twee concrete projecten, dit zijn:

- Experiment loslaten indicatiestelling. In dit project wordt de indicatiestelling voor ambulante jeugdzorg niet meer gedaan door BJZ. De partners binnen het CJG maken een inschatting voor zorg om zo te experimenteren met het loslaten van indicatiestelling.

- Ondersteuning van jongeren na jeugdzorg. In dit project ligt de focus op 16-23 jarigen. Er wordt hierin gewerkt aan het versterken van de samenwerking tussen de diverse organisaties, zodat de jongere op alle leefgebieden goed kan worden geholpen, zodat zij na het traject van geïndiceerde jeugdzorg hun plek vinden, gericht op economische en maatschappelijke zelfstandigheid.

 

Hoofdstuk 3 Financiële consequenties

Deze nota update heeft in zichzelf geen financiële consequenties; uitgangspunt is uitvoering van de

ontwikkelingen en het jaarplan 2012 binnen de bestaande financiële kaders. Hierbij dient te worden benoemd dat met ingang van 2012 het budget jeugd- en jongerenwerk met

€ 45.000 is teruggebracht. Structureel is nu jaarlijks € 109.749,- beschikbaar binnen het budget jeugd en jongeren. Binnen het budget jeugd en jongeren wordt in 2012 de volgende verdeling aangehouden - Uitvoering jongerenwerk   € 78.000  ( ureninzet + activiteitenbudget)

- Activiteitensubsidies jeugdsozen € 18.000  (subsidieplafond van € 4.500 per soos)

- Activiteitensubsidie speel-o-theek €   1.500

- Jongin     €   5.000

- Overige projecten/initiatieven  €   7.200  

aldus besloten in de vergadering.