Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Leeuwarden

Verordening havengelden Leeuwarden 2013

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Leeuwarden
Officiële naam regelingVerordening havengelden Leeuwarden 2013
CiteertitelVerordening havengelden Leeuwarden 2013
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 229, eerste lid van de Gemeentewet

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

1.Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

06-12-201225-12-2013nieuwe regeling

26-11-2012

Huis aan Huis; 5 december 2012

376180
22-03-201206-12-2012nieuwe regeling

06-03-2012

Huis aan Huis; 21 maart 2012

368540
08-12-201122-03-2012nieuwe regeling

28-11-2011

Huis aan Huis; 7 december 2011

352926
01-01-201108-12-2011nieuwe regeling

15-12-2010

Huis aan Huis; 22 december 2010

338080
30-12-200901-01-2011nieuwe regeling

14-12-2009

Huis aan Huis; 29 december 2009

286842

Tekst van de regeling

DE RAAD VAN DE GEMEENTE LEEUWARDEN;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 30 oktober 2012 (kenmerk 376180);

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel a en b, van de Gemeentewet;

BESLUIT:

vast te stellen de:

Verordening havengelden Leeuwarden 2012.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    vaartuig: een drijvend lichaam dat wegens zijn drijf­vermogen wordt gebe­zigd dan wel be­stemd of geschikt is voor het ver­voer te water van personen of zaken of voor het dragen of vervoeren van al dan niet met het drijven­de lichaam een geheel uitma­kende voor­werp;

  • b.

    meetbrief: een door een daartoe bevoegde instantie uitgegeven en in Nederland geldig document betreffende de tonnenmaat en het laadvermogen van een vaartuig;

  • c.

    binnenschip: een vaartuig - niet zijnde een ple­ziervaar­tuig - dat hoofdzakelijk wordt gebruikt voor de vaart op de binnen­wateren;

  • d.

    vrachtschip: een vaartuig dat hoofdzake­lijk gebe­zigd wordt voor het vervoer van zaken;

  • e.

    passagiersschip: een vaartuig, dat middel van open­baar vervoer is of hoofd­zakelijk gebezigd wordt voor het bedrijfsma­tige ver­voer van perso­nen;

  • f.

    drijvend werktuig: een vaartuig in gebruik als drij­vende bok, kraan, bag­germo­len of zandzui­ger;

  • g.

    sleepboot: een vaartuig dat hoofdzake­lijk wordt gebruikt voor het slepen of duwen van andere vaartui­gen;

  • h.

    pleziervaartuig: een vaartuig, dat hoofdzake­lijk wordt ge­bruikt voor re­crea­tie;

  • i.

    woonschip: een vaartuig, uit­sluitend of in hoofd­zaak in gebruik als woning;

  • j.

    laadvermogen: het in tonnen uitgedrukte ver­schil tussen zoetwater­verplaat­sing van het schip bij de grootst toegelaten diep­gang en die van het le­dige schip;

  • k.

    ton: een massa van 1.000 kilo­gram;

  • l.

    m2 oppervlakte: het product van de grootste lengte en de grootste breed­te van het vaartuig;

  • m.

    gebruik van de haven: het in artikel 2 be­doelde ge­bruik van de aldaar bedoelde voor de openbare dienst bestem­de wate­ren of van voor de openbare dienst be­stemde werken of in­rich­tin­gen of voorzieningen;

  • n.

    havenmeester: de havenmeester van de ge­meente Leeu­warden of diens plaatsver­van­ger;

  • o.

    dag: een aaneengesloten tijd­vak van 24 uren;

  • p.

    7, 14, 21 dagen: een aaneen­ge­sloten tijdvak van resp. 7, 14 en 21 da­gen;

  • q.

    een maand: het tijdvak dat loopt van de (n)e dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalen­der­maand;

  • r.

    kwartaal: een aaneenge­sloten periode van drie maan­den;

  • s.

    halfjaar: een aaneengesloten periode van zes maanden;

  • t.

    jaar: een aaneengesloten perio­de van 12 maanden;

  • u.

    Aanwijzingsbesluit ligplaatsen, kaden en wallen 2008:           

  • op grond van artikel 5:31b.2, derde lid, van de Algemene Plaatselijke Verordening Leeuwarden zijn door het college van burgemeester en wethouders ligplaatsen aangewezen waar met name genoemde categorieën vaartuigen ligplaatsen mogen innemen of mogen aanleggen;          

  • v.

    klasse 1: gemeentelijke ligplaats met sanitaire voorzieningen (inclusief douches), watertappunten en afvalcontainers gelegen nabij de binnenstad. Deze ligplaatsen bevinden zich tussen de Verlaatsbrug, de Prins Hendrikbrug en de Noorderbrug;

  • w.

    klasse 2: gemeentelijke ligplaats zonder sanitaire voorzieningen en afvalcontainers. Alle overige locaties die genoemd worden in artikel 4 van het Aanwijzingsbesluit ligplaatsen, kaden en wallen 2008. 

