Organisatie | Drechterland |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Mandaat- en machtigingsregeling Drechterland 2012 |
Citeertitel | Mandaat- en machtigingsregeling Drechterland 2012 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | |
Externe bijlage | Tabel behorende bij Mandaat- en machtigingsregeling Drechterland 2012 |
bestuur en recht
Algemene wet bestuursrecht, afdeling 10.1.1
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
27-09-2012 | 18-07-2013 | nieuwe regeling | 25-09-2012 de Middenstander, 26-09-2012 | 2012-374/5.3 |
Het college van burgemeester en wethouders, de burgemeester en de heffings- en invorderingsambtenaar van de gemeente Drechterland, ieder voor zover zijn of haar bevoegdheid strekt
Overwegende dat het voor het efficiënt functioneren van de gemeente Drechterland wenselijk is een mandaatregeling vast te stellen;
Gelet op afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht;
I. de regeling Mandaat en vertegenwoordiging Drechterland 2011 in te trekken;
II. de uitoefening van de in het bij dit besluit behorende overzicht vermelde bevoegdheden op te dragen aan de daarbij aangegeven functionarissen;
III. ten aanzien van de uitoefening van de bevoegdheden als bedoeld onder II vast te stellen de MANDAAT- EN MACHTIGINGSREGELING DRECHTERLAND 2012.
Artikel 2 Mandaat en plaatsvervanging
Artikel 3 Algemene regels, uitzonderingen
namens burgemeester en wethouders/burgemeester van Drechterland
[voor- en achternaam], afdeling [naam afdeling].
overeenkomstig het door burgemeester en wethouders/burgemeester van Drechterland genomen besluit
[voor- en achternaam], afdeling [naam afdeling].
namens de heffings- en invorderingsambtenaar van Drechterland
[voor- en achternaam], afdeling [naam afdeling].
Artikel 5 Schakelbepaling volmachten en machtigingen
Deze mandaatregeling is van overeenkomstige toepassing als een bestuursorgaan aan een functionaris, werkzaam onder zijn verantwoordelijkheid, volmacht verleent tot het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen, of machtiging verleent tot het verrichten van handelingen die noch een besluit noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn.
Deze regeling treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van bekendmaking.
Deze regeling wordt aangehaald als: "Mandaat- en machtigingsregeling Drechterland 2012".
Aldus besloten in de vergadering van 25 september 2012,
Burgemeester en wethouders van Drechterland,
de secretaris, de burgemeester,
A. Idema R.J.H. van der Riet
Aldus besloten door de burgemeester van Drechterland op 25 september 2012,
R.J.H. van der Riet
Aldus besloten door de heffings- en invorderingsambtenaar Drechterland op 25 september 2012,
M. Smit
Onder mandaat wordt verstaan: de bevoegdheid om in naam van een bestuursorgaan besluiten te nemen. Dit volgt uit artikel 10:1 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
Mandaat kan plaatsvinden aan een met name genoemd persoon of aan een bepaalde functie. Bij het noemen van personen moet de mandaatregeling bij personeelswisselingen worden aangepast. Daarom hebben wij ervoor gekozen mandaat te verlenen aan bepaalde functies (functiecodes). Dit is slechts anders bij de algemene mandaten voor het inkoop- en aanbestedingsbeleid. Om de mandaatregeling in overeenstemming te brengen met het inkoop- en aanbestedingsbeleid uit de Budgetteringsnotitie 2010 is ervoor gekozen de budgetbeheerders en de budgethouders hiervoor te mandateren.
Degene die mandaat verleent, wordt behalve mandaatverlener ook wel mandans genoemd. Degene die mandaat ontvangt, heet gemandateerde of mandataris. Als een bevoegdheid is gemandateerd, mag de gemandateerde het besluit nemen en dit ondertekenen.
