Organisatie | Leidschendam-Voorburg |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening materiële financiële gelijkstelling onderwijs gemeente Leidschendam-Voorburg |
Citeertitel | Verordening materiële financiële gelijkstelling onderwijs gemeente Leidschendam-Voorburg |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | onderwijs |
Eigen onderwerp | Onderwijs |
Geen.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
18-06-2022 | Toevoeging Bijlage Voorziening 'verduurzaming onderwijshuisvesting' | 07-06-2022 | 2751 | ||
24-12-2009 | 18-06-2022 | nieuwe regeling | 15-12-2009 Leidschendammer / Voorburgse Courant 23 december 2009 | 2009/27190 |
De raad van de gemeente Leidschendam-Voorburg,
gezien het voorstel van het college d.d. 27 oktober 2009 (registratienr. raadsvoorstel 2009/27190);
- de verplichting die is opgenomen in artikel 140 van de Wet op het primair onderwijs, artikel 134 van de Wet op de expertisecentra en artikel 96g van de Wet op het voortgezet onderwijs om - indien de gemeente zelf geen openbare scholen in stand houdt en de gemeente uitgaven wil doen voor het onderwijs aan die scholen welke uitgaven niet door het Rijk worden bekostigd- bij verordening een regeling daarvoor vast te stellen;
- de artikelen XIII, XV en XVII van de Wet dualisering gemeentelijke medebewindsbevoegdheden, artikel 5 van de Gemeentewet en hoofdstuk 4 van de Algemene wet bestuursrecht;
- de uitkomst van het op 1 oktober 2009 gevoerde Op Overeenstemming Gericht Overleg (OOGO) met vertegenwoordigers van de schoolbesturen.
vast te stellen de Verordening materiële financiële gelijkstelling onderwijs gemeente Leidschendam-Voorburg
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
schoolbestuur: het bevoegd gezag van een volgens de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet op het voortgezet onderwijs bekostigde in de gemeente gelegen openbare of bijzondere school, of, voorzover in deze verordening is bepaald, van een nevenvestiging waarvan de hoofdvestiging is gelegen in een andere gemeente;
school: een school voor basisonderwijs, een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs of een school voor voortgezet onderwijs:
een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs: een school voor speciaal onderwijs of een school voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs, zoals bedoeld in artikel 1 van de Wet op de expertisecentra, een instelling voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs, zoals bedoeld in artikel 8 van de Wet op de expertisecentra en een school voor voortgezet speciaal onderwijs, zoals bedoeld in artikel 1 van de Wet op de expertisecentra;
nevenvestiging: een deel van een school dat door de minister ingevolge artikel 85 van de Wet op het primair onderwijs, artikel 76a of artikel 76b van de Wet op de expertisecentra, artikel X van de wet van 31 mei 1995 (Stb. 319) of artikel 75 van de Wet op het voortgezet onderwijs voor bekostiging in aanmerking is gebracht;
Artikel 2 Subsidieplafond en verdelingsregels
De raad maakt het subsidieplafond en de wijze van verdeling van het beschikbare bedrag, uiterlijkzes weken voor de indieningsdatum aan de schoolbesturen bekend. De indieningsdatum die voor een voorziening geldt, is opgenomen bij de omschrijving van de voorzieningen in de bijlagen behorende bij deze verordening.
Paragraaf 2.1 Aanvraag voorzieningen en weigeringsgronden
Artikel 5 Toevoegen, wijzigen en intrekken
Een wijziging van de verordening die leidt tot het toevoegen, wijzigen of intrekken van een voorziening, wordt uiterlijk zes weken voor de indieningsdatum bekendgemaakt door het college.
Het schoolbestuur dat een voorziening voor het eerste daaropvolgend tijdvak wenst, dient vóór de indieningsdatum een aanvraag in bij het college. De indieningsdatum is niet van toepassing indien voor de voorziening is bepaald dat een indieningsdatum niet is voorgeschreven. Indien de aanvraag niet voor de indieningsdatum is ingediend, kan het college besluiten de aanvraag niet te behandelen.
Bij het ontbreken van een of meer gegevens deelt het college dit schriftelijk mee aan het schoolbestuur. Daarbij krijgt het schoolbestuur de gelegenheid om binnen drie weken na de datum van verzending van de mededeling de gegevens schriftelijk aan te vullen. Indien het schoolbestuur de ontbrekende gegevens niet binnen deze termijn verstrekt, beslist het college de aanvraag niet te behandelen.
