Organisatie | Vught |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Regeling Bijzondere Bijstand gemeente Vught |
Citeertitel | Regeling Bijzondere Bijstand gemeente Vught |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | Bijzondere bijstand |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-04-2021 | art. 16 | 09-02-2021 | |||
10-05-2018 | 01-04-2021 | Wijziging artt. 1, 4, 4a, 4b, 5, 6, 8, 11, 14 | 27-03-2018 | Z18-195933 | |
01-11-2017 | 10-05-2018 | art. 4b is ingevoegd | 05-10-2017 | Nieuwe versie | |
10-06-2016 | 01-11-2017 | art. 3 lid 3 is gewijzigd | 17-05-2016 | Nieuwe versie | |
01-01-2015 | 10-06-2016 | art. 4a lid 1 en lid 2 zijn gewijzigd | 11-11-2014 't Klaverblad, 19-11-2014 | Nieuwe versie | |
05-12-2013 | 01-01-2015 | art.3, lid 3 is gewijzigd en art. 3, lid 4 is toegevoegd | 26-11-2013 Het Klaverblad, 04-12-2013 | Onbekend | |
11-04-2013 | 05-12-2013 | Artikel 4a is toegevoegd en op enkele punten is de tekst aangepast | 02-04-2013 Het Klaverblad, 10-04-2013 | Onbekend | |
04-10-2012 | 01-10-2012 | 05-12-2013 | Nieuwe regeling | 18-09-2012 Het Klaverblad, 03-10-2012 | Onbekend |
Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen
In deze regeling wordt voorts verstaan onder:
indien een eigen woning wordt bewoond: de tot een bedrag per maand omgerekende som van de ten behoeve van de financiering van de woning verschuldigde hypotheekrente en de in verband met het in eigendom hebben van de woning te betalen zakelijke lasten. Onder zakelijke lasten wordt verstaan: de rioolrechten, het eigenaarsaandeel van de onroerende zaakbelasting, de brandverzekering, de opstalverzekering en het eigenaarsaandeel van de waterschapslasten. - indien een woonwagen of woonschip wordt bewoond: stageld, liggeld of Roerende Zaakbelasting, in ieder geval niet zijnde energiekosten;
NIBUD: Bij het vaststellen van bedragen van de bijzondere noodzakelijke kosten wordt aangesloten bij de normbedragen, zoals die zijn opgenomen, in de prijzengids van het NIBUD. Dit betekent dat bijzondere bijstand wordt verstrekt voor de kosten tot ten hoogste de geldende maximumbedragen als genoemd in de NIBUD-prijzengids.
Het overzicht van bijzondere bestaanskosten waarvoor in deze regeling een aanspraak op bijzondere bijstand staat beschreven, is niet uitputtend bedoeld. De verplichting van het college om bijzondere bijstand te verlenen op grond van artikel 35, eerste lid PW blijft onverkort gelden.
In afwijking van het bepaalde in lid 1 moet een aanvraag voor kosten van bewindvoering, ondercuratelestelling en rechtsbijstand ingediend zijn binnen vier maanden na de datum van uitspraak door de kantonrechter of Raad voor rechtsbijstand waarbij de bewindvoerder dan wel curator wordt benoemden de noodzaak voor rechtsbijstand wordt vastgesteld.
Artikel 4. Voorliggende voorzieningen
Als een voorliggende voorziening zoals bedoeld in artikel 1 van deze regeling wordt in ieder geval begrepen:
een voorziening op grond van de Zorgverzekeringswet en aanverwante regelingen, waaronder ook begrepen aanspraken op grond van een aanvullende zorgverzekering voor zover er sprake is van voorzienbare bijzondere bestaanskosten en het van een belanghebbende ook redelijkerwijs gevergd kan worden dat voor deze kosten een aanvullende zorgverzekering wordt afgesloten;
Artikel 4a. Collectieve zorgverzekering voor minima
Het college stelt een Collectieve Zorgverzekering voor de minima (CZM) beschikbaar. Het college biedt de keuze uit twee aanvullende verzekeringen, te weten:
- een basisverzekering vermeerderd met een uitgebreide aanvullende verzekering en een gemeentelijk vergoedingenpakket;
- een basisverzekering vermeerderd met een extra uitgebreide aanvullende verzekering en een extra gemeentelijk vergoedingenpakket.
Deelname aan de CZM, zoals beschreven in lid 1, is alleen mogelijk voor belanghebbenden met een inkomen tot maximaal 130% van het wettelijk minimumloon en met een vermogen dat de vermogensgrens genoemd in artikel 34, derde lid van de wet niet overschrijdt. Bij deelname geldt dat alleen het totaalpakket kan worden afgesloten.
Artikel 4b Regels bijdrage regeling Meedoen gemeente Vught 2017
De bijdrage op grond van deze regeling bedraagt maximaal € 146,00 per gezinslid per jaar;
De per gezinslid toegekende bedragen mogen uitsluitend in gezinsverband gecombineerd worden gebruikt voor een gezamenlijke gezinsactiviteit of voor het bekostigen van incidenteel hogere uitgaven van een enkel gezinslid.