Niet alle besluiten komen voor mandatering in aanmerking. Artikel 10:3 Awb bepaalt dat mandaat kan worden verleend, tenzij bij wettelijk voorschrift anders is bepaald of de aard van de bevoegdheid zich tegen de mandaatverlening verzet. Het tweede lid geeft een aantal gevallen waarin geen mandaat kan worden verleend.
Mandatering is voor een groot deel een kwestie van vertrouwen. De bestuurder moet erop vertrouwen dat de medewerker namens hem een correct besluit neemt. De gemandateerde neemt hetzelfde besluit als het bestuur zou nemen. Verder moet de gemandateerde aan het bestuur terugkoppelen als er met een zaak iets “aan de hand is” dat voor het bestuur van betekenis is of kan worden. Dit is nodig omdat het bestuur eindverantwoordelijk is en blijft voor de genomen beslissing.
Er is een overkoepelend mandaatbesluit van het college, de burgemeester en de heffings- en invorderingsambtenaar. In dit besluit zijn artikelsgewijs de randvoorwaarden genoemd waaraan gemandateerden zich moeten houden bij de uitvoering van de opgedragen taken. In het mandaatoverzicht is een lijst opgenomen van algemene mandaten, inclusief de algemene mandaten voor inkoop- en aanbesteding. Vervolgens wordt per afdeling een overzicht gegeven van alle mandaten, volmachten en machtigingen. Hierna zijn de mandateringen buiten de gemeente Drechterland opgenomen. Tenslotte staan in de bijlagen een overzicht met de generieke functieprofielen, een overzicht met de vertegenwoordigers en een overzicht met de vervanging van de integraal managers.
De gemeente verricht verschillende handelingen, zoals bestuursrechtelijke rechtshandelingen, privaatrechtelijke rechtshandelingen en feitelijke handelingen. Afhankelijk van de (rechts)handeling kan deze worden opgedragen aan de uitvoerende organisatie. Juridisch spreken we over mandaat, volmacht en machtiging. Op grond van artikel 10:12 Awb zijn volmacht en machtiging onder de werking van de bepalingen van mandaat gebracht. Dit volgt ook uit deze regeling (artikel 7).
Een bestuursorgaan voert bestuursrechtelijke rechtshandelingen uit. De burgemeester verleent bijvoorbeeld een vergunning of het college verstrekt een subsidie. Deze bevoegdheden worden ontleend aan een bestuursrechtelijke wet. Als een bestuursorgaan zo’n bevoegdheid opdraagt aan een ambtenaar noemen we dat mandaat. De ambtenaar oefent die bevoegdheid uit namenshet bestuursorgaan. Het in mandaat genomen besluit geldt juridisch als besluit van de mandaatgever. Het mandaterende bestuursorgaan blijft hiervoor verantwoordelijk en behoudt zeggenschap. Het bestuursorgaan kan ieder moment de bevoegdheid zelf uitoefenen en instructies geven aan de ambtenaar over de wijze waarop de bevoegdheid wordt uitgeoefend. Dit is een verschil met delegatie waarbij de bevoegdheid van een bestuursorgaan overgedragen wordt op een ander bestuursorgaan.
Het besluit moet genomen worden binnen de grenzen van de gemandateerde bevoegdheid. Gebeurt dit niet, dan is het besluit onbevoegd genomen. Dit gebrek kan door de rechter ambtshalve worden geconstateerd. Het onbevoegd genomen besluit wordt dan vernietigd.
De gemeente neemt als rechtspersoon deel aan het rechtsverkeer en voert privaatrechtelijke rechtshandelingen uit. Denk hierbij aan het (ver)kopen van grond, het sluiten van een overeenkomst of het aanschaffen van een product. De burgemeester kan zijn bevoegdheid om een overeenkomst te ondertekenen, opdragen aan een door hem aan te wijzen persoon, bijvoorbeeld een ambtenaar of notaris. Dit gebeurt met een volmacht.