Paragraaf 2.2 Aanvraag aanvullende (spoedeisende) voorziening en weigeringsgronden
Paragraaf 2.3 Toekennen, uitvoeren beschikking subsidieverlening, intrekken of wijzigen en verbod vervreemden
Artikel 13 Uitvoeren beschikking tot verlenen subsidie
Indien het schoolbestuur niet of niet voldoende aantoont dat de verplichtingen zijn nagekomen, deelt het college dit schriftelijk mee aan het schoolbestuur. Hierbij geven zij aan op welke onderdelen het schoolbestuur aanvullende informatie moet verschaffen. Daarbij krijgt het schoolbestuur de gelegenheid om binnen drie weken na ontvangst van de mededeling de gevraagde informatie schriftelijk te verschaffen. Indien het schoolbestuur de gevraagde informatie niet binnen deze termijn verstrekt, stelt het college de subsidie ambtshalve vast.
Artikel 15 Intrekken of wijzigen beschikking tot feitelijk beschikbaarstellen of vaststellen subsidie en terugvorderen
Ten aanzien van het beleid tot intrekking, wijziging, stopzetting of verlaging van de afgegeven subsidiebeschikking dan wel terugvordering van gegeven subsidie is titel 4:2 van de wet van toepassing.
Artikel 17 Verbod tot vervreemden
Vervreemding door het schoolbestuur van op basis van deze verordening toegekende voorzieningen, is niet toegestaan zonder toestemming van het college tenzij sprake is van een overdracht van voorzieningen aan een ander schoolbestuur als gevolg van samenvoeging van het desbetreffende schoolbestuur met een ander schoolbestuur.
Artikel 18 Verstrekken informatie
Het schoolbestuur verstrekt op verzoek van het college nadere gegevens die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van het bepaalde in deze verordening.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van
de raad van de gemeente Leidschendam-Voorburg
van 15 december 2009.
De griffier, De voorzitter
mr. G.A. van Egmond, drs. J.W. van der Sluis
Bijlage Voorziening ‘verduurzaming onderwijshuisvesting’
I Aanduiding van de voorziening:
Beschikbaar stellen van cofinanciering door middel van een subsidie aan de schoolbesturen voor het primair en voortgezet onderwijs met een maximale hoogte van 50% van de investeringskosten ten behoeve van een samenhangend pakket uit te voeren duurzaamheidsmaatregelen in een bestaand schoolgebouw. De duurzaamheidsmaatregelen moeten bijdragen aan het reduceren van het energieverbruik en/of het verbeteren van het binnenklimaat.
De schoolbesturen voor primair en voortgezet onderwijs dienen uiterlijk 15 oktober, in het jaar voorafgaand aan het jaar waarop de investeringen worden gepleegd, een daartoe strekkende onderbouwde subsidieaanvraag in bij het college van burgemeester en wethouders. Voor het jaar 2022 kan tot 1 augustus 2022 nog een aanvraag worden ingediend.
III Periode waarvoor de voorziening wordt toegekend:
De voorziening (subsidie) wordt door middel van een beschikking toegekend in het kalenderjaar waarvoor de voorziening is aangevraagd.
IV Criteria voor het vaststellen van een voorziening:
De maatregelen met betrekking tot het verbeteren van het binnenklimaat betreffen onder meer: ventilatiesystemen conform de adviezen van het RIVM, verwarming, koeling en het terugdringen van het energieverbruik. Bij de subsidieaanvraag dient de aanvrager de status van het huidige ventilatiesysteem te omschrijven en een plan van aanpak te overleggen op welke wijze de ventilatie-installatie op orde zal worden gebracht.
V Wijze waarop de voorziening wordt toegekend:
Er is sprake van een jaarlijks subsidieplafond. De maximale bedragen die
voor de totale voorziening beschikbaar worden gesteld zijn:
voor het kalenderjaar 2022: € 432.500
voor het kalenderjaar 2023: € 432.500
voor het kalenderjaar 2024: € 432.500
Jaarlijks wordt er met de schoolbesturen (op overeenstemming gericht) overleg gevoerd over de inzet, prioritering en toekenning van de beschikbare middelen door de gemeente. Dit overleg wordt gevoerd aan de hand van ingediende aanvragen en in lijn met de uitgangspunten en planning van het Integraal Huisvestingsplan.
De voorziening is gekoppeld aan de duur van het bestedingsplan inzet bestemmingsreserve duurzaamheid en energietransitie. In het bestedingsplan is in beginsel voor de periode tot 2050 geld gereserveerd voor de voorziening. Elke vier jaar wordt het subsidieplafond met de maximale bedragen voor de begrotingsjaren daarna vastgesteld.
De voorziening ziet toe op de besteding van de daartoe door de gemeenteraad beschikbaar gestelde middelen als extra impuls voor de verduurzaming van de onderwijshuisvesting.
Periodiek wordt de gemeenteraad geïnformeerd over de besteding van de gelden aan de hand van een overzicht van de toegekende bedragen en de daarmee uitgevoerde maatregelen.