Regeling subsidies Kunst en Cultuur Bergen 2013

Artikel 1 Algemeen

Deze regeling is een aanvulling op de Algemene subsidieverordening Bergen (hierna AsB) waarin artikel 36 bepaalt dat het college nadere regels kan vaststellen voor de verlening en vaststelling van subsidies aan instellingen en verenigingen voor activiteiten, het afnemen van producten en prestaties die worden uitgevoerd voor specifieke beleidsterreinen. Een aantal zaken wordt nader bepaald ten behoeve van het Kunst- en Cultuurbeleid.

Artikel 2 Doel van de subsidieregeling

Met deze regeling wordt beoogd te ondersteunen de activiteiten en projecten die bijdragen aan de doelstellingen van het kunst – en cultuurbeleid zoals opgenomen in de nota Kunst en Cultuur van de Gemeente Bergen.

Artikel 3 Subsidievormen

Bij vier van de 6 subsidievormen genoemd in de AsB worden nadere regels gesteld:

• ·

  Jaarsubsidie: jaarlijks terugkerend voor activiteiten met een continue karakter;

• ·

  Budgetsubsidie: voor een periode van vier jaar op basis van een uitvoeringsovereenkomst;

• ·

  Incidentele subsidie: voor activiteiten met een projectmatig karakter;

• ·

  Waarderingssubsidie:voor activiteiten waar het college belang aan hecht en waar geen nadere voorwaarden aan worden gesteld.

Subsidies binnen de regeling subsidies Kunst en Cultuur Bergen worden niet toegekend ten behoeve van (of indien):

• a.

  het sec (zonder overige activiteiten) tot stand brengen van publicaties op schrift of met andere informatiedragers (digitaal, audiovisueel);

• b.

  een garantstelling voor kosten voorkomend uit tegenvallende bezoekers- dan wel deelnemersaantallen;

• c.

  de rechtstreekse ondersteuning van een individuele kunstenaar;

• d.

  een voor de activiteit noodzakelijke vergunning niet wordt afgegeven;

• e.

  de aanvrager al subsidie ontvangt van de gemeente.

Artikel 3.1 Jaarsubsidie en Budgetsubsidie

Jaarsubsidies en budgetsubsidies worden toegekend aan professionele instellingen die blijk hebben gegeven van een stabiel en hoog kwalitatief aanbod. Professionaliteit en kwaliteit blijken uit:

• a.

  een uitgesproken visie en een daarop gebaseerd sterk profiel;

• b.

  een programmering voor de periode waarvoor subsidie wordt gevraagd die gestoeld is op bovengenoemde visie en profiel

• c.

  een realistische, transparante en sluitende begroting en dito dekkingsplan;

• d.

  een transparante wijze van bestuur;

• e.

  een goed onderbouwd marketingplan waarin o.a. de wijze waarop de aanvrager het publiek wil bereiken opgenomen is;

• f.

  het aangaan van duurzame samenwerkingsrelaties met andere culturele en maatschappelijke instellingen.

• g.

  de mate waarin de activiteiten zijn gebaseerd op een vraag van, publieksonderzoek onder of gesprekken met specifiek beoogde doelgroepen.

Instellingen die een jaarsubsidie of budgetsubsidie ontvangen leveren een bijdrage aan het cultuureducatieve aanbod voor de scholen in Bergen en tonen aan een speciale inzet te plegen voor de specifieke doelgroepen en thema’s waar de gemeente prioriteit aan geeft.

In aanvulling op Artikel 29 van de AsB (eigen vermogen) wordt bepaald dat kapitaalgoederen van culturele instellingen die niet ten behoeve van activiteiten te gelde kunnen worden gemaakt worden uitgesloten van de vermogenstoets.

Het college kan besluiten een hoger percentage aan eigen vermogen toe te staan dan 10% of een culturele instelling geheel vrij te stellen van de eigen vermogen toets.

Artikel 3.2 Incidentele subsidie

Bijzondere projecten van hoge kwaliteit kunnen aanspraak maken op een incidentele subsidie. De kwaliteit wordt ondermeer afgemeten aan:

• a.

  de mate waarin een bijdrage wordt geleverd aan de doelstellingen van het gemeentelijk cultuurbeleid;

• b.

  een hoogwaardig projectplan met een volledige begroting en dekkingsplan en een duidelijke visie op publiciteit en communicatie;

• c.

  de mate waarin verbinding wordt gezocht tussen de dorpen en gemeenschappen en doelgroepen;

• d.

  de mate waarin de aanvraag getuigt van cultureel ondernemerschap;

• e.

  de mate waarin de kwaliteit wordt aangetoond zoals bijvoorbeeld blijkt uit de opleiding en beroepservaring van de betrokkenen en recensies in de pers;

• f.

  de mate waarin de activiteiten zijn gebaseerd op een vraag van, publieksonderzoek onder of gesprekken met specifiek beoogde doelgroepen.

Een incidentele subsidie is nooit hoger dan 50% van de projectbegroting.

Een incidentele subsidie wordt éénmalig of als projectsubsidie voor maximaal 3 keer verleend om een te grote subsidieafhankelijkheid te voorkomen.

Artikel 3.3 Waarderingssubsidie

Subsidieaanvragen van amateurgezelschappen of -verenigingen (< € 2.500) worden aangemerkt als waarderingssubsidies waaraan geen nadere voorwaarden worden gesteld. Een extra aanbeveling bij de beoordeling van deze aanvragen vormen:

• a.

  activiteiten waarbij het bevorderen van de sociale cohesie centraal staat;

• b.

  activiteiten die de verbinding tussen de dorpen van Bergen onderling versterken;

• c.

  activiteiten die speciaal voor jeugd en jongeren zijn bedoeld.

Het subsidieplafond voor de waarderingsubsidies amateurkunst bedraagt € 10.000 in 2012 en wordt jaarlijks door de raad vastgesteld. De subsidie wordt evenredig over de kernen van Bergen verdeeld mits er uit alle kernen voldoende aanvragen binnenkomen.

Artikel 4 Adviescommissie

De Adviescommissie Kunst en Cultuur Bergen beoordeelt vanaf 1 januari 2012 in samenhang alle ingediende aanvragen voor een bedrag gelijk aan of hoger dan € 5.000 op basis van de criteria onder artikelen 2 en 3 en adviseert het college over het te nemen besluit.

De werkwijze van de Adviescommissie Kunst en Cultuur is opgenomen in de regeling Adviescommissie Kunst en Cultuur Bergen.

Artikel 5 Overige bepalingen

Voor zover in deze regeling ten aanzien van een bepaald onderwerp geen extra bepalingen zijn opgenomen gelden de bepalingen uit de Algemene subsidieverordening Bergen.

Artikel 6 Citeertitel

Deze regeling kan worden aangehaald als: Regeling Subsidies Kunst en Cultuur Bergen 2013.

Artikel 7 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking op 1 januari 2013.

Vanaf die datum vervallen alle voorgaande regelingen op dit gebied.