Organisatie | Almere |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Toeslagen- en verlagingenverordening Publiekszaken 2012 |
Citeertitel | Toeslagen- en verlagingenverordening Publiekszaken 2012 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Wet werk en bijstand, art. 8, eerste lid, aanhef en onder c en art. 30
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-07-2013 | 01-01-2015 | art. 1 t/m 5 en nieuw art. 7 | 13-06-2013 Gemeenteblad Almere, 21-06-2013 | RV-38/2013 | |
01-01-2012 | 01-07-2013 | nieuwe regeling | 22-12-2011 Gemeenteblad Almere, 27-12-2011 | RV-70/2011 |
De raad van de gemeente Almere;
vast te stellen de “Toeslagen- en verlagingenverordening” Publiekszaken 2012, luidende als volgt:
Artikel 2 - Reikwijdte en afstemming
De bepalingen van deze verordening gelden alleen voor belanghebbenden van 21 jaar of ouder doch jonger dan de pensioengerechtigde leeftijd. In het geval van gehuwden gelden de bepalingen van deze verordening alleen indien beide echtgenoten 21 jaar of ouder maar jonger dan de pensioengerechtigde leeftijd zijn.
Artikel 3 - Toeslagen alleenstaanden en alleenstaande ouders
De toeslag als bedoeld in artikel 25, eerste lid, van de wet bedraagt 20 procent van de gehuwdennorm voor de alleenstaande van 23 jaar en ouder en jonger dan de pensioengerechtigde leeftijd en de alleenstaande ouder van 21 jaar en ouder en jonger dan de pensioengerechtigde leeftijd in wiens woning geen ander zijn hoofdverblijf heeft;
De toeslag als bedoeld in artikel 25, eerste lid, van de wet bedraagt 10,5 procent van de gehuwdennorm voor de alleenstaande van 23 jaar en ouder en jonger dan pensioengerechtigde leeftijd en de alleenstaande ouder van 21 jaar en ouder en jonger dan de pensioengerechtigde leeftijd in wiens woning één of meerdere anderen hun hoofdverblijf hebben;
Voor de toepassing van dit artikel wordt niet in aanmerking genomen de ander die in dezelfde woning zijn hoofdverblijf heeft, een inkomen heeft lager dan de norm als bedoeld in artikel 20, eerste lid en onder b van de wet, verminderd met de vakantietoeslag, en naar beneden afgerond op een veelvoud van 25 euro;
Voor de toepassing van dit artikel worden de volgende personen niet in aanmerking genomen als een ander die in dezelfde woning zijn hoofdverblijf heeft:
a. het kind als bedoeld in artikel 4 lid 1 sub d van de wet, die de leeftijd van 21 jaar nog niet heeft bereikt;
b. het kind als bedoeld in artikel 4 lid 1 sub d van de wet, die studiefinanciering op grond van de Wet Studiefinanciering 2000 dan wel een tegemoetkoming op grond van de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten ontvangt, ongeacht de hoogte van de overige inkomsten.
De toeslag als bedoeld in artikel 25, eerste lid, van de wet bedraagt 20 procent van de gehuwdennorm voor de alleenstaande van 23 jaar en ouder en jonger dan de pensioengerechtigde leeftijd en de alleenstaande ouder van 21 jaar en ouder en jonger dan de pensioengerechtigde leeftijd die verblijft in een woning voor thuislozen.
Artikel 5 - Verlaging gehuwdennorm
Voor de toepassing van dit artikel worden de volgende personen niet in aanmerking genomen als een ander die in dezelfde woning zijn hoofdveblijf heeft:
a. het kind als bedoeld in artikel 4 lid 1 sub d van de wet, die de leeftijd van 21 jaar nog niet heeft bereikt;
b. het kind als bedoeld in artikel 4 lid 1 sub d van de wet, die studiefinanciering op grond van de Wet Studiefinanciering 2000 dan wel een tegemoetkoming op grond van de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten ontvangt, ongeacht de hoogte van de overige inkomsten.
Artikel 6 - Verlaging woonsituatie
Indien een woning door een hoofdbewoner wordt bewoond waaraan voor belanghebbende geen kosten van huur of hypotheeklasten verbonden zijn, of indien geen woning wordt bewoond c.q. indien niet in een woning voor thuislozen wordt verbleven, wordt aan artikel 27 van de wet, in combinatie met de artikelen 25 en 26 van de wet, als volgt toepassing gegeven:
Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd voor bepaalde gevallen of groepen van gevallen tegemoet te komen aan onbillijkheden van overwegende aard, welke zich bij toepassing van deze verordening mochten voordoen.
Deze verordening kan worden aangehaald als: “Toeslagen- en verlagingenverordening” Publiekszaken 2012.