Organisatie | Borger-Odoorn |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening Fonds Maatschappelijke Participatie gemeente Borger-Odoorn 2008 |
Citeertitel | Verordening Fonds Maatschappelijke Participatie gemeente Borger-Odoorn 2008 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Gemeentewet, art. 149
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
14-05-2008 | 01-01-2008 | 01-04-2016 | Nieuweregeling | 24-04-2008 Week in Week uit, 13-5-2008 | 22-2-2008 |
De raad van de gemeente Borger-Odoorn;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 22 februari 2008;
gezien het relevante raadsbesluit van 24 januari 2008;
vast te stellen ingaande 1 januari 2008 - onder gelijktijdige intrekking van de ‘Verordening Fonds Maatschappelijke Participatie gemeente Borger-Odoorn 2004’ - de volgende
Hoofdstuk 2: Het recht op een vergoeding / Hoogte van de vergoeding
Artikel 2: Het recht op een vergoeding
Een aanvrager kan voor een gedeeltelijke vergoeding in aanmerking worden gebracht, indien hij woonachtig is in de gemeente Borger-Odoorn en indien het inkomen hoger is dan de in artikel 1.1 genoemde norm en toepassing van de draagkrachtregels bijzondere bijstand zoals van kracht in de gemeente Borger-Odoorn daartoe aanleiding geeft en het vermogen de in artikel 1.2 genoemde norm niet te boven gaat.
Niet in aanmerking voor een vergoeding uit dit Fonds komen degenen die als ‘studerende’ in de zin van de Wet Studiefinanciering 2000 (WSF) worden aangemerkt en zij die achttien jaar of ouder zijn en recht hebben op een tegemoetkoming op grond van de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten (WTOS).
Hoofdstuk 4: Verplichtingen van de aanvrager en bevoegdheden van burgemeester en wethouders
Artikel 7: Inlichtingen en onderzoek
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om voor zover dit van belang kan zijn voor de beoordeling van het recht op een vergoeding, degene door wie een aanvraag is ingediend op te roepen in persoon te verschijnen op een door burgemeester en wethouders te bepalen plaats en tijdstip en hem nadere informatie te vragen.
Artikel 8: Wijziging in situaties
Degene aan wie krachtens deze verordening een vergoeding is verstrekt, is verplicht aan burgemeester en wethouders mededeling te doen van feiten en omstandigheden waarvan redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat deze van invloed kunnen zijn op een vergoeding.
Artikel 10: Afwijken van bepalingen
Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen ten gunste van de aanvrager afwijken van de bepalingen in deze verordening indien toepassing van de verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.
Artikel 11: Gevallen waarin deze verordening niet voorziet
In alle gevallen, de uitvoering van deze verordening betreffende, waarin deze verordening niet voorziet, beslissen burgemeester en wethouders.
Verordening Fonds Maatschappelijke Participatie gemeente Borger-Odoorn 2008
Dit artikel beoogt een bescheiden vermogen buiten beschouwing te laten, namelijk tot een bedrag genoemd in Wwb artikel 34 lid 3. Het relevante gemeentelijk beleid houdt in dat de waarde van een auto boven een bepaald bedrag tot het vermogen wordt gerekend.
Bedoeld worden kosten die verband houden met maatschappelijke deelname in algemenen zin.
Gedacht moet worden aan (niet limitatief):
Een studerende jonger dan achttien jaar behorend tot een gezins- of samenlevingsverband dat voldoet aan de criteria in deze verordening en voor wie een tegemoetkoming WTOS wordt ontvangen, kan als lid van dat gezins- of samenlevingsverband wel in aanmerking komen voor vergoeding van de kosten bedoeld in deze verordening.
Voor de begripsbepaling wordt aangesloten bij de definiëring van de begrippen gehuwden, alleenstaande ouder en alleenstaande als vermeld in de Wet werk en bijstand.
De totale kosten hoeven - binnen een gezins- of samenlevingsverband - niet persoonsgebonden gedeclareerd te worden; dat wil zeggen dat één gezinslid meer dan € 125,- per jaar vergoed kan krijgen als een ander gezinslid evenredig minder dan € 125,- vergoed krijgt over dat jaar.
De aanvraagprocedure is onderverdeeld voor twee categorieën cliënten.
Het hiervoor genoemde onderscheid heeft de volgende achtergrond. Van Wwb-cliënten zijn al in het bijstandsdossier aanwezig: legitimatiebewijs en recente gegevens over inkomen en vermogen. Deze cliënten kunnen daarom volstaan met het verstrekken van relevante betaalbewijzen en het invullen en ondertekenen van een aanvraag/declaratieformulier.
Niet Wwb-cliënten dienen gegevens over legitimatie, inkomen en vermogen en betaalbewijzen te overleggen om voor een vergoeding in aanmerking te kunnen worden gebracht.
De formulieren kunnen na invulling en ondertekening worden ingeleverd bij de afdeling SZW met de noodzakelijke gegevens betreffende legitimatie, inkomen en vermogen (evt. kentekenbewijs - cf. gemeentelijk beleid betreffende vermogensvaststelling) en relevante betaalbewijzen.