Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Leeuwarden

Uitvoeringsbesluit beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen 2010 (nadere regels)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Leeuwarden
Officiële naam regelingUitvoeringsbesluit beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen 2010 (nadere regels)
CiteertitelUitvoeringsbesluit beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen 2010 (nadere regels)
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpalgemeen
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

-

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

1.Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

17-12-200924-02-2011nieuwe regeling

23-11-2009

Huis aan Huis; 16 december 2009

-

Tekst van de regeling

Uitvoeringsbesluit beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen Leeuwarden 2010 (nadere regels)

Artikel 1 Algemene bepalingen

De definities staan vermeld in de beheersverordening begraafplaatsen 2010.

Artikel 2 Openingstijden begraafplaatsen

De begraafplaatsen zijn voor een ieder dagelijks toegankelijk tussen zonsopkomst en zonsondergang.

Artikel 3 Tijden van begraven en asbezorging

  • 1. Het begraven van lijken, het bijzetten van asbussen en het verstrooien van as geschiedt op werkdagen tussen 10.00 en 15.00 uur en op zaterdagen tussen 11.00 en 13.00 uur.

  • 2. Op andere dagen en tijdstippen kunnen op aanvraag in bijzondere gevallen eveneens begrafenissen, asbezorgingen of andere plechtigheden plaatsvinden.

Artikel 4 Tijdsduur gebruik aula, gebruik mobiele geluidsinstallatie en catering.

Het gebruik van de ontvangstruimten, anders dan voor het formeren van de rouwstoet, wordt per half uur vastgelegd. Het gebruik van de mobiele geluidsinstallatie en van de cateringfaciliteiten wordt per plechtigheid vastgelegd.

Artikel 5 Indeling graven, asbezorging en categorieën

  • 1. Op de Noorderbegraafplaats zijn de graven ingedeeld in 2 categorieën, een 1e en een 2e afdeling; ook is een gedeelte bestemd voor het begraven van stoffelijke overschotten van islamieten; al deze gedeelten zijn op een plattegrond van de Noorderbegraafplaats aangegeven; deze plattegrond is op verzoek beschikbaar; de islamitische afdeling wordt gerekend tot de 2e afdeling, de afdeling met grafheuvels tot de 1e afdeling.

  • 2. de Huizumerbegraafplaats beschikt over 1 categorie graven (2e afdeling).

  • 3. op beide begraafplaatsen zijn particuliere graven beschikbaar; op de Noorderbegraafplaats zijn ook (particuliere) urnengraven, bovengrondse urnenkelders en kindergraven beschikbaar.

  • 4. algemene graven worden niet uitgegeven.

  • 5. binnen elke categorie particuliere graven en kelders kunnen -indien de ruimte daartoe aanwezig is of de situering dit toelaat- meerdere graven of kelders naast elkaar worden uitgegeven.

  • 6. in particuliere graven kunnen 2 lijken worden begraven; indien tevoren verzocht en als de plaatselijke situatie dit toelaat kan -slechts op de Noorderbegraafplaats- in een derde (onderste) laag worden begraven.

  • 7. in particuliere graven waar een grafrecht met de minimale termijn van 10 jaar wordt gevestigd, wordt slechts in de eerste (bovenste) laag begraven.

  • 8. in alle categorieën particuliere graven kunnen een of meer asbussen worden bijgezet.

  • 9. in urnenkelders kunnen maximaal 2 asbussen worden bijgezet.

  • 10. in particuliere graven kunnen meer dan een asverstrooiingen plaatshebben.

  • 11. de afmetingen van particuliere graven zijn 2,0 x 1,0 meter, van particuliere kindergraven 1,20 x 0,65 meter en van particuliere urnengraven 0,75 x 0,75 meter. Indien meerdere graven binnen een categorie naast elkaar worden uitgegeven, worden de afmetingen in de breedte verruimd met 0,20 meter per grafruimte.

Artikel 6 Vergunning grafbedekkingen, gedenktekens, naamplaatjes, afdekplaten urnenkelders en grafkelders

  • 1. Voor het hebben van een grafkelder, een gedenkteken dan wel een naamplaatje op een van de gedenkzuilen op het strooiveld is een schriftelijke vergunning nodig van het college.

  • 2. voor het hebben van een grafbedekking of afdekplaat die afwijkt van de in artikelen 7, 8 en/of 9 van dit Uitvoeringsbesluit vermelde voorschriften is een schriftelijke vergunning nodig van het college.

