Artikel 1. Begripsbepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
- a.
verwerend orgaan: bestuursorgaan dat het bestreden besluit heeft
genomen;
- b.
commissie: vaste commissie van advies voor de bezwaarschriften,
zoals bedoeld in artikel 7:1 Awb.
Artikel 2. Inleidende bepaling commissie
- 1.
Er is een commissie ter voorbereiding van de beslissing op bezwaren
tegen besluiten van de raad, het college van burgemeester en wethouders
en de burgemeester.
- 2.
De commissie is niet bevoegd ten aanzien van bezwaarschriften die zijn
ingediend tegen besluiten:
- a.
op grond van een wettelijk voorschrift inzake belastingen of de
Wet waardering onroerende zaken;
- b.
met betrekking tot functiewaardering en overige
rechtspositionele aangelegenheden van gemeentepersoneel.
Artikel 3. Samenstelling van de commissie
- 1.
De commissie bestaat uit een voorzitter en ten minste vijf leden.
- 2.
Op het onder lid 1 gestelde is artikel 7:13, lid 1 sub b van
toepassing.
- 3.
De voorzitter en de leden worden door de raad benoemd, geschorst en
ontslagen.
- 4.
De commissie wijst uit haar midden voor de voorzitter en voor elk lid
een plaatsvervanger aan.
Artikel 4. Onderverdeling commissie in kamers
- 1.
De commissie bestaat uit twee kamers: een kamer voor grondgebonden zaken
en een kamer voor persoonsgebonden zaken.
- 2.
Elke kamer bestaat uit ten minste drie leden:
- a.
een voorzitter overeenkomstig artikel 7:13 Awb, zijnde de
voorzitter van de commissie of een van de leden van de
commissie, door de commissie aangewezen uit haar midden;
- b.
ten minste twee andere leden, door de commissie aangewezen uit
haar midden.
- 3.
De voorzitter van de commissie bepaalt door welke kamer een
bezwaarschrift wordt behandeld.
- 4.
Op de werkwijze van de kamers is het bepaalde in deze verordening zoveel
mogelijk van toepassing.
Artikel 5. Secretaris
- 1.
De secretaris van de commissie is een door het college aangewezen
ambtenaar.
- 2.
Het college wijst tevens een of meer plaatsvervangers aan van de
secretaris.
Artikel 6. Zittingsduur
- 1.
De voorzitter en de leden van de commissie treden af op de dag van
aftreden van de raad.
- 2.
De voorzitter en de leden kunnen op elk moment ontslag nemen of
ontslagen worden.
- 3.
De aftredend voorzitter en de aftredende leden van de commissie blijven
hun functie vervullen totdat in hun opvolging is voorzien.
Artikel 7. Ingediend bezwaarschrift
- 1.
Op het ingediende bezwaarschrift wordt de datum van ontvangst
aangetekend.
- 2.
Het bezwaarschrift met de daarbij behorende stukken wordt na de
ontvangst daarvan zo spoedig mogelijk in handen van de commissie
gesteld.
Artikel 8. Uitoefening bevoegdheden
De bevoegdheden ingevolge de hierna genoemde artikelen van de Awb worden
voor de toepassing van deze verordening uitgeoefend door de voorzitter van
de commissie:
- a.
- b.
artikel 6:6, voorzover het betreft het stellen van een termijn aan
de indiener;
- c.
artikel 6:17, voorzover het de verzending van stukken betreft
tijdens de behandeling door de commissie;
- d.
- e.
Artikel 9. Vooronderzoek
- 1.
De voorzitter van de commissie is bevoegd rechtstreeks alle gewenste
inlichtingen in te winnen of te laten inwinnen.
- 2.
De voorzitter kan uit eigen beweging of op verzoek van de commissie bij
deskundigen advies of inlichtingen inwinnen en hen zo nodig uitnodigen
daartoe op de hoorzitting te verschijnen. Indien daaraan kosten zijn
verbonden, is vooraf machtiging van het college vereist.
Artikel 10. Hoorzitting
- 1.
De voorzitter van de commissie bepaalt plaats en tijdstip van de zitting
waar belanghebbenden en het verwerend orgaan in de gelegenheid worden
gesteld zich door de commissie te laten horen.
- 2.
De voorzitter beslist over de toepassing van artikel 7:3 van de
Awb.
- 3.
Indien de voorzitter op grond van het tweede lid besluit af te zien van
het horen, doet hij daarvan mededeling aan de belanghebbenden en het
verwerend orgaan.
Artikel 11. Uitnodiging zitting
- 1.
De voorzitter nodigt de belanghebbenden en het verwerend orgaan ten
minste twee weken voor de zitting schriftelijk uit.
- 2.
Binnen drie dagen na de verzenddatum van de uitnodiging kunnen de
belanghebbenden of het verwerend orgaan onder opgaaf van redenen de
voorzitter verzoeken het tijdstip van de zitting te wijzigen.
- 3.
De beslissing van de voorzitter op dit verzoek wordt uiterlijk een week
voor het tijdstip van de zitting aan de belanghebbenden en het verwerend
orgaan meegedeeld.
- 4.
De voorzitter is bevoegd af te wijken of afwijking toe te staan van de
termijnen die genoemd zijn in het eerste tot en met het derde lid.
