Organisatie | Waalwijk |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening participatie schoolgaande kinderen gemeente Waalwijk 2012 |
Citeertitel | Verordening participatie schoolgaande kinderen gemeente Waalwijk 2012 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | onderwijs |
Eigen onderwerp |
Geen.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2012 | 01-01-2015 | Nieuwe regeling. | 13-09-2012 Gemeenteblad, 27-09-2012 | 2012/037 |
Tweede gewijzigdeVerordening participatie schoolgaande kinderen gemeente Waalwijk 2012
De raad van de gemeente Waalwijk;
Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 7 augustus 2012, met inachtneming van de daarin staande motieven;
Gezien het advies van de Wmo adviesraad;
Overwegende dat, het van wezenlijk belang wordt geacht dat kinderen zich door maatschappelijke participatie kunnen ontplooien en ontwikkelen en daarin niet belemmerd worden door de financiële positie van de ouder(s), dat de gemeenten daarin dienen bij te dragen door het voeren van beleid gericht op participatie van schoolgaande kinderen.
Vast te stellen: Verordening participatie schoolgaande kinderen gemeente Waalwijk 2012
Door het college van burgemeester en wethouders kan in bijzondere gevallen ten gunste van de belanghebbende worden afgeweken van de bepalingen van deze verordening, indien toepassing hiervan tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.
Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening Participatie schoolgaande kinderen gemeente Waalwijk 2012”
Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2012.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 13 september 2012.
In de motie Blanksma-Spekman c.s. heeft de Tweede Kamer de regering gevraagd om gemeenten financieel af te rekenen door een korting op de algemene uitkering uit het gemeentefonds, als die onvoldoende bijdragen aan de rijksdoelstelling om het aantal kinderen uit arme gezinnen dat vanwege financiële redenen maatschappelijk niet meedoet, met de helft terug te dringen. Bij de uitvoering van deze motie heeft de regering gekozen voor een uitwerking die recht doet aan het uiteindelijke doel van
de motie, namelijk in de Wet werk en bijstand gemeenteraden voor te schrijven dat zij gehouden zijn een verordening op te stellen met betrekking tot het verlenen van categoriale bijzondere bijstand voor de kosten in verband met maatschappelijke participatie van ten laste komende kinderen die onderwijs of een beroepsopleiding volgen. Voorts dient invulling te worden gegeven aan het begrip maatschappelijke participatie. Deze vorm van categoriale bijzondere bijstand kan alleen worden verstrekt aan personen met een inkomen van maximaal 110% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm. Kinderen moeten in hun kansen en mogelijkheden op ontwikkeling niet worden belemmerd door de slechte financiële positie van hun ouders. Maatschappelijke participatie van een kind is van groot belang met het oog op zijn of haar kansen op een zelfredzame toekomst. Alhoewel de regering er vanuit gaat dat de meeste ouders zich inzetten voor een goede toekomst voor hun kind, wil de regering voorkomen dat deze specifieke ondersteuning voor andere zaken kan worden aangewend. Om die reden acht de regering het wenselijk om de categoriale bijzondere bijstand aan deze groep in
natura en niet als geldbedrag uit te keren. De thans voorliggende “Verordening bevordering van maatschappelijke participatie schoolgaande kinderen gemeente Waalwijk 2012” gaat van beide tegemoetkomingen uit en gaat er vanuit dat de huidige gemeentelijke armoedevoorzieningen voldoende voorzien in de wensen van de regering. Hiermee wordt voldaan aan de opgelegde verordeningsplicht. Op grond van de Verordening participatie schoolgaande kinderen gemeente Waalwijk 2012 bestaat er namelijk via:
regeling Sport- en activiteitenwijzer: een tegemoetkoming van maximaal € 75,-- voor ieder kind in de leeftijd 0 tot en met 17 jaar voor een activiteit in verenigingsverband. Daarnaast is er een vergoeding van maximaal € 45,-- voor de aanschaf van sportkleding of materiaal. Voor deze regeling geldt een maximum van 2 activiteiten per kalenderjaar.
De effecten van de verordeningsplicht op de participatie van de betreffende doelgroep worden na twee jaar door het rijk geëvalueerd. Vervolgens vindt een beoordeling plaats of het wel of niet wenselijk is om structureel te blijven verplichten om op het beleidsterrein van participatie van kinderen, regels in een verordening vast te leggen.
In dit artikel worden definities gegeven van begrippen die in de verordening voorkomen en waarvan het van belang is dat er telkens hetzelfde onder wordt verstaan. In een aantal gevallen wordt verwezen naar definities in de wet om ervoor te zorgen, dat er zoveel mogelijk aansluiting blijft bij de wetgeving die van toepassing is.
Hiermee is de opdracht aan het college verwoord. Het college zet zich in om voorzieningen aan te bieden die bijdragen aan de maatschappelijke participatie.
Bij de keuze voor een materiële invulling van de verordeningsplicht past een bepaling waarin aangegeven wordt welk beleid er wordt gevoerd door de gemeenteraad c.q. aan welk beleid het college en het Dagelijks Bestuur van ISD-ML uitvoering moet geven. Dit beleid wordt in korte schetsen in hoofdlijnen aangeduid.
Middels dit artikel is voor de Verordening participatie schoolgaande kinderen gemeente Waalwijk 2012 deels een passend materieel wettelijk kader gecreëerd, waarmee uitvoering wordt gegeven aan de opdracht van de wetgever in artikel 8, eerste lid, onderdeel g van de wet.
De datum van inwerkingtreding is uiteraard 1 januari 2012. Hoewel in artikel 78v van de wet is opgenomen dat de verordeningsplicht geen structureel karakter heeft, is geen concrete datum genoemd waarop die plicht komt te vervallen. Om die reden is er geen horizonbepaling opgenomen in de verordening.