Organisatie | Zutphen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Delegatiebesluit gemeente Zutphen 2005 |
Citeertitel | Delegatiebesluit gemeente Zutphen 2005 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
De bevoegdheid ex art. 19, lid 1, Wet op de Ruimtelijke Ordening is van rechtswege vervallen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
10-03-2005 | 21-04-2016 | Nieuwe regeling | 31-01-2005 Zutphense Koerier, 9 maart 2005 | Griffie 12.708 |
I Aan het college van burgemeester en wethouders de volgende bevoegdheden over te dragen:
II Te bepalen dat de op basis van deze gedelegeerde bevoegdheden genomen besluiten van het college van burgemeester en wethouders ter kennis van de raad worden gebracht.
III Dit besluit treedt in werking de dag na publicatie en kan worden aangehaald als “Delegatiebesluit gemeente Zutphen 2005”.
IV Een en ander onder intrekking van:
Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Zutphen,
gehouden op: 3 januari 2005
De voorzitter, de griffier,
Kopen van materieel dat opgenomen is in het Investerings Programma en ten laste komt van de Reserve bedrijfsmiddelen
Op grond van artikel 160 lid 1 sub e Gemeentewet is het college bevoegd om privaatrechtelijke rechtshandelingen te verrichten. Het budgetrecht blijft echter bij de raad, waardoor veel handelingen toch aan de raad voorgelegd moeten worden i.v.m. het te verkrijgen krediet. Voor het kopen van materieel dat opgenomen is in het IP kan een uitzondering gemaakt worden, omdat de raad daar al geld voor beschikbaar gesteld heeft.
Nemen van verkeersbesluiten o.g.v. artikel 18, lid 1 sub d Wegenverkeerswet
Het nemen van dit soort besluiten komt in een gemeente met de omvang van de voormalige gemeente Zutphen zeer regelmatig voor. Om redenen van efficiency is het gewenst dat het college deze besluiten kan nemen in plaats van de raad. Deze werkwijze, die in de voormalige gemeente Zutphen al jaren praktijk is, heeft nooit tot problemen geleid.
Verlenen van ontheffingen op grond van artikel 149, lid 1 Wegenverkeerswet en artikel 87 Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990
Zie hiervoor bij verkeersbesluiten.
Het afgeven van invalidenparkeerkaarten o.g.v. artikel 49 BABW
In de concept Algemene Maatregel van Bestuur tot dualisering van gemeentelijke en provinciale medebewindsbevoegdheden wordt deze bevoegdheid rechtstreeks toegekend aan het college.
Delegatie van deze bevoegdheid, zoals al praktijk was in de voormalige gemeente Zutphen, loopt hier alvast op vooruit.
Delegatie beslissingsbevoegdheid toepassing vrijstelling ex artikel 19, lid 1 WRO
In 2000 was de directe aanleiding voor het delegatiebesluit de wijziging van de WRO per 3 april 2000. Daarbij is, vervat in artikel 19 lid 1 WRO de zelfstandige projectprocedure geintroduceerd. De wetgver heeft daarmee beoogd om de regelgeving meer in overeenstemming te brengen met de dagelijkse praktijk. De koppeling met het bestemmingsplan (anticipatieprocedure) is daarbij losgelaten, zodat in principe ter verwezenlijking van een project zonder voorbereidingsbesluit (of ontwerpbestemmingsplan dat ter inzage is gelegd) vrijstelling van het bestemmingsplan kan worden verleend. Het urgentiecriterium is daarbij eveneens verlaten. Voor het verkrijgen van een verklaring van geen bezwaar van GS is nu een goede ruimtelijke onderbouwing van het project vereist.
Omdat het primaat voor het vaststellen van nieuw planologisch beleid rust bij de gemeenteraad, heeft de wetgever de beslissingsbevoegdheid om vrijstelling te verlenen in eerste instantie bij de raad gelegd. De gemeenteraad kan de vrijstellingsbevoegdheid delegeren aan het college van burgemeester en wethouders. Deze delegatiebevoegdheid is expliciet opgenomen in het eerste lid van artikel 19 WRO. De wetgever stelt géén eisen, voorwaarden of beperkingen aan de degelatie. De gemeente is dus volledig vrij in hoe zij met de delegatiebevoegdheid omgaat. De vrijstellingsbevoegdheden op grond van de leden 2 en 3 zijn in de wet rechtstreeks toebedeeld aan het college.