Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Oost Gelre

Verordening kinderopvang Oost Gelre

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieOost Gelre
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening kinderopvang Oost Gelre
CiteertitelVerordening Wet kinderopvang gemeente Oost Gelre 2012
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerpMaatschappelijke zorg en welzijn

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 147

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-10-201201-01-2013nieuwe regeling

18-09-2012

Elna / Groenlose Gids 27-09-2012

18-09-2012/11

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening wet kinderopvang gemeente Oost Gelre

De raad van de gemeente Oost Gelre; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 21 mei 2012; gelet op artikel 1.25 van Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen en artikel 149 van de Gemeentewet; overwegende dat het noodzakelijk is de verlening, de voorschotverlening en de vaststelling van de tegemoetkoming van de gemeente in de kosten van kinderopvang bij verordening te regelen; Besluit: vast te stellen de

“VERORDENING WET KINDEROPVANG GEMEENTE OOST GELRE 2012”.

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

a. Het college: het college van burgemeester en wethouders;

b. De wet: de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen.

Artikel 2 Te verstrekken gegevens bij de aanvraag

1. Een aanvraag voor een tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang bevat:

a. naam, adres en BSN-nummer van de ouder;

b. de aanvraag moet een dagtekening bevatten;

c. indien van toepassing: naam en BSN-nummer van de partner en, indien dit een ander adres is dan het adres van de ouder: het adres van de partner;

d. naam, geboortedatum en BSN-nummer van het kind of de kinderen waarop de aangevraagde tegemoetkoming betrekking heeft;

e. een offerte of contract van het kindercentrum of gastoudergezin dat de kinderopvang gaat verzorgen waarin in iedere geval wordt aangegeven: het aantal uren kinderopvang per kind, de kostprijs per uur en de aanvangsdatum van de opvang;

f. gegevens of verwijzing naar gegevens waaruit blijkt  dat de ouder behoort tot de groep personen als bedoeld in artikel 1.22 van de wet;

g. overige gegevens, die het college nodig acht om te kunnen besluiten over de aanvraag van de tegemoetkoming;

2. Het college kan bepalen dat de aanvraag geschiedt met behulp van een door het college vastgesteld en beschikbaar  gesteld aanvraagformulier.

3. Indien de ouder een partner heeft, wordt de aanvraag mede ondertekend door de partner.

4. Dit artikel is eveneens van toepassing op de aanvraag voor een tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang op grond van een sociaal-medische indicatie.

 

Artikel 3 Het besluit tot verlenen van de tegemoetkoming

1. Het college besluit over de aanvraag binnen acht weken na ontvangst van alle benodigde gegevens;

2. Het college kan dit besluit met ten hoogste acht weken verdagen. Het college stelt de ouder hiervan schriftelijk is kennis.

Artikel 4 Weigeringsgronden

1. Het college weigert de tegemoetkoming indien de ouder niet behoort tot de personen als bedoeld in artikel 1.22 van de wet.

2. Indien er sprake is van een aanvraag op grond van artikel 2, vierde lid, weigert het college de tegemoetkoming indien de ouder en de partner reeds een tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang ontvangen of kunnen ontvangen.

Artikel 5 Ingangsdatum van de tegemoetkoming

1. De tegemoetkoming wordt verleend met ingang van de datum waarop de aanvraag voor de tegemoetkoming door het college in ontvangst is genomen.

2. Als op deze datum nog geen kinderopvang plaatsvindt, wordt de tegemoetkoming verleend met ingang van de datum waarop de kinderopvang zal plaatsvinden.

Artikel 6 De periode waarvoor de tegemoetkoming wordt verleend

1. De tegemoetkoming wordt verleend voor de periode van een tegemoetkomingsjaar.

2. In afwijking van het eerste lid kan het college de tegemoetkoming voor een andere periode verlenen.

Artikel 7 Omvang van de kinderopvang

1. Het college verleent de tegemoetkoming voor het aantal uren kinderopvang dat door de ouder is aangevraagd (ligt besloten in het systeem van de wet).

2. In afwijking van het eerste lid verleent het college bij een ouder als bedoeld in 1.24, eerste lid, onderdeel a, of tweede lid, onderdeel a, van de wet de tegemoetkoming voor het aantal uren kinderopvang dat naar zijn oordeel redelijkerwijs noodzakelijk is voor de combinatie van arbeid en zorg.

Artikel 8 Inhoud van de beschikking

1. Het besluit tot verlening van een tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang bevat in ieder geval:

a. de vaststelling tot welke van de gemeentelijke doelgroepen de ouder behoort;

b. de naam en geboortedatum van het kind of de kinderen waarop de tegemoetkoming betrekking heeft;

c. de naam van het kindercentrum of gastouderbureau waar de kinderopvang plaatsvindt;

d. de periode en de omvang van de kinderopvang per tijdvak waarvoor de tegemoetkoming wordt verleend;

e. de wijze waarop het bedrag van de tegemoetkoming wordt bepaald en het bedrag dat op basis hiervan wordt verleend;

f. de wijze waarop de tegemoetkoming wordt uitbetaald;

g. de verplichtingen van de ouder.

2. Het besluit tot verlening van een tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang in het kader van de aanvraag in artikel 2, vierde lid, bevat in ieder geval:

a. de geldigheidsduur van de indicatie;

b. de omvang van de kinderopvang die noodzakelijk wordt geacht.

 

Artikel 9 De bevoorschotting van de tegemoetkoming

1. De tegemoetkoming wordt in de vorm van een voorschot in maandelijkse termijnen uitbetaald aan de kinderopvangorganisatie, op basis van een door de rechthebbende ouder afgegeven machtiging;

2. Een voorschot wordt betaald op basis van een factuur.

Artikel 10 Het besluit tot vaststelling van de tegemoetkoming

1. De ouder verstrekt binnen acht weken na afloop van de periode waarvoor de tegemoetkoming is verleend aan het college een overzicht van de feitelijke kosten van kinderopvang over deze periode.

2. Het college stelt de tegemoetkoming binnen acht weken na ontvangst van het overzicht van de kosten vast.

Artikel 11 Verrekening met de voorschotten

De tegemoetkoming wordt overeenkomstig de vaststelling binnen acht weken betaald, onder verrekening van de betaalde voorschotten.

Artikel 12 Inlichtingenplicht

1. De ouder of de partner doet het college onmiddellijk na het bekend worden daarvan uit eigen beweging schriftelijk mededeling van inlichtingen en gegevens die kunnen leiden tot de vaststelling van lagere tegemoetkoming.

2. De ouder of partner verstrekt desgevraagd aan het college, binnen een door het college te stellen redelijke termijn, alle gegevens en inlichtingen van hem en zijn partner die voor de aanspraak op en de hoogte van de tegemoetkoming van de gemeente  van belang zijn.

Artikel 13 Inwerkingtreding

De verordening treedt in werking op 1 oktober  2012.

Artikel 14 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als de “Verordening Wet kinderopvang gemeente Oost Gelre 2012”.

Deze verordening wordt aangehaald als de “Verordening Wet kinderopvang gemeente Oost Gelre 2012”.

Vastgesteld in de openbare vergadering van 18 september 2012,

De raad van de gemeente Oost Gelre,

de raadsgriffier,                         de voorzitter,   dhr. J. Vinke                               mr. drs. H.W.M. Heijman