Organisatie | Katwijk |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Monumentenverordening Gemeente Katwijk |
Citeertitel | Monumentenverordening Gemeente Katwijk |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp |
Geen
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
05-10-2012 | 12-02-2016 | Onbekend | 27-09-2012 Katwijksche post en Rijnsburger van 4 oktober 2012 | 2012-20646 | |
05-10-2012 | Onbekend | 27-09-2012 Katwijksche post en Rijnsburger van 4 oktober 2012 | 2012-20646 |
Deze verordening verstaat onder:
a. Gemeentelijk monument: een overeenkomstig deze verordening als beschermd gemeentelijk monument aangewezen:
-1. zaak, die van algemeen belang is wegens zijn schoonheid, betekenis voor de wetenschap of
-2. terrein dat van algemeen belang is wegens een daar aanwezige zaak bedoeld onder 1;
b. gemeentelijke monumentenlijst: de lijst waarop zijn geregistreerd de overeenkomstig deze verordening als gemeentelijk monument aangewezen zaken of terreinen bedoeld in onderdeel a;
c. beschermd rijksmonument: onroerend monument, dat is ingeschreven in de ingevolge de
Monumentenwet 1988 vastgestelde registers;
d. monumentencommissie: de op basis van art.15 Monumentenwet 1988 ingestelde commissie met als taak het college op verzoek of uit eigen beweging te adviseren over de toepassing van de
Monumentenwet 1988, de verordening en het monumentenbeleid;
e. kerkelijk monument: onroerend monument, dat eigendom is van een kerkgenootschap, kerkelijke
gemeente of parochie of van een kerkelijke instelling en dat uitsluitend of voor een overwegend deel
HOOFDSTUK 2. AANWIJZING GEMEENTELIJKE MONUMENTEN
Artikel 2. Het gebruik van het monument
Bij de toepassing van deze verordening wordt rekening gehouden met het gebruik van het monument.
Artikel 5. Facultatieve Voorbescherming
Het college kan tegelijk met de adviesaanvraag bedoeld in artikel 3, lid 2, dan wel bij nadere beschikking bepalen dat tot het moment dat inschrijving in het register, bedoeld in artikel 6, plaatsvindt dan wel vaststaat dat het monument niet wordt ingeschreven in dit register, de artikelen 10 tot en met 18 van overeenkomstige toepassing zijn.
Artikel 6. Mededeling aanwijzingsbesluit
De aanwijzing als bedoeld in artikel 3, eerste lid, wordt medegedeeld aan degenen die als zakelijkgerechtigden in de kadastrale legger bekend staan.
HOOFDSTUK 3. INSTANDHOUDING VAN GEMEENTELIJKE MONUMENTALE ZAKEN
Artikel 10. Instandhoudingbepaling
a. een gemeentelijk monument, als bedoeld in artikel 1, onder a, af te breken, te verstoren, teverplaatsen of in enig opzicht te wijzigen;
b. een gemeentelijk monument, als bedoeld in artikel 1, onder a, te herstellen, te gebruiken of te laten
gebruiken op een dusdanige wijze, dat het wordt ontsierd of in gevaar gebracht.
Het verbod en de vergunningplicht, als bedoeld in het tweede lid, gelden niet indien het college nadere regels stelt met betrekking tot de wijze waarop werkzaamheden dienen te worden uitgevoerd én indien de werkzaamheden vallen binnen de uitzonderingsregels als genoemd in bijlage 2 bij deze verordening.
Het bevoegd gezag verleent, met betrekking tot een monument met een religieuze bestemming, geen vergunning als bedoeld in het tweede lid, dan in overeenstemming met de eigenaar indien en voor zover het een vergunning betreft, waarbij wezenlijke belangen van de godsdienstuitoefening in het monument in het geding zijn.
Artikel 11. De schriftelijke aanvraag
Een aanvraag als bedoeld in artikel 4.2. Besluit omgevingsrecht voor een vergunning als bedoeld in artikel 10 en de daarbij te overleggen gegevens en bescheiden worden digitaal of in viervoud analoog ingediend.
De vergunning kan slechts worden verleend indien het belang van de monumentenzorg zich daartegen niet verzet. Bij de beslissing houdt het bevoegd gezag rekening met het gebruik van het monument.
Artikel 14. Intrekken van de vergunning
De vergunning kan door het bevoegd gezag worden ingetrokken indien:
a. blijkt dat de vergunning ten gevolge van een onjuiste of onvolledige opgave is verleend;
b. de omstandigheden aan de kant van de vergunninghouder zich zodanig hebben gewijzigd, dat hetbelang van het monument zwaarder dient te wegen.
HOOFDSTUK 5 OVERIGE BEPALINGEN
Artikel 16. Tegemoetkoming in schade
Indien en voor zover blijkt dat een belanghebbende schade lijdt of zal lijden, die redelijkerwijze niet of niet geheel te zijnen laste behoort te blijven, kent het bevoegd gezag hem op zijn aanvraag een naar billijkheid te bepalen tegemoetkoming toe, indien de schade in relatie staat tot:
a. de weigering van het bevoegd gezag een vergunning als bedoeld in artikel 10 te verlenen;
b. de voorschriften door het bevoegd gezag verbonden aan een vergunning als bedoeld in artikel 10;
c. de door het college nader te stellen regels als bedoeld in artikel 10, derde lid.
Degene, die handelt in strijd met het eerste en tweede lid van artikel 10 van deze verordening, wordt gestraft met een geldboete van de tweede categorie of een hechtenis van ten hoogste drie maanden.
Artikel 19. Intrekken oude regeling
De Monumentenverordening Gemeente Katwijk 2010, vastgesteld op 1 juli 2010 wordt ingetrokken.
De op grond van de onder artikel 19 ingetrokken Monumentenverordening Gemeente Katwijk 2010aangewezen en geregistreerde gemeentelijke monumenten, worden geacht aangewezen en geregistreerd te zijn overeenkomstig de bepalingen van deze verordening. Ook de op grond van de onder artikel 19 ingetrokken Monumentenverordening Gemeente Katwijk in procedure gebrachte zaken wordenafgehandeld overeenkomstig de bepalingen van deze verordening.