Organisatie | Nieuwegein |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels integrale schuldhulpverlening Nieuwegein |
Citeertitel | Beleidsregels ingegrale schuldhulpverlening Nieuwegein |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen.
Wet gemeentelijke schuldhulpverlening
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
05-07-2012 | 01-07-2012 | 10-04-2017 | Nieuwe regeling | 27-06-2012 De Molenkruier 4-07-2012 | 2012-211 |
Artikel 2 Doelgroep gemeentelijke schuldhulpverlening
Alle inwoners van de Gemeente Nieuwegein van 18 jaar en ouder kunnen zich tot het College wenden voor schuldhulpverlening.
Een uitzondering op deze brede toegankelijkheid wordt gevormd door zelfstandig ondernemers, zo is bepaald in het beleidsplan. Zij kunnen een beroep doen op schuldhulpverlening mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Artikel 3 Aanbod schuldhulpverlening
Het College verleent aan aanvrager schuldhulpverlening indien het College schuldhulpverlening noodzakelijk acht. De aanvraag wordt getoetst aan de visie en algemene uitgangspunten zoals neergelegd in het beleidsplan integrale schuldhulpverlening 2012 – 2016. Indien de noodzaak niet aanwezig wordt geacht door het College, kan een aanvraag worden geweigerd.
Artikel 4 Inlichtingen en medewerking
Aanvrager doet aan het College op verzoek of onverwijld uit eigen beweging mededeling van alle feiten en omstandigheden waarvan hem redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat zij van invloed kunnen zijn op schuldhulpverlening, zowel bij de aanvraag als gedurende de looptijd van het schuldhulpverleningstraject.
Artikel 5 Weigeren en beëindigen
Indien aanvrager niet of in onvoldoende mate zijn verplichtingen nakomt zoals neergelegd in artikel 4, lid 1 en lid 2, kan het College besluiten om schuldhulpverlening te weigeren dan wel te beëindigen.
Onverminderd hetgeen bepaald in artikel 3 lid 2 van de Wgs, kan het College besluiten tot weigering van de schuldhulpverlening indien:
Een aanvraag schuldhulpverlening kan worden geweigerd, met uitzondering van het product informatie en advies en/of doorverwijzing indien:
Onverminderd de overige bepalingen in deze beleidsregels, kan het College besluiten tot beëindiging van de schuldhulpverlening indien:
Beperking van de doorlooptijden gedurende het traject heeft een positief effect op zowel de aanvrager als de schuldeisers. Het College acht een termijn van gemiddeld 3 maanden om het trajectplan op te stellen een voor alle partijen acceptabele termijn. De termijn om een schuldregeling tot stand te brengen wordt gesteld op de NVVK-norm van 120 dagen
De gemeenteraad heeft het “Beleidsplan integrale schuldhulpverlening 2012-2016 vastgesteld. In dit beleidsplan is de visie van de gemeente Nieuwegein neergelegd op het terrein van integrale schuldhulpverlening.
Onderhavige regeling is gebaseerd op de eerste actie uit paragraaf 4 van het beleidsplan te weten: het opstellen van regels met betrekking tot toelating en recidive en het opnemen van richtlijnen ten aanzien van doorlooptijden.
Achterliggende gedachte is dat de gemeente Nieuwegein behoefte heeft aan heldere spelregels: de burger weet wat de voorwaarden zijn voor toelating tot de schuldhulpverlening en waaraan hij zich dient te houden en de gemeente op haar beurt weet welke verplichtingen zij aan de burger mag opleggen en wanneer zij de toegang tot de schuldhulpverlening kan weigeren of beëindigen.
Hierbij speelt mee dat de gemeentelijke schuldhulpverlening vanaf het moment dat de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening in werking treedt zijnde 1 juli 2012 onder het regime van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) komt te vallen. Op dat moment is het dus van belang om regels met betrekking tot toelating tot de schuldhulpverlening, het opleggen van verplichtingen en het weigeren van hulp in een juridisch vat te hebben gegoten.
In dit artikel worden begrippen gedefinieerd die nadere toelichting behoeven, zie ook artikel 1 van het wetsvoorstel Wet gemeentelijke schuldhulpverlening.
Artikel 2. Doelgroep gemeentelijke schuldhulpverlening
Conform de visie zoals neergelegd in het beleidsplan 2012-2016 staat schuldhulpverlening in beginsel open voor alle inwoners van Nieuwegein van 18 jaar en ouder. Met inwoner wordt bedoeld een ‘natuurlijk persoon’.
Artikel 3. Aanbod schuldhulpverlening
In lid 1 is aangegeven dat het College schuldhulpverlening verleent indien het College schuldhulpverlening noodzakelijk acht. Op deze manier wordt enerzijds recht gedaan aan het beleidsmatige uitgangspunt van de eigen verantwoordelijkheid. Daar waar de burger in staat moet worden geacht om de (dreigende) schuldenproblematiek zelf aan te pakken en te regelen, kan schuldhulpverlening achterwege blijven. Anderzijds wordt middels dit lid, evenals lid 2, recht gedaan aan het beleidsmatige uitgangspunt dat schuldhulpverlening selectief en gericht ingezet dient te worden.
Dit artikel toont de kern van schuldhulpverlening nieuwe stijl: een gerichte en selectieve toepassing van schuldhulpverlening. De inzet van producten kan per situatie verschillen. Het doen van het uiteindelijke aanbod schuldhulpverlening is altijd (in meer of mindere mate) maatwerk.