 

Artikel 2 Aard van de belasting en belastbaar feit

Onder de naam “havengelden” wordt een recht geheven voor het gebruik overeenkomstig de be­stemming met vaartuigen van voor de openbare dienst bestemde in de gemeen­te gelegen openbare vaarwaters, kaden en oevers, bij de gemeente in eigendom of in beheer en/of onderhoud of van andere voor de openbare dienst bestemde werken of inrich­tingen, die in het beheer en/of onderhoud zijn bij de ge­meente dan wel het gebruik van de door of vanwege de gemeente aangebrachte voorzieningen, op de locaties als genoemd in het Aanwijzingsbesluit ligplaatsen, kaden en wallen 2008.

Artikel 3 Belastingplicht

De havengelden worden geheven van de eigenaar, reder, schipper, huurder of gebruiker van een vaartuig, of degene die het vaartuig heeft gecharterd dan wel degene die als vertegen­woordiger van één van dezen optreedt.

Artikel 4 Grondslag en maatstaf van heffing

  • 1. De havengelden worden geheven naar:

    a.     het laadvermogen van het vaartuig, uitgedrukt per ton;

    b.     de oppervlakte van het vaartuig, uitgedrukt per 100 vierkan­te meter;

    c.     de lengte van het vaartuig, uitgedrukt in meters; zoals deze blijken uit de meetbrief of ambtshalve worden vastgesteld.

Artikel 5 Tarieven

    • 1.

      Het havengeld wordt geheven naar de tarieven, op­genomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel, zulks met inachtneming van daarin ge­geven aanwijzin­gen en van het bepaalde in het tweede en derde lid.

    • 2.

      Alle in de tarieventabel genoemde bedragen worden verhoogd met de ingevolge de "Wet op de Omzetbelasting 1968" verschuldigde belasting (de genoemde tarieven zijn exclusief BTW);

    • 3.

      Voor de toepassing van de tarieven:

    • a.

      geldt als laadvermogen in tonnen van een vaar­tuig, het aantal tonnen zoals blijkt uit de bij het vaartuig behorende meetbrief;

    • b.

      wordt de oppervlakte van een vaartuig gesteld op het product van de grootste lengte en van de grootste breed­te, zoals deze blijken uit de bij het vaartuig behorende meetbrief;

    • c.

      wordt de lengte van een vaartuig gesteld op de grootste lengte, zoals die blijkt uit de bij het vaartuig behorende meetbrief;

    • d.

      wordt, in afwijking van het in de onderdelen a, b en c bepaalde, het laadvermogen in tonnen dan wel de groot­ste breedte en/of de grootste lengte ambtshalve vastge­steld indien de in de on­derdelen a, b en c bedoelde meetbrief niet wordt over­gelegd of in­dien deze gegevens niet worden vermeld;

    • e.

      wordt een gedeelte van een eenheid van inhoud, van massa, van opper­vlakte of van lengte voor een volle eenheid gerekend;

    • f.

      wordt de termijn steeds op de kortste van de in de tabel voor het desbetreffende soort vaartuig genoemde termijnen gesteld tenzij het in artikel 2 bedoelde gebruik voor een lange­re termijn is aangevraagd;

    • g.

      geldt voor een camper het tarief van een pleziervaartuig van 7 tot

      • 2.

        9 meter.

Artikel 6 Vrijstellingen

    • 1.

      Het havengeld wordt niet geheven voor:

    • a.

      vrachtschepen - niet zijnde in gebruik als pleziervaartuigen - op doorvaart die aanleggen, mits niet langer dan 24 uur, zon- en feestda­gen niet meegerekend en mits zij niet laden of lossen;

    • b.

      vaartuigen, die aan of op een van de scheepswerven in aanbouw zijn of worden hersteld, mits vooraf van het voornemen tot de her­stelling alsmede van de afloop van de werkzaamheden schrifte­lijk aan de haven­meester kennis is gegeven;

    • c.

      vaartuigen, rechtstreeks in gebruik door diensten van rijk, pro­vincie, waterschap en gemeen­te;

    • d.

      baggermachines en vaartuigen, die gebezigd worden voor het vervoer van baggerspecie, gedurende de tijd dat zij binnen de gemeente in gebruik zijn;

    • e.

      bijboten, behorende bij vaartuigen met een lengte van ten hoog­ste 5 meter en een breedte van 2,5 meter;

    • f.

