Organisatie | Bladel |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Klachtenregeling gemeente Bladel |
Citeertitel | Klachtenregeling gemeente Bladel |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt Verordening klachtenregeling gemeente Bladel.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
14-10-2012 | nieuwe regeling | 28-08-2012 De Lantaarn, 13-10-2012 | 12it.01818 |
In deze regeling wordt verstaan onder:
het bureau van de Nationale ombudsman te ’s-Gravenhage die als onafhankelijke externe instantie onderzoek verricht naar de feiten die aanleiding hebben gegeven tot de klacht. Het bureau rapporteert aan het verantwoordelijke bestuursorgaan over zijn bevindingen en geeft een behoorlijkheidsoordeel over de gedraging, eventueel voorzien van aanbevelingen.
Een ieder heeft het recht om over de wijze waarop een bestuursorgaan of een lid daarvan, dan wel een persoon werkzaam onder de verantwoordelijkheid van een bestuursorgaan, zich in een bepaalde aangelegenheid jegens hem of een ander heeft gedragen, een klacht of klaagschrift bij dat bestuursorgaan in te dienen.
De klachtbehandeling kent drie fasen, te weten:
Indien iemand zich met een (mondelinge) klacht tot de gemeente Bladel wendt, wordt in eerste instantie met de betrokken perso(o)n(en) in overleg met de klachtencoördinator getracht de klacht direct op te lossen en de klager tevreden te stellen. Het naar tevredenheid van de klager tegemoetkomen aan een schriftelijke klacht wordt schriftelijk bevestigd door de klachtbehandelaar.
formele behandeling in eerste instantie
Indien de klacht na informele behandeling niet naar tevredenheid van de klager is opgelost, vindt formele behandeling van de klacht plaats. Een mondelinge klacht wordt daartoe op schrift gesteld. De organisatie is daarbij zonodig behulpzaam. Een klaagschrift wordt in beginsel behandeld overeenkomstig de bepalingen van hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht en met inachtneming van de bepalingen van deze regeling. Met instemming van klager kan gekozen worden voor een andere wijze van behandeling van de klacht.
Artikel 5 Indiening klaagschriften
De ontvangstbevestiging bevat in ieder geval:
a. de datum waarop de klacht is ontvangen;
b. de termijn waarbinnen de klacht zal worden afgehandeld;
c. de naam van de klachtbehandelaar;
d. de procedure van hoor en wederhoor;
e. de mogelijkheid om de tekst van de klachtregeling op te vragen of via de website te lezen.
Een bestuursorgaan is niet verplicht een klaagschrift in behandeling te nemen indien:
a. niet is voldaan aan het bepaalde in artikel 5, eerste lid van deze regeling en klager de voor behandeling vereiste gegevens niet binnen vier weken nadat klager op de tekortkoming is gewezen, heeft verstrekt;
b. deze een gedraging betreft die reeds eerder met inachtneming van deze regeling is behandeld;
c. deze een gedraging betreft die langer dan één jaar voor indiening van het klaagschrift plaatsvond;
d. de aangelegenheid behoort tot het algemeen gemeentelijk beleid of het een algemeen verbindend voorschrift betreft;
e. deze een gedraging betreft waartegen door klager bezwaar gemaakt had kunnen worden of waartegen door klager beroep had kunnen worden ingesteld, tenzij die gedraging bestaat uit het niet tijdig nemen van een besluit;
f. deze een gedraging betreft die door het instellen van een procedure aan het oordeel van een andere rechterlijke instantie dan een administratieve rechter onderworpen is, dan wel onderworpen is geweest, of zolang ter zake daarvan een opsporingsonderzoek op bevel van de officier van justitie gaande is, dan wel indien de gedraging deel uitmaakt van de opsporing of vervolging van een strafbaar feit en ter zake van dat feit een opsporingsonderzoek op bevel van de officier van justitie of een vervolging gaande is;
g. het belang van de klager of het gewicht van de gedraging kennelijk onvoldoende is.
Hierbij wordt de navolgende leidraad gehanteerd:
a. Een klaagschrift over het college van burgemeester en wethouders of over een lid daarvan, wordt behandeld door de burgemeester, tenzij deze zelf het onderwerp van de klacht is. In dat geval is het bepaalde onder b van toepassing.
b. Een klaagschrift over de burgemeester wordt behandeld door de loco burgemeester.
c. Een klaagschrift over een medewerker werkzaam onder verantwoordelijkheid van het college wordt behandeld door de gemeentesecretaris, tenzij deze zelf het onderwerp van de klacht is. In dat geval is het bepaalde onder d van toepassing.
d. Een klaagschrift over de gemeentesecretaris wordt behandeld door de burgemeester.
Van het bepaalde in het tweede lid kan worden afgeweken:
a. indien klager expliciet te kennen geeft geen gebruik te willen maken van het recht te worden gehoord;
b. indien degene tegen wie de klacht is gericht, gemotiveerd bij de klachtencoördinator te kennen geeft dat hij niet wenst te worden gehoord.
Het verslag vermeldt in ieder geval:
a. de naam van de klachtbehandelaar;
b. de naam van de verslaglegger;
c. de namen van de verschenen klager(s) en degene(n) tegen wie de klacht is gericht en, indien aanwezig, van gemachtigde(n) en van getuigen en deskundigen;
e. een zakelijke weergave van wat tijdens de hoorzitting over de klacht wordt besproken.
Artikel 12 Tussentijdse beëindiging
De behandeling van een klacht kan tussentijds worden beëindigd indien de klager daarmee instemt. De tussentijdse beëindiging wordt schriftelijk bevestigd. In dat geval vervalt de verplichting tot het verder toepassen van deze regeling.
Artikel 14 Onvoorziene gevallen
In de gevallen waarin de wet of deze regeling niet voorziet, beslist het college van burgemeester en wethouders.