Dit bedrag wordt jaarlijks op 1 januari van dat jaar aangepast aan de consumenten prijsindexcijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).
Hoofdstuk 2. Draagkrachtperiode en draagkracht
De draagkracht kan, in afwijking van het gestelde in het eerste lid, worden vastgesteld voor de periode van één jaar, gerekend vanaf de eerste dag van de maand waarin voor het eerst bijzondere noodzakelijke kosten zijn gemaakt, indien in alle redelijkheid met die kosten rekening moet worden gehouden.
Artikel 7. Gedeelte van de draagkracht waarmee rekening wordt gehouden
Met inachtneming van het gestelde in artikel 5 en 6 van de regeling wordt:
voor de verlening van bijzondere bijstand voor woonkosten zoals genoemd in artikel 8 en voor duurzame gebruiksgoederen en inrichtingskosten zoals genoemd in artikel 9 en voor kosten rechtsbijstand als genoemd in artikel 11 eerste en derde lid wordt de draagkracht in het inkomen gesteld op 100% van de ruimte boven de voor belanghebbende geldende bijstandsnorm;
Hoofdstuk 3. Noodzakelijke kosten van het bestaan
Woonkostentoeslag voor een huurwoning, woonwagen of woonschip:
indien belanghebbende een woning bewoont, waarvan de hoogte van de woonkosten, gelet op artikel 13 van de Wet op de huurtoeslag geen belemmering vormt voor de toekenning van die huurtoeslag, maar hij door omstandigheden buiten zijn schuld nog geen aanspraak kan maken op deze toeslag, wordt bijzondere bijstand in de vorm van een woonkostentoeslag verstrekt tot de datum waarop belanghebbende wel in aanmerking komt voor huurtoeslag;
Woonkostentoeslag voor woonkosten boven de maximale huurprijs zoals omschreven in artikel 13 van de Wet op de huurtoeslag:
wanneer belanghebbende een woning in huur of eigendom bewoont, wordt een toeslag verstrekt, die in overeenstemming met artikel 8 eerste lid onder b van deze regeling wordt berekend, met dien verstande dat de woonkosten voor woningen in eigendom die uitgaan boven de maximale rekenhuur volledig voor bijzondere bijstand in aanmerking komen. Voor huurwoningen geldt de bepaling, dat de toeslag maximaal het verschil kan zijn tussen de maximale rekenhuur en anderhalf (1,5) maal de hierboven vermelde maximale huurprijs van de Wet op de huurtoeslag;
Aan bijstandsverlening zoals beschreven in het derde lid wordt met toepassing van artikel 55 van de wet de verplichting verbonden dat belanghebbende zo spoedig mogelijk verhuist naar een goedkopere woning, dan wel, indien de woning een eigen woning betreft, de woning zo spoedig mogelijk te koop aanbiedt, tenzij zwaarwegende belangen zich daartegen verzetten.
Artikel 9. Bijstand voor duurzame gebruiksgoederen en inrichtingskosten
Voor de reserveringscapaciteit als bedoeld in lid 1 wordt uitgegaan van 10% van de voor de betrokkene geldende bijstandsnorm inclusief vakantiegeld over een periode van 3 jaren onmiddellijk voorafgaande aan de datum van aanvraag. De reserveringscapaciteit wordt verminderd met reeds gemaakte bijzonder noodzakelijke kosten en buitengewone uitgaven als bedoeld in deze regeling waarin begrepen het doen van aflossingen op daarvoor aangegane leningen.
Artikel 10. Medische en sociaal medische kosten
Bijzondere bijstand kan worden verleend voor:
de extra kosten in verband met thuiszorg van ouderen en mensen met een beperking, zoals de kosten van sociale alarmering, maaltijdvoorziening en dagverzorging. De extra kostprijs van de maaltijdvoorziening wordt gemaximeerd op het verschil tussen het voor eigen rekening blijvend bedrag van maaltijdkosten NIBUD prijzengids en een maximum van € 7,50 voor een warme maaltijd per dag;
de kosten van kinderopvang op grond van Sociaal-Medische Indicatie in situaties waarbij de ouder door sociale en/of medische omstandigheden tijdelijk niet (goed) voor het kind kan zorgen en dit een gezonde en evenwichtige ontwikkeling van het kind in de weg staat. De ouder kan een vergoeding voor kinderopvang ontvangen als kinderopvang een functie kan vervullen bij het opheffen of verminderen van de omstandigheden. Aan deze bijstandverlening kunnen voorwaarden verbonden worden om de onderliggende problematiek aan te pakken teneinde de noodzaak tot bijstandverlening te verminderen. Bij de aanvraag worden de volgende gegevens overlegd:
Artikel 11. Kosten van maatschappelijke aard
Bijzondere bijstand kan worden verleend voor:
de eigen bijdrage, na aftrek van de subsidie van het Juridisch Loket zoals bedoeld in artikel 4 lid 1 onder j voor de kosten van rechtsbijstand voor rechtsbijstand voor een via de Raad voor rechtsbijstand toegewezen advocaat/raadsman, alsmede de hieraan verbonden overige kosten, waaronder de bijdrage griffierechten, voor zover deze kosten niet bij rechterlijke uitspraak door tegenpartij vergoed moeten worden;
de reiskosten wegens bezoek, met een frequentie van 1x per week voor 1 persoon, aan een gezinslid, die opgenomen is in een AWBZ instelling of die in detentie verblijft. De reiskosten worden vergoed op basis van het kilometertarief dat door de belastingdienst wordt gehanteerd en volgens het principe van "deur tot deur";
Hoofdstuk 4. Vormen van bijstand
Artikel 13. Bijzondere bijstand om niet
Behoudens in de gevallen genoemd in artikel 9, 14 en artikel 15 van deze Regeling, wordt de bijstand om niet verstrekt.
