Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Leeuwarden

Verordening reinigingsheffingen Leeuwarden 2010

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Leeuwarden
Officiële naam regelingVerordening reinigingsheffingen Leeuwarden 2010
CiteertitelVerordening reinigingsheffingen Leeuwarden 2010
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpalgemeen
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

-

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

1.Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

30-12-200901-01-2011nieuwe regeling

14-12-2009

Huis aan Huis; 29 december 2009

-

Tekst van de regeling

Hoofdstuk I

Algemene bepalingen

Artikel 1 Inleidende bepaling

Krachtens deze verordening worden geheven:

  • a.

    een afvalstoffenheffing;

  • b.

    reinigingsrechten.

Artikel 2 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

Perceel: een perceel – of een zelfstandig

gedeelte ervan – ten aanzien waarvan

krachtens artikel 10.21 en 10.22 van

de Wet milieubeheer een verplichting

tot het inzamelen van huishoudelijke

afvalstoffen geldt.

Hoofdstuk II

Afvalstoffenheffing

Artikel 3 Aard van de belasting en belastbaar feit

  • 1. Onder de naam "afvalstoffenheffing" wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer.

  • 2. De afvalstoffenheffing als bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven voor het feitelijk gebruik van een perceel ten aanzien waarvan krachtens de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

Artikel 4 Belastingplicht

  • 1. De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente feitelijk gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan krachtens de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

  • 2. Voor de toepassing van het eerste lid wordt als gebruiker aangemerkt:

    • a.

      degene die naar de omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht feitelijk gebruik maakt van het perceel;

    • b.

      ingeval een gedeelte van een perceel in gebruik is afgestaan: degene die dat gedeelte in gebruik heeft afgestaan.

Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief

De belasting wordt geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in hoofdstuk 1 van de bij deze verordening behorende tarieventabel.

Artikel 6 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 7 Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en

heffing naar tijdsgelang

  • 1.

    De belasting is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting bedoeld in 1.1 tot en met 1.4 van de bij deze verordening behorende tarieventabel, verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 4.

    Het tweede en het derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar een ander perceel in feitelijk gebruik neemt.

Artikel 9 Tijdstip van betaling en betaling in termijnen

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet de afvalstoffenheffing worden betaald binnen dertig dagen na dagtekening van de aanslag.

  • 2. In afwijking van het eerste lid geldt dat zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, de aanslagen moeten worden betaald in acht gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt een maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 3. De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 10 Kwijtschelding

  • 1. Bij de invordering van de afvalstoffenheffing, als bedoeld in 1.1 en 1.2, van de bij deze verordening behorende tarieventabel kan kwijtschelding worden verleend. Binnen de kaders van de wet wordt de meest ruimhartige vorm voor de beoordeling van het kwijtscheldingsverzoek gehanteerd.

  • 2. Bij de invordering van de reinigingsrechten wordt geen kwijtschelding verleend.

Hoofdstuk III

Reinigingsrechten

Artikel 11 Aard van de heffing en belastbaar feit

Onder de naam "reinigingsrechten" worden rechten geheven zowel voor het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten als voor het gebruik van voor de openbare dienst bestemde gemeentebezittingen, werken of inrichtingen die bij de gemeente in beheer of in onderhoud zijn.

Artikel 12 Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

Artikel 13 Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1. De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in hoofdstuk 2 van de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2. Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 14 Belastingjaar

Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 15 Wijze van heffing

  • 1. De rechten bedoeld in hoofdstuk 2 van de tarieventabel worden geheven bij wege van aanslag.

  • 2. In afwijking van het gestelde in het eerste lid, wordt de belasting bedoeld in 2.3 van de bij deze verordening behorende tarieventabel geheven door middel van een mondelinge dan wel gedagtekende schriftelijke kennisgeving. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekend gemaakt.

Artikel 16 Ontstaan van de belastingschuld en de heffing

naar tijdsgelang

  • 1.

    De rechten, bedoeld in hoofdstuk 2 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later, is bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt zijn de rechten verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 4.

    Het tweede en het derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar een ander perceel in feitelijk gebruik neemt.

  • 5.

    De rechten bedoeld in 2.2 en 2.3 van de bij deze verordening behorende tarieventabel zijn verschuldigd bij aanvang van de dienstverlening of het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.

Artikel 17 Tijdstip van betalen en betalen in termijnen

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de reinigingsrechten bedoeld in hoofdstuk 2 van de tarieventabel worden betaald

    • a.

      op het moment van het doen van de kennisgeving indien deze mondeling wordt gedaan, dan wel

    • b.

      op het moment van uitreiking van de kennisgeving indien deze schriftelijk wordt gedaan, dan wel

    • c.

      binnen dertig dagen na dagtekening van de aanslag.