  • 3. de aanvraag voor een grafbedekking of gedenkteken dient vergezeld te gaan van een werktekening waarop ten minste dienen voor te komen: a. een boven-, voor- en zijaanzicht met alle hoogte-, breedte-, dikte- en lengtematen; b. de soort en bewerking van de te gebruiken materialen; c. de vermelding of de letters en dergelijke ingehakt, opgehakt, van metaal of van ander materiaal zijn; d. de aan te brengen tekst (geldt ook voor de naamplaatjes); e. het materiaal van de fundering en de wijze van bevestiging van de grafbedekking daarop;

  • 4. grafkelders dienen te zijn opgebouwd uit steenachtig materiaal, met een maximale buitenmaat van 2.40 x 1.00 m en 1.60 m diep; grafkelders dienen water- en luchtdicht te worden afgesloten en aan de bovenzijde te zijn voorzien van een afsluitende betonplaat;

  • 5. vergunningen voor grafkelders worden verleend voor de tijd waarvoor het uitsluitend recht op het graf is verkregen.

  • 6. vergunningen voor grafbedekkingen en voor afdekplaten urnenkelders worden verleend voor de tijd waarvoor het uitsluitend recht op het graf of de kelder is verkregen.

  • 7. vergunningen voor naamplaatjes op de gedenkzuilen en voor een gedenkteken worden verleend voor de tijd van 20 jaren; op aanvraag kan de vergunningtermijn worden verlengd;

  • 8. het plaatsen of doen plaatsen van grafbedekkingen of afdekplaten is niet toegestaan zonder schriftelijke melding vooraf aan de beheerder;

  • 9. het plaatsen van grafkelders, gedenktekens of het aanbrengen van een naamplaatje zonder vergunning is niet toegestaan.

Artikel 7 Plaatsen grafbedekkingen, -kelders en gedenktekens

  • 1. Een liggende zerk of grafrand met letterplaat dient zodanig te worden aangebracht dat de hoofdeinden van alle liggende zerken en randen in één horizontale lijn liggen;

  • 2. een staande steen, houten kruis of ander teken dient aan het hoofdeinde van het graf te worden opgericht en wel zodanig dat alle graftekens op een grafregel in één verticaal vlak staan, tenzij het vanwege het gekozen ontwerp niet redelijk is dit te verlangen; in geval van twijfel beslist het college;

  • 3. het (her-)plaatsen en opknappen van grafbedekkingen en het plaatsen, openen en sluiten van bovengrondse urnenkelders en grafkelders geschiedt uitsluitend op werkdagen tussen 8.00 en 16.30 uur; slechts met toestemming van de beheerder kan van deze tijd worden afgeweken. Tijdens plechtigheden mogen geen werkzaamheden in de nabijheid plaatsvinden, zulks ter beoordeling van de beheerder;

  • 4. grafbedekkingen mogen niet tijdens een vorstperiode geplaatst worden;

  • 5. afval, ontstaan bij werkzaamheden, behoort dezelfde dag te worden afgevoerd;

  • 6. op een grafbedekking mag geen firmanaam of enig ander reclameteken worden aangebracht.

Artikel 8 Materiaalgebruik grafbedekkingen, afdekplaten urnenkelders en gedenktekens

  • 1. Voor grafbedekkingen, afdekplaten en gedenktekens mogen alleen duurzame materialen worden gebruikt, zoals natuursteen, metaal, keramiek, gehard glas, duurzame kunststoffen of verduurzaamde houtsoorten;

  • 2. van metalen grafbedekkingen moeten de holle ruimten opgevuld worden;

  • 3. als fundering voor grafbedekkingen en gedenktekens dient een gewapend betonnen fundatie te worden aangebracht met dezelfde lengte en breedte als het monument en met een dikte van minimaal 5cm;

  • 4. indien de grafbedekking bestaat uit meerdere onderdelen dan moeten deze onderdelen deugdelijk aan elkaar verbonden zijn;

  • 5. de grafbedekking dient onlosmakelijk te zijn verbonden aan de fundering van gewapend beton;

  • 6. staande grafmonumenten dienen goed verankerd te zijn op een voetstuk, grondplaat of rand en van doken van voldoende lengte te zijn voorzien;

  • 7. met het oog op een deugdelijke constructie kunnen aanvullende eisen worden gesteld.

