Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Bergen (NH)

Verordening godsdienst onderwijs en levensbeschouwelijk vormingsonderwijs

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieBergen (NH)
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening godsdienst onderwijs en levensbeschouwelijk vormingsonderwijs
CiteertitelVerordening godsdienstonderwijs en levensbeschouwelijk vormingsonderwijs Bergen
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerponderwijs
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

- De "Verordening subsidiering godsdienstonderwijs en levensbeschouwelijk vormingsonderwijs 1990", zoals vastgesteld in de raad dd 20 augustus 1990, van de voormalige gemeente Schoorl wordt hierbij ingetrokken

- De "Verordening Subsidiering Godsdienst- en Levensbeschouwelijk vormingsonderwijs gemeente Egmond", zoals vastgesteld in de raad van 29 juni 1992, van de voormalige gemeente Egmond wordt hierbij ingetrokken

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Wet op het primair onderwijs, art. 140
  2. Algemene wet bestuursrecht
  3. Gemeentewet

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-08-200301-01-2011Nieuwe regeling

24-06-2003

De Duinstreek, 09-07-2003

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening godsdienst onderwijs en levensbeschouwelijk vormingsonderwijs

De raad van de gemeente Bergen;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 14 juni 2003;

gelezen het advies van de commissie maatschappelijke zaken d.d. 5 juni 2003;

gelet op het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht, de Gemeentewet en de Wet op het primair onderwijs;

besluit:

vast te stellen de navolgende Subsidieverordening godsdienst onderwijs en levensbeschouwelijk vormingsonderwijs.

Afdeling I Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

Deze verordening verstaat onder:

  • 1.

    bestuursorgaan:het college van burgemeester en wethouders;

  • 2.

    instelling:

    a. kerkelijke gemeenten;

    • b.

      plaatselijke kerken;

    • c.

      rechtspersonen met volledige rechtsbevoegdheid die zich blijkens hun statuten het geven van godsdienstonderwijs ten doel stellen;

    • d.

      volledige rechtsbevoegdheid bezittende organisatiesop geestelijke grondslag als bedoeld in artikel 51 van WPO;

  • 3.

    subsidie: de aanspraak op financiële middelen voor het geven van onderwijs;

  • 4.

    onderwijs: godsdienstonderwijs en levensbeschouwelijke vormingsonderwijsdat op grond van artikel 50 WPO wordt gegeven;

  • 5.

    WPO: Wet op het primair onderwijs.

  • 6.

    schooljaar: de periode van 1 augustus tot en met 31 juli van hetdaaropvolgende jaar;

  • 7.

    lesuur: 45 minuten;

  • 8.

    groep: samenstelling van één of meer leerjaren;

  • 9.

    leerjaar: "klas" 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7 of 8;

  • 10.

    inflatiecorrectie: het CBS percentage volgens indexcijfers CAO loon per uur in degesubsidieerde sector voor volwassenen exclusief beloningen.

Artikel 2 Subsidiabele activiteit

  • 1.

    Het bestuursorgaan verstrekt aan instellingen een subsidie voor het geven van onderwijs aan leerlingen van de openbare scholen voor basisonderwijs in de gemeente.

  • 2.

    Per school komt slechts één instelling per schooljaar voor subsidie in aanmerking.

Artikel 3 Subsidiebedrag

  • 1.

    Voor het school jaar 2003/2004 wordt de subsidie vastgesteld op € 17,97 per lesuur.

  • 2.

    Op het in lid 1 genoemd bedrag wordt jaarlijks, ingaande 1 augustus 2004, een inflatiecorrectie toegepast overeenkomstig artikel 1. Gehanteerd wordt het percentage van het gehele kalenderjaar voorafgaand aan het schooljaar waarvoor het uurbedrag wordt vastgesteld.

  • 3.

    Per school wordt aan maximaal twee door de school te bepalen leerjaren subsidie verstrekt voor maximaal één lesuur per week per leerjaar.

Afdeling II Verplichtingen subsidie-ontvanger

Artikel 4 Algemeen

Het onderwijs wordt in de schoolgebouwen en binnen de in het schoolplan aangegeven schooltijden gegeven. Dit laatste voor zover hun ouders/ verzorgers daartegen geen bezwaar hebben en met inachtneming van het bepaalde in artikel 50 van de WPO.

Artikel 5 Verantwoordelijkheid

De verantwoordelijkheid voor de inhoud van het onderwijs berust bij de instellingen.

De instellingen dragen er zorg voor dat het onderwijs op pedagogisch-didactisch verantwoorde

wijze wordt gegeven.

Artikel 6 Leerkrachten

Het onderwijs wordt gegeven door leerkrachten die in dienst zijn van c.q. aangewezen zijn door een

instelling.

De leerkrachten dienen in het bezit te zijn van een zogenaamde "bevoegdheidsverklaring", verstrekt doo

een instelling.

De leerkrachten onthouden zich ervan iets te onderwijzen, te doen of toe te laten wat strijdig is met de

eerbied, verschuldigd aan de overtuiging van andersdenkenden.

De leerkrachten gedragen zich naar de aanwijzingen door de directeur van de school gegeven en

verstrekken desgevraagd zoveel mogelijk de door de directeur gevraagde inlichtingen.

Artikel 7 Aantal leerlingen

  • 1.

