Organisatie | Borger-Odoorn |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening brandveiligheid en hulpverlening gemeente Borger-Odoorn |
Citeertitel | Verordening brandveiligheid en hulpverlening gemeente Borger-Odoorn |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp |
Geen
Gemeentewet, art. 149; Brandweerwet, artt. 1, 2e lid en 12; Woningwet, art. 8, 2e lid; Wet milieubeheer, artt. 8.11, 3e lid en 8.40
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
13-05-1998 | 19-12-2013 | Nieuweregeling | 23-04-1998 Week in Week uit, 5-5-1998 | 14-4-1998, nr. 1998/5/5 |
De raad van de gemeente Borger-Odoorn;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 14 april 1998, nr. 1998/5/5;
gelet op artikel 1, tweede lid, en artikel 12 van de Brandweerwet 1985, artikel 8, tweede lid, van de Woningwet, artikel 8.11, derde lid, en 8.40 van de Wet milieubeheer en artikel 149 van de Gemeentewet,
gezien het advies van het Algemeen Bestuur van de Regionale Brandweer Drenthe,
VERORDENING BRANDVEILIGHEID EN HULPVERLENING GEMEENTE BORGER-ODOORN
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
1E het voorkomen en beperken van brand, het beperken van brandgevaar, het voorkomen en beperken van ongevallen bij brand en al hetgeen daarmee verband houdt;
2E de uitvoering van werkzaamheden ter zake van het beperken van rampen, als bedoeld in artikel 1 van de Wet rampen en zware ongevallen;
3E de uitvoering van de voorschriften met betrekking tot het brandveilig gebruik van woningen, woonketen, woonwagens, andere gebouwen, bouwwerken geen gebouwen zijnde, en standplaatsen;
1E het daadwerkelijk beperken en bestrijden van brand, het beperken van brandgevaar, het beperken van ongevallen bij brand en al hetgeen daarmee verband houdt;
2E het beperken en bestrijden van gevaar voor mensen en dieren bij ongevallen anders dan bij brand;
3E de uitvoering van werkzaamheden ter zake van het beperken en bestrijden van rampen, als bedoeld in artikel 1 van de Wet rampen en zware ongevallen.
1E het door de gemeenteraad en het Algemeen Bestuur van de Regionale Brandweer Drenthe, eens in de vier jaar, op te stellen plan, waarin op hoofdlijnen wordt beschreven welke taken de gemeente zelf uitvoert, welke taken in samenwerking worden uitgevoerd en de organisatiewijze daarvan. Eenmaal per vier jaar vindt evaluatie plaats, op grondslag waarvan vaststelling voor een volgende periode van 4 jaar plaatsvindt.
1E het eens in de vier jaar door de gemeenteraad vast te stellen Gemeentelijk beleidsplan brandveiligheid en hulpverlening en het door het Algemeen Bestuur van de Regionale Brandweer Drenthe vast te stellen Regionaal beleidsplan hulpverlening en brandveiligheid. Deze plannen geven in samenhang met elkaar aan hoe de organisaties zijn toegerust en op welke wijze, respectievelijk wanneer bepaalde kwaliteitsdoelstellingen worden gemeten. Jaarlijks vindt rapportage plaats; via de begroting en door middel van besluitvorming kan desgewenst tussentijdse bijsturing plaatsvinden.
Artikel 2 Gemeentelijke brandweer
Burgemeester en wethouders beschikken over een gemeentelijke brandweer.
De taken van de gemeentelijke brandweer bestaan, behoudens de in artikel 5 aan de regionale brandweer opgedragen taken, uit:
de feitelijke uitvoering van alle taken uit de veiligheidsketen van pro-actie tot en met nazorg, met als hoofdaccent het verrichten van preventieve taken en het verlenen van repressieve basiszorg (brandbestrijding, hulpverlening aan mens en dier, waterongevallen en incidenten met gevaarlijke stoffen);
Artikel 4 Beleidsplan brandveiligheid en hulpverlening
Burgemeester en wethouders leggen de gemeenteraad eenmaal per 4 jaar een plan voor op welke wijze aan de inhoud van in artikel 3 omschreven taken uitvoering zal worden gegeven (gemeentelijk beleidsplan brandveiligheid en hulpverlening).
Dit plan omvat in elk geval een omschrijving van de financiële en personele middelen die beschikbaar zijn voor de uitvoering van de taken.
Naast de in het artikel 3, tweede lid, van de Brandweerwet 1985 opgedragen taken, zijn de volgende taken van de gemeentelijke brandweer aan de regionale brandweer overgedragen:
de ondersteuning van bestuur en organisatie door het ontwikkelen van voldoende deskundigheid op het terrein van bedrijfsvoering planning & control, grootschalige risico-inventarisatie, bestuurlijke en juridische kennis, onderzoek, rapportage, voorlichting en de organisatie van pro-actie, preventie, preparatie, repressie en nazorg bij grootschalige hulpverlening en rampenbestrijding;
de beleidsontwikkeling, coördinatie, planvorming, communicatie, specialistische ondersteuning en de kwaliteitszorg van de taken die in samenwerking tussen gemeenten worden uitgevoerd, de voorbereiding en bestrijding van grote ongevallen en rampen in afstemming met de andere hulpverlenende disciplines als politie en medische hulpverlening.
Het personeel van de gemeentelijke brandweer belast met taken op het gebied van pro-actie t/m nazorg, bestaat op het moment van in werking treden van deze verordening globaal uit:
Artikel 7 Opleiding en oefening
Burgemeester en wethouders dragen zorg voor de opleiding en oefening van het brandweerpersoneel, die voor de taakuitoefening noodzakelijk zijn.
Hiertoe wordt eens per vier jaar een actieplan opgesteld waarin de voorbereiding (waaronder het oefenen) op de basiszorg en de bestrijding van rampen en andere zware ongevallen is geregeld. Het plan past binnen de kaders van het regionale actieplan. Over de uitvoering van de actieplannen wordt jaarlijks middels voortgangsrapportages gerapporteerd. Zowel de actieplannen als de voortgangsrapportages worden door de gemeenteraad vastgesteld en vervolgens gezonden aan de Commissaris van de Koningin.
Artikel 8 Instructie commandant
De commandant heeft de algemene leiding en het bevel over de brandweer, overeenkomstig de voor hem door burgemeester en wethouders vastgestelde instructies. Hierin is tenminste geregeld wat de rol van de commandant is in de totale veiligheidsketen, de regionale samenwerking en wat zijn/haar repressieve mandaat is.
Om de taken, genoemd in artikel 3, uit te kunnen voeren beschikt de gemeentelijke brandweer op het moment van in werking treden van deze verordening tenminste over het volgende materieel:
1 materieel/personeelsvoertuig;
Daarnaast is voor grootschalig optreden het volgende materieel vanuit de Regionale Brandweer Drenthe bij de gemeentelijke brandweer gestationeerd:
Artikel 10 Bluswatervoorziening
Burgemeester en wethouders dragen zorg voor zodanige bluswatervoorzieningen en de bereikbaarheid daarvan, dat de brandbestrijding te allen tijde zoveel mogelijk gewaarborgd is.