Organisatie | Zeeland |
---|---|
Organisatietype | Provincie |
Officiële naam regeling | Verordening vertrouwenscommissie benoeming commissaris van de Koningin Zeeland 2012 |
Citeertitel | Verordening vertrouwenscommissie benoeming commissaris van de Koningin Zeeland 2012 |
Vastgesteld door | provinciale staten |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | Bestuur |
Geen.
Provinciewet, art. 61 en 145; Circulaire "Procedureregels bij benoeming van een commissaris van de Koningin"
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
26-09-2012 | 12-12-2012 | Nieuwe regeling | 17-01-2012 Provinciaal Blad, 2012, 22 | SGR-026 |
De commissie voert gesprekken met de door de minister geselecteerde kandidaten en eventueel andere op de lijst van sollicitanten voorkomende kandidaten, die hetzij zich eigener beweging tot de commissie hebben gewend, hetzij door de commissie worden uitgenodigd, overeenkomstig het bepaalde in de Procedureregels bij benoeming van een commissaris van de Koningin. Indien de commissie besluit een door de minister geselecteerde kandidaat niet te ontvangen, stelt de commissie de minister en de kandidaat schriftelijk van dit besluit op de hoogte.
De commissie bepaalt haar standpunt over de geschiktheid van de door haar ontvangen kandidaten. Zij brengt schriftelijk verslag uit aan Provinciale Staten en aan de minister. Zij doet het verslag aan Provinciale Staten vergezeld gaan van een conceptaanbeveling van ten minste twee kandidaten, in voorkeursvolgorde, die naar haar oordeel voor de benoeming in aanmerking komen. De commissie vermeldt daarbij ten aanzien van iedere kandidaat de motieven die tot haar oordeel hebben geleid.
De voorzitter en de secretaris van de commissie dragen er zorg voor dat op het in het eerste lid bedoelde tijdstip alle archiefbescheiden, die de commissie zelf heeft opgemaakt, onverwijld in verzegelde enveloppen en gerubriceerd als 'geheim' worden overgebrachte naar de krachtens de Archiefwet door Provinciale Staten aangewezen archiefbewaarplaats. De voorzitter en de secretaris dragen er eveneens zorg voor dat uitvoering wordt gegeven aan het bepaalde in de volgende leden van dit artikel.
Van de in het tweede lid bedoelde overbrenging wordt een verklaring van overbrenging volgens artikel 9 van het Archiefbesluit 1995 opgemaakt. In deze verklaring wordt melding gemaakt van de met toepassing van artikel 15, lid 1, sub a en c van de Archiefwet 1995 gestelde beperkingen aan de openbaarheid, geldende voor een periode van 75 jaar.
In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist de commissie, met inachtneming van het bij of krachtens wettelijk voorschrift bepaalde. Zo nodig voert de voorzitter van de commissie vooraf overleg met de minister.
Deze verordening vervalt - met uitzondering van het bepaalde in artikel 4, lid 8 - op de dag volgend op die waarop door de minister door middel van het toezenden van het Koninklijk Besluit aan Provinciale Staten en Gedeputeerde Staten bekend is gemaakt wie als commissaris van de Koningin van Zeeland is benoemd.