    Elke les moet bezocht worden door tenminste 8 en ten hoogste 28 leerlingen. Hierbij kunnen leerlingen die wegens ziekte of om andere redenen verhinderd zijn de les bij te wonen, worden meegerekend als zij naar het oordeel van het bestuursorgaan geacht kunnen worden regelmatig aan het onderwijs deel te nemen.

  • 2.

    Voor de bepaling van het aantal leerlingen wordt uitgegaan van de toestand bij aanvang van het betreffende schooljaar.

Artikel 8 Combinaties

Voor de aanvang van elk schooljaar zendt de instelling aan het bestuursorgaan een overzicht, waaruit bl welke groepen per les zullen worden gevormd. Deze opgave dient mede door de directeuren van de betreffende openbare basisscholen te worden ondertekend.

Wanneer het bestuursorgaan dit verzoekt, wijzigt de instelling een combinatie, ter verkrijging van een acceptabel aantal leerlingen per groep.

Afdeling III Subsidievaststelling

Artikel 9 Aanvraag subsidie

  • 1.

    De aanvraag dient jaarlijks vóór 1 juni voorafgaand aan het schooljaar waarvoor subsidie wordt gevraagd te worden ingediend.

  • 2.

    Bij de aanvraag wordt opgave gedaan, vermeldende:

    • a.

      welke leerjaren van de met name te noemen basisscholen onderwijs ontvangen;

    • b.

      hoeveel leerlingen van welk leerjaar afzonderlijk dit onderwijs volgen en welke combinaties van leerjaren eventueel worden toegepast;

    • c.

      welke leerkrachten de lessen verzorgen;

    • d.

      het totaal aantal lessen;

    • e.

      de vergoedingen die door de instellingen aan de leraren zijn uitbetaald

       

      De in lid 2 bedoelde opgave dient mede door de directeuren van de betreffende openbare

      basisscholen te worden ondertekend.

      Het bestuursorgaan kan bepalen dat binnen een bepaalde termijn nadere gegevens moeten worden

      overlegd.

Artikel 10 Toezending statuten

De instelling die voor het eerst voor subsidie in aanmerking wenst te komen, zendt haar

statuten voor de aanvang van het schooljaar, waarvoor subsidie wordt gevraagd, aan het

bestuursorgaan.

Artikel 11 Procedure vaststelling

Het bestuursorgaan stelt de subsidie binnen tien weken na ontvangst van de aanvraag vast.

Artikel 12 Voorbehoud vaststelling gemeentebegroting

  • 1.

    Voorzover een subsidie wordt verstrekt ten laste van een gemeentebegroting die nog

    niet is vastgesteld, wordt het voorbehoud van goedkeuring door de gemeenteraad gemaakt.

  • 2.

    Het voorbehoud vervalt, indien het bestuursorgaan daarop niet binnen vier weken na vaststelling van de gemeentebegroting, een beroep heeft gedaan.

Afdeling IV Intrekken en wijzigen

Artikel 13 Intrekken en wijzigen

Het bestuursorgaan kan de subsidievaststelling intrekken of ten nadele van de instelling wijzigen:

  • a.

    op grond van feiten of omstandigheden waarvan het bestuursorgaan bij de subsidievaststelling redelijkerwijs niet op de hoogte kon zijn;

  • b.

    indien de subsidievaststelling onjuist was en de instelling dit wist of behoorde te weten, of; indien de instelling heeft gehandeld in strijd met aan de subsidie verbonden verplichtingen.

Afdeling V Betaling en terugvordering

Artikel 14 Betaling

De subsidie (of een gedeelte daarvan) wordt binnen vier weken na de beschikking tot

subsidievaststelling overeenkomstig die beschikking bij voorschot betaalbaar gesteld.

Artikel 15 Vaststelling en afrekening

De instelling dient binnen vier weken na afloop van het schooljaar waarvoor de subsidie is verleend,

bij het bestuursorgaan een aanvraag tot vaststelling en afrekening van de subsidie in.

Artikel 16 Terugvordering

Onverschuldigd betaalde subsidiebedragen en voorschotten kunnen worden teruggevorderd voor zover de dag waarop de subsidie is vastgesteld, dan wel de handeling als bedoeld in artikel 13, onder c heeft plaats gevonden, nog geen vijfjaren zijn verstreken.

Afdeling VI Slotbepalingen

Artikel 17 Nadere regels

  • 1.

    Het bestuursorgaan kan ter uitvoering van deze verordening nadere regels stellen

  • 2.

    In gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het bestuursorgaan.

Artikel 18 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op 1 augustus 2003.

    Egmond", zoals vastgesteld in de raad van 29 juni 1992 van de voormalige gemeente Egmond, wordt hierbij ingetrokken.

  • 2.

    De "Verordening subsidiering godsdienstonderwijs en levensbeschouwelijk vormingsonderwijs 1990", zoals vastgesteld in de raad dd 20 augustus 1990 van de voormalige gemeente Schoorl wordt hierbij ingetrokken.

  • 3.

    De "Verordening Subsidiering Godsdienst- en Levensbeschouwelijk vormingsonderwijs gemeente

  • 4.

    De Tijdelijke referendumwet is van toepassing.

Artikel 19 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening godsdienstonderwijs en

levensbeschouwelijk vormingsonderwijs Bergen".

 

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de

raad van de gemeente Bergen op 24 juni 2003

de griffier, de voorzitter,