In deze regeling is het uitgangspunt dat, als het college het aangaan van een overeenkomst heeft gemandateerd, de gemandateerde ook namens de burgemeester ondertekent [1].
De gemeente verricht ook feitelijke handelingen. Dit zijn dagelijkse handelingen die geen rechtsgevolgen hebben. Hierbij valt te denken aan het verstrekken van informatie, het aanleggen van een stoep, het maaien van gras en het voeren van verweer bij de rechtbank.
Artikel 2 Mandaat en plaatsvervanging
De mandataris is bevoegd besluiten te nemen en deze te ondertekenen in de gevallen genoemd in bijgevoegd overzicht, tenzij uitdrukkelijk sprake is van alleen een ondertekeningsmandaat (zie artikel 5).
Als een bevoegdheid gemandateerd is aan bijvoorbeeld een vakspecialist A, dan geldt dit alleen voor de vakspecialist A die werkzaam is op de betreffende afdeling en niet voor alle andere vakspecialisten A. Hierop is één uitzondering, namelijk bij hoofdstuk 7.1 over personeelszaken. Als een bevoegdheid over een personele aangelegenheid is gemandateerd aan een integraal manager (01.02), dan geldt dit voor alle integrale managers. Een mandaat over personeelszaken geldt alleen voor de integraal manager van de afdeling Bestuurs- en managementondersteuning. Hier staat specifiek 01.02 BMO vermeld.
Het uitgangspunt is dat de vervanging op de eigen afdeling plaatsvindt. Als een gemandateerde afwezig is, is zijn/haar integraal manager bevoegd. Als de integraal manager afwezig is, zijn zijn/haar plaatsvervangers bevoegd. Het vervangingsoverzicht is opgenomen in bijlage 3. In de bijzondere situatie dat de integraal manager en de vervangers tegelijk afwezig zijn, is een integraal manager van een andere afdeling bevoegd.
Mandaat in de zin van artikel 10:1 Awb betekent het nemen van het besluit en het ondertekenen hiervan. Het uitgangspunt in deze mandaatregeling is dat de gemandateerde bevoegd is het besluit te nemen en te ondertekenen namens het bestuursorgaan. Uit de ondertekening moet blijken namens welk bestuursorgaan het besluit is genomen (artikel 10:10 Awb).
In slechts enkele gevallen is sprake van een ondertekeningsmandaat (artikel 10:11 Awb). In het mandaatoverzicht staat dit bij het betreffende mandaat expliciet vermeld. Een onderte-keningsmandaat onderscheidt zich van mandaat, doordat in het geval van een onderteke-ningsmandaat het bestuursorgaan zelf het besluit heeft genomen, maar alleen de schriftelijke afdoening en ondertekening daarvan gemandateerd is. Naar buiten toe moet kenbaar zijn dat het besluit door het bevoegde bestuursorgaan zelf is genomen, zodat geen verwarring met mandaat mogelijk is. De ondertekening is dan ook anders dan bij mandaat.
Let op: in die gevallen dat er geen sprake is van een ondertekeningsmandaat en het college neemt een besluit, dan moet het college dit besluit ook ondertekenen. Er is namelijk geen algemeen ondertekeningsmandaat. De wens is om slechts in uitzonderingsgevallen gebruik te maken van een ondertekeningsmandaat. De reden is dat we streven naar een goede kwaliteit van besluiten en dat het een groot risico is dat de besluiten op een onjuiste manier worden ondertekend. Daarnaast heeft het college het besluit zelf genomen en is het voor het college transparant als zij deze beslissing ook zelf ondertekent.
Artikel 6 Schakelbepaling volmachten en machtigingen
[1] Het college is bevoegd te besluiten tot privaatrechtelijke rechtshandelingen (artikel 160, lid 1, sub e Gemeentewet). De burgemeester vertegenwoordigt de gemeente in en buiten rechte en is bevoegd het besluit van het college uit te voeren (artikel 171, lid 1 Gemeentewet).