  • 2. De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

    Hoofdstuk IV

    Aanvullende bepalingen

    Artikel 18 Nadere regels door

    het college van burgemeester en wethouders

    Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels

    geven met betrekking tot de heffing en invordering van de

    reinigingsheffingen.

    artikel 19 Citeertitel

    Deze verordening wordt aangehaald als "Verordening reinigingsheffingen Leeuwarden 2010".

    artikel 20 Inwerkingtreding

    • 1.

      De "Verordening Reinigingsheffingen Leeuwarden 2009", vastgesteld bij raadsbesluit van 15 december 2008, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

    • 2.

      Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van bekendmaking.

    • 3.

      De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2010.

    Aldus vastgesteld in de openbare vergadering

    van 14 december 2009.

    De voorzitter,

    De griffier,

    Tarieventabel behorende bij de            
    Verordening reinigingsheffingen Leeuwarden 2010        
    (Kenmerk 286842)                
                       
    Algemeen                
                       
    (*)De bedragen genoemd in deze tabel zijn inclusief omzetbelasting    
     indien deze verschuldigd is.              
    (**)Tarieven overeenkomstig de tarieven van OMRIN.          
                           
                 20092010stijging    
                           
     Maatstaven en tarieven afvalstoffenheffing            
                           
     Hoofdstuk 1                  
    1.1De belasting voor het inzamelen van            
     huishoudelijke afvalstoffen bedraagt,            
     per perceel,                  
     per jaar          € 282,57 € 275,56 -2,48%    
    1.2In afwijking van het gestelde in 1.1,            
     bedraagt het tarief voor een perceel            
     met een huishouding van één persoon            
     op de peildatum van 1 januari              
     van het belastingjaar,                
     per perceel,                  
     per jaar          € 246,77 € 240,65 -2,48%    
    1.3De belasting als bedoeld in 1.1 en 1.2,            
     wordt vermeerderd voor het op 1 januari            
     van het belastingjaar, of indien de            
     belastingplicht later aanvangt, bij            
     aanvang van de belastingplicht, in              
     bruikleen hebben van een extra              
     (= boven hetgeen volgens de APV              
     aan het perceel is verstrekt):              
     container voor restafval van 240 liter,            
     per container,                  
     per jaar          € 113,25 € 113,25 0,00%    
    1.4Indien de container groter is dan 240 liter,            
     wordt het tarief genoemd in 1.2 vermenigvuldigd met          
     het aantal eenheden of gedeelten van eenheden          
     naar grootte van de container.              
                           
     Maatstaven en tarieven reinigingsrechten            
                           
     Hoofdstuk 2                  
    2.1Het recht bedraagt voor:                
     het periodiek verwijderen van              
     bedrijfsafval tot een                
     hoeveelheid van maximaal 0,24 m3              
     (= een container van 240 liter),              
     per bedrijfspand,                  
     per jaar        (*)€ 356,79 € 356,79 0,00%    
                           
    2.2 (**)Het recht bedraagt voor:                
     bedrijfsafval dat voor scheiding bij de            
     milieustraat wordt aangeboden              
     per ton (1.000 kg)    (*) (**)€ 142,08 € 154,70 8,88%    
                           
    2.3 (**)Het recht bedraagt voor                
     het brengen van huishoudelijke              
     afvalstoffen, zoals                
     bouw- en sloopafval, dakleer, gipsplaten en            
     gipsblokken, hout en puin,                
     naar de milieustraat,                
     per hoeveelheid gelijk aan of minder            
     dan de inhoud van een                
                           
    2.3.1kofferbak van een personenwagen,              
     per kofferbak      (**)€ 5,00 € 5,00 0,00%    
                           
    2.3.2kleine aanhanger,                  
     per aanhanger klein    (**)€ 12,00 € 12,00 0,00%    
                           
    2.3.3grote aanhanger                  
     per aanhanger groot    (**)€ 35,00 € 35,00 0,00%    
                           
    2.4Voor het brengen van de volgende huishoudelijke afvalstoffen is geen          
     reinigingsrecht verschuldigd:          
     asbest, glas, grof afval, grof snoeiafval, grond, klein chemisch afval, kring-          
     loopgoederen, metalen, papier, tapijten,          
     textiel, wit- en bruingoed.            
                           
    Behorende bij het raadsbesluit van 14 december 2009.            
    De griffier van Leeuwarden,