Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Grave

Beleidsregels uitleg overgangsrecht in bestemmingsplannen

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieGrave
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregels uitleg overgangsrecht in bestemmingsplannen
CiteertitelBeleidsregels uitleg overgangsrecht in bestemmingsplannen
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerpRO

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

26-09-2012Nieuwe regeling

18-09-2012

Graafsche Courant, 25 september 2012

RO

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels uitleg overgangsrecht in bestemmingsplannen

 

 

Onderwerp

Het toepassen van het overgangsrecht in bestemmingsplannen bij het gedeeltelijk vernieuwen of veranderen van bouwwerken.

 

Algemeen

Het overgangsrecht is een regeling in bestemmingsplannen die erin voorziet dat oude situaties, die ten tijde van een vorige bestemmingsplan al bestonden, maar die in strijd zijn met het daarop volgende bestemmingsplan, mogen blijven bestaan. Het overgangsrecht heeft als doel bij de invoering van nieuwe bestemmingsregels, bescherming te bieden aan gevestigde belangen of verkregen rechten.

 

Het overgangsrecht is in principe bedoeld als uitsterfconstructie. De gedachte daarachter is dat een ongewenste situatie in beginsel tijdens de periode waarvoor het bestemmingsplan geldt, wordt beëindigd. Overgangsbepalingen in een bestemmingsplan zijn meestal gesplitst in twee zaken, namelijk die ten aanzien van het bouwen en die betreffende het gebruik.

 

Bestemmingsplan

Onder het overgangsrecht in de planvoorschriften van het bestemmingsplan mogen bouwwerken, waarvoor is vast komen te staan dat zij onder de beschermende werking van het overgangsrecht vallen (bewijslast ligt bij de aanvrager), gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd, mits de afwijking ten opzichte van het plan - behoudens de in de overgangsregeling genoemde uitbreidingsmogelijkheid - naar de aard niet wordt vergroot.

 

Onduidelijk is wat er precies onder gedeeltelijke vernieuwing of verandering moet worden verstaan. Op basis van jurisprudentie is duidelijk dat een gedeeltelijke vernieuwing of verandering er niet toe mag leiden dat een bouwwerk wordt afgebroken en geheel opnieuw wordt opgebouwd. Evenmin is het de bedoeling dat tijdens het van kracht zijn van hetzelfde bestemmingsplan in feite een compleet nieuw bouwwerk wordt gerealiseerd door in opeenvolgende fasen systematisch nagenoeg alles af te breken en te herbouwen. Dergelijke handelwijzen zijn in strijd met de strekking van het overgangsrecht. Binnen het overgangsrecht is het wel mogelijk in geval van een (mogelijke) verwoesting door calamiteit om binnen 2 jaar na de vastgestelde calamiteit een bouwwerk geheel te vernieuwen

 

Door beleid te formuleren voor de uitleg van de overgangsbepalingen in het bestemmingsplan dragen deze regels bij aan een eenduidige uitleg van het overgangsrecht. Hierdoor ontstaat er ook meer duidelijkheid en rechtszekerheid voor de burger.

 

Beleidsregels

Gedeeltelijke vernieuwing of verandering is mogelijk zolang de planafwijking naar aard niet wordt vergroot - behoudens eventueel de genoemde uitbreidingsmogelijkheid in de overgangsregeling - en er overigens geen andere afwijkingen van het bestemmingsplan ontstaan. Verder worden de volgende beleidsregels toegepast:

 

  • 1.

    Maximaal 50 % van het (bestaande) bouwwerk mag worden vernieuwd. Dit betekent dat niet meer dan 50 % van de 6 vlakken van de uitwendige scheidingsconstructies van een bouwwerk (fundering/vloer, dak en 4 gevels) mag worden gewijzigd/vernieuwd;

  • 2.

    De hoofddraagconstructie blijft voor tenminste 50 % behouden (inclusief losse constructieonderdelen zoals fundering/vloer, spanten, draagbalken, gordingen en draagmuren);

  • 3.

    De uiterlijke verschijningsvorm, zoals massa en oppervlakte (behoudens eventueel de uitbreidingsmogelijkheid op basis van de overgangsregeling), goot- en nok hoogte, dakhelling, vormgeving en uitstraling, blijft ongewijzigd;

  • 4.

    In gevelindeling en materiaalgebruik zijn slechts veranderingen van ondergeschikte aard toegestaan;

  • 5.

    Bij het vernieuwen in fasen geldt dat het maximum genoemd onder 1 met alle fasen gezamenlijk niet mag worden overschreden;

  • 6.

    De functie van het bouwwerk moet hetzelfde blijven en er mag in planologisch zin geen sprake zijn van een intensivering van het gebruik.

     

In bijzondere gevallen kan van deze beleidsregels worden afgeweken met gebruikmaking van de inherente afwijkingsbevoegdheid/hardheidsclausule (artikel 4:84 Algemene wet bestuursrecht).

 

Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze beleidsregel treedt in werking daags na bekendmaking in de Graafsche Courant.

  • 2.

    Deze beleidsregel wordt aangehaald als ‘Beleidsregels uitleg overgangsrecht in bestemmingsplannen’

Aldus vastgesteld op 18 september 2012,

Burgemeester en wethouders van Grave,

de secretaris, de burgemeester,

R.Bransz S. Haasjes-van den Berg