Organisatie | Almere |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening langdurigheidstoeslag Wet werk en bijstand Publiekszaken 2012 |
Citeertitel | Verordening langdurigheidstoeslag Wet werk en bijstand Publiekszaken 2012 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Wet werk en bijstand, art. 36
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-07-2013 | 01-01-2015 | art. 2 en art. 3 | 13-06-2013 Gemeenteblad Almere, 21-06-2013 | RV-38/2013 | |
01-01-2012 | 01-07-2013 | nieuwe regeling | 22-12-2011 Gemeenteblad Almere, 27-12-2011 | RV-70/2011 |
Onverlet het bepaalde in artikel 36 van de wet komt in aanmerking voor de langdurigheidstoeslag de belanghebbende, van 23 jaar of ouder doch jonger dan de pensioengerechtigde leeftijd, die gedurende een onafgebroken periode van 60 maanden aangewezen is geweest op een inkomen dat niet hoger is 100% van de voor hem geldende bijstandsnorm, geen in aanmerking te nemen vermogen heeft als bedoeld in artikel 34 van de wet en geen uitzicht heeft op inkomensverbetering.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd voor bepaalde gevallen of groepen van gevallen tegemoet te komen aan onbillijkheden van overwegende aard, welke zich bij de toepassing van deze verordening mochten voordoen.
Artikelsgewijze toelichting op de “Verordening langdurigheidstoeslag Wet werk en bijstand” Publiekszaken 2012
In dit artikel worden de omschrijvingen van de begrippen langdurig en laag inkomen uitgewerkt. Het begrip laag inkomen wordt uitgedrukt als percentage (namelijk 100%) van de voor de betrokkene toepasselijke bijstandsnorm. Voor werkenden zal gekeken moeten worden naar het inkomen, afgezet tegen de persoonlijke situatie (alleenstaand, alleenstaande ouder, gehuwden, kostendelend etc.).
In het eerste en derde lid is verder uitgewerkt dat een gezinslid jonger dan 23 jaar niet meetelt voor het vaststellen van het recht op langdurigheidstoeslag.
In het tweede lid wordt bepaald dat studenten en scholieren niet in aanmerking komen voor een langdurigheidstoeslag. Zij hebben slechts tijdelijk een laag inkomen en doordat zij een studie volgen, hebben ze uitzicht op inkomensverbetering.
In dit artikel wordt de hoogte van de toeslag geregeld. In de verordening wordt uitgegaan van de bedragen die op 1 januari 2008 gelden.
In het tweede lid van dit artikel wordt bepaald dat deze bedragen bij een wijziging van de bijstandsnormen aan de hand daarvan geïndexeerd en aangepast worden. Hierdoor hoeft de verordening niet bij iedere wijziging in de normbedragen van de WWB aangepast te worden.
In het derde lid wordt een koppeling gelegd met de Maatregelen-en handhavingsverordening, omdat het niet de bedoeling is dat iemand die een maatregel opgelegd heeft gekregen en daardoor een lager inkomen heeft daarvoor weer gecompenseerd wordt met de langdurigheidstoeslag. Hiervoor wordt aangesloten bij dezelfde periode als in het eerste lid, dus 60 maanden. Gezinsleden jonger dan 23 jaar tellen hiervoor niet mee.
Bij de inwerkingtreding is aangesloten bij de beoogde inwerkingtreding van het wetsontwerp, 1 januari 2012 In het wetsontwerp is een bepaling over overgangsrecht opgenomen, zodat dit niet in de verordening geregeld hoeft te worden.