Artikel 4. Verplichtingen en gevolgen schending daarvan
Met dit artikel wordt de eigen verantwoordelijkheid van de hulpvrager voorop gesteld. Het behoort tot de verantwoordelijkheid van mensen zelf om tijdig de benodigde informatie te geven (lid 1) en medewerking te verlening (lid 2). Dit zowel in de fase van aanvraag als gedurende de looptijd van een traject. Wat betreft de verplichting tot medewerking is in lid 2 een aantal verplichtingen benoemd. Dit is geen limitatieve opsomming.
Artikel 5. Weigeren en beëindigen
Indien aanvrager niet of in onvoldoende mate zijn verplichtingen nakomt zoals neergelegd in artikel 4, leden 1 en 2, kan het College besluiten om schuldhulpverlening te weigeren dan wel te beëindigen. Alvorens dat te doen wordt, conform lid 2, aanvrager een termijn geboden om alsnog, de gevraagde medewerking te verlenen of informatie te verstrekken. De termijn die aan aanvrager wordt gesteld is in dit artikel bewust niet benoemd. De termijn dient een redelijke te zijn. Wat redelijk is, hangt samen met het type verplichting en wordt nader uitgewerkt in de werkprocessen. Komt aanvrager ook gedurende de herstelperiode zijn verplichting niet na, dan kan het College besluiten tot weigering of beëindiging van de schuldhulpverlening.
Artikel 5 is geformuleerd als een zogenaamde “kan”-bepaling. Het College heeft de bevoegdheid tot weigering of beëindiging, maar niet de verplichting. Dit geeft het College met name ruimte om van een weigering of beëindiging af te zien, indien elke vorm van verwijtbaarheid ontbreekt.
Een schuld ontstaan door fraude zoals omschreven in artikel 6, sub a, dan wel een schuld voortkomend uit criminaliteit (bijvoorbeeld strafboetes, schadevergoeding aan slachtoffer e.d.) zoals omschreven in artikel 6, sub b, is een ernstige belemmering om te komen tot een succesvolle schuldregeling. Het College zal op grond hiervan beslissen tot weigering van een aanbod schuldhulpverlening, met uitzondering van de producten informatie en advies en/of doorverwijzing.
Wat betreft de bevoegdheid tot weigering van een aanbod schuldhulpverlening in relatie tot eerdere trajecten / contacten schuldhulpverlening, zijn in dit artikel regels gesteld. Op basis van het principe van eigen verantwoordelijkheid, wordt een nadrukkelijke grens gesteld aan het kunnen doen van hernieuwde aanvragen. Dit artikel gaat evenwel niet alleen over eigen verantwoordelijkheid. Dit artikel gaat ook over prioriteitstelling: keuzes tot al dan niet toelaten tot de schuldhulpverlening dienen mede te worden gemaakt tegen de organisatorische achtergrond van beschikbare formatie en tijd. Bij het gebruik van artikel 7 en dus de vraag wanneer welk type hulpverlening wordt geweigerd, is het van belang om de in artikel 8 genoemde begrippen / producten goed te onderscheiden. Bij het bepalen of een persoon al eerder gebruik heeft gemaakt van schuldhulpverlening telt de verleende schuldhulpverlening c.q. de contacten daaromtrent vóór de inwerkingtreding van deze beleidsregels ook mee. De grote beleidsvrijheid zoals aan de gemeente gegeven om een dergelijke recidivebepaling op te nemen, ontslaat de gemeente niet van de verplichting om, daar waar een onevenredige situatie ontstaat voor de burger, af te wijken van het bepaalde van artikel 8 indien nodig (ingevolge artikel 10: de hardheidsclausule). Uitgangspunt is en blijft evenwel het bepaalde in artikel 8.
In dit artikel wordt beschreven wanneer schuldhulpverlening kan worden beëindigd. Het artikel laat sowieso de werking van artikel 5 onaangetast. Van de acht gronden zoals benoemd, verdienen de gronden onder d. en e. bijzondere aandacht gelet op de visie zoals neergelegd in het beleidsplan schuldhulpverlening. Daar waar Nieuwegein wil staan voor een selectieve en gerichte toepassing van schuldhulpverlening, kan dat betekenen dat schuldhulpverlening wordt beëindigd indien de vorm van hulpverlening niet langer aansluit bij de persoonlijke omstandigheden van de schuldenaar. Een voorbeeld hiervan is wanneer er gedurende schuldhulpverlening sprake is van het verkrijgen van een vermogen zoals een erfenis, waarmee de schulden volledig kunnen worden afgelost. Zie in dat licht ook een duidelijk link met artikel 3 lid 2 van deze beleidsregels. In geval van agressie wordt aangesloten bij het bestaande agressiebeleid van de gemeente Nieuwegein.
Artikel 9. Wachttijd en doorlooptijden
De doorlooptijden genoemd in dit artikel zijn te definieren als een termijn van orde. De termijn om te komen tot een trajectplan en daarmee de start van een schuldregeling is op een gemiddelde termijn gesteld. Korter kan en mag, maar verlengen is tevens toegestaan, mits in het belang van alle partijen en gemotiveerd, kan deze termijn met nogmaals gemiddeld drie maanden verlengd worden. Voor de termijn om een schuldregeling tot stand te brengen wordt aangesloten bij de NVVK-norm van 120 dagen. In het algemeen geldt dat de haalbaarheid van doorlooptijden afhangt van veel diverse factoren waarop niet altijd invloed kan worden uitgeoefend. Een strakke naleving kan ten koste gaan van het eindresultaat en is daardoor niet altijd wenselijk.
Artikel 10. Hardheidsclausule en onvoorziene omstandigheden
Dit artikel geeft ruimte aan het College om in bijzondere (lid 1) c.q. onvoorziene (lid 2) gevallen af te wijken van de regels zoals neergelegd in deze regeling.