Overheidsorganisatie | Gemeente Leeuwarden |
---|---|
Officiële naam regeling | Verordening afvalstoffenheffing Leeuwarden 2011 |
Citeertitel | Verordening afvalstoffenheffing Leeuwarden 2011 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | algemeen |
Eigen onderwerp |
Geen.
-
1.Geen.
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2011 | 17-01-2013 | nieuwe regeling en eerste wijziging | 15-12-2010 Huis aan Huis; 22 december 2009 | - | |
30-12-2009 | 01-01-2011 | nieuwe regeling | 14-12-2009 Huis aan Huis; 29 december 2009 | - |
Verordening afvalstoffenheffing Leeuwarden 2011
In deze verordening wordt verstaan onder:
Perceel: een perceel – of een zelfstandig
gedeelte ervan – ten aanzien waarvan
krachtens artikel 10.21 en 10.22 van
de Wet milieubeheer een verplichting
tot het inzamelen van huishoudelijke
afvalstoffen geldt.
Onder de naam "afvalstoffenheffing" wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer.
De afvalstoffenheffing als bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven voor het feitelijk gebruik van een perceel ten aanzien waarvan krachtens de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente feitelijk gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan krachtens de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
Voor de toepassing van het eerste lid wordt als gebruiker aangemerkt:
a. degene die naar de omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht feitelijk gebruik maakt van het perceel;
b. ingeval een gedeelte van een perceel in gebruik is afgestaan: degene die dat gedeelte in gebruik heeft afgestaan.
De belasting wordt geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.
1. De belasting bedoeld in hoofdstuk 1 van de tarieventabel wordt geheven bij wege van aanslag geheven.
De belasting bedoeld in hoofdstuk 2 van de tarieventabel wordt geheven door middel van een mondelinge dan wel een schriftelijke gedagtekende kennisgeving. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
De belasting is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting bedoeld in hoofdstuk 1 van de bij deze verordening behorende tarieventabel, verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Het tweede en het derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar een ander perceel in feitelijk gebruik neemt.
De belasting bedoeld in hoofdstuk 2 van de tarieventabel is verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening.
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet de aanslagen worden betaald binnen dertig dagen na dagtekening van de aanslag.
In afwijking van het eerste lid geldt dat zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, de aanslagen moeten worden betaald in acht gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt een maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.
Bij de invordering van de afvalstoffenheffing bedoeld in in hoofdstuk 1 van de bij deze verordening behorende tarieventabel kan kwijtschelding worden verleend. Binnen de kaders van de wet wordt de meest ruimhartige vorm voor de beoordeling van het kwijtscheldingsverzoek gehanteerd.
Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het redactioneel aanpassen van deze verordening en de bijbehorende tarieventabel alsmede het wijzigen van de tarieven die voortvloeien uit hogere regelgeving.
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels
geven met betrekking tot de heffing en invordering van de
afvalstoffenheffing.
Deze verordening wordt aangehaald als "Verordening afvalstoffenhefing Leeuwarden 2011".
De "Verordening Reinigingsheffingen Leeuwarden 2010", vastgesteld bij raadsbesluit van 14 december 2009, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van bekendmaking.
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2011.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van 15 december 2010.
De voorzitter,
De griffier,
Algemeen | |||||
(*) | Tarief overeenkomstig de tarieven van OMRIN. | ||||
2010 | 2011 | stijging | |||
Hoofdstuk 1 | |||||
1.1 | De belasting voor het inzamelen van | ||||
huishoudelijke afvalstoffen bedraagt, | |||||
per perceel, | |||||
per jaar | € 275,56 | € 252,30 | -12,25% | ||
1.2 | In afwijking van het gestelde in 1.1, | ||||
bedraagt het tarief voor een perceel | |||||
met een huishouding van één persoon | |||||
op de peildatum van 1 januari | |||||
van het belastingjaar, | |||||
per perceel, | |||||
per jaar | € 240,65 | € 194,08 | -12,25% | ||
1.3 | Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is het moment van aanvang bepalend voor het aantal personen van het huishouden. | ||||
1.4 | De belasting als bedoeld in 1.1 en 1.2, | ||||
wordt vermeerderd voor het op 1 januari | |||||
van het belastingjaar, of indien de | |||||
belastingplicht later aanvangt, bij | |||||
aanvang van de belastingplicht, in | |||||
bruikleen hebben van een extra | |||||
(= boven hetgeen volgens de APV | |||||
aan het perceel is verstrekt): | |||||
container voor restafval van 240 liter, | |||||
per container, | |||||
per jaar | € 113,25 | € 91,34 | -12,25% | ||
1.5 | Indien de container groter is dan 240 liter, | ||||
wordt het tarief genoemd in 1.2 vermenigvuldigd met | |||||
het aantal eenheden of gedeelten van eenheden | |||||
naar grootte van de container. | |||||
Hoofdstuk 2 | |||||
2.1 | Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1 bedraagt de belasting voor | ||||
het brengen van huishoudelijke | |||||
afvalstoffen, zoals | |||||
bouw- en sloopafval, dakleer, gipsplaten en | |||||
gipsblokken, hout en puin, | |||||
naar de milieustraat, | |||||
per hoeveelheid gelijk aan of minder | |||||
dan de inhoud van een | |||||
2.1.1 | kofferbak van een personenwagen, | ||||
per kofferbak | (*) | € 5,00 | € 5,00 | 0,00% | |
2.1.2 | kleine aanhanger, | ||||
per aanhanger klein | (*) | € 12,00 | € 12,00 | 0,00% | |
2.1.3 | grote aanhanger | ||||
per aanhanger groot | (*) | € 35,00 | € 35,00 | 0,00% | |
2.2 | Voor het brengen van de volgende huishoudelijke | ||||
afvalstoffen is geen belasting verschuldigd: | |||||
asbest, glas, grof afval, grof snoeiafval, grond, | |||||
klein chemisch afval, kringloopgoederen, metalen, | |||||
papier, tapijten, textiel, wit- en bruingoed. | |||||
Behorende bij het raadsbesluit van 15 december 2010. | |||||
De griffier van Leeuwarden, |