      Rode Kruis- en Hospitaalschepen.

    • 2.

      Tijdens bepaalde, door het college van burgemeester en wethouders nader aan te wijzen evenementen, kan afgezien worden van de heffing van havengelden.

     

     

Artikel 7 Belastingtijdvak

Het belastingtijdvak is gelijk aan het tijdvak als bedoeld in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

Artikel 8 Wijze van heffing

    • 1.

      De havengelden worden geheven bij wege van aanslag of bij wege van een mondelinge dan wel een gedag­tekende schrifte­lijke kennisge­ving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, kwitan­tie, nota of andere schriftuur. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekend gemaakt.

    • 2.

      In geval van contante betaling – en tevens elektronische betaling niet mogelijk is – kan de heffingsambtenaar uit doelmatigheidsoverwegingen het te betalen bedrag afronden op een geheel bedrag van € 0,10 naar beneden.

    • 3.

      In afwijking van het eerste lid worden de havengelden, die volgens de tarieventabel worden geheven naar het tarief dat geldt voor een abonnement, geheven bij wege van voldoe­ning op aan­gifte.

    • 4.

      In afwijking van artikel 4:90, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht, wordt bij contante betaling geen kwitantie afgegeven.

Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld

De havengelden zijn verschuldigd zodra het gebruik van het openbare vaarwater met een vaartuig is aangevangen.

Artikel 10 Tijdstip van betaling en betaling in termijnen

    • 1.

      In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de havengelden worden betaald:

    • a.

      op het moment van het doen van de kennisgeving indien deze mondeling wordt gedaan, dan wel

    • b.

      op het moment van het uitreiken van de gedagtekende schriftelijke kennisgeving, dan wel

    • c.

      op de dag van aankomst van het vaartuig in de haven, overeenkomstig de aangifte, ingeval een abonnement is genomen;

    • d.

      binnen dertig dagen na dagtekening van de aanslag.

    • 2.

      Bij voortgezet gebruik van de haven, na afloop van de termijn waarover havengeld is verschuldigd, moet opnieuw aangifte worden gedaan op de eerste werkdag van de volgende termijn.

    • 3.

      In afwijking van het bepaalde in het eerste lid, aanhef, onderdeel b, en het tweede lid, kan worden betaald binnen dertig dagen na de dag van aankomst van het vaartuig in de haven, onderscheidenlijk de dag waarop het gebruik of het genot wordt voortgezet, mits voldoende zekerheid tot betaling van het havengeld is gegeven.

    • 4.

      De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 11 Kwijtschelding

Bij de invordering van havengelden wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 12 Ontheffing en overschrijding

    • 1.

      Ontheffing van havengelden wordt verleend voor vaartui­gen waarvan het verblijf wordt voortgezet als gevolg van het gestremd zijn van de scheep­vaart ten gevolge van ijsgang of een andere reden van overmacht, mits in dat geval het vaartuig niet wordt geladen of gelost.

    • 2.

      Van de havengelden die worden geheven naar het tarief van een abonne­ment wordt, indien het gebruik van de haven is beëindigd voor het ver­strijken van het tijdvak, op schriftelijke aanvraag van de belas­ting­plichtige, ont­heffing verleend voor zoveel twaalfde gedeelten van het verschuldigde bedrag als er in dat tijdvak na het tijdstip van beëindiging van de belasting­plicht, nog volle kalen­dermaanden over­blijven.

    • 3.

      Indien een vaartuig wordt vervangen door een an­der vaartuig, worden de reeds betaalde havengelden over de nog niet verstre­ken maanden van de lopende termijn voor het vaartuig dat is vervangen, verrekend met de verschul­digde havengelden over die maanden voor het ver­vangende vaar­tuig, met dien verstande, dat indien de laatst genoemde havengelden lager zijn dan het betaalde, terug­gaaf van het verschil niet plaatsvindt.

    • 4.

      Het na de, in het vorige lid be­doelde, verrekening verschuldigde bedrag moet bin­nen veertien dagen na de vervanging worden betaald.

    • 5.

      Geen ontheffing wordt verleend, ingeval op aan­vraag van de belasting­plichtige of op aanwijzing van de ha­venmeester een andere ligplaats wordt toegewezen voor hetzelfde vaartuig.

Artikel 13 Overdracht bevoegdheden door de raad

Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het redactioneel aanpassen van deze verordening en de bijbehorende tarieventabel alsmede het wijzigen van de tarieven die voortvloeien uit hogere regelgeving.

Artikel 14 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de havengelden.

Artikel 15 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als de “Verordening havengelden Leeuwarden 2013”.

Artikel 16 Inwerkingtreding