Organisatie | Utrecht |
---|---|
Organisatietype | Provincie |
Officiële naam regeling | Besluit van Gedeputeerde Staten van Utrecht van 13 maart 2012, nr.80A9BC35, houdende beleidsregels inzake de aanwijzing van Gemeentelijke Depots Bodemvondsten |
Citeertitel | Beleidsregel aanwijzing gemeentelijke depots bodemvondsten provincie Utrecht |
Vastgesteld door | gedeputeerde staten |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | archeologie |
Geen.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
14-03-2012 | 26-01-2013 | Nieuwe regeling | 13-03-2012 Provinciaal blad, 2012, 14 | 80A9BC35 |
Besluit van Gedeputeerde Staten van Utrecht van 13 maart 2012, nr.80A9BC35, houdende beleidsregels inzake de aanwijzing van Gemeentelijke Depots BodemvondstenGedeputeerde Staten van Utrecht;Gelet op de artikelen 50 en 51 van de Monumentenwet 1988; Overwegende dat: - gedeputeerde staten de bevoegdheid hebben een Gemeentelijk Depot Bodemvondsten aan te wijzen, krachtens de artikelen 50 en 51 van de Monumentenwet 1988; - overwegende dat de bewaar- en ontsluitingsfunctie van een depot jegens de wetenschappelijk onderzoeker, de amateurarcheoloog of het publiek ook inhoudelijk goed tot zijn recht moet komen en er daarom geen sprake moet zijn van teveel versnippering; - overwegende dat het Rijk in de Memorie van Toelichting op het wetsvoorstel Archeologische Monumentenzorg heeft laten weten dat een besluit van GS om een bestaand gemeentelijk depot niet aan te wijzen als onderdeel van de totale provinciale depotcapaciteit alleen kan worden genomen als daartoe zwaarwegende redenen zijn; - overwegende dat een goed functionerend Depot Bodemvondsten een zekere schaal vraagt, zowel qua menskracht als qua fysieke omstandigheden (ruimte, inrichting, klimaatbeheersing, beveiliging en toegankelijkheid); - overwegende dat bij de gemeenten Utrecht en Amersfoort, gemeenten met archeologische diensten met een lange staat van dienst, de wens leeft een eigen depot aan te houden en de gemeentelijke archeologie haar belangrijke rol op het gebied van archeologische vrijwilligers en erfgoededucatie kan blijven vervullen;
In dit besluit wordt verstaan onder
Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie
: de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA) bevat alle eisen waaraan archeologisch onderzoek en het beheer van archeologisch vondst- en documentatiemateriaal minimaal moet voldoen. De KNA is ontwikkeld in samenwerking met het archeologische veld en stelt eisen aan zowel de uitvoerders als aan de overheid en geldt als de volgens de beroepsgroep geldende norm. De KNA wordt vastgesteld door het Centraal College van Deskundigen (CCvD) Archeologie.
Verantwoord behoud en toegankelijkheid
: alle informatie die bij archeologisch onderzoek verzameld is, wordt volgens een toegankelijk en logisch geordend systeem bewaard. Het systeem is (minimaal) toegankelijk voor wetenschappers en archeologische vrijwilligers. Informatie bestaat uit vondsten, monsters en originele documentatie in woord en beeld. Alle materiaal staat geordend op een standplaats, waar zodanige condities heersen, dat vondsten, monsters en documentatie zo stabiel mogelijk kunnen worden bewaard. Tussen vondsten en bijbehorende documentatie moeten kruisverbanden te leggen zijn.
Artikel 2 Aanwijzing gemeentelijk depot
Gedeputeerde Staten kunnen op verzoek van burgemeester en wethouders van de gemeenten Utrecht of Amersfoort een Gemeentelijk Depot Bodemvondsten aanwijzen in de desbetreffende gemeente waarin roerende monumenten, die zijn gevonden bij het doen van opgravingen, zullen worden opgeslagen op een wijze die uit oogpunt van behoud en toegankelijkheid verantwoord is.
Aldus vastgesteld in de vergadering van gedeputeerde staten van Utrecht van 13 maart 2012. Utrecht, 13 maart 2012 Gedeputeerde Staten van Utrecht, R.C. ROBBERTSEN, voorzitter. H. GOEDHART, secretaris Uitgegeven 13 maart 2012 Gedeputeerde Staten van Utrecht, namens hen H. GOEDHART, secretaris
Bijlage 1 Eisen aan Gemeentelijke Depots Bodemvondsten in de Provincie Utrecht
Een depot dat door het provinciebestuur van Utrecht wordt aangewezen dient ‘roerende monumenten die zijn gevonden bij het doen van opgravingen’ op te slaan ‘op een wijze die uit een oogpunt van behoud en toegankelijkheid verantwoord is. Het provinciebestuur verlangt daarom dat het depot voldoet aan de eisen geformuleerd in de vigerende Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA) en in aanvulling daarop aan de volgende eisen:
1. Eisen aan archeologisch depotruimte
2 Opslag opgravingsdocumentatie
Het provinciebestuur van Utrecht stelt ook eisen aan de ruimte waarin documentatie wordt bewaard 2. Onder opgravingdocumentatie wordt verstaan alle foto’s, tekeningen en verslagen van een opgraving. De originele documentatie is opgeslagen in een bewaarruimte die aan volgende eisen voldoet:
Een digitale- of analoge kopie van de opgravingsdocumentatie bevindt zich elders.
Verder stelt het provinciebestuur de volgende eisen aan de organisatie van het depotbeheer: