Volg-nr.
|
Omschrijving bevoegdheid
|
Grondslag
|
delegans
|
delegataris
|
Specifieke bepalingen / voorwaarden
|
|
Ruimtelijke Ordening
|
|
|
|
|
1.
|
Het nemen van besluiten als bedoeld in artikel 19a, tweede lid, vijfde lid en elfde lid van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO)
|
Art. 19a, leden 2, 5 en 11 WRO
|
Raad
|
B&W
|
|
2.
|
De bevoegdheid tot het nemen van een projectbesluit op grond van artikel 3.10,
lid 4 Wet ruimtelijke ordening (Wro)
|
Art. 3.10 Wro
|
Raad
|
B&W
|
Bevoegdheid mag enkel worden uitgeoefend voor zover dit past binnen het vastgestelde beleidskader, als opgenomen in het raadsvoorstel tot vaststelling van de delegatieverordening met bijbehorend delegatieregister.
|
3.
|
De bevoegdheid op grond van artikel 6.12 Wro tot het al dan niet vaststellen van een exploitatieplan bij de vaststelling van een projectbesluit op grond van artikel 3.10 Wro
|
Art. 6.12 Wro
|
Raad
|
B&W
|
|
4.
|
Het geven van richtlijnen inzake de inhoud van een milieueffectrapport, alsmede de bevoegdheid tot het verlengen van richtlijnen, beide als bedoeld in artikel 7.15 van de Wet milieubeheer
|
Art. 156 gemeentewet
|
Raad
|
B&W
|
Bevoegdheid mag enkel worden uitgeoefend indien het richtlijnenadvies van de Commissie voor de milieueffectrapportage volledig wordt gevolgd.
|
|
Gemeenschappelijke regelingen
|
|
|
|
|
5.
|
Het doen blijken van zienswijzen als bedoeld in artikel 35, derde en vijfde lid van de Wet gemeenschappelijke regelingen omtrent de ontwerpbegroting en omtrent wijzigingen van de begroting van gemeenschappelijke regelingen waaraan de gemeente deelneemt
|
Art. 156 Gemeentwet
|
Raad
|
B&W
|
|
6.
|
Het indienen van bezwaren tegen de jaarlijkse rekening van de gemeenschappelijke regelingen waaraan de gemeente deelneemt
|
Art. 156 Gemeentwet
|
Raad
|
B&W
|
|
|
Wegenverkeerswet 1994 en Wegenwet
|
|
|
|
|
7.
|
Het vaststellen van de grenzen van de bebouwde kom of kommen
|
Art. 20a, lid 1 Wegen-verkeerswet
|
Raad
|
B&W
|
|
8.
|
Het onttrekken van wegen aan het openbaar verkeer
|
Art. 9 Wegenwet
|
Raad
|
B&W
|
|
|
Aanwijzen trouwlocatie
|
|
|
|
|
9.
|
De bevoegdheid tot aanwijzen van een locatie als ”gemeentehuis” ten behoeve van huwelijkssluitingen en partnerschapregistraties
|
Art 1:63 van Burgerlijk Wetboek , Art 108, juncto 147 Gemeentewet en art. 1 Besluit burgerlijke stand 1994
|
Raad
|
B&W
|
Met terugwerkende kracht vanaf 7 maart 2002. Ten aanzien van de aanwijzing gelden de volgende toetsingscriteria:het moet een overdekte ruimte betreffen. beschikbaar zijn voor het voltrekken van (alle) huwelijken, de rechtszekerheid en rechtsgelijkheid moet gewaarborgd zijnaan de huwelijksvoltrekking mag niet de verplichting worden gekoppeld dat een eventueel huwelijksfeest ook op deze locatie moet plaatsvinden;voor iedereen toegankelijk zijn, ook voor minder validen;openbaar zijn, ook voor niet-genodigden;veilig zijn (o.a. voldoen aan de eisen van brandveiligheid);voldoen aan alle vergunningvereisten;er dienen voldoende faciliteiten te zijn voor de trouwambtenaar, zoals omkleedruimte et cetera;de eigenaar is verantwoordelijk voor de aankleding en inrichting van de locatie;de gemeente stelt de ruimte ter beschikking en heeft het beheer over de agenda (huwelijken gaan voor andere reserveringen), de kosten verrekening en de beschikbaar te stellen ruimtebetreft de locatie een schip, dan moet het schip op het moment van trouwen binnen de gemeentegrenzen van Horst aan de Maas vast aan de wal liggen.
het college heeft de mogelijkheid specifiek op de locatie gerichte geschiktheid eisen stellen
|