Artikel 14. Bijzondere bijstand als geldlening
Bijstandsverlening ter voorziening in de aanschaf van noodzakelijke duurzame gebruiksgoederen kan worden verleend in de vorm van een geldlening, indien geen gebruik gemaakt kan worden van een voorliggende voorziening, zijnde een lening via een commerciële kredietverlenende instelling cq. de gemeentelijke Kredietbank.
Artikel 15. Bijzondere bijstand onder verband van krediethypotheek
Als het vermogen gebonden in de woning en bijbehorend erf de vermogensvrijlating als bedoeld in artikel 34 lid 2 sub d van de PW te boven gaat, kan, indien door het college van burgemeester en wethouders voor deze vorm van zekerheidsstelling wordt gekozen, de bijzondere bijstand worden verleend in de vorm van een geldlening onder verband van krediethypotheek.
Artikel 16. Overgangsbepalingen
Op aanvragen bijzondere bijstand van inwoners uit het gebied dat met de Wet van 8 juli 2020 houdende splitsing van de gemeente Haaren aan de gemeente Vught is toegevoegd (hierna te noemen: toegevoegd gebied), waarop het college op 1 april 2021 nog niet heeft besloten, wordt de draagkrachtberekening van de Beleidsregels Draagkracht bijzondere bijstand Gemeente Haaren Participatiewet toegepast, indien deze gunstiger is dan de draagkrachtberekening op grond van deze regeling.
Degene die op 31 maart 2021 een periodieke uitkering bijzondere bijstand ontvangt op grond van het bepaalde in 7.2 Bijzondere Bijstand van de Verordening Sociaal Domein 2020 gemeente Haaren en degene aan wie met toepassing van het tweede lid een periodieke uitkering bijzondere bijstand is toegekend met toepassing van de Beleidsregels Draagkracht bijzondere bijstand Gemeente Haaren Participatiewet, behoudt deze periodieke uitkering tot de in de toekenningsbeschikking genoemde einddatum of tot het moment waarop de uitkering op wettelijke gronden eerder wordt beëindigd of ingetrokken.
Op aanvragen van inwoners uit toegevoegd gebied bedoeld in bepaling 7.5 Bijdrage voor maatschappelijk activiteiten, het Welzijnsfonds van de Verordening Sociaal Domein (hierna te noemen: Welzijnsfonds) van inwoners uit toegevoegd gebied, waarop het college op 1 april 2021 nog niet heeft besloten, wordt besloten met toepassing van bepaling 7.5 van de Verordening Sociaal Domein 2020 gemeente Haaren indien toepassing van de regeling Welzijnsfonds gunstiger is dan toepassing van Regeling Meedoen als bedoeld in artikel 4b. van deze regeling.
Degene die op 31 maart 2021 een tegemoetkoming ontvangt in kosten kinderopvang met toepassing van artikel 3.3.18 van de verordening Sociaal Domein of de Beleidsregels Tegemoetkoming kosten kinderopvang Haaren 2018 behoudt deze tegemoetkoming voor de in de toekenningsbeschikking genoemde duur van het re-integratietraject, opleiding of indicatieduur SMI of tot het moment waarop de tegemoetkoming op wettelijke gronden eerder wordt beëindigd of ingetrokken.
Op handhavingsprocedures op grond van besluiten als bedoeld in bepaling 7.5.8. of hoofdstuk 8 van de Verordening Sociaal Domein of artikel 8 van de Beleidsregels Tegemoetkoming kosten kinderopvang Haaren 2018 blijven de bepalingen van die verordening of beleidsregels van toepassing tot het tijdstip waarop:
Op bezwaarschriften die gericht zijn tegen besluiten die genomen zijn op grond van bepaling 3.3.18 (Tegemoetkoming kinderopvang), bepaling 7.2 (Bijzondere bijstand) en bepaling 7.5 (Welzijnsfonds) van de verordening Sociaal Domein 2020 gemeente Haaren of met toepassing van de Beleidsregels Draagkracht bijzondere bijstand Gemeente Haaren Participatiewet of de Beleidsregels Tegemoetkoming kosten kinderopvang Haaren 2018, wordt beslist met inachtneming van die regelingen.