Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Beverwijk

Verordening op de heffing en de invordering van de toeristenbelasting 2011

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Beverwijk
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en de invordering van de toeristenbelasting 2011
CiteertitelVerordening toeristenbelasting 2011
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerpbelasting

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, artikel 224

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

16-12-201001-01-2012Onbekend

02-11-2010

De Kennemer, 15-12-2010

Raadsstuk 2010/51942

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van de toeristenbelasting 2011

De raad van de gemeente Beverwijk;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 23 september 2010, nummer 2010/51942;

gehoord het Comité Generaal d.d. 12 oktober 2010;

gelet op artikel 224 van de Gemeentewet;

besluit:

vast te stellen de:

Verordening op de heffing en de invordering van de toeristenbelasting 2011.

Artikel 1 Begripsbeschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    vakantieonderkomens: woningen en andere verblijven, niet-zijnde mobiele kampeeronderkomens of stacaravans, in hoofdzaak bestemd voor en gebezigd als verblijf voor vakantie- en andere recreatieve doeleinden;

  • b.

    mobiele kampeeronderkomens: tenten, vouwwagens, kampeerauto’s, toercaravans en soortgelijke onderkomens dan wel soortgelijke voertuigen welkebestemd zijn dan wel gebezigd worden als verblijf voor vakantie en andere recreatieve doeleinden;

  • c.

    niet-beroepsmatig verhuurde ruimten: woningen en andere verblijven, of gedeelten daarvan, niet-zijnde mobiele kampeeronderkomens of stacaravans,welke niet in hoofdzaak bestemd zijn als verblijf voor vakantie en andere recreatieve doeleinden, doch wel in bepaalde perioden van het jaar voor diedoeleinden worden verhuurd dan wel te huur aangeboden;

  • d.

    vaste standplaats: een terrein of terreingedeelte dat bestemd is voor hetgedurende een seizoen of een jaar plaatsen van een zelfde mobiel kampeeronderkomen of stacaravan.

Artikel 2 Belastbaar feit

Ter zake van het houden van verblijf met overnachten binnen de gemeente in hotels, pensions, vakantieonderkomens, mobiele kampeeronderkomens, niet-beroepsmatig verhuurde ruimten en op vaste standplaatsen tegen vergoeding in welke vorm dan ook door personen die niet als ingezetene in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens van de gemeente zijn opgenomen, wordt onder de naam ‘toeristenbelasting’ een directe belasting geheven.

Artikel 3 Belastingplicht

  • 1. Belastingplichtig is degene die gelegenheid biedt tot verblijf als bedoeld in artikel2 in hem ter beschikking staande ruimten dan wel op hem ter beschikking staande terreinen.

  • 2. De belastingplichtige is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene, ter zake van wiens verblijf de belasting verschuldigd wordt.

  • 3. Indien met toepassing van het eerste lid geen belastingplichtige is aan te wijzen, is belastingplichtig degene die overeenkomstig het bepaalde in artikel 2 verblijf houdt.

Artikel 4 Vrijstellingen

De belasting wordt niet geheven ter zake van het verblijf:

  • 1.

    van degene die verblijft in een toegelaten instelling als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Wet Toelating Zorginstellingen;

  • 2.

    van een vreemdeling als bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000, die rechtmatig in Nederland verblijft in de zin van artikel 8, letters c, d, f, g, h, van voornoemde wet, en voorzover deze persoon verblijf houdt als bedoeld in artikel 1 van de Verordening, onder verantwoordelijkheid van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers.

Artikel 5 Maatstaf van heffing

De belasting wordt geheven naar het aantal overnachtingen per persoon.

Artikel 6 Belastingtarief

Het tarief bedraagt per overnachting per persoon € 0,63.

Artikel 7 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 8 Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 9 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingsweg 1990 moeten de aanslagen worden betaald binnen twee maanden na de dagtekening van het aanslagbiljet.

  • 2. Met betrekking tot een ingevolge artikel 2, tweede lid, onderdeel c, van de Invorderingswet 1990, met een belastingaanslag gelijkgestelde beschikking inzake een bestuurlijke boete is het eerste lid van overeenkomstige toepassing, voorzover deze gelijktijdig wordt opgelegd met de vaststelling van de aanslag.

  • 3. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste en tweede lid gestelde termijnen.

Artikel 10 voorlopige aanslag

Na de aanvang van het belastingjaar doch niet vóór 1 mei kan aan de belastingplichtige een voorlopige aanslag worden opgelegd tot ten hoogste het bedrag waarop de aanslag over dat jaar vermoedelijk zal worden vastgesteld.

Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de toeristenbelasting.

Artikel 12 Aanmeldingsplicht

De belastingplichtige bedoeld in artikel 3, eerste lid, is gehouden, voordat hij voor de eerste maal na het in werking treden van deze verordening gelegenheid tot overnachten verschaft, zulks schriftelijk te melden aan de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen gemeenteambtenaren, bedoeld in artikel 231 tweede lid, onderdelen b en d, van de Gemeentewet.

Artikel 13 Nachtverblijfregister

  • 1. Belastingplichtige is verplicht per belastingjaar een administratie bij te houden middels een register.

  • 2. Het register bevat met betrekking tot ieder aan wie gelegenheid tot overnachtenwordt verschaft gegevens tenminste betreffende:

    • a.

      naam en woonplaats;

    • b.

      geboortedatum;

    • c.

      datum van aankomst en datum van vertrek;

    • d.

      het aantal overnachtingen ter zake waarvan belasting verschuldigd is.

  • 3. Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd voor bepaalde gevallen of groepen van gevallen van de in het eerste lid bedoelde verplichting gehele of gedeeltelijke ontheffing te verlenen, zonodig onder door het college van burgemeester en wethouders vast te stellen voorwaarden.

Artikel 14 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. De verordening Toeristenbelasting 2010 van 12 november 2009 wordt ingetrokken met ingang van de in het tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2011.

  • 3. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 4. Deze verordening wordt aangehaald als ‘Verordening toeristenbelasting 2011’.

Ondertekening

Beverwijk, 2 november 2010

de raad voornoemd,

de griffier, de voorzitter,