Artikel 12. Quorum
Voor het houden van een zitting is vereist dat de meerderheid van het aantal
leden van de desbetreffende kamer aanwezig is, onder wie in elk geval de
voorzitter of zijn plaatsvervanger.
Artikel 13. Niet-deelneming aan de behandeling
De voorzitter en de leden nemen niet deel aan de behandeling van een
bezwaarschrift indien daarbij hun onpartijdigheid in het geding kan
zijn.
Artikel 14. Openbaarheid zitting
- 1.
De zitting van de commissie is openbaar.
- 2.
De deuren kunnen worden gesloten indien de voorzitter of een van de
aanwezige leden het nodig oordeelt of indien een belanghebbende daartoe
een verzoek doet.
- 3.
Indien de commissie vervolgens beslist dat gewichtige redenen aanwezig
zijn die zich tegen openbaarheid van de zitting verzetten, vindt de
zitting plaats met gesloten deuren.
- 4.
De zitting van de commissie vindt achter gesloten deuren plaats bij
behandeling van bezwaarschriften die zijn ingediend tegen besluiten op
grond van of voortvloeiende uit de Wet werk en bijstand, de Wet
maatschappelijke ondersteuning, de Participatiewet dan wel andere
sociale zekerheidswetgeving.
Artikel 15. Schriftelijke verslaglegging
- 1.
Het verslag als bedoeld in artikel 7:7 van de Awb vermeldt de namen van
de aanwezigen en hun hoedanigheid.
- 2.
Het verslag houdt een zakelijke vermelding in van wat over en weer is
gezegd, en wat verder ter zitting is voorgevallen.
- 3.
Indien de zitting geheel of gedeeltelijk met gesloten deuren plaatsvond,
of indien belanghebbenden, respectievelijk hun gemachtigden niet in
elkaars tegenwoordigheid zijn gehoord, maakt het verslag hiervan
melding.
- 4.
Het verslag verwijst naar de op de zitting overlegde bescheiden, die aan
het verslag kunnen worden gehecht.
- 5.
Het verslag wordt ondertekend door de voorzitter van de desbetreffende
kamer en de secretaris van de commissie.
Artikel 16. Nader onderzoek
- 1.
Indien na afloop van de zitting, maar voor het advies wordt opgesteld,
nader onderzoek wenselijk blijkt te zijn, kan de voorzitter uit eigen
beweging of op verzoek van de andere commissieleden dit onderzoek
houden.
- 2.
De uit het nader onderzoek verkregen informatie wordt in afschrift aan
de leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbenden
toegezonden.
- 3.
De leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbenden
kunnen binnen een week na verzending van de nadere informatie aan de
voorzitter een verzoek richten tot het beleggen van een nieuwe
hoorzitting. De voorzitter beslist zo spoedig mogelijk op een dergelijk
verzoek.
- 4.
Op een nieuwe hoorzitting zijn de bepalingen van deze verordening, die
betrekking hebben op de hoorzitting, zo veel mogelijk van toepassing.
Artikel 17. Raadkamer en advies
- 1.
De commissie c.q. de kamer beraadslaagt en beslist achter gesloten
deuren over het door haar uit brengen advies.
- 2.
a. de commissie c.q de kamer beslist bij meerderheid van stemmen over
het uit te brengen advies.
- 2.
b. indien bij een stemming de stemmen staken, beslist de stem van de
voorzitter.
- 2.
c. van een minderheidsstandpunt wordt bij het advies melding gemaakt
indien de minderheid daarom verzoekt.
- 3.
Het advies wordt ondertekend door de voorzitter van de desbetreffende
kamer en de secretaris van de commissie.
Artikel 18. Uitbrenging advies en verdaging
- 1.
Het advies wordt, onder medezending van het verslag als bedoeld in
artikel 15 en eventueel door de commissie ontvangen nadere informatie en
nader verslag, tijdig uitgebracht aan het bestuursorgaan dat op het
bezwaarschrift dient te beslissen.
- 2.
Indien naar het oordeel van de voorzitter de termijn van 12 weken, als
bedoeld in artikel 7:10, eerste lid van de Awb, ontoereikend is voor
achtereenvolgens het uitbrengen van een advies en het nemen van een
beslissing, verzoekt hij het verwerend orgaan tijdig de beslissing te
verdagen.
- 3.
Van een besluit tot verdaging ontvangen de commissie en de
belanghebbenden een afschrift.
Artikel 19. Intrekking oude regeling
De Verordening commissie bezwaarschriften, zoals vastgesteld door de raad,
het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester op 25 februari
2010, wordt ingetrokken.
Artikel 20. Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking op 1 juli 2012.
Artikel 21. Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening commissie
bezwaarschriften 2012 gemeente Midden-Drenthe.
Toelichting bij de Verordening Commissie Bezwaarschriften
Deze verordening is gewijzigd naar aanleiding van het samenvoegen van de Wet
Investeren in Jongeren met de Wet Werk en Bijstand per 1 januari 2012. De
wijziging bestaat daaruit dat in artikel 14, lid 4 de verwijzing naar de Wet
Investeren in Jongeren is geschrapt en dat de data zijn geactualiseerd.
Voor het overige is de bestaande verordening intact gelaten.