Organisatie | Wijdemeren |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Bomenverordening Gemeente Wijdemeren |
Citeertitel | Bomenverordening Gemeente Wijdemeren |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Deze verordening vervangt de Bomenverordening Gemeente Wijdemeren zoals vastgesteld op 27 april 2010
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
11-10-2012 | Nieuwe regeling | 27-09-2012 Wijdemeren Informeren, 10-10-2012 | Bomenverordening Gemeente Wijdemeren |
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze afdeling wordt verstaan onder:
vellen: rooien; kappen; verplanten; het snoeien van meer dan 20 procent van de kroon of het wortel gestel, met inbegrip van kandelaberen; het verrichten van handelingen, zowel boven- als ondergronds, die de dood of een ernstige beschadiging of een ernstige ontsiering van de houtopstand ten gevolge kunnen hebben.
Artikel 6 Herplant-/instandhoudingsplicht
Indien beschermde houtopstand waarop het verbod tot vellen van toepassing is, zonder vergunning van het bevoegd gezag is geveld, dan wel op andere wijze teniet is gegaan, kan het bevoegd gezag aan de zakelijk gerechtigde tot de grond waarop zich de houtopstand bevond dan wel aan degene die uit andere hoofde tot het treffen van voorzieningen bevoegd is, de verplichting opleggen te herplanten overeenkomstig de door hen te geven aanwijzingen binnen een door hen te stellen termijn.
Indien een beschermde houtopstand waarop het verbod tot vellen van toepassing is in het voortbestaan ernstig worden bedreigd, kan het bevoegd gezag aan de zakelijk gerechtigde tot de grond waarop zich de houtopstand bevindt dan wel aan degene die uit andere hoofde tot het treffen van voorzieningen bevoegd is, de verplichting opleggen om:
Burgemeester en wethouders beslissen op een verzoek om schadevergoeding bij weigering van een vergunning met betrekking tot vellen op grond van artikel 17 van de Boswet.
Artikel 8 Afstand van de erfgrenslijn
De afstand als bedoeld in artikel 5:42 Burgerlijk Wetboek wordt vastgesteld op 0,5 meter voor bomen en op nihil voor heesters en heggen.
Artikel 9 Bestrijding van boomziekten
Indien zich op een terrein één of meer bomen, of delen van bomen, bevinden die naar het oordeel van Burgemeester en wethouders gevaar opleveren van verspreiding van een boomziekte of voor vermeerdering van de ziekteverspreiders zoals insecten, is de rechthebbende, indien hij daartoe door Burgemeester en wethouders is aangeschreven, verplicht binnen de bij aanschrijving vast te stellen termijn:
Hij die handelt in strijd met artikel 2, eerste lid, dan wel een voorschrift onderscheidenlijk een verplichting of een verbod als bedoeld in het vorige lid niet na komt, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste twee maanden of geldboete van de tweede categorie. Tevens kan een rechterlijke beoordeling op grond van dit artikel
openbaar gemaakt worden. Bij de strafmaat bepaling kan rekening worden gehouden met de boomwaarde.
Aldus besloten in de openbare vergadering van 27 september 2012
De raad voornoemd,
De griffier, J.van Ditmarsch
de voorzitter, drs. M.E. Smit
Artikel 1: Begripsomschrijvingen
Binnen de Gemeente Wijdemeren zijn er twee gebieden:
· 1) Het gebied waar de regelgeving van de Boswet van kracht is en
· 2) Het gebied binnen de bebouwde kom voor de Boswet waarin de gemeentelijke
Afbakening van het begrip boom is van belang in verband met het aangeven van de ondergrens van de bescherming. Het betreft zowel vitaal als afgestorven houtachtig gewas.
Hiermee kan voorkomen worden dat een kwaadwillende boomeigenaar er voor zorgt dat een gezonde boom dood gaat of ‘bij vergissing’ een gezonde boom kapt. Het kan tevens wenselijk zijn om dode bomen te bewaren vanwege hun ecologisch waardevolle functies of omdat er wettelijk beschermde planten- of diersoorten in gevestigd zijn.
De minimale diktemaat is de meest gangbare en meest heldere vorm van afbakening. Andere vormen, zoals het vrijgeven van bepaalde boomsoorten (erven, tuinen of wijken) of leeftijdscategorieën, leiden sneller tot misverstanden en vergissingen. Om dezelfde reden wordt het werken met omtrekmaten ontraden, omdat niet iedereen het verschil kent tussen doorsnede en omtrek.
Er is hier bewust geen onderscheid gemaakt tussen ‘private’ en ‘publieke’ bomen. De
aanduiding ‘publieke bomen’ betekent alle bomen van overheden, bijvoorbeeld provincie,
waterschap of Rijkswaterstaat. In plaats van ‘publieke’ zou men zich tot ‘gemeentelijke
bomen’ kunnen beperken. De aanduiding ‘private bomen’ betekent alle bomen van
particuliere burgers, maar ook de bomen van bedrijven, landgoederen, stichtingen of
Naast houtopstand is het het kernbegrip van deze verordening, waarop het kapverbod en de vergunning op van toepassing zijn. Door dit begrip centraal te stellen wordt duidelijk dat de bescherming betrekking heeft op meer dan bomen alleen, zoals:
Boomvormer. Een boomvormer is een houtig, opgaand gewas met ontwikkeling van één of meer hoofdtakken. Een boomvormer kan uitgroeien tot een boom, een meerstammige boom of een boomachtige struik. In het alledaagse spraakgebruik heeft een boom één of slechts enkele stammen. In de natuur bestaat er echter een geleidelijke overgang: heester - struik - struikachtige boom - (meerstammige) boom.
Bosplantsoen. Aanplant van jong bos, bestaande uit hoofdzakelijk heesters, struiken en boomvormers.
Hakhout. Eén of meer bomen of boomvormers, die na te zijn geveld, opnieuw op de stronk uitlopen.
Heg. Een lintvormige aanplant van heesters of struiken, al dan niet in een vorm gesnoeid, met een minimale lengte van 3 meter.
Houtwal. Lijnvormige bosaanplant hoofdzakelijk bestaande uit inheemse heesters, struiken en boomvormers.
(lint) begroeiing. Vanwege de grote ecologische waarde van dergelijke begroeiingen (bijv. een meidoorn- of mispelhaag) is bescherming hiervan een noodzaak. Er staat "begroeiing" in plaats van beplanting om ook spontaan opgeslagen groen bescherming te bieden.
Struweel. Een begroeiing van hoofdzakelijk inheemse soorten heesters en struiken.
Waardevolle houtopstanden worden regelmatig (ernstig) beschadigd of vernietigd door bouw en aanleg van huizen, wegen, rioleringen of kabels en leidingen. Vaak gebeurt dit ongewenst en onbedoeld, omdat er te laat is gekeken naar de gevolgen voor de bomen, waardoor ze niet ingepast of (onherstelbaar) beschadigd raken. De Bomen Effect Analyse (BEA) is de landelijke richtlijn van de Bomenstichting voor een nauwgezette en onafhankelijke beoordeling, voorafgaand aan de voorgenomen bouw of aanleg. Deze standaardisering waarborgt de boomtechnische kwaliteit en garandeert een goede beoordeling van alle effecten en mogelijke alternatieven. Een BEA dient uitgevoerd te worden door een deskundig boomverzorger of boomtechnisch adviseur, zoals een European Tree Worker (ETW) of European Tree Technician (ETT). De resultaten van deze beoordeling kunnen vervolgens worden meegenomen in de besluitvorming rond bouw of aanleg.
d. boomwaarde. De richtlijnen van de Nederlandse Vereniging van Taxateurs van Bomen en houtige gewassen (NVTB, Postbus 683, 7300 AK Apeldoorn, tel. 055-5999449) voor de
monetaire boomwaarde worden jaarlijks vastgesteld aan de hand van de prijsindexcijfers van
het CBS, marktprijsgemiddelden en andere kengetallen. De richtlijnen gelden als de meest
deskundige methodiek voor de wijze van vaststellen van de geldwaarde van bomen en
worden in de rechtspraak erkend. Het spreekt overigens voor zich dat bomen ook vele
andere waarden dan monetaire waarde kunnen vertegenwoordigen.
