Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Zutphen

Verordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting 2005

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieZutphen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting 2005
CiteertitelVerordening toeristenbelasting 2005
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Regeling geldt ingevolge het besluit van 31 januari 2005 met ingang van 17 februari 2005 ook voor het grondgebied van de voormalige gemeente Warnsveld.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, art. 224
  2. Gemeentewet, art 149
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2006Art. 6

21-11-2005

Zutphense Koerier, 30-11-2005

11.540
17-02-2005Geldend verklaard

31-01-2005

Zutphense Koerier, 16-02-2005

12.986
01-01-200501-01-2011Nieuwe regeling

13-12-2004

Onbekend

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van toeristenbelasting 2005

De raad van de gemeente Zutphen;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 16 november 2004;

gelet op artikel 224 van de Gemeentewet;

BESLUIT:

vast te stellen de: Verordening op de heffing en de invordering van toeristenbelasting 2005

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    vakantieonderkomens: woningen en andere verblijven, niet zijnde mobiele kampeeronderkomens of stacaravans, in hoofdzaak bestemd voor en gebezigd als verblijf voor vakantie- en andere recreatieve doeleinden;

  • b.

    mobiele kampeeronderkomens: tenten, vouwwagens, kampeerauto’s, toercaravans en soortgelijke onderkomens dan wel soortgelijke voertuigen welke bestemd zijn dan wel gebezigd worden als verblijf voor vakantie en andere recreatieve doeleinden;

  • c.

    niet-beroepsmatig verhuurde ruimten: woningen en andere verblijven, of gedeelten daarvan, niet zijnde mobiele kampeeronderkomens of stacaravans, welke niet in hoofdzaak bestemd zijn als verblijf voor vakantie en andere recreatieve doeleinden, doch wel in bepaalde perioden van het jaar voor die doeleinden worden verhuurd dan wel te huur aangeboden;

  • d.

    vaste standplaats: een terrein of terreingedeelte dat bestemd is voor het gedurende een seizoen of een jaar plaatsen van een zelfde mobiel kampeeronderkomen of stacaravan.

Artikel 2 Belastbaar feit

Ter zake van het houden van verblijf met overnachten binnen de gemeente in hotels, pensions, opleidingsschool politie, opleidingsinternaat, vakantieonderkomens, mobiele kampeeronderkomens, niet-beroepsmatig verhuurde ruimten en op vaste standplaatsen tegen vergoeding in welke vorm dan ook door personen die niet als ingezetene in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens van de gemeente zijn opgenomen, wordt onder de naam ‘toeristenbelasting’ een directe belasting geheven.

Artikel 3 Belastingplicht

  • 1.

    Belastingplichtig is degene die gelegenheid biedt tot verblijf als bedoeld in artikel 2 in hem ter beschikking staande ruimten dan wel op hem ter beschikking staande terreinen.

  • 2.

    De belastingplichtige is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene, ter zake van wiens verblijf de belasting verschuldigd wordt.

  • 3.

    Indien met toepassing van het eerste lid geen belastingplichtige is aan te wijzen, is belastingplichtig degene die overeenkomstig het bepaalde in artikel 2 verblijf houdt.

Artikel 4 Vrijstellingen

De belasting wordt niet geheven ter zake van het verblijf:

  • 1.

    door degene, die als verpleegde of verzorgde in een inrichting tot verpleging of verzorging van zieken, van gebrekkige, van hulpbehoevenden of van bejaarden verblijft;

  • 2.

    van een asielzoeker, zijnde een vreemdeling als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Vreemdelingenwet, die een asielverzoek heeft ingediend waarover nog geen onherroepelijke beslissing is genomen, van degene die een asielverzoek heeft ingediend waarop negatief is beslist en van een verblijfsgerechtigde, die op basis van artikel 9, 10 of 15 van voornoemde wet een verblijfsvergunning heeft, voor zover deze personen verblijf houden in een gelegenheid als bedoeld in artikel 2, in het kader van de centrale opvang onder verantwoordelijkheid van het ZBO Centrale Opvang Asielzoekers.

Artikel 5 Maatstaf van heffing

  • 1.

    De belasting wordt geheven naar het aantal overnachtingen.

  • 2.

    Het aantal overnachtingen als bedoeld in het eerste lid, wordt vastgesteld op het aantal overnachtingen welke door de belastingplichtige bij aangifte uit de verhuuradministratie zijn opgegeven, dan wel blijken.

Artikel 6 Belastingtarief

Het tarief bedraagt per overnachting € 0,55.

Artikel 7 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 8 Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 9 Aanslaggrens

Belastingaanslagen van minder dan € 9,00 worden niet opgelegd.

Artikel 10 Termijnen van betaling

  • 1.

    De aanslagen moeten worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.

  • 2.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 11 Kwijtschelding

Bij de invordering van de toeristenbelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 12 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de toeristenbelasting.

Artikel 13 Aanmeldingsplicht

De belastingplichtige bedoeld in artikel 3, eerste lid, is gehouden, voordat hij voor de eerste maal na het in werking treden van deze verordening gelegenheid tot overnachten verschaft, zulks schriftelijk te melden aan de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen gemeenteambtenaren, bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdelen b en d van de Gemeentewet.

Artikel 14 Registratieplicht

  • 1.

    Ieder die gelegenheid biedt tot het houden van nachtverblijf in de zin van de verordening, is verplicht verblijfhoudende te registreren in een daarvoor bestemd en door gemeente verstrekt nachtverblijfregister.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders stellen genoemde nachtverblijfregisters kosteloos beschikbaar.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders geven nadere voorschriften omtrent de inrichting en gebruik van de nachtverblijfregisters.

  • 4.

    De verplichting, genoemd onder lid 1, vervalt indien de belastingplichtige een soortgelijk, en door burgemeester en wethouders geaccepteerd, nachtverblijfregister voert.

Artikel 15 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De ‘Verordening toeristenbelasting 2003’ van 8 juli 2002, nr. 07.26 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2005.

  • 4.

    Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Verordening toeristenbelasting 2005’.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering

van de raad van de gemeente Zutphen, gehouden op

13 december 2004.

De griffier, de voorzitter,