De raad van de gemeente Almere,
Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders;
Gelet op het bepaalde in artikel 147 van de Gemeentewet;
Besluit:
Vast te stellen de Verordening Woonlastenfonds Almere 2012, luidende als volgt:
Artikel 1:
In deze verordening wordt verstaan onder:
- a.
De wet: de wet op de Huurtoeslag;
- b.
huishouden: het eenpersoonshuishouden, het meerpersoonshuishouden, het eenpersoonsouderen-huishouden dan wel het meerpersoonsouderenhuishouden als bedoeld in artikel 2 van de wet;
- c.
(reken)inkomen: het rekeninkomen als bedoeld in artikel 1, onderdeel i, van de wet;
- d.
peildatum: 1 januari van het kalenderjaar waarin de aanvraag voor een bijdrage uit het woonlastenfonds wordt gedaan;
- e.
rekenhuur: de rekenhuur als bedoeld in artikel 1, onderdeel h, van de wet;
- f.
huurtoeslag: de huurtoeslag als bedoeld in artikel 1, onderdeel e, van de wet;
- g.
peiljaren: de drie kalenderjaren voorafgaande aan het bijdragetijdvak;
- h.
bijdragetijdvak: 1 januari tot en met 31 december van een kalenderjaar voorafgaand aan het jaar waarin de aanvraag voor een bijdrage uit het woonlastenfonds wordt gedaan.
Artikel 2:
Burgemeester en wethouders verstrekken een bijdrage uit het Woonlastenfonds Almere aan huishoudens, die:
- a.
op de peildatum woonplaats hebben in Almere als bedoeld in Titel 3 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek en
- b.
gedurende de peiljaren een inkomen hadden, dat valt in de laagste inkomensklasse, als bedoeld in artikel 17 van de wet en tevens,
- c.
gedurende het kalenderjaar voorafgaande aan het bijdragetijdvak huurtoeslag ontvingen.
Artikel 3:
Delen van het inkomen, die het totale inkomen doen stijgen boven het in artikel 2, onder b, bedoelde inkomen, worden buiten beschouwing gelaten voor zover deze stijgingen niet meer voorkomen dan gedurende één van de peiljaren als bedoeld in artikel 1, onder g, en voor zover deze overstijging niet groter is dan maximaal 20% van het inkomen als bedoeld in artikel 2, onder b.
Artikel 4:
- 1.
De hoogte van de bijdrage op maandbasis is gelijk aan de som van de twee navolgende bedragen:
- a.
het bedrag gelijk aan het percentage van 25% van de rekenhuur, waarover, met toepassing van artikel 21, eerste lid en onder b van de wet voor 75% huurtoeslag wordt verstrekt;
- b.
het bedrag gelijk aan het percentage van 50% van de rekenhuur, waarover, met toepassing van artikel 21, eerste lid en onder c van de wet voor 50% huurtoeslag wordt verstrekt, er van uitgaande dat wordt voldaan aan de in artikel 21, eerste lid en onder c van de wet gestelde eisen.
- 2.
Bij de toepassing van het eerste lid wordt uitgegaan van de rekenhuur en huurtoeslag zoals van toepassing in het kalenderjaar voorafgaand aan het jaar waarin de aanvraag voor een bijdrage uit het woonlastenfonds wordt gedaan.
- 3.
De uitkomst van de berekening op grond van het eerste lid dient minimaal uit te komen op een bedrag van 10 euro per maand en maximaal op een bedrag van 40 euro per maand en vervolgens wordt zij vermenigvuldigd met een factor 0,6.
- 4.
De raad beoordeelt jaarlijks of het noodzakelijk is dat de factor als bedoeld in het derde lid wordt aangepast.
- 5.
De uitkomst van de berekening in lid 3 wordt herleid tot een bedrag voor het gehele bijdragetijdvak dan wel tot een bedrag naar rato van het aantal maanden dat het huishouden in het bijdragetijdvak in Almere heeft gewoond.
- 6.
De bijdrage wordt in één keer uitbetaald.
Artikel 5:
- 1.
Een aanvraag om toekenning van een bijdrage wordt schriftelijk ingediend bij burgemeester en wethouders, die conform het derde lid een besluit nemen.
- 2.
Een aanvraag dient te worden gedaan in de periode 1 augustus tot 1 november van het kalenderjaar volgend op het bijdragetijdvak;
- 3.
Burgemeester en wethouders nemen binnen drie maanden na de indiening van een aanvraag een besluit.
Artikel 6:
Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen, waarin toepassing van de verordening leidt tot onbillijkheden van overwegende aard, ten gunste van belanghebbenden afwijken van één of meer bepalingen van deze verordening.
Artikel 7:
- 1.
Burgemeester en wethouders kunnen de bijdragevaststelling intrekken of ten nadele van een huishouden wijzigen:
- a.
op grond van feiten of omstandigheden, waarvan zij bij de bijdragevaststelling redelijkerwijs niet op de hoogte konden zijn en die er toe zouden hebben geleid dat de bijdrage lager dan overeenkomstig de bijdrageverlening zou zijn vastgesteld;
- b.
indien de bijdragevaststelling onjuist was en het huishouden dit wist of behoorde te weten.
- 2.
De intrekking of wijziging werkt terug tot en met het tijdstip waarop de bijdrage is vastgesteld, tenzij bij de intrekking of wijziging anders is bepaald;
- 3.
De bijdragevaststelling kan niet meer worden ingetrokken of ten nadele van de ontvanger worden gewijzigd indien vijf jaren zijn verstreken sedert de dag, waarop zij is bekend gemaakt;
- 4.
Burgemeester en wethouders kunnen een onverschuldigd betaalde bijdrage terugvorderen.
Artikel 8:
- 1.
Deze verordening kan worden aangehaald als: Verordening Woonlastenfonds Almere 2012;
- 2.
Deze verordening treedt in werking op 1 augustus 2012;
- 3.
De verordening Woonlastenfonds Almere 2011 wordt per de in het tweede lid genoemde datum ingetrokken.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de gemeenteraad.
Almere, 3 mei 2012
De griffier, De voorzitter,
J.D. Pruim A. Jorritsma-Lebbink