Het kernbegrip van deze verordening, waarop het kapverbod en de vergunningplicht van toepassing zijn. Door dit begrip consequent centraal te stellen wordt duidelijk dat de bescherming betrekking heeft op meer dan bomen alleen.
Elke wijze van het te gronde richten van een houtopstand ongeacht of dit gedeeltelijk
is, bijvoorbeeld bij kappen, of volledig, zoals bij rooien (inclusief stobbe verwijderen). Ook
ingrepen die een ingrijpende wijziging betekenen, zoals kandelaberen of het snoeien van
meer dan 20 procent van het kroonvolume, vallen onder vellen.
Dit om het ernstig beschadigen of ontsieren van een boomkroon tegen te kunnen gaan. Het in stand houden door periodieke snoei van de door kandelaberen of knotten ontstane kroonvorm is niet vergunningplichtig. De eerste keer kandelaberen of knotten is wel vergunningplichtig. Het verwijderen van hoofdwortels, waarvan kan worden aangenomen dat daardoor de houtopstand ernstige schade oploopt, valt eveneens onder het begrip vellen. Door de verordening ook van toepassing te laten zijn op het ernstig beschadigen of ontsieren van samengestelde verschijningsvormen, worden grootschalige ingrepen in houtopstand
De Wet algemene bepaling omgevingsrecht geeft de term “bevoegd gezag” weer. Nu de aanvraag voor een vergunning voor het vellen van een houtopstand voortaan een aanvraag voor een omgevingsvergunning is, dient de term “bevoegd gezag” gehanteerd te worden in plaats van burgemeester en wethouders.
Uitzonderingen artikel 15 Boswet:
De gemeenteraad is niet bevoegd regels te stellen ter bewaring van :
Er wordt voor het kapverbod geen onderscheid gemaakt tussen vitale
en afgestorven houtopstand. Hiermee kan voorkomen worden dat een kwaadwillende
boomeigenaar er voor zorgt dat een gezonde boom dood gaat of `bij vergissing´ een
gezonde boom kapt. Het kan tevens wenselijk zijn om dode bomen te bewaren vanwege hun
ecologisch waardevolle functies of omdat er wettelijk beschermde diersoorten in nestelen.
Dat eerdere over de bedrijfseconomische exploitatie van houtopstand is in deze verordening
niet opgenomen, aangezien binnen de gemeentegrenzen van Wijdemeren geen sprake is
van een dergelijke exploitatie.
Het begrip dunning - velling ter bevordering van het voortbestaan van de houtopstand – is weggelaten, om te voorkomen dat onder het mom van een vergunningsvrije dunning veel meer wordt weggehaald dan de gemeente bij een normale vergunningsaanvraag zou goedkeuren.
Dit artikel bevat de criteria, die in ieder besluit inzake een aanvraag tot vellen genoemd
moeten worden. Stilzwijgend wordt ervan uitgegaan dat (te) zieke of gevaarlijke bomen altijd
voor vergunning in aanmerking zullen komen. Ervaring leert dat de algemene termen waarin
hier genoemde weigeringgronden gesteld zijn nadere uitwerking behoeven van criteria voor
boombelang en verwijderingbelang. Deze criteria kunnen in een afwegingsmodel worden
geplaatst dat als instrument bij de beoordeling van de aanvraag wordt gehanteerd. De
beslissing op de aanvraag moet waar mogelijk verwijzen naar beleid. Ook dient een goede
belangenafweging van alle betrokken belangen te worden gemaakt. Zo mogelijk verwijst de
motivering van het besluit van het bevoegd gezag naar gemeentelijke beleidsregels zoals bestemmings-, groen-, bomen-, of landschapsplannen en bijbehorende (beschermings-) categorieën en beleidskaarten.
Indien bouw of aanleg ter plaatse van de beschermde houtopstand of monumentale boom de reden tot de kapaanvraag is, moet allereerst duidelijk zijn dat met de realisatie van bouw of aanleg een groot maatschappelijk belang gemoeid is. Individuele particuliere belangen of kleine maatschappelijke belangen kunnen dus niet tot velling van een op de lijst van beschermde monumentale boom leiden. Vervolgens moeten voorafgaand aan een eventuele kapvergunning de alternatieven voor (her)inrichting of aanpassing van de plannen voldoende onderzocht zijn en als onmogelijk of zeer onwenselijk zijn aangemerkt.