Artikel 9 Maatvoering grafbedekkingen en inrichting grafomrandingen

1.Op particuliere graven

  • a.

    een grafbedekking mag maximaal 1 m hoog, 2 m lang en 80 cm breed zijn;

  • b.

    staande stenen (letterplaten) dienen minimaal 8 cm dik te zijn;

  • c.

    liggende zerken dienen minimaal 6 cm dik te zijn;

  • d.

    grafranden dienen minimaal 6 cm hoog en 12 cm breed te zijn; binnen de grafrand moet op de betonnen fundering een vulling van natuur- of breuksteenplaten worden gemetseld; de ruimte binnen de grafrand mag geheel of gedeeltelijk worden opgevuld met teelaarde, beplanting, marmerslag of grit (op antiworteldoek).

    • 2.

      op particuliere kindergraven

  • a.

    een grafbedekking mag maximaal 85 cm hoog, 120 cm lang en 50 cm breed zijn;

  • b.

    staande stenen (letterplaten) dienen minimaal 8 cm dik te zijn;

  • c.

    liggende zerken dienen minimaal 6 cm dik te zijn;

  • d.

    grafranden dienen minimaal 6 cm hoog en 12 cm breed te zijn; binnen de grafrand moet op de betonnen fundering een vulling van natuur- of breuksteenplaten worden gemetseld; de ruimte binnen de grafrand mag geheel of gedeeltelijk worden opgevuld met teelaarde, beplanting, marmerslag of grit (op antiworteldoek).

    • 3.

      op particuliere urnengraven

  • a.

    een grafbedekking mag maximaal 75 cm hoog, 50 cm lang en 50 cm breed zijn;

  • b.

    staande stenen (letterplaten) dienen minimaal 6 cm dik te zijn;

  • c.

    liggende zerken dienen minimaal 6 cm dik te zijn;

  • d.

    de grafbedekking mag omrand worden met natuur- of breuksteenplaten en/of opgevuld worden (tussen bedekking en omranding) met teelaarde, beplanting, marmerslag of grit (op antiworteldoek);

  • e.

    indien gekozen wordt voor het toepassen van los materiaal (bijvoorbeeld marmergrit, knikkers, houtsnippers, breuksteen, steenslag) dient het graf door de rechthebbende zelf afgebakend te worden met natuurstenen banden binnen de maten van het graf (0,75 x 0,75 m).

Artikel 10 Naambordjes op de gedenkzuilen

  • 1.

    Het soort materiaal is messing dat verkleurt naar bronsachtig, de hoogte van de bordjes is 5 cm; de positionering van de bordjes op een van de zuilen op het strooiveld wordt per geval in overleg met de aanvrager vastgesteld door de beheerder; de positie van individuele bordjes volgt een vastgelegd stramien, waarbinnen vrijheid bestaat in de lengte van de bordjes, de keuze van de zuil en de zijde daarvan waarop het bordje wordt aangebracht;

  • 2.

    de bordjes worden door de beheerder aangebracht en verwijderd.

Artikel 11 Winterharde gewassen, onderhoud los materiaal

  • 1.

    Winterharde gewassen op de graven moeten door snoei binnen de vastgestelde maten van de graven blijven, met een maximale hoogte van 50 cm;

  • 2.

    doodgegane, sterk verwaarloosde of hinderlijke beplanting kan worden verwijderd;

  • 3.

    indien gekozen is voor los materiaal binnen de grafomranding (teelaarde, grit, e.d.) dient dit door de rechthebbende zelf te worden onderhouden (onkruidvrij houden, aanvullen indien nodig).

Artikel 12 Tijdelijk grafmonument

Ter overbrugging van de tijd tussen de begrafenis of bijzetting en de plaatsing van een eventuele grafbedekking, kan gebruik worden gemaakt van een tijdelijk grafmonument. De aanvraag hiertoe wordt gedaan via het aanvraagformulier voor het begraven van een lijk of de bezorging van as. Tijdelijke grafmonumenten worden per minimale tijdsduur van één maand verhuurd. De huurder kan binnen deze tijdelijke grafbedekking naar eigen keuze en voor eigen rekening los materiaal toepassen of deze opvullen met bijvoorbeeld teelaarde en niet-winterharde beplanting.

Voor de verwijdering van deze opvulling na afloop van de huurtermijn worden geen kosten in rekening gebracht.

Artikel 13 Slotbepalingen

  • 1.Deze nadere regels treden in werking met ingang van de achtste dag na die van bekendmaking;

  • 2. deze nadere regels kunnen worden aangehaald als: ‘Uitvoeringsbesluit begraafplaatsen 2010’;

  • 3. Na inwerkingtreding van het “Uitvoeringsbesluit begraafplaatsen2010” wordt het Uitvoeringsbesluit begraafplaatsen 2008 ingetrokken (vastgesteld op 7 oktober 2008, kenmerk 18196).