Indien gevaarzetting (voorkomen van letsel of schade) reden tot de kapaanvraag is, moeten
voorafgaand aan een eventuele kapvergunning de (boomverzorgings-)alternatieven voor kap
voldoende o.a. met behulp van een Boom Effect Analyse onderzocht zijn en als onmogelijk of zeer onwenselijk zijn aangemerkt.
Dit zijn bomen van landelijke importantie die zijn vastgelegd in het landelijk Register
Van Monumentale bomen en door het bevoegd gezag erkende herdenkingsbomen. Het Register wordt beheerd door de landelijke Bomenstichting te Amsterdam. De term “monumentale boom” wordt ook breder gebruikt voor bomen van bijzondere ouderdom, schoonheid of importantie voor de omgeving.
De Burgemeester kan toestemming geven tot direct vellen, indien sprake is van acuut gevaar of vergelijkbaar spoedeisend belang van openbare orde of veiligheid, op grond van de artikelen 173 en 175 van de Gemeentewet.
De lijst met beschermde houtopstanden (= beschermwaardige bomen) kan houtopstanden bevatten met een kleinere dwarsdoorsnede dan in artikel 1 genoemd. Op deze wijze kan (landschappelijk) waardevolle houtopstand, zoals nieuw aangeplante herdenkingsbomen met een kleinere diktemaat toch bescherming genieten. Beschermwaardige bomen en de gemeentelijke beschermde boomstructuren komen voor op de Groene Kaart.
Duurzaam behoud van de beschermde houtopstanden op de Groene Kaart heeft een hoge prioriteit. De houtopstand is extra beschermd doordat alleen bij hoge uitzondering een
kapvergunning wordt verleend. Verder is het sterk aan te bevelen de beschermde houtopstanden en de bomen uit het landelijk Regioster van monumentale bomen op te nemen in het bestemmingsplan op voorwaarde dat de opname precies uitgewerkt
wordt in de bestemmingsplanvoorschriften en de (toekomstige) kroonprojectie zorgvuldig
ingetekend wordt op de plankaart. Door het dwingend karakter van het bestemmingsplan zijn
deze bomen direct in beeld bij iedere herbestemming. Er kunnen dus geen boven- en/of ondergrondse bouw- en aanlegactiviteiten plaatsvinden zonder dat dit aan de boombestemming getoetst wordt.
De redengevende beschrijving is een zorgvuldige motivering van de reden(en) waarom de
desbetreffende houtopstand is aangewezen als beschermwaardige boom (=beschermde houtopstand en/of landelijk monumentale boom). Een nauwgezette omschrijving voorkomt niet alleen juridische complicaties, maar creëert tevens draagvlak voor het duurzaam in stand houden van deze beschermde houtopstand. De beschrijving geeft meer inzicht en duidelijkheid omtrent de natuur, milieu-, cultuurhistorische- en andere waarden en eventuele bijzondere functies van de houtopstand. Daarnaast is de redengevende beschrijving een toetsingskader voor een aanvraag van een vergunning voor het vellen, waardoor een besluit beter gemotiveerd en afgewogen kan worden.
Artikel 5: Bijzondere vergunningsvoorschriften
De voorschriften moeten concreet en precies worden uitgewerkt, bijvoorbeeld naar locatie, boomsoort of grootte. Uit de rechtspraak naar aanleiding van de herplantplicht blijkt dat beleidsmatige uitwerking van aard en omvang van de herplantplicht noodzakelijk is.
Deze bepaling is bedoeld om te voorkomen dat andere vergunningen die samenhangen met de vergunning tot velling, uiteindelijk niet worden verleend, of wel in bezwaar niet standhouden, of indien een plan of project waarvoor de houtopstand geveld dient te worden, niet voldoende is gewaarborgd. De houtopstand zou dan achteraf ten onrechte of te vroeg geveld worden.
Artikel 6: Herplant-/instandhoudingsplicht
Herplantvoorschriften moeten concreet en eenduidig zijn en mogen zeer gedetailleerd soort, locatie en plantwijze voorschrijven mits dit in het gangbare beleid past. De wijze waarop de zelfstandige herplant- en instandhoudingsplicht wordt uitgevoerd, vraagt dus om beleidsmatige uitwerking. Deze uitwerking kan deel uitmaken van een breder
opgezet handhavingsbeleid. Factoren die daarbij een rol spelen, zijn de ernst van de
overtreding, de mate van (on)verantwoordelijkheid die aan de overtreder kan worden
toegekend en de feitelijke mogelijkheden tot uitvoering van een herplant. Onder het
handhavingsbeleid vallen ook de richtlijnen voor het effectief uitvoeren van de strafvervolging
door politie en daartoe aangestelde opsporingsambtenaren.
Indien zonder vergunning een beschermde houtopstand is gekapt kan het college van Burgemeester en wethouders herplantplicht opleggen, los van de vergunning tot vellen.
Financiële herplant. Burgemeester en wethouders bepalen de hoogte van de financiële
bijdrage. Let op dat een financiële herplantplicht daadwerkelijk voor herplant elders gebruikt
dient te worden blijkens de rechtspraak en niet voor extra snoeien of iets dergelijks.
Bovendien moet die herplant zo nabij als mogelijk uitgevoerd worden.
De Boswet schrijft voor dat een gemeentelijke verordening dit artikel moet bevatten.
Artikel 8: Afstand van de erfgrenslijn
De leden één en twee van artikel 42 Boek 5 van het Burgerlijk Wetboek geeft het bekende
verwijderingrecht voor bomen binnen twee meter en heesters en hagen binnen een halve
meter van de erfgrenslijn. Maar in artikel 5:42 lid 2 is in afwijking van het oude Burgerlijk Wetboek toegevoegd: "tenzij ingevolge een verordening of een plaatselijke gewoonte een kleinere afstand is toegelaten". Daarom is in de bomenverordening dit artikel toegevoegd dat de erfgrensafstand aanzienlijk verkleind.
Met "nihil" voor heggen en heesters is bedoeld deze natuurlijke wijze van erfbegrenzing te beschermen en tot de normale standaard te maken. Vele bomen en heesters zullen door deze afstandverkleining beter beschermd, misschien wel gespaard worden. De juridische mogelijkheden voor burenruzies zijn hiermee enigszins verminderd.
Artikel 9: Bestrijding van boomziekten
Dit artikel is bedoeld om besmettelijke boomziekten e.d. zoals de iepziekte, essentaksterfte, kastanjebloederziekte of Aziatische boktor adequaat te kunnen bestrijden. Belangrijk is dat verspreiding van potentieel broedhout en de besmetting wordt voorkomen.
In het vierde lid is een bijzondere bestuursdwang bevoegdheid in aanvulling op de algemene
gemeentelijke bestuursdwang bevoegdheid opgenomen, vanwege de ernst van de zaak en
noodzaak snel te kunnen handelen met name voor een afdeling Beheer Openbare Ruimte
De op grond van dit artikel ingestelde strafvervolging laat onverlet de mogelijkheid van het
instellen door Burgemeester en wethouders van een privaatrechtelijke vordering tot
schadevergoeding wegens schade aan bomen of houtopstand.
Ratio. De strafmaatbepalingen zijn de basis voor aangifte bij de politie en eventuele
strafvervolging door justitie. De bepalingen zijn overeenkomstig de grenzen van de
Gemeentewet vastgesteld. Soms kan de rechter overgaan tot bijzondere maatregelen, zoals
publicatie van een vonnis of voordeeltoekenning (d.w.z. dat justitie afziet van strafvervolging
indien verdachte de schade vergoedt).
Samenloop. Ook een samengaan met andere delicten (vernieling van eigendom, belediging
van personen, enz.) is vaak aanleiding om een illegale kap of beschadiging door justitie aan
Schadevergoeding. De op grond van dit artikel ingestelde strafvervolging laat onverlet de
mogelijkheid tot het instellen door Burgemeester en wethouders van een privaatrechtelijke
vordering tot schadevergoeding wegens schade aan publieke bomen of houtopstanden of
schade als gevolg van waardevermindering of verlies van